Premier May verdient geen respect, maar minachting voor haar opstelling in de onderhandelingen over de Brexit met de EU

Wie afgelopen dagen de Britse premier Theresa May zag opereren op de EU-top in Salzburg en in de reactie in eigen land daarop kan niet anders dan haar voorstelling van zaken scherp afwijzen. Want zij geeft bewust een verkeerde voorstelling van zaken en probeert door misleiding de Britse onderhandelingspositie te versterken. Zoals journalist Joris Luyendijk in een opinie-artikel in NRC zegt: ‘Val niet voor valse retoriek uit Londen over Brexit’. De EU moet snel, hard en duidelijk afstand nemen van dit gestoethaspel uit Londen dat corrumperend werkt. Zelfs als dat economisch schadelijk is. Het perfide Albion gedraagt zich steeds meer zoals overeenkomt met deze oude scheldnaam. Het schermt met ‘fair play’ en redelijkheid, maar speelt vals en belazert de kluit. Dat verdient geen respect, maar minachting. Mijn commentaar bij bovenstaande video van CGTN America:

PM May is better in the form than in the content. Britain leaves an organization with 28 members on its own initiative and must be so mature to bear the consequences of that choice. But Britain refuses to face its own position. It wants to combine the advantages of its own course with the benefits of the EU single market. But a child can understand that that is impossible. Representatives of the EU warn May for two years that this is not possible. But May pretends not to understand that.

May and the largest parties Tories and Labour bear witness to childish behavior and a complete lack of political realism. And to blame the EU for its own mistakes is the drop that makes the bucket overflow.

If May does not get respect from the EU, it is because she has not earned that respect in the past two years by wanting to export the confusion and division in her own country to the EU. The EU leaders do not participate in that misrepresentation by May.

Advertentie

Populisme en centrumpolitiek kunnen op termijn versmelten. Hervorming door wederopbouw

Democratie is moeilijker dan demagogie. Dat heeft de lijsttrekker Jan Roos van Voor Nederland (VNL) geleerd. Hij verlaat de politiek, aldus een bericht in De Volkskrant. Roos liet dit afgelopen donderdag per tweet weten. VNL stemt volgend weekend over opheffing. Het was toch al een slechte week voor de rechts-populisten, want UKIP verloor 85% van haar kiezers in de Britse parlementsverkiezingen. Leider Paul Nuttall stapt op. Vorige maand verloor de leider van het Front National Marine Le Pen de Franse presidentsverkiezingen van centrumkandidaat Emmanuel Macron met een onverwachts groot verschil van 32%. In de VS wordt president Trump steeds verder in het defensief gedrongen, verliest aan aanhang, geeft geen leiding, krijgt niets voor elkaar en zet het populisme wereldwijd in een kwade reuk. De reuk van Roos, Nuttall, Le Pen, Trump en al die andere populisten die democratie met demagogie verwarren. Of denken dat politiek een variant van leefstijl is.

Het valt te hopen dat het inzicht in genoemde verkiezingen dat populisten niet de oplossing bieden wordt vastgehouden. Want niets is zeker. Of blijvend. Rechts-populisten investeren doorgaans niet in oplossingen, maar in kritiek op de gevestigde orde. Ze willen die niet hervormen, maar vernietigen. Het verhaal van het weggooien van oude schoenen voordat de nieuwe zijn ingelopen. Of zelfs gekocht. De al dan niet tijdelijke teloorgang van de populisten geeft de centrumpolitiek de verplichting om ernst te maken met hervormingen die het merendeel van de kiezers direct in het dagelijks leven voelt. Dus betere sociale voorzieningen, betere zorg, betere arbeidsmarkt, beter onderwijs en betere huisvesting. Dat is de uitdaging voor de centrumpolitiek.

Politiek is niet meer dan politiek. Het verdeelt de macht die verdeeld kan worden. Maar heeft onvoldoende invloed op de macht die buiten de politiek opereert. Op financiële instellingen die politici omkopen of op multinationals die belasting ontwijken en hun kapitaal in geen enkel land nog laten landen om het te laten belasten. Dat is het afschrikwekkende beeld van goedwillende politici die niets voor elkaar krijgen. Of omdat ze in de zak van grote belangen zitten, of omdat ze geen ambitie of durf hebben om door te bijten, of omdat ze weten onvoldoende middelen te hebben om doelmatig op te treden. En het er daarom maar bij laten zitten net te doen alsof ze optreden. Om het publiek een loer te draaien en hun bestaansrecht te verantwoorden. Op die houding spelen rechts-populisten in. Daar hebben ze geen ongelijk in voorzover het de diagnose betreft.

De vervolgvraag is hoe de diagnose kan doordringen tot de centrumpolitiek -of het centrum van de politiek- en de politiek kan doordringen tot de populisten. Door het pantser van de populistische demagogie heen. Ze hebben elkaar wat te bieden als ze het beste van hun twee werelden weten te combineren. Maar dat gebeurt niet omdat ze concurrenten van elkaar zijn. Daarbij komt dat het bestaansrecht van de populisten is gelegen in de houding zich tegen de politiek af te zetten. En centrumpolitici dienen niet de directe belangen van hun kiezers, maar van belangengroepen door wie ze al dan niet rechtstreeks worden aangestuurd. En ingeperkt.

Het is cynisch om te veronderstellen dat centrumpolitiek en populisme elkaar voorlopig dwars blijven zitten. Met als gevolg dat ze allebei afgeleid worden van dat waar ze zeggen mee bezig te zijn. Kort samengevat, hervorming tegenover reconstructie. Zonder een afdoend antwoord op de vraag te kunnen geven hoe het verder moet kan wel aangegeven worden in welke richting de oplossing gezocht moet worden. In versmelting.

Het klinkt op dit moment wellicht belachelijk door uiteenlopend wereldbeeld, retoriek en visie op de politiek van centrumpolitiek en populisme. Door verder te kijken dan de uiterlijkheden kunnen de energie en diagnose van de populisten hopelijk op middellange termijn gecombineerd worden met het vakmanschap en de oplossingsgerichtheid van de centrumpolitiek. Einddoel is hervorming van de politiek door wederopbouw.

Foto: Wiel van der Randen, ‘Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog’. Westkapelle, 1947. Collectie: Spaarnestad Photo/ Wiel van der Randen.

Trump praat Putin goed en volgt anti-VS retoriek. America First?

President Trump antwoordt Bill O’Reilly op zijn opmerking dat Putin een moordenaar is: ‘There are a lot of killers. We’ve got a lot of killers. What do you think—our country’s so innocent?’. Dit is het laatste wat een president van de VS moet zeggen. Dit komt neer op ‘America Last’. Begrijpen trotse Amerikanen die hun land als exceptioneel zien deze gelijkschakeling van hun land met een autoritair land dat afglijdt naar de dictatuur?

Trump herhaalt de retoriek en afleiding die landen als China en de Russische Federatie gebruiken om hun gebrek aan democratie weg te poetsen door relativering. Maar het is appels met peren vergelijken. De VS worden niet gerund door gangsters en oorlogsmisdadigers. In elk geval was dat tot twee weken terug het geval. Nee, Trump is niet gek, maar gewoon dom. Nee, Trump is niet slim, maar gewoon naïef. Nee, Trump is niet voorbereid, maar gewoon onnozel en onbetrouwbaar. Wanneer dringt dit tot de Republikeinse partij door?

ISIS: Crisis van aanslagen ontaardt in crisis van verkeerde strategie

Oorlogsretoriek geeft ISIS precies dat wat het nodig heeft. Tegenstellingen, confrontatie en een atmosfeer van strijd. Terwijl het voor de hand zou liggen om ermee te beginnen ISIS economisch te boycotten. Maar dat gebeurt niet vanwege regionale belangen. Europa is niet in oorlog met ISIS. Europa is evenmin in oorlog met het regime van president Assad of dat van president Putin. Terwijl zij de grote boeven zijn waarmee de kleine, doortrapte boef moet worden gevangen. Hoe tegenstrijdig is dat? Voor het geweld in hun winkelstraat zoeken Europese leiders als president Hollande of premier Rutte bescherming bij de georganiseerde criminaliteit. Hoe dom kunnen ze zijn? Hoe simpel kan het zijn? Een crisis van dreigingen en aanslagen ontaardt zo in een crisis van verkeerde reacties vanuit verkeerde strategische besluiten door politieke leiders zonder perspectief, standvastigheid en lange adem. Heeft dan niemand meer zijn hoofd erbij? Bedankt Hollande, bedankt Rutte.

VVD: Niet aanpakken, maar doorschuiven

Een campagnefilmpje van de VVD van 2 maanden geleden. Mark Rutte toont zich zwart op wit. In grijs. De VVD kondigt belastinghogingen aan door verlagingen aan te kondigen. Als u dat niet begrijpt dan begrijpt u de politiek niet. Soms gaan politici in hun eigen retoriek geloven. En komen ze klem te zitten tussen woord en daad. Tussen werkelijkheid en plannenmakerij. Zonder nog vooruit of achteruit te kunnen. Dat maakt dit soort politiek met cadeautjes zo ongeschikt voor de politiek. Dat maakt dit soort politici met cadeautjes zo ongeschikt voor de politiek. Dat vraagt om politiek die teruggegeven wordt aan de burger. Ooit. Morgen?

VVD: Belastingen zijn nodig om een kleine, krachtige overheid te kunnen betalen die zorgt voor veiligheid, onderwijs en goede wegen. Maar als het aan de VVD ligt, laat de overheid zo veel mogelijk van uw geld in uw eigen zak. Hard werken en ondernemerschap moet worden beloond en niet bestraft. De belastingen in Nederland zijn te hoog. Daarom verlagen we de belastingen voor werkende Nederlanders met 5 miljard euro.

Foto: Campagneslogan VVD, 2012

Nrc.next checkt feiten van Piratenpartij over gezondheidszorg verkeerd

Update 18 maart 2013: Consumentenprogramma Radar van de Tros besteedt aandacht aan de trucs van de geneesmiddelenfabrikanten om de prijs van medicijnen hoog te houden. En de winst te optimaliseren. Ze gebruiken octrooien oneigenlijk. Niet voor onderzoek, maar voor marketing. Huub Schellekens, hoogleraar medische biotechnologie aan de universiteit Utrecht meent na onderzoek dat wereldwijd jaarlijks 800 miljard euro op octrooien van geneesmiddelen bespaard kan worden. Zonder dat medicijnen aan kwaliteit inboeten. Toenmalig lijsttrekker van de Piratenpartij en arts Dirk Poot beweerde in augustus 2012 hetzelfde. Nrc.next legde zijn beweringen ‘objectief’ langs de meetlat en meende het beter te weten. Maar nam zoals vaker de farmaceutische industrie in bescherming en gaf het programma van Poot en de Piratenpartij verkeerd weer.

Toevallig kwam ik erachter dat nrc.next een rubriek heeft die next.check heet. Feiten worden gecheckt. Soms van programma’s van politieke partijen. De rubriek is een echo van Amerikaanse sites als Politifact.com, TheFactChecker of FactCheck.org die het waarheidsgehalte van beweringen van politici checkt. Een nuttige toevoeging, en zelfs correctie van het publieke debat als het zorgvuldig gebeurt. Maar onzinnig als het blijft hangen in het format en vrij willekeurig enkele feiten uit een omvangrijk programma worden geselecteerd.

De rubriek roept bij mij de vraag op wie de fact checker checkt. In de Angelsaksische pers bestaat de functie van fact checker die door de opkomst van het internet overigens veranderd is. De opmerking van Virginia Heffernan dat feiten op internet vooral retoriek worden, I suspect that facts on the Web are now more rhetorical devices than identifiable objects, is van toepassing op hoe nrc.next feiten ziet. En slordig checkt.

Wilmer Heck checkt drie feiten over gezondheidszorg, Europa en patenten uit het partijprogramma van de Piratenpartij. Zijn oordeel is respectievelijk ongefundeerdhalf waar en waar. Geen representatieve steekproef omdat kernpunten die het bestaansrecht van de partij vormen (privacy, databeheer, burgerrechten, transparante overheid, informatievrijheid en auteursrecht) buiten schot blijven. Ik pik er de bewering over de gezondheidszorg uit: ‘Dit jaar wordt er zo’n 1,1 miljard uitgegeven voor 10 miljoen aan medicijnen’. 

Heck heeft gelijk dat de uit de context gelichte zin cryptisch overkomt. Er wordt bedoeld dat medicijnen die nu 1,1 miljard kosten ook 10 miljoen zouden kunnen kosten. Een actuele discussie nu het College voor Zorgverzekeringen dure medicijnen niet langer wil vergoeden in het basispakket. Heck noemt de bewering dat medicijnen soms wel 100 keer zo goedkoop worden als patenten vervallen. Maar hij beoordeelt zo’n stelling als ongefundeerd omdat de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) zegt dat dit niet voor alle medicijnen geldt, zoals groeihormonen voor kinderen. De FSK en de KNMP zijn op hetzelfde adres gevestigd.

Medicus en lijsttrekker Dirk Poot reageert verbaasd op het oordeel van Heck. Hij zegt dat de Piratenpartij al jaren op de hoge kosten van de farmaceutische industrie wijst en dat juist nu het debat aan snelheid wint nrc.next voor de geneesmiddelenfabrikanten in de bres springt. Hecks tegenargument doet Poot af als onbelangrijk omdat aan groeihormonen voor kinderen in 2010 slechts 55 miljoen is uitgegeven. Poot blijft bij zijn stelling dat patenten medicijnen nodeloos duur maken. Poot is tevens verbaasd dat zijn onderbouwing van de stelling dat de farmaceutische industrie slechts 15% aan onderzoek besteedt niet is geplaatst.

Het artikel ‘next.checkt: het partijprogramma van de Piratenpartij‘ bevat onjuiste beweringen over de kosten van medicijnen en het programma van de Piratenpartij. De auteur laat de gegevens die de SFK hem verstrekte zwaarder wegen dan de kritiek op de farmaceutische industrie. De timing van Wilmer Heck is ongelukkig nu het debat over dure medicijnen en patenten op stoom komt. Hij kan het rechtzetten door aan de redactie economie te vragen hoe hoog de winstgevendheid van de farmaceutische industrie is. Die verklaart de feiten.

Foto: ‘Ongefundeerd‘ in nrc.next

Behoudzucht in de beeldende kunst

 

Beeldenstorm in kunst is als een pendule. Soms slaat het links, soms rechts. Een NRC-recensie van politieke affiches uit de jaren ’70 (vdve) toont de houdbaarheid: Eigenlijk maken ze één ding echt duidelijk: dit zijn de jaren van retoriek en van dik hout zaagt men planken. Links-activistische toegepaste kunst die jaren later als overspannen, pathetisch en ongenuanceerd wordt beoordeeld. Niets staat stil, onze mening nog het minst.

Lastig om uit te gaan van goede bedoelingen van beeldenstormers. De praktijk leert dat beeldenstormen altijd uit de hand loopt. Beeldenstormen is per definitie een emotie die uitgaat van intolerantie en tot doel heeft om iets van de ander te vernietigen. Of het sacrale nu het uitgangspunt of het doel is maakt geen verschil. Daar past geen relativering bij die een beeldenstorm goedpraat.

Sooreh Hera zette vanuit haar eigen wereldbeeld een autonoom beeld naast een al bestaand wereldbeeld. Ze vernietigde de illusie van de ander, niet een fysiek beeld. Zij is daarom geen beeldenstormer. Hoogstens een moderne variant die met hedendaagse middelen aanleunt tegen een traditie van iconoclasme in de kunstgeschiedenis. Wat rebelsheid door associatie suggereert. Hoogst fascinerend en van deze tijd, maar Hera bleef aan de nette kant door slechts een illusie te verdringen.

Iconoclasten die anderen hun opinie opdringen door middel van beschadigen of vernietigen van beelden zijn de ware beeldenstormers. Actief geweld tegen een kunstwerk maakt daarbij het verschil. Ze tasten de vrijheid van expressie van de maker aan door deze uit te willen vegen. Onder welk mom dan ook. Het gaat niet om het geweld dat indirect als reactie tegen de maker opgeroepen wordt. Ook Robert Rauschenberg vlakte ooit een tekening van Willem de Kooning uit. Met toestemming.

Religies roepen trouwens door hun hooghartig karakter en hun beroep op het hogere tegengeluiden op. Dat tegengeluid hebben ze nodig om maatschappelijk bij de tijd te blijven en niet te vervreemden in apartheid. Ook daarom moet een tegengeluid als dat van Hera door alle weldenkende mensen onvoorwaardelijk geaccepteerd worden. Het tegengeluid is niet een bedreiging voor religie, maar juist de redding ervan.

Als overigens ooit de overbodigheid en het maatschappelijk isolement van de Nederlandse museumsector is aangetoond, dan was het tijdens de affaire-Hera eind 2007. Een collectieve actie van tien gezichtsbepalende kunstmusea had de geloofwaardigheid van de sector gediend. Al hadden ze maar elk een foto van Hera op zaal gehangen. Maar het bleef bij het kleinere museumgoudA en een standvastige directeur.

Sinds die tijd kijk ik anders naar blauwdrukken, vergadercultuur, megamanifestaties en megamarketing, vertragingen in bouw en kostenoverschrijdingen en de vraag naar steeds meer van deze musea. Ze mogen van mij gesloten worden. Hoe doorleeft kan een kritisch beredeneerd schilderij of installatie zijn of een als maatschappelijk opgezet project als een museum de eigen functie vergeet? De Nederlandse museumsector gaat aan behoudzucht ten onder.

Het Van Abbemuseum is hierop een gunstige uitzondering. Het handzame boekje van Jonas Staal over de vrijdenkersruimte van de VVD is een juweeltje van duidelijkheid en oorspronkelijkheid. En Boijmans, De Pont en het Haags Gemeentemuseum bieden kwaliteit. Daar stopt het voor Nederland. Voldoende?

Foto: ‘Kerkinterieur met beeldenstormers‘ olieverf op paneel door Hendrik van Steenwijck II, omstreeks 1610-1630. Aankoop in 2008 door museum Het Prinsenhof met steun van de Vereniging Rembrandt.