Onderbouwing ‘World Art Center’ in Ede roept nog meer vragen op

Nogmaals, het World Art Center in Ede. Namens het gemeentebestuur van Ede presenteert wethouder Johan Weijland (D66) plannen voor een kunsthal in oprichting. Initiatiefnemers vragen de gemeente een investering van 2,5 miljoen euro en een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie van 500.000 euro. Opmerkelijk is dat Weijland oud-directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum in de arm genomen heeft. Bremer heeft een slechte reputatie en moest daar in 2015 voortijdig opstappen wegens wanbeleid en onhaalbare voorstellen. Het lijkt er nu sterk op dat Bremer de kans te krijgt om z’n kunstje in Ede te herhalen. Het rapportWerelden van Verschil’ (2015) van de Rotterdamse Rekenkamer was vernietigend. Opvallend is dat Weijland niet volmondig wil erkennen dat Bremer in Rotterdam mislukt is. Hiermee begeeft Weijland zich op het terrein van alternatieve feiten. Waarom heeft de wethouder zich zo verbonden aan iemand met een slechte reputatie die dit project in de publiciteit vooral schaadt? In De Gelderlander spreekt hij zijn volste vertrouwen in Bremer uit en geeft zijn mening dat het rapport van de Rotterdamse Rekenkamer gekleurd was. Hiermee valt Weijland de integriteit van het openbaar bestuur af. Hij loochent de conclusie van het rapport van de Rotterdamse Rekenkamer.

Los van de plaatjes, vergezichten, toekomstbeelden, begrotingen of business case ontbreekt de onderbouwing wat dit voor het Edese kunstklimaat en de Edenaren betekent. Weijland focust op een power point presentatie van een Duurzaamheidsbalans Sociaal-Cultureel waarmee hij aangeeft dat Ede op dit beleidsterrein een inhaalslag te maken heeft. Dat zal best zo zijn, maar alleen toont hij vervolgens niet de noodzaak van een kunsthal aan. Waarom investeert de gemeente Ede niet op een andere manier in beeldende kunst?

Wie de recente ontwikkelingen van het voortijdig opstappen van artistiek directeur Beatrix Ruf bij het Stedelijk Museum wegens niet opgegeven nevenverdiensten en innige contacten met de kunsthandel heeft gevolgd, zal met de oren klapperen over bovenstaande tekst in de brochureWorld Art Center’. Zal de organisatie ‘intensieve contacten opbouwen met particuliere verzamelaars’? Dat is precies wat door de affaire-Ruf ter discussie staat en in de museum- en cultuursector steeds meer als ontoelaatbaar wordt gezien. Want het gevaar dreigt dat het prestige van een museum of kunsthal wordt gebruikt door particuliere verzamelaars om hun bruiklenen in waarde te laten stijgen. Dat is in strijd met de ethische code van de museumsector die de belangenverstrengeling tussen kunsthandel en museumsector afwijst. De prestatie van deze tekst getuigt van gebrek aan urgentie en fijngevoeligheid van de kwartiermakers. En vooral van wereldvreemdheid. Ze verkeren in hun eigen fantasiewereld die in de beeldtaal een letterlijke herhaling is van wat Bremer beoogde in het Wereldmuseum. Om de kunst gaat het al helemaal niet, maar om het goede leven van wijnen en spijzen.

Nog iets anders valt op aan de plannenmakerij van de ingehuurde consultants, Bremer, Weijland en diens ambtenaar Pieter van Lent. Is het  bestuurlijk zorgvuldig als een wethouder via zijn ambtenaar inhoudelijk meeleest over ondernemingsplannen? Dat blijkt uit een notitie. Hier raken particulier en publiek initiatief vermengd en valt niet meer te onderscheiden waar het ene ophoudt en het andere begint. Is het de taak van een wethouder om direct of indirect mee te praten over realisering en bijstelling van ondernemingsplannen? Kan een wethouder optreden als ondernemer en gaan de raadsleden van Ede daar luchthartig mee akkoord?

Foto: Foto met tekst uit Presentatie WAC verkleind.

Advertentie

DUIC: Leon Mazairac verzet zich tegen de macht van Tripadvisor en acties in de Horeca

pod

De Utrechtse restauranthouder Leon Mazairac laat het er niet bij zitten. Hij is negatief over de kortingsacties in de Horeca. DUIC memoreert in een bericht wat Mazairac op Facebook zegt: ‘Als u ons eerdaags niet meer kunt vinden op Iens.nl dan komt dat niet door een daling in kwaliteit, in tegendeel zelfs. (…) Ik ga het wel doen want ik ga logischerwijs niet mee in de wereld van betaald bovenaan een lijstje staan. Iens is veranderd het bedrijf is verkocht aan tripadvisor. Wat de toekomst brengt is wat vaag en moet zich uitwijzen. De accountmanager met soepele babbel komt volgende week nog wel op de koffie maar ik ga hem slecht nieuws brengen. We doen niet meer betaald mee. En ik hoop op termijn de consument ook niet en restaurateurs zijn ondernemer en kunnen natuurlijk ook zelf kiezen gelukkig!

Ik ben het eens met Leon Mazairac. Wat hem overkomt plaats ik in onderstaande reactie in een brede context. Het gaat om zeggenschap en de verhouding tussen kleine en grote ondernemingen die zich brutaal en expansief opstellen. Wie gaat voor slow cooking en slow living heeft daar geen boodschap aan. Zoals Leon.

Het gaat niet om Podium of Iens, maar om het systeem van internetsites die ‘recensies’ plaatsen en advertentieruimte verkopen. Omdat achter zo’n site als Iens/ Tripadvisor een commercieel belang schuilgaat kan men er niet op voorhand van uitgaan dat de recensies objectief zijn. Integendeel, het verdienmodel wijst op het omgekeerde.

Sites worden opgekocht en veranderen van aard en kwaliteit. Of liever gezegd, boeten in aan kwaliteit. Dat is de wetmatigheid. Tot enkele jaren geleden was er een uitstekende toeristische site die ook reis- en muziekgidsen uitgaf, het Britse ‘The Rough Guide’. Op de site waren recensies van bars, restaurants en hotels te lezen die beredeneerd, gedetailleerd en weloverwogen waren. Totdat ‘The Rough Guide’ werd overgenomen door uitgeverij Penguin Random House, het allemaal commerciëler werd en het verdienmodel veranderde. Hetzelfde wat nu lijkt te gebeuren met de overname door Tripadvisor van Iens.

De reactie van Leon Mazairac komt in de week dat restaurants kritiek hebben op kortingsacties waar ze zich verplicht voelen aan mee te doen. Op straffe buiten de aandacht van het publiek te vallen. Zo zitten ze klem tussen hun eigen verdienmodel en de publiciteit. Maar aan die kortingsacties verdienen ze weinig en bovendien dienen ze daartoe ook nog eens een deel van hun zelfstandigheid in te leveren.

De hartekreet van Mazairac valt daarom ook op te vatten als kritiek op de tendens dat restauratiers en kleine zelfstandige ondernemers in de Horeca door grote ondernemingen als Booking, Airbnb, Tripadvisor, Heineken of Albert Heijn onder druk worden gezet. Zijn hartekreet staat symbool voor de strijd tussen de kleine ondernemer en de multinational die alles van bovenaf wil sturen en een deel van de winst van de kleine ondernemer af wil romen voor eigen gewin. Laten we ons daar bewust van zijn.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelPodium Onder de Dom weigert betaalde ranglijst Iens.nl’ op DUIC, 17 augustus 2016.

Wereldmuseum: tekenen van een koerswijziging gevraagd

wm

Is het ethisch om tegen een op de grond liggend slachtoffer te schoppen? Dat ligt eraan. Als dat schoppen bedoeld is om te verwonden dan is dat ontoelaatbaar. Maar als het bedoeld is om het slachtoffer te wekken en naar een veilige plek te helpen dan is het toelaatbaar. Het Wereldmuseum is door diepe dalen gegaan en lijkt juist tijdig tot stand gekomen voor een nog diepere afgrond. Maar in programmering, publiciteit op de eigen website en FB-pagina valt weinig te merken van een nieuwe koers. Het gaat nog steeds vooral over het ontvangen van zakenrelaties, het restaurant met de Michelin ster en een ‘Wereld Diner’ van 250 euro. Toch is er sinds 24 april een nieuwe Raad van Toezicht en is Willem Sieburgh sinds 16 mei de tijdelijk directeur.

Koerswijzigingen gaan langzaam. Zeker als het een uitgeklede organisatie als het Wereldmuseum betreft dat de bedrijfsvoering en verslaglegging niet op orde heeft en veel achterstallig onderhoud kent. Dat moet opnieuw opgebouwd worden. Daarnaast zijn de meest capabele medewerkers de afgelopen jaren de laan uitgestuurd. Maar het valt toch te hopen dat de tijdelijk directeur inziet dat ondanks deze problemen nu een gebaar naar de buitenwereld nodig is. Om aan te geven dat het Wereldmuseum breekt met het oude bewind dat zich afficheert met diners van 250 euro per couvert en openstaat voor veranderingen in de echte wereld.

Foto: Schermafbeelding aankondiging ‘PROEF DE 7 WERELDWONDEREN’ van reisbureau The Divine Odyssey in het Wereldmuseum.

Het Wereldmuseum draait door. Een Rotterdams drama

wm

Het raadslid van Leefbaar Rotterdam Anton Molenaar stelde op 2 september 2008 raadsvragen over het Wereldmuseum. Toen al kwamen er plannen van dat museum naar buiten om een groot deel van de collectie te ontzamelen. In het antwoord verwees het college (met Ivo Opstelten) naar de directie en de Raad van Toezicht van het op 1 januari 2007 verzelfstandigde Wereldmuseum die hadden verzekerd dat ze dat volgens bestaande normen zouden doen en voegde toe: ‘Het opschonen van de collectie is ook een vorm van verzamelen en zal leiden tot een kleinere en beter beheersbare collectie van topstukken en zal niet leiden tot de opheffing maar tot een betere profilering en efficiëntie van het museum.’ Een verbazingwekkende passage die met terugwerkende kracht de urgentie miste wat er precies aan de hand was bij het Wereldmuseum.

In de jaren erna ging de kritiek op het ontzamelbeleid van het Wereldmuseum niet meer liggen. Vooral niet toen directeur Stanley Bremer in 2011 met het plan van een fonds kwam met maximaal 60 miljoen euro dat gevuld werd door de verkoop van de Afrika-collectie. Bezit van de gemeente. Het zou gemeentesubsidie overbodig maken en de afhankelijkheid van de gemeente verkleinen, zodat de directeur de vrije hand kreeg om te doen en laten wat hem schikte. Toenmalig wethouder Antoinette Laan nam weliswaar afstand van de plannen, maar was niet ondubbelzinnig in haar standpunt dat verkoop van (een deel van) de collectie om economische redenen principieel afkeurde. Raad en college bleven dubbel in hun reactie op de plannen van Bremer, ze hadden wel oren naar een museum dat het zonder subsidie zei te kunnen stellen. Museumsector, publiek en toenmalig staatssecretaris Zijlstra maakten duidelijk dat dit soort verkoop ontoelaatbaar was.

In 2012 tekende ik de tactiek van het Wereldmuseum dat de eigen organisatie inzet om steun op te bouwen: ‘Het goede leven van wijnen, spijzen, gesprekken en ons soort mensen zet alle neuzen een kant op. Soms feestneuzen als er feest te vieren valt, soms wijsneuzen die het samen beter weten dan de professionals uit politiek of museumwereld. Weldenkende burgers zijn tevreden met zichzelf. En elkaar. Als individuen vinden ze elkaar in een groepsgevoel dat afkeer voor regelzucht uitstraalt. In het oprekken van de grenzen voelen ze zich weer de provo’s die ze nooit waren. Hun tweede jeugd neemt hen de kans niet af het alsnog te worden. In het schoppen tegen het establishment dat ze zelf vormen. Vanuit de luxe. Zo werkt kunst als glijmiddel.

Nu is er voor de zoveelste keer kritiek op het beleid van het Wereldmuseum. De kar van de Publieksactie Wereldmuseum wordt getrokken door kunstenaar Olphaert den Otter. Die vanuit het niets zich half augustus met het Wereldmuseum ging bezighouden. Aangezwengeld door artikelen van onderzoeksjournalist Sjors van Beek die vanaf 13 augustus in De Groene verschenen. Topstukken in de ramsj, zo zei van Beek. De toon was gezet. Den Otter sprak twee keer in de commissie ZOCS van de Rotterdamse gemeenteraad waar de C voor Cultuur staat. Op 30 oktober (7 u 45’) en op 19 november (55’50’’). In de raad vroeg het raadslid namens de Partij voor de Dieren en kunsthandelaar Ruud van der Velden herhaaldelijk aandacht voor het onderwerp.

Op  de FB-pagina van Olphaert den Otter werd het een gezellige, anarchistische boel. Ik zag er een voorbeeld voor nieuwe politiek in. Terloops ontstond een gemeenschap van betrokken burgers die zich verenigden in hun verontwaardiging over directeur Stanley Bremer die naar hun idee te veel ruimte van het gemeentebestuur kreeg. Zodat het onbegrip zich ook richtte op de Rotterdamse lokale politiek die het de afgelopen zeven jaar allemaal had laten gebeuren. Den Otter riep uit op 16 augustus: ‘Het is totaal krankjorem, maar niemand lijkt op het idee te komen die man eruit te flikkeren! Hoe kan dat nou? HELP!’ Ja, Gemeente Rotterdam, waarom vertegenwoordigden jullie gedurende zeven jaren het algemeen belang zo slecht? Waar liet dat de burgers?

Nu lijkt er een doorbraak. In een brief aan de raad meldde B&W deze week de ‘ingrijpende beleidstrajecten die momenteel bij het Wereldmuseum lopen, voorlopig stil te leggen.’ De gemeente zet het Wereldmuseum verder onder druk door het initiatief om de leden van de Raad van Toezicht te benoemen, één of meer termijnen van de bevoorschotting niet te vervroegen waar het Wereldmuseum om had verzocht, de uitspraak van de toetsingscommissie-Laan die half december wordt verwacht en het instellen van een extern onderzoek naar de algehele bedrijfsvoering van het museum. Vraag is of de brief diep genoeg gaat. Ruud van der Velden is er ontevreden over, ziet vele vragen onbeantwoord en heeft met PvdA, SP en GL een spoeddebat aangevraagd.

Foto: Renovatie Wereldmuseum door Putter Partners.

Nieuwe Facebook-uitdaging: à l’eau ou resto. Met doden

Opnieuw levert sociale media slachtoffers op. Een half jaar geleden was er NekNomination. Een halve liter bier in een teug en dan twee personen nomineren hetzelfde te doen, dat was de lol van het spel. Kortom, het langere indrinken. Binnen korte tijd vielen er vijf doden. Nu is er het Franse ‘à l’eau ou resto’ ofwel te water of voor een maaltijd in een restaurant betalen. De politie waarschuwt voor de gekte. Ook juridisch is het niet ongevaarlijk, want advocaten waarschuwen ervoor dat degenen die anderen uitdagen aansprakelijk kunnen worden gesteld onder beschuldiging van doodslag als het misgaat. Maar de meeste filmpjes -want in 2014 bestaat iets pas als het wordt vastgelegd op sociale media- zijn tamelijk banaal. Iemand die vol bravoure de zee, een zwembad, een waterstraal of een vijvertje inloopt. Alsof er een nieuw continent wordt betreden. De zwakte en sterkte van sociale media lopen in elkaar over. Positief is dat het eigen tegenkrachten oproept. SmartNomination was het antwoord op NekNomination. Wat wordt het antwoord op ‘à l’eau ou resto’?

Prostitutie in Frankrijk: You don’t buy, I don’t sell

o8bKB57dF1

Dit is een kostelijke foto. Maar niet gemakkelijk te ‘lezen‘ zonder extra informatie van buiten de foto. Wat zien we? Centraal in beeld zit een in het zwart geklede vrouw alleen aan tafel. Die zo goed als leeg is. Het gaat overduidelijk om een restaurant voor de burgerij die wat te besteden heeft. De kleine burgerij. Zij onthult haar borsten en kijkt ons tegelijk vrijmoedig en benauwd aan. Is ze een eind in de 30? Een man rechts van haar merkt het op en bespeurt iets. Wat gaat zij doen? De glazen voor hem zijn leeg. Hij moet ook de fotograaf zien die de foto neemt. Op het bovenlichaam van de vrouw staat met zwart viltstift een Engelstalige tekst: ‘You don’t buy I don’t sell‘. Dus: jij koopt niet en ik verkoop niet. Wat verkoopt ze niet? De sleutel is de bloemenkrans op het hoofd van de vrouw. Een symbool van Femen, de nieuwe feministes die actie voeren voor vrouwenrechten. Extra informatie zegt dat het gaat om een campagne die klanten van prostitutie aanpakt. Ze zijn schuldig als ze kopen. Met die informatie verschuift de focus van de halfnaakte vrouw naar de loerende man. Zijn mannelijke blik koopt als het ware het vrouwenlichaam. En da’s voortaan fout in Frankrijk.

Foto: Campagne van Femen ter ondersteuning van de Franse wet die klanten van prostitutie criminaliseert.

Wereldmuseum: vrijplaats voor welgestelden heeft lak aan regels

wereldmuseum2

Update 16 augustus 2014: Sjors van Beek heeft deze week een artikel in De Groene Amsterdammer. Directeur Stanley Bremer komt er niet best vanaf. Wie remt hem af? Waarom zit hij sowieso nog op de directeurstoel? Olphaert den Otter zet het op Facebook scherp aan: ‘Het is totaal krankjorem, maar niemand lijkt op het idee te komen die man eruit te flikkeren! Hoe kan dat nou? HELP!’ Ja, gemeente Rotterdam, hoe kan dat nou? 

Ik kan er niet te diep op ingaan, maar mijn vertrek heeft te maken met een verschil van inzicht over de gang van zaken tussen mij en de directeur van het museum‘, aldus hoofd horeca en maître-sommelier Danny Gonzalez van Restaurant Wereldmuseum. Gonzalez gaf leiding aan 38 personeelsleden en moet weg: ‘Het gaat me vreselijk aan het hart, maar er was geen andere oplossing mogelijk, daar was geen ruimte voor.’ Directeur is Stanley Bremer van het Rotterdamse Wereldmuseum. Bij gebrek aan openheid is het gissen waar het verschil van inzicht over gaat. Gonzalez heeft kennelijk een zwijgplicht, hij kan er niet te diep op ingaan.

Het restaurant is onlosmakelijk met het Wereldmuseum verbonden. De directeur gebruikt het als middel om steun op te bouwen. Rotterdammers uit lokale politiek en zakenwereld worden er gefêteerd. In een ideale ambiance voor de doelgroep, namelijk een omgeving met een zweem cultuur zonder dat het te cultureel is.

Het goede leven van wijnen, spijzen, gesprekken en ons soort mensen zet alle neuzen een kant op. Soms feestneuzen als er feest te vieren valt, soms wijsneuzen die het samen beter weten dan de professionals uit politiek of museumwereld. Weldenkende burgers zijn tevreden met zichzelf. En elkaar. Als individuen vinden ze elkaar in een groepsgevoel dat afkeer voor regelzucht uitstraalt. In het oprekken van de grenzen voelen ze zich weer de provo’s die ze nooit waren. Hun tweede jeugd neemt hen de kans niet af het alsnog te worden. In het schoppen tegen het establishment dat ze zelf vormen. Vanuit de luxe. Zo werkt kunst als glijmiddel.

Via emotie mobiliseert directeur Bremer steun voor zijn plan om de Afrikacollectie te verkopen. Zijn museum loopt uit de pas met de museumsector in het oprekken van de LAMO-richtlijn, en de gemeente Rotterdam doet hetzelfde door de deur voor de verkoop van topstukken open te zetten. Maar kritiek werkt niet, omdat dat daar aan dat gebouw aan de Maas alleen maar opgevat wordt als een bevestiging van het eigen gelijk.

Oprekken van grenzen is in lijn met de handel in Afrikaanse etnografica die is geconcentreerd in Brussel en Parijs. Deze handel met grote winstmarges vertoont de trekken van de Roomse kerk en de maffia. Uiterlijk vertoon, ex-communicatie, strenge hiërarchie, witwassen van valse objecten en omerta zijn de kenmerken. Verkoop van de Afrikacollectie speelt zich af in dit schemergebied waar handelaren zich opdringen omdat ze winst ruiken. Liefst via onderhandse verkoop. Raadgevers en clandestiene handelaren wisselen elkaar af. De directeur die kennis mist vaart blind op anderen. Hij zet de Afrikacollectie in de etalage om als een Robin Hood aan de Maas te nemen van de gemeenschap en te geven aan z’n medestanders. Zonder Danny Gonzalez.

africa11030

Foto 1: Jos Kottmann, Wereldmuseum.

Foto 2: Bakongo kop collectie Wereldmuseum als cover tijdschrift Tribal Art, herfst 2011.