Column Roderick Veelo: ‘Populisten verkwanselen kun kansen’

Met de commentaren van RTL-journalist Roderick Veelo ben ik het doorgaans oneens. Vaak neemt hij een populistisch standpunt in. Bijvoorbeeld over kunstsubsidies en identiteitspolitiek of over moralisme en racisme. Kortom, Veelo identificeert zich aan de hand van de heersende opinies in de meeste gevallen met de rechterkant van het politieke spectrum om dat vervolgens in bescherming te nemen. Dat is uiteraard zijn goede recht. Maar ik moest wel even in mijn ogen wrijven of ik het goed las toen ik vandaag zijn commentaarPopulisten verkwanselen hun kansen’ met bovenstaande conclusie las.

Het is op zich niks nieuws wat Veelo zegt, namelijk dat politiek een vak is dat vakmanschap vereist. Politiek is het verdelen van de macht door iets voor elkaar te brengen. Het laten klinken van een tegenstem alleen is het halve verhaal zonder afronding en daarom per definitie geen politiek. Commentatoren als NRC-medewerker Tom-Jan Meeus zeggen dit al jaren. Dus dat politiek een vak is dat in de praktijk geleerd moet worden.

Wat Veelo tot zijn column brengt waarin hij rechts-populisten als Donald Trump, Boris Johnson en Thierry Baudet afvalt beantwoordt hij zelf. Dat is de obstructie van president Trump in het eerste verkiezingsdebat met de Democratische uitdager Joe Biden. Het is een teken aan de wand van Trumps onkunde. Veelo meent dat Trump geen plan van aanpak had in dat debat en dat overigens evenmin in zijn beleid heeft. Dat is in overeenstemming met vragen van journalisten over Trumps programma voor een tweede termijn indien hij herkozen wordt. Daar heeft Trump geen antwoord op. Omdat hij geen programma heeft. Trump kan anderen hinderen door tegen de gevestigde orde te schoppen en op enkele speerpunten zijn doelen te verwezenlijken (benoeming conservatieve rechters, invoering belastingwet waarvan zijn vermogende sponsors profiteren), maar een politiek programma voor een heel land en samenleving heeft hij niet. Dat geldt ook voor rechts-populisten als Johnson en Baudet die zich manifesteren als politici die het vak niet onder de knie hebben en waarschijnlijk nooit onder de knie zullen krijgen. Baudet zei in 2016 dat hij ongeschikt was als politicus.

De logica van rechts-populisten is dat ze zich afzetten tegen de politiek dat ze het establishment, het kartel of de deep state noemen. Hoe deze populisten politiek willen bedrijven zonder deel uit te maken van de politiek is het raadsel. Dwarsliggen of kapotmaken is niet zo lastig en kan men in zijn eentje of met een hecht groepje vertrouwelingen, maar een land of samenleving opbouwen en stroomlijnen vraagt om samenwerking, overleg en vakmanschap. Dat vraagt meer dan afbreken en bekritiseren en minder eigendunk van leiders die onterecht claimen namens ‘het volk’ te spreken. Deze rechts-populisten zijn briljante stoorzenders en criticasters, maar belabberde constructeurs die iets bereiken door op te bouwen. Zoals Veelo opmerkt is de tragiek dat de achterban van de rechts-populisten de hoop voor situatieverbetering heeft gevestigd op deze leiders die daar echter niet aan kunnen voldoen omdat ze het vak om dat te realiseren totaal niet beheersen.

Foto: Schermafbeelding van deel columnPopulisten verkwanselen hun kansen’ van Roderick Veelo voor RTL4, 1 oktober 2020.

Beoordeelt adviescommissie Erfgoed van het AFK aanvragen wel volgens de juiste criteria? Over Museum Ons’ Lieve Heer op Solder

Daar gaat ie weer. Gedoe over de eisen aangaande diversiteit en inclusie die gesteld worden aan culturele instellingen. Daar in volop ongenuanceerde kritiek op. Maar soms maken adviescommissies het wel bont omdat ze hun eigen criteria niet goed toepassen. Dan wordt kritiek wel erg makkelijk. Dat is jammer.

Het advies over een subsidieaanvraag van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder van een commissie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) over de periode 2021-2024 leest als een cultureel misverstand, maar ook als een verkeerd afgesteld bestuurlijk instrument van deze commissie. Het museum vroeg € 695.344 aan en het advies houdt het op € 604.272 per jaar dat echter niet toegekend wordt omdat er ‘onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren’. Wat is dan eigenlijk het nut van een advies van zo’n commissie?

In de toelichting staat dat de gemeente Amsterdam aan alle instellingen die in aanmerking willen komen voor een vierjarige Kunstenplansubsidie vraagt een actieplan op te stellen over diversiteit en inclusie. De gemeente volgt hierbij de Code Diversiteit & Inclusie. Dat gaat over verschillen in gender, beperking, seksuele oriëntatie, religie, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd. Dat gaat verder dan denken over huidskleur.

Gisteren beweerde ik in een kritisch commentaar ‘Misleiding over identiteitspolitiek maakt kapot, nu is de kunst aan de beurt. Een afwijkende mening van Roderick Veelo over codes’ over een opinie van Roderick Veelo over vermeende identiteitspolitiek in de kunsten het volgende: ‘Men kan zich wel afvragen in hoeverre de beoordelaars bij fondsen die nieuwere CD&I [= Code Diversiteit & Inclusie] al hebben verinnerlijkt of dat ze nog mentaal aanhaken bij de oudere CDD [= Code Culturele Diversiteit]. Want de CDD is opgegaan in de CD&I, dus door het accent te leggen op de normen van de CDD kan in theorie toch verdedigd worden dat de CD&I wordt gevolgd. Want een oordeel is per definitie subjectief en niet te kwantificeren.’

Ik word op mijn wenken bediend. Het advies van de commissie van het AFK doet niet alleen de vraag rijzen volgens welke code deze adviescommissie de aanvragen beoordeelt, maar doet sterk vermoeden dat het de oude code is. Vandaar mijn observatie dat de adviescommissie bestuurlijk verkeerd staat afgesteld. Het zegt zich op de nieuwere CD&I te beweren, maar werkt praktisch, maar vooral mentaal nog volgens de oude CDD.

Want hoe kan anders de volgende zin in het advies over Museum Ons’ Lieve Heer op Solder verklaard worden? ‘De voorzichtige terminologie die het museum op dit punt van de aanvraag bezigt (ook de term bicultureel valt) wekt bij de commissie de indruk dat het museum niet voluit inzet op het werven van mensen van kleur en/of met een totaal andere dan een Nederlandse achtergrond.

Wat voor gedachtepatroon valt hieruit te herleiden? Of anders gezegd, welk vooroordeel van de commissie verraadt deze zin? Er blijkt niet alleen uit dat verschillen eenzijdig worden beredeneerd vanuit een verschil in huidskleur, maar ook dat het immigranten die integreren in de Nederlandse samenleving afzet tegen mensen met een Nederlandse achtergrond. Dit wij/zij-denken is vreemde acrobatiek van het AFK. In een pleidooi voor diversiteit scherpt het verschillen aan. Want heeft niet iedereen in Nederland een Nederlandse achtergrond?

Wie de adviezen van het Fonds Podiumkunsten legt naast die van het AFK ziet een wereld van verschil in kwaliteit. Het Fonds Podiumkunsten treft weliswaar kritiek vanwege de afwegingen die als onevenwichtig beoordeeld kunnen worden, maar valt niet te betrappen op de slordigheden, onnauwkeurigheden en onhandige formuleringen van het AFK. De vraag die alleen al dit flodderachtige advies van de commissie van het AFK over Museum Ons’ Lieve Heer op Solder oproept is wie de adviescommissie instrueert en beoordeelt.

Foto’s: Schermafbeelding van delen advies ‘Museum Ons’ Lieve Heer op Solder’ over een subsidieaanvraag van adviescommissie Erfgoed van het Amsterdams Fonds voor de Kunst over de periode 2021-2024. De adviescommissie Erfgoed bestaat uit Rocky Tuhuteru (Voorzitter), Agnes Grondman, Elles van Vegchel, Wim Manuhutu, Nicolette Bartelink en Behrang Mousavi. 

Misleiding over identiteitspolitiek maakt kapot, nu is de kunst aan de beurt. Een afwijkende mening van Roderick Veelo over codes

Er bestaat bij opinieleiders onduidelijkheid over de toepassing van de Code Diversiteit & Inclusie die bij de toekenning van overheidssubsidies voor de kunst wordt gehanteerd. Onlangs was dat weer actueel bij de toekenning van de subsidies van het Fonds Podiumkunsten. Dat was toch al een beschamende bedoeling omdat vele positief beoordeelde gezelschappen en groepen geen geld toegekend kregen omdat … dat op was.

RTL-commentator Roderick Veelo is er in het opinie-artikelIdentiteitspolitiek maakt alles kapot, nu zijn de kunsten aan de beurt’ een voorbeeld van. Hoewel zijn onbegrip en foute weergave gespeeld kunnen zijn om een politiek punt te maken. Hoe dan ook lijkt Veelo niet uit te gaan van de realiteit, maar van zijn stokpaardjes over identiteitspolitiek. Het wordt er absurd op als hij verwijst naar de Code Diversiteit & Inclusie (CD&I) en dat reduceert tot ‘verschillen op basis van huidskleur, afkomst en gender’. In welk jaar leeft Veelo?

(Overigens ben ik een criticus van identiteitspolitiek als die gebruikt wordt om te verdelen en niet om te verbinden. Zo’n nieuwe apartheid die maatschappelijke scheidslijnen probeert te verwijderen door die te bevestigen doet niet wat het beweert te doen. Ofschoon ik begrijp dat enige positieve discriminatie nodig is om verschillen weg te werken. Als dat tot nieuwe uitsluiting en hegemonie, zelfs tot nieuw racisme leidt, dan schiet het zijn doel voorbij. De beste manier om deze verdelende identiteitspolitiek te neutraliseren is een combinatie van verbeterde sociaal-economische omstandigheden en verhoogd sociaal-cultureel bewustzijn.)

In theorie is de CD&I breder en vervangt het de oude Code Culturele Diversiteit (CDD). Alle verschillen tussen mensen worden er onder verstaan. Zoals gender, beperking, seksuele oriëntatie, religie, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd. Men kan zich wel afvragen in hoeverre de beoordelaars bij fondsen die nieuwere CD&I al hebben verinnerlijkt of dat ze nog mentaal aanhaken bij de oudere CDD. Want de CDD is opgegaan in de CD&I, dus door het accent te leggen op de normen van de CDD kan in theorie toch verdedigd worden dat de CD&I wordt gevolgd. Want een oordeel is per definitie subjectief en niet te kwantificeren.

Wegen beoordelaars een subsidieaanvraag die in bereik, productie en organisatie verwijst naar iemand met een handicap even zwaar als een aanvraag die verwijst naar iemand met een niet-witte huidskleur?

De kritiek die de lezing van adviezen oproept is een andere dan die van Veelo, namelijk het sterke accent dat op marketing wordt gelegd. Munitie voor die stelling geven de subhoofdstukken PUBLIEKSFUNCTIE in de MEERJARIGE SUBSIDIES 2021-2024 FONDS PODIUMKUNSTEN. Het is de vraag of in de adviescommissie onder leiding van oud-museumdirecteur Valentijn Byvanck de expertise over marketing goed is vertegenwoordigd. Want de twee ‘zakelijke leiders’ in de commissie, te weten Jessica de Jaeger en Renée Trijselaar zijn nog geen experts op het gebied van marketing en publieksbereik. Hoewel mogelijk deze adviseurs geadviseerd zijn door echte marketingsdeskundigen maken die laatsten niet de afweging. Wie toetst met welke expertise wat?

Dat leidt tot dit soort observaties (Instant Composers Pool): ‘De marketingactiviteiten staan in het plan beschreven als een zeer korte opsomming van acties. De commissie vindt echter geen aanknopingspunten hoe deze acties stapsgewijs tot de gewenste publieksgroei moeten leiden.’ De adviescommissie vindt geen aanknopingspunten. De vraag of dat iets over de ICP of de commissie zegt doet afbreuk aan de adviezen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelIdentiteitspolitiek maakt alles kapot, nu zijn de kunsten aan de beurt’ van Roderick Veelo op RTL Nieuws, 6 augustus 2020

Commentaar van Roderick Veelo (RTLZ) over Roseanne Barr probeert recht te praten wat krom is. Hij beschadigt vooral zichzelf

RTLZ-presentator Roderick Veelo bewijst zichzelf geen dienst met een commentaar over de Amerikaanse comédienne Roseanne Barr die na een racistische tweet door haar werkgever Disney-ABC Television werd ontslagen. TPO herplaatst dit commentaar, vermoedelijk omdat Veelo partij kiest voor Barr en haar racisme probeert te relativeren. Barr is een medestander van president Donald Trump. Maar Veelo gaat in zijn analyse uit van zoveel verkeerde aannames dat hij vooral zichzelf beschadigt. Mijn reactie bij het artikel op TPO:

Wat een vreemd commentaar uit de omgekeerde wereld van deze RTLZ-presentator. Het is namelijk in de eerste plaats Roseanne Barr die onverdraagzaam is. Alle reacties op haar zijn daar een gevolg van.

Veelo vergeet overigens te melden dat Roseanne zelf ook afstand van haar racistische tweet heeft geprobeerd te nemen. Ze wijt het aan de slaappil Ambien. Maar de fabrikant maakte snel duidelijk dat racisme geen bijwerking van Ambien is. Dat Roseanne afstand neemt van haar eigen tweet ondermijnt Veelo’s betoog dat rept van een tribunaal en Inquisitie. Roseanne zou daar dan immers zelf aan deelnemen.

Veelo spreekt zichzelf nog op een andere wijze tegen als hij opmerkt dat Roseanne vaker heeft geprovoceerd en daarbij over het randje is gegaan. De tweet staat dus niet op zichzelf en is geen toevalligheid.

En nog op een andere wijze slaat Veelo compleet de plank mis. Want Roseanne maakt met haar tweet geen grap, maar meende bloedserieus wat ze zei. Roseanne toonde in de tweet haar racistische overtuiging. Roseanne toont niet de inborst van een racist, zij is een racist.

En ook in zijn analyse aan wie het te wijten is dat Roseanne haar programma bij ABC geschrapt wordt heeft Veelo het bij het verkeerde eind. Het is niet de moraalpolitie op internet die de stekker uit de show van Roseanne trekt, maar Disney-ABC Television bij monde van baas Ben Sherwood. Hij gaf Roseanne ondanks haar smeekbede om een tweede kans geen herkansing en noemde haar tweet onvergeeflijk. Wat Roseanne deed was voor een meerderheid van de televisiekijkers onaanvaardbaar en daar had ABC Television rekening mee te houden.

Kortom, het is Roseanne die eigenhandig haar eigen glazen ingegooid heeft. Dat kan ze niemand anders of haar slaappil verwijten. Roderick Veelo haalt er van alles bij dat er niks mee te maken heeft of dat zelfs aantoonbaar onjuist is. Hij had zijn commentaar beter achterwege kunnen laten. Waarom TPO meent zo’n rammelend commentaar te moeten herplaatsen roept ook vragen op over het beoordelingsvermogen van degene bij TPO die hiervoor verantwoordelijk is.

Foto: Schermafbeelding van deel commentaarLeven van Roseanne Barr moet kapot, daar gaan de hyena’s voor zorgen’ van Roderick Veelo op TPO, 2 juni 2018.

Nederlands kabinet geeft voorkeur aan handelsbelangen boven de bestrijding van de radicale islam. In Algerije is dat anders

Wie het Frans of Arabisch niet verstaat, kan toch uit de beelden afleiden wat er aan de hand is. De Algerijnse minister van Religieuze Zaken en Waqf  Mohamed Aïssa verklaart de oorlog aan het Saoedische Wahabisme en het islamitisch fundamentalisme. Islamitische geestelijken omringen hem. Aïssa meent onder verwijzing naar de Saoedische islamgeleerde Sheik Ibn El-Otheimine (1929-2001) dat hedendaagse salafisten niet de ware betekenis hanteren. Salafisme zou een verwijzing zijn naar het pad dat de profeet, zijn volgelingen en voorgangers volgden, maar hieruit zou niets afgeleid kunnen worden over het persoonlijke pad van moslims voor nu: ‘Echter, salafiya adopteren als een persoonlijk pad en het gebruiken van andere moslims met een tegengestelde mening, of sterker nog als een partizanenpad, is volledig in tegenspraak met salafiya zelf’. Dit gaat om de interpretatie en beeldvorming van het salafisme en wie erover het laatste woord kan claimen.

Of het klopt wat Aïssa zegt is niet de kern. Het gaat erom dat een Algerijnse minister het met stilzwijgende instemming van islamitische geestelijken nodig acht om zich tegen de fundamentalistische islam uit Saoedi-Arabië te keren en hij denkt die met eigen wapens te kunnen bestrijden. Dit geeft aan dat de stromingenstrijd in de (Soennitische) islam in een nieuwe fase is beland. De radicale islam wordt de voet dwarsgezet.

Dit staat in schril contrast met de conclusie van RTLZ-journalist Roderick Veelo. In een commentaar hekelt hij de lakse opstelling van de Nederlandse regering over de import van de radicale islam uit Saoedi-Arabië. Achtereenvolgende kabinetten met onder meer VVD, PvdA, CDA en D66  zouden dat jarenlang vanwege handelsbelangen hebben verzwegen of zelfs ontkend. Door onderzoeksjournalistiek van Nieuwsuur en NRC en tegen de zin van het kabinet in is de financiering van radicale moskeeën alsnog naar buiten gekomen. Veelo concludeert: ‘De situatie is absurd: we hebben de handen vol aan het deradicaliseren van jonge moslims en tegelijkertijd houdt de overheid er een geheime achteringang op na voor de radicale islam. Die geheime afspraken zijn ondraaglijk. Net als de wegkijkers, de langslapers en de lakse bestuurders die de samenleving opzadelen met de import van nog meer religieuze intolerantie.’ In landen als Algerije wordt de urgentie beseft van het terugdringen van de radicale islam omdat het een strijd om de macht is. Maar de Nederlandse regering daartegenover beseft die urgentie niet en maakt die ondergeschikt aan het eigen handelsbelang.