Durft Kremlin de gok aan van een Oekraïne-gambiet?

Sinds 2014 is er in Europa sprake van een oorlog tussen twee landen die nog steeds voortduurt. De Russische Federatie bezette in dat jaar de Oekraïense Krim en initieerde een strijd in Oost-Oekraïne, in het gebied dat de Donbas wordt genoemd. Een kapotgeschoten en onder Russische controle staande regio in Oekraïne. In maart 2014 bevestigde met 100 stemmen voor de Algemene Vergadering van de VN in Resolutie 68/262 de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne en verklaarde een Russisch referendum over de Krim ongeldig.

De Russische agressie van 2014 werd beantwoord met een slappe reactie van het Westen. De toenmalige leiders president Obama en premier Cameron maakten niet waar dat in 1994 hun landen de handtekening hadden gezet onder het Boedapester Memorandum dat de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraine garandeerde. Dat land had als belangrijke kernmacht na onderhandelingen met de VS en de Russische Federatie de (weliswaar verouderde) kernwapens ingewisseld in ruil voor die garantie van autonomie. Het gaf immers een belangrijk defensief wapen uit handen.

Het leiderschap van de Russische Federatie negeerde in 2014 de garantie door een onrechtmatige inname van de Krim en onrechtmatige militaire inmenging in Oost-Oekraïne en de VS en het VK wisten niet hoe snel ze smoezen konden verzinnen om niet militair in te hoeven grijpen. Ze volstonden met economische sancties. Ze lieten Oekraïne vallen.

Het idee bestaat dat de slappe reactie van president Obama en premier Cameron in 2014 heeft geleid tot de gespannen situatie van nu met het risico van een grootschalige, bloedige invasie van delen van Oekraïne door troepen van de Russische Federatie. President Poetin is overmoedig geworden. President Biden was in 2014 vice-president onder Obama en zag hoe slecht voorbereid de VS waren op de Russische agressie en hoe aarzelend en ondoelmatig Obama reageerde.

Biden heeft geleerd van de reactie van Obama in 2014. Hij poogt het Kremlin af te troeven in de informatieoorlog door het continu lekken van informatie van de eigen inlichtingendiensten over de Russische vorderingen op het strijdtoneel en de oorlogsplannen. Zo heeft de VS het het Kremlin lastig gemaakt door de ‘false flag’-plannen van het Kremlin als excuus voor een inval in Oekraïne naar buiten te brengen.

Op wat complotdenkers na wordt in het Westen deze Russisch desinformatie toch niet geloofd, maar dat is voor de Russische campagne niet van belang. Het is in eerste instantie bedoeld voor intern gebruik. Het dient om de Russische bevolking via de gelijkgeschakelde staatspers achter een oorlog met Oekraïne te krijgen. Ook hier geldt het uitgangspunt van de buitenlandse politiek dat het in de kern altijd binnenlandse politiek is.

De opzet van het Kremlin sinds 2014 en de jaren daarvoor, omdat de toenmalige invasie van de Krim een lange voorbereidingstijd van jaren had, is duidelijk: het destabiliseren van Oekraïne zodat dit land niet aan de voorwaarden kan voldoen om lid te worden van NAVO en EU. Iets wat dit land graag wil om zich te ontworstelen aan de Russische invloed en bescherming te zoeken onder de paraplu van het Westen. Oekraïne als soeverein land heeft daar volgens internationale verdragen die notabene door de rechtsvoorganger van de Russische Federatie zijn ondertekend ook alle recht toe.

Nu is 75% van de Russische krijgsmacht rond Oekraïne samengetrokken. Dat is geen toeval, maar het resultaat van een grootscheepse operatie die een voorbereidingstijd van jaren vergt. Zoals in 2014 de invasie van de Krim. Er lekt uit westerse bronnen steeds meer informatie dat steeds meer Russische troepen hun basiskamp hebben verlaten en in tamelijk oncomfortabele omstandigheden provisorisch worden gehuisvest dicht bij de grens met Oekraïne. Het materiaal van de Russische krijgsmacht kan up to date zijn, het sociale aspect en de organisatie zijn dat niet. Deze situatie kan niet al te lang voortduren. Of de Russen vallen definitief Oekraïne binnen of ze trekken zich terug, verder van de grens. Maar dat laatste leidt tot gezichtsverlies van president Poetin en het leiderschap in het Kremlin.

Worden zo Oekraïne en Europa een oorlog ingerommeld die Poetin durft te beginnen omdat hij denkt die te kunnen winnen? Nog is er een weg terug via de diplomatie. Maar denkt Poetin dat er voor hem nog een weg terug is? Poetin is geen serieuze schaker als hij denkt met zijn Oekraïne-gambiet de strijd te kunnen winnen. Poetin is een gokker die een slag probeert te winnen, maar onvoldoende lijkt te zien wat dat voor zijn eigen toekomst en de toekomst van de Russische Federatie betekent. De tegenstanders zijn beter voorbereid dan in de vorige match in 2014. Aan de rand van de afgrond houdt de wereld de adem in.

Bestaansreden van Russische propaganda staat van vele kanten onder druk. Voorbeeld van een bericht op RT

Update 1 maart 2022: Bovenstaande video van RT is sinds vandaag niet meer in de EU te zien. Volgens een bericht in The Guardian heeft Eurocommissaris Thierry Breton die onder meer de digitale desinformatie bestrijdt aangekondigd dat de Russische door de staat gecontroleerde media RT en Sputnik geblokkeerd worden. Ze zijn niet meer bereikbaar via internet en satelliet. Techbedrijven als Facebook, Google en Twitter blokkeren de Russische propaganda op hun eigen platforms. Dit roept twee vragen op. Namelijk waarom nu pas en niet in 2014? En hoe waterdicht, succesvol en bestendig is deze blokkade? Enfin, beter laat dan nooit.

I. Op het eerste gezicht weet je nooit of je moet lachen of huilen om de gekleurde informatie van de Russische propagandazender RT. Niet altijd is de informatie onjuist, maar is die zo eenzijdig dat het de kennis over een onderwerp niet vergroot, maar op zijn best mystificeert. Omdat het die slechts van een kant belicht. Dat valt op te vatten als omleiding en misleiding. RT mist de politieke ruimte om breed, open, onpartijdig en zonder vooringenomenheid te kunnen informeren.

Doorgaans bevatten nieuwsberichten van RT feitelijke onjuistheden die nodig zijn om die gekleurde informatie aannemelijk te maken. Daartoe moet een casus met kleine leugens wat bijgebogen worden. Dan gaat RT aantoonbaar de fout omdat het het zelfbeeld waar het zich op beroept zelf omver kegelt. Namelijk dat het een alternatief biedt voor westerse media en journalistiek op een hoger plan staat. Dat laatste klopt dan niet. Het is overigens niet aannemelijk dat de leiding van RT dat zelf gelooft. Het is politieke marketing voor uitwendig gebruik.

II. Sinds najaar 2013 toen de spanningen tussen de Russische Federatie en Oekraïne opliepen hebben de op een Europees publiek gerichte Russische propagandazenders breed ingezet op misleiding over Oekraïne. Alle moeite werd gestoken in het ondermijnen van de steun voor Kiev en het verdelen van een Europees publiek. Of dat is gelukt is de vraag.

Dat is slecht gelukt via de Russische propagandazenders als RT en Sputnik omdat die met hun Engels-, Duits-, Frans-, Arabisch- en Spaanstalige edities een klein bereik hebben. Het op de VS gerichte RT werd een mislukking omdat het niet wist door te dringen tot kabelnetten. Het al 16 jaar bestaande RT heeft zichzelf overleefd en valt te beschouwen als een mastodont met de pretentie van een algemene zender die naar de marge van de sociale media is verdrongen.

De paradox is dat de Russische propaganda die internationaal gericht is wel succesvol is geweest via sociale media, zoals Facebook en Twitter. De inschatting is dat Donald Trump zijn overwinning als president in 2016 grotendeels te danken heeft aan de Russische steun via sociale media. Ook mengden Russische sociale media zich afgelopen jaren in de verkiezingsstrijd in Frankrijk en Duitsland.

III. De paradox van de paradox is dat in de VS de Russische propaganda niet meer nodig is omdat de extreem- en radicaal-rechtse aan de Republikeinse partij gelieerde actoren in praktijk brengen wat het Kremlin vijf jaar geleden deed. Rechtse Amerikanen zijn zelfvoorzienend geworden wat propaganda en ondermijning van de Amerikaanse samenleving en politiek betreft. Het land koerst af op de afgrond en de vraag is of de krachten die dat willen verhinderen sterker zullen blijken te zijn dan de krachten die dat beogen.

Dat thematiseert wat nog de rol is voor Russische propagandazenders als RT en Sputnik en de Russische trollenfabrieken die continu via sociale media misleidende berichten versturen. Zonder de noodzaak voor grote campagnes hoeft het Kremlin alleen de druk op de ketel te houden om te zorgen dat westerse publieken zich blijven keren tegen hun eigen overheden.

De onderwerpen waarmee dat gebeurt vormen een archeologische laag van de recente actualiteit. De Krim vanaf voorjaar 2014 en de misleidingscampagne vanaf zomer 2014 over de Russische schuld aan het neerschieten van de MH17 is gevolgd door een campagne over westerse sancties vanwege de Russische inmenging in Oost-Oekraïne en de bezetting van de Krim vanaf augustus 2014, de Brexit, het Schotse referendum, Nord Stream II, de opeenvolgende migratiecrises van Turkije tot Wit-Rusland en het Verenigd Koninkrijk, de coronapandemie en allerlei onderwerpen die de EU of de VS kunnen verzwakken en in een kwaad daglicht stellen.

IV. De tragiek van propaganda is dat ze niet alleen afleidt van de waarheid en nieuwsconsumenten op het verkeerde been zet, maar een land dat die propaganda bedrijft in een parallelle werkelijkheid terecht laat komen. De grootste schade van propaganda ondervindt uiteindelijk het land dat die propaganda bedrijft omdat het in een spiegelpaleis van fantasieën verzeild raakt. Om daarin te kunnen volharden dient het zichzelf een vals zelfbeeld voor te spiegelen waar het na verloop van tijd wellicht niet diep in gaat geloven, maar zich toch naar gaat gedragen door mentaal binnen de contouren ervan te blijven. Dat zijn de lijnen van eenzijdigheid.

De Russische propaganda heeft de natievorming van Oekraïne vertraagd, maar ook versneld. Dat is een andere paradox. Net zoals de machthebbers in het Kremlin een buitenlandse vijand construeren (‘omsingelingscomplex‘) om de steun van de bevolking te winnen en af te leiden van binnenlandse problemen, zo werkt de propaganda ook in het land dat het doelwit ervan is. Mits het besef bestaat dat die buitenlandse propaganda op het eigen land gericht is en probeert schade aan te richten. Dat besef bestaat in Oekraïne.

Een meerderheid van de Oekraïeners is door de Russische propaganda en inmenging in hun land extra standvastig geworden. Mede omdat het ziet dat het in de Russische Federatie economisch slecht gaat en het land zich beweegt in de richting van een autoritaire staat waar rechten van burgers geschonden worden. De natievorming van Oekraïne gaat langzaam, maar gestaag door en door de Russische propaganda is het land eerder in de richting van de VS en Europa gedraaid, dan dat het zich er van afgekeerd heeft. Dan werkt propaganda op de lange termijn averechts.

V. Mijn reactie bij bovenstaande video (vertaald):

Het is niet ‘Europe’ zoals RT zegt, maar Duitsland dat de certificering van Nord Stream II tegenhoudt. Die vertraging heeft het Russische Gazprom volledig aan zichzelf te wijten. Het dacht te kunnen volstaan met Zwitserse jurisdictie en de procedure niet serieus te hoeven nemen, maar het Duitse Bundesnetzagentur oordeelde daar anders over.

In de EU kunnen zaken niet door corruptie en steekpenningen beslist worden zoals in de Russische Federatie. Dat verschil in cultuur heeft Gazprom verkeerd ingeschat omdat het dacht de eigen corruptie naar Duitsland te kunnen exporteren. Dat werkt bij personen als oud-kanselier Schröder en andere oud-politici die met Russisch geld gekocht worden, maar niet met een Duitse institutie.

Servie is geen lid van de EU of een bondgenoot van westerse landen, maar een satelliet van het Kremlin, zodat het volkomen irrelevant is wat de Servische president over sancties zegt. Het valt ook te bezien of het juist is wat hij zegt, namelijk dat sancties tegen het belang van ‘Rusland’ ingaan.

Voor de duidelijkheid, die sancties werden in 2014 ingesteld door de onwettige bezetting van de Krim door troepen van de Russische Federatie. Die Russische bezetting schaadt de internationale rechtsorde en is in strijd met internationale verdragen. Servie stemde in 2014 niet tegen de breed aangenomen VN-resolutie 68/262 die de bezetting door de Russische Federatie van de Krim veroordeelde en het zogenaamde referendum die dat moest legitimeren als ongeldig verklaarde. Servie was afwezig bij de stemming.

Het lijkt eerder zo te zijn dat de actie die tot de sancties leidde tegen het belang van het land en de Russische bevolking ingaat. Het land is door de onwettige bezetting van de Krim internationaal geïsoleerd geraakt door het onwettig handelen van president Poetin en zijn medestanders.

Internationale sancties gaan niet tegen het belang van de Russische bevolking in, maar tegen het leiderschap in het Kremlin dat het land beschouwt als haar privébedrijf waar het geld aan kan onttrekken alsof het land eigen bezit is. De Russische bevolking is daarvan het slachtoffer.

Oekraïne krijgt internationale steun voor territoriale claim op de Krim. Maar Zelensky schetst een scheef beeld

Mijn reactie bij een video van AFP News Agency van 23 augustus 2021 waarvan The Rutendo News hierboven een kopie geeft die wel ingevoegd kan worden in andere sociale media. Voor AFP vertaald in het Engels.

De opmerking van de Oekraïense president Zelensky dat voor het eerst op internationaal niveau de bezetting van de Krim door de Russische Federatie wordt erkend, is onjuist. Op 9 december 2019 riep Resolutie 12223 van de Algemene Vergadering van de VN bijvoorbeeld de Russische Federatie op om haar tijdelijke bezetting van het grondgebied van Oekraïne onverwijld te beëindigen. Resolutie 68/262 van 27 maart 2014 benadrukte hetzelfde in algemene termen, benadrukte dat de bezetting “geen waarde” had en riep de Russische Federatie op om de territoriale integriteit en internationale grenzen van Oekraïne te respecteren.

Waarom president Zelensky het opzettelijk verkeerd voorstelt, is een raadsel. Misschien wil hij het feit verbergen dat de internationale gemeenschap en Oekraïne in zeven jaar niet in staat zijn geweest om iets tegen de Russische bezetting te doen of een politieke oplossing voor de bezetting dichterbij te brengen door overleg met het Kremlin. Wellicht wil hij geen krediet geven aan de succesvolle diplomatieke inspanningen van zijn voorganger president Porosjenko.

Het einde van de Russische bezetting is nog niet nabij, maar het is onvermijdelijk. Wellicht is daarvoor op termijn een regimewisseling nodig, waardoor de Russische Federatie, net als de Sovjet-Unie in 1990, door economische en mentale stagnatie in de richting van de democratische rechtsstaat zal opschuiven, omdat de samenleving verlamd is.

Fossiele brandstoffen zoals olie en gas zijn financieel de steunpilaar van de staat. Volgens de klimaatafspraken moet de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 95-100% zijn verminderd. Deze Russische energiemix past niet in de energietransitie. Afhankelijkheid van fossiele brandstoffen is de bom onder de Russische Federatie, omdat het nog steeds de broodnodige valuta biedt om te blijven functioneren die binnen 30 jaar verloren zal gaan. Zonder dat hangt het af van het Westen en China. Het is dan ook niet vergezocht om aan te nemen dat de terugkeer van de Krim naar Oekraïne in de toekomst een van de voorwaarden zal zijn waarop het Westen de Russische Federatie wil ontmoeten.

De Duitse bondskanselier Angela Merkel verwees enkele jaren geleden naar de bezetting van de DDR door Russische troepen die pas na 45 jaar eindigde. Het vergt geduld om dat af te wachten. De bezetting van de Krim door de Russische Federatie wordt niet erkend door de internationale gemeenschap en is dus per definitie tijdelijk als dit land in de toekomst goede betrekkingen wil opbouwen met de internationale gemeenschap.

Het is wachten op externe gebeurtenissen totdat de Krim automatisch terugkeert naar Oekraïne, zoals een appel van de boom valt.

Kremlin speelt Kiev in de kaart door protest tegen kaart van Oekraïne met Krim op voetbalshirt

Ukraine’s Euro 2020 jersey Euro 2020 jersey

De oorlog van de shirts zou de titel van een film kunnen zijn. De synopsis zou dan zijn: ‘Zoals elk jaar krijgen de inwoners van Oekraïne aan het begin van elk oorlogsjaar ruzie met die van Rusland. Dit jaar zal anders zijn, aangezien het Oekraiense voetbalteam zojuist het idee heeft gekregen om de contouren van hun land af te beelden om hun shirt. Rusland heeft in 2014 onrechtmatig een stuk land ingepikt, het schiereiland de Krim. Dat beschouwen de Russen als een voldongen feit en het ter discussie stellen daarvan als een politieke daad. Daarop antwoorden de inwoners van Oekraïne dat niet hun shirt, maar de bezetting van een deel van hun grondgebied een politieke daad is. Namelijk het schenden van de territoriale integriteit van hun land. Dat hoeven ze niet te zeggen, dat staat op hun shirt‘.

Dit shirt gaat het team van Oekraïne dragen tijdens het komende EK Voetbal. Uit een bericht van AFP blijkt dat het shirt van Oekraine ‘is goedgekeurd door de UEFA, in overeenstemming met de toepasselijke tenuevoorschriften’. De Russische voetbalbond had dinsdag 8 juni 2021 bij de UEFA in een brief bezwaar gemaakt tegen het Oekraïense shirt waarbij het ‘wees op het gebruik van politieke motieven op het Oekraïense nationale teamshirt, wat indruist tegen de basisprincipes van de UEFA-tenueregels’. Op zondag 13 juni spelen Oekraïne en Nederland in Amsterdam hun eerste wedstrijd in het EK.

De internationale gemeenschap steunde in 2014 in meerderheid de niet bindende resolutie 68/262 van de Algemene Vergadering van de VN. Daarin staat dat de territoriale integriteit van Oekraïne binnen internationaal erkende grenzen wordt erkend en dat het zogenaamde referendum van de Russische Federatie over de Krim ongeldig was. Zie mijn commentaar van 20 maart 2014 over de rechts-extremistische waarnemers die het Kremlin toendertijd geronseld had in een poging om het referendum legitimiteit te geven. Sinds 2014 heeft de internationale gemeenschap inclusief VS en EU haar stellingname niet gewijzigd die zegt dat de annexatie van de Krim door de Russische Federatie onrechtmatig is en het schiereiland teruggeven moet worden aan Oekraïne. Ook als dat tientallen jaren duurt.

Schermafbeelding van deel artikelBacking Ukraine’s territorial integrity, UN Assembly declares Crimea referendum invalid‘, UN News, 27 maart 2014.

De Krim kent ernstige waterproblemen. Dat was in 1954 de belangrijkste reden voor de leiding van de toenmalige Soviet-Unie om het schiereiland over te dragen aan de Republiek Oekraïne. Zo’n 65 jaar later is dat waterprobleem nog niet opgelost en lijkt voor het welzijn en de economische ontwikkeling van de Krim een goede verstandhouding met Oekraïne een voorwaarde omdat dat land de watertoevoer kan afsluiten. Het tekort aan water is schadelijk voor landbouw, bevolking en toerisme.

Er is vaker gezegd van president Poetin dat hij een slimme tacticus is, maar een beroerde strateeg. De populariteitsbonus die de Russische president Poetin in 2014 kreeg door de bezetting van de Krim die een golf van nationalisme aanwakkerde is uitgewerkt. Hij gaat in zijn buitenlandse politiek voor snel en makkelijk gewin en kijkt onvoldoende wat dat voor de lange termijn betekent. Poetin verzamelt molenstenen om de nek van de Russische Federatie.

In Syrië, Wit-Rusland, de Krim en de zogenaamde volksrepublieken Donetsk en Loehansk in Oost-Oekraïne steekt Poetin zijn tegenstanders de loef af, maar zadelt zijn eigen land met torenhoge kosten op. Dat kan de Russische Federatie niet betalen omdat het met deze buitenlandse avonturen op grote voet leeft. Het land verkeert economisch in stagnatie en heeft nu het geluk dat de olieprijs met ongeveer 70 USD voor een vat de hoogste in twee jaar is. Maar dat kan veranderen en is een wankele basis voor structurele kosten van deze expansie.

Oekraïne peutert met dit shirt in een open zenuw van het Kremlin. Het is een slimme actie van Kiev om op het populaire EK de onrechtmatige bezetting van de Krim door de Russische Federatie onder de aandacht te brengen. De uitspraak ‘Voetbal is oorlog‘ die per abuis aan de succesvolle Ajax-trainer Rinus Michels wordt toegeschreven bevestigt het idee dat sport meer is dan sport. Het heeft alles met politiek te maken. Dat wordt keer op keer bewezen.

Dat de Russische voetbalbond die onder controle van het Kremlin staat ontkent dat politiek niet thuishoort in de sport is een eenzijdige en onoprechte benadering. Het is juist het Kremlin dat telkens sport inzet voor politieke doeleinden. Inclusief staatsprogramma’s om te frauderen met de dopingcontrole om zo successen te behalen die voor politieke doeleinden worden gebruikt. De Russen krijgen nu van het Oekraïense broedervolk een koekje van eigen deeg.

Je kunt er alleen maar verbaasd over zijn dat het Kremlin door dit protest Oekraïne in de kaart speelt en extra aandacht aan deze kwestie geeft. Dat is niet in het belang van het Kremlin omdat het publicitair averechts werkt. De kaart van Oekraïne op dit voetbalshirt getuigt van zelfbewustzijn en geeft het signaal af dat Oekraïne niet bang is voor de grote, boze buurman.

Adam Schiff verwijst naar het Boedapest Memorandum en de Russische agressie, en springt over Obama heen naar Trump

Voor- en tegenstanders waren er gisteren over eens dat ‘House Manager’ Adam Schiff op de eerste dag van de drie dagen waarop de Democraten hun zaak in de Senaat kunnen bepleiten een overtuigend verhaal heeft gehouden. Stap voor stap maakte hij in een urenlang betoog duidelijk wat president Trump gedaan heeft en waarom het voor waarheidsvinding nodig is om getuigen en documenten aan de rechtszaak toe te voegen. Dit fragment eindigt met zijn woorden ‘For help with a political campaign?’ Hoe moeten we dit fragment duiden?

Schiff verwijst naar het Boedapast Memorandum 1994 waarin Oekraïne naast Wit-Rusland en Kazachstan de eigen (verouderde) kernmacht opgaf in ruil voor de garantie van de Russische Federatie, de VS en het VK de territoriale integriteit te beschermen. Zoals we weten werd in 2014 de Oekraïense territoriale integriteit door de Russische Federatie geschonden toen dat land de Oekraïense Krim bezette. Dat was onrechtmatig en werd veroordeeld door de meerderheid van de staten in de Algemene Vergadering van de VN op 27 maart 2014 in resolutie 68/262. In reactie legden voornamelijk Westerse landen de Russische Federatie sancties op.

Er zijn internationale verdragen (San Francisco 1945, Helsinki 1975, Parijs 1990, Boedapest 1994) waarin de territoriale integriteit en soevereiniteit van landen wordt gegarandeerd. Maar dat verwordt tot een papieren werkelijkheid als er bij overtreding geen geloofwaardige en krachtige actie op volgt om die rechtsorde af te dwingen. Dat staat op het spel, namelijk de geloofwaardigheid van de internationale rechtsorde.

Het gaat er dus om of de internationale gemeenschap met verwijzing naar de internationale rechtsorde de agressor tot de orde roept. Als dat niet gebeurt, dan betekent dat een verlaging van het niveau van agressie voor een volgend conflict. Nu hard en duidelijk optreden kan leed in de toekomst voorkomen. De Tweede Wereldoorlog begon in München 1938 en gaf het Derde Rijk het idee dat het de internationale rechtsorde kon oprekken. Zoals het toen niet alleen om het Sudetenland ging, ging het in 2014 niet uitsluitend om Oekraïne.

De agressie van de Russische Federatie werd ondanks de beloftes niet door de VS en het VK nagekomen. Deze landen lieten Oekraïne in de steek. President Obama en premier Cameron waren daarvoor verantwoordelijk. Hier kwam in 2014 veel kritiek op. Obama die vooraf de Russen blijkbaar geen afdoende waarschuwing had gegeven om de Krim niet te bezetten -en dus diplomatiek in gebreke was gebleven- handelde afwachtend. De Russische operatie was in de jaren daarvoor voorbereid en daarvan had de VS op de hoogte moeten zijn.

Hoe moeten we Schiffs opmerking ‘For help with a political campaign?’ opvatten? Het lijkt terug te slaan op president Trump die vuile zaak maakte met het Kremlin en met behulp van de Russen de Democratische presidentskandidaat Joe Biden via Oekraine vanwege binnenlandse partijpolitieke redenen in een kwaad daglicht probeerde te stellen. Wat mislukte en als een boemerang terugsloeg op Trump met de impeachment procedure tot gevolg. Maar de schending door de Russische Federatie van het Boedapest Memorandum dateert uit 2014 en voor de uitblijvende reactie en het niet nakomen van de garantie in de vorm van een Amerikaanse handtekening onder het memorandum is president Obama verantwoordelijk. Hij bleef in 2014 en in de jaren daarvoor toen hij de Russen had moeten waarschuwen niet de rode lijn van de bezetting van de Krim te overschrijden op zijn handen zitten. Ja, de VS braken hun woord. Maar niet alleen onder Trump.

Raad van Europa geeft delegatie van Russische Federatie stemrecht terug zonder voorwaarden te stellen of concessies te bedingen

Het artikel in RaamopRusland omschrijft waar het in essentie over gaat: ‘Met 118 stemmen voor, 62 tegen en 10 onthoudingen heeft de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE) de Russische delegatie haar stemrecht teruggegeven. Daarmee is voor het eerst een Europese sanctie tegen Rusland wegens annexatie van de Krim opgeheven.’ Het is makkelijk om zwaar te tillen aan dit besluit en lastig om er niet zwaar aan te tillen. Als gevolg van dit besluit heeft Oekraïne aangekondigd de Raad van Europa te verlaten.

De voorstemmers verbergen hun stem achter drogredenen die te maken hebben met het opereren van de Raad van Europa en de vermeende invloed die het heeft in de Russische Federatie, de contributieschuld van de Russische Federatie en een voorstel voor een nieuwe joint reaction procedure die onder leiding van de SP’er Tiny Kox tot stand kwam. Feit dat de Russische Federatie in deze nieuwe procedure wordt genoemd laat zien dat die specifiek op het lijf van deze staat is geschreven. Kox hanteert een vreemde logica: omdat de Raad van Europa het stemrecht van de Russische Federatie om politieke redenen opschortte moet er beter naar elkaar geluisterd worden. Maar het geschil had niets met beter luisteren of een betere dialoog te maken, maar met Russische buitenlandse politiek in 2014 ten aanzien van Oekraïne die in strijd was met de democratische uitgangspunten van de Raad van Europa. Daarom werd het stemrecht van de Russische delegatie opgeschort.

Dat geschil bestaat nog steeds en is nog niet opgelost. De Russische Federatie houdt nog steeds in strijd met het volkenrecht en ondanks VN-resolutie 68/262 van 27 maart 2014 de Krim bezet en blijft de zogenaamde rebellen in Oost-Oekraine militair, economisch en politiek steunen. Mijn reactie bij dit bericht op Facebook:

Dat twee leden van de tegen het Kremlin aanleunende SP voor stemden mag geen wonder heten voor wie de animositeit van deze partij jegens Europa kent. Dat twee VVD’ers voor stemden is evenmin opmerkelijk. De VVD kent zo goed als geen principes en volgt vooral het rollen van het geld. Dat de principiële CDA’er Pieter Omtzigt tegen stemde is eveneens geen wonder. Hij trekt zich het lot van de nabestaanden van de MH17-slachtoffers aan. Maar dat de CDA’er Ria Oomen voorstemde is wel opmerkelijk. Wikipedia zegt op het lemma over haar: ‘Van Oomen is publiekelijk bekend dat ze een amoureuze relatie met EU-politicus Jean-Claude Juncker onderhoudt’. Maar zelfs dat kan geen verklaring zijn. TK-lid van het CDA Chris van Dam riep in een tweet van 23 juni 2019 de Nederlandse delegatie in de Raad van Europa op om in elk geval voorwaarden aan de Russische Federatie te stellen. Een zinvol uitgangspunt dat aan dovemansoren gericht bleek te zijn.

Foto’s 1 en 2: Schermafbeelding van deel artikel ‘Raad van Europa heft sanctie tegen Rusland wegens Krim op’ van RaamopRusland op Facebook en eigen reactie, 25 juni 2019.

Foto 3: Tweet van Chris van Dam (CDA), 23 juni 2019 met eigen reactie.

Science fiction van zelfverklaard Rusland-deskundige en handelaar in desinformatie Marie-Thérèse ter Haar

De toelichting van Café Weltschmerz geeft aan waar men de waarheid van Marie-Thérèse ter Haar moet zoeken, namelijk in de science fiction. Café Weltschmerz: ‘Zij woont deels in Nederland, deels in Rusland.’ Dat is fysiek onmogelijk. De waarheid van Ter Haar is de waarheid van Star Trek: ‘Beam me up, Скотти.’ Alle logica verdwijnt als ze haar mening geeft. Dat is tragisch en kluchtig tegelijk. Mijn reactie bij de video.

Nog los van alle aan- en opmerkingen die op de mening en de weergave van de feiten door Marie-Thérèse ter Haar mogelijk is, is het hoofdbezwaar tegen haar reconstructie en stellingname dat zij Russofobie verwart met fobie voor de huidige machthebbers in het Kremlin.

De angst voor de veiligheidspolitiek van het Kremlin bestaat in Nederland bij een groot deel van de bevolking op een instinctieve manier na de schending van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne door de bezetting in 2014 van de Krim door de Russische Federatie die in UNGA-resolutie 68/262 op 27 maart 2014 met 100 stemmen voor werd veroordeeld.

Die angst en verontwaardiging werd verhevigd door het neerschieten van de MH17 op 17 juli 2014 waarbij 193 Nederlanders werden gedood. Volgens het tot nu toe meest geloofwaardige en plausibele scenario van het onderzoeksteam JIT werd de raket waarmee de MH17 werd neergehaald afgeschoten door een regulier onderdeel van het Russische leger, te weten de 53ste Luchtafweer Raket Brigade uit Koersk. Het Kremlin heeft voor deze daad waarvoor de politieke leiding verantwoordelijk is tot nu toe geen verontschuldigingen aangeboden.

De inmenging van het Kremlin in de Amerikaanse verkiezingen van 2016 zoals die onlangs in het rapport van speciale aanklager Robert Mueller uiteen werd gezet heeft wellicht niet de angst voor, maar wel de boosheid op het Kremlin vergroot. Met dezelfde soort inmenging in de publieke opinie in de aanloop naar verkiezingen van Europese landen als Duitsland en Frankrijk heeft het Kremlin zich ongevraagd opgedrongen en niet populair gemaakt. Nederland kende in 2018 met de bizarre episode van de vier Russische spionnen van de militaire inlichtingendienst GRU die op heterdaad werden betrapt bij de OPCW een inmenging van het Kremlin die evenmin de beeldvorming over het Kremlin bij het grote publiek positief beïnvloedde.

Bij de Nederlandse bevolking, de Nederlandse media of Nederlandse bedrijven bestaat desondanks geen angst voor de Russische Federatie of de inwoners ervan. De politieke en culturele afstand is daarvoor gewoonweg te groot. Russen in Nederland vormen geen factor van betekenis.

Het is eerder omgekeerd, de Nederlandse regering en het Nederlands bedrijfsleven (Shell, Gasunie) steunen samen met Duitse regering en bedrijfsleven ondanks de retoriek en de beeldvorming die anders suggereren tegen bestaand EU-beleid de aanleg van de gaspijplijn Nord Stream II waarin het door de Russische staat gecontroleerde Gazprom een meerderheidsbelang heeft. Nederlandse media reageren daar weinig kritisch op. Maar tegen alle logica en beleidsafspraken van het Third Energy Package van de EU in wordt hiermee wel de energieafhankelijkheid van de EU van het Kremlin vergroot.

Russofobie of een verhoogde gevoeligheid voor de dreiging met geweld door het Kremlin bestaat vooral in landen die in het recente verleden onder het geweld van de Sovjet-Unie (tot 1991) of de Russische Federatie hebben geleden. Vooral in Polen (Katyn), de Baltische staten of Tsjechië. Oekraïne heeft zich door de invasie van speciale troepen van de Russische Federatie in Oost-Oekraïne sinds 2014 in dat rijtje geschaard.

In Nederland bestaat geen fobie jegens de Russische Federatie, Rusland of de Russen, maar eerder een welwillende en barmhartige houding jegens de Russen die slachtoffer zijn van en in gijzeling zijn genomen door de machthebbers in het Kremlin. In de Russische Federatie bestaan geen vrije, eerlijke verkiezingen en kunnen zoals in democratieën de machtshebbers niet naar huis gestuurd worden. Opponenten als Alexei Navalny of Mikhail Kasyanov worden uitgesloten van het electorale proces.

Als Nederlanders deze feiten al paraat hebben, dan hebben ze eerder medelijden dan vrees voor de Russen die dit lijdzaam moeten ondergaan. De macht in het Kremlin wordt steeds autoritairder, terwijl de inwoners minder welzijn, minder economische voorspoed, minder vrijheden en minder alternatieven hebben om zich uit te spreken. Als er al angst in Nederland bestaat, dan is dat geen angst voor het Russische volk, maar voor de macht in het Kremlin die een veiligheidspolitiek bedrijft die de Europese veiligheid onnodig en ongevraagd onder druk zet.

Baarlijke onzin van Laurien Crump over de russofobie in de top van de Nederlandse politiek. Wat moeten media en wetenschap ermee?

Update 8 december 2021: Opnieuw heeft Laurien Crump het voor elkaar weten te krijgen om haar opinie in NRC geplaatst te krijgen. Haar stellingname blijkt uit de kop: ‘Poetin heeft een punt’. Al eerder plaatste NRC in 2016 artikelen van haar waar ik forse kritiek op liet blijken in commentaren. De herhaalde plaatsing door NRC vind ik bedenkelijk omdat Crump in mijn ogen de objectiviteit en onpartijdigheid voorbij is. Ze verbergt zich achter een wetenschappelijke status die ze eigenlijk niet heeft. Daarbij vertelt ze telkens het zelfde verhaal en komt onafhankelijk van de actualiteit telkens terug op het onbewezen feit dat Westerse leiders rond 1990 de leiding van de Sovjet-Unie beloofden de NAVO niet oostwaarts uit te breiden. Dat is inderdaad een mythe en gold alleen voor een moratorium op de plaatsing van NAVO-troepen in de toenmalige DDR. Crump doet aan misleiding en NRC werkt daar welbewust aan mee door haar een podium te bieden. Overigens staat bij het opinie-artikel dat ze ‘universitair hoofddocent’ is, maar volgens opgave van de Universiteit Utrecht is zij ‘universitair docent’. 

Laurien Crump is universitair docent en onderzoeker in de geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Haar achtergrond is Klassieke Talen en Vergelijkende Geschiedenis. Ze is auteur van een boek over de periode 1955-1969 van het Warschaupact. In een artikel in NRC van 20 juni 2016 meende ze dat het Westen op moet houden de Russische Federatie te vernederen. Mijn reactie daarop was dat Crump de plank misslaat en niet weet waarover ze praat. Ik zette zelfs twijfels bij haar motivatie: ‘Het zal niet de opzet zijn, maar dit artikel roept vooral vragen op over de deskundigheid en politieke gezindheid van Crump. Is zij wel zo objectief als ze zegt te zijn?’ Crump vereenzelvigt zich met de retoriek van het Kremlin.

In december 2016 bood NRC haar nogmaals een podium en kon ze haar artikelPraat met die man – om erger te voorkomen’ publiceren. Met die man werd de Russische president Putin bedoeld. In een commentaar concludeerde ik dat ze opnieuw vanuit de identificatie met het Kremlin redeneerde. Nu heeft Crump naar aanleiding van de leugen over een bijeenkomst van de afgetreden minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra opnieuw een artikel geschreven dat door de Belgische De Standaard is geplaatst. De titel is ‘Voor Den Haag blijft Rusland de baarlijke duivel’. Bij de reacties is de versie te lezen zoals die op internet is te vinden.

Crumps stelling is dat er russofobie heerst ‘in de hoogste regionen van de Nederlandse politiek’. Wat ze met ‘russofobie’ bedoelt maakt zij niet duidelijk. Ze lijkt te suggereren dat er in de top van de Nederlandse politiek angst of afkeer voor Rusland of de Russen bestaat, maar zij maakt dat alleen hard door te wijzen op de afkeer van het beleid van het Putin-regime of de slechte relatie op het geleid van de nationale veiligheid tussen de Russische Federatie en westerse landen. Maar het is misleidend om dat russofobie te noemen, dat is hooguit Putinfobie. In de top van de Nederlandse politiek bestaat geen afkeer van het Russische volk, Rusland of de Russische Federatie, maar op z’n hoogst afkeer van het veiligheidsbeleid van de Russische overheid dat de Europese stabiliteit in gevaar brengt. De Russische bezetting van de Krim in 2014, de bezetting van delen van Oost-Oekraïne door reguliere Russische troepen of huurlingen van het Russische veiligheidsbedrijf Wagner en het neerhalen van de MH17 door een Buk-raket die volgens het meest waarschijnlijke scenario van het JIT uit de Russische Federatie werd aangevoerd hebben de afkeer van het Russische beleid in het Kremlin gevoed.

Crump gaat voor een historica losjes met de feiten om. Zo concludeert ze dat Zijlstra niet alleen gelogen zou hebben over zijn aanwezigheid bij een bijeenkomst in 2006 met Putin, maar zou hij ook hebben gelogen over de inhoud: ‘Hij was er niet alleen niet bij, maar Poetin blijkt het ook nooit gezegd te hebben.’ Dat is echter niet onafhankelijk vastgesteld. Ook Crump was er niet bij en weet niet wat er in de marge van de bijeenkomst in 2006 in de Russische datsja is gezegd. Bron is oud-topman van Shell Jeroen van der Veer die nog steeds voor Shell lobbyt en er belang bij heeft om de verhouding met Putin goed te houden en zo de belangen van Shell te verdedigen. Wat hij er achteraf over zegt moet dan ook gerelateerd worden aan Shells belangen die hij verdedigt. Dat zijn geen geringe belangen zoals het pijplijn-project Nord Stream II waar zowel het Russische Gazprom als Shell aan deelnemen of belangen in Russische olievelden (Sakhalin-2: 27,5%; Salym: 50%).

Crump verwijdert zich nog verder van een onpartijdige historische opstelling als zij over de gesprekken van Zijlstra met zijn Russische collega Lavrov zegt: ‘die Zijlstra aanvankelijk zou benutten om de Russen te confronteren met het verdraaien van feiten omtrent de MH17.‘ Dat is een kleuring van de feiten door Crump. Het is een constatering uit het ongerede. Aangenomen mag worden dat als minister Zijlstra in de gesprekken met Lavrov uitging van de bevindingen van het JIT dat wordt gecoördineerd door het Nederlandse OM. Crump gaat niet mee in de bevindingen van het OM, maar bestempelt ze via een omweg als ‘verdraaien van feiten’. Dat is een merkwaardige opvatting voor een universitair docent die werkzaam is bij de Universiteit Utrecht en van wie zorgvuldigheid mag worden verwacht. Crump doet in dezelfde alinea opnieuw aan stemmingmakerij als ze het heeft over ‘versterkte aan­wezigheid van Navo-troepen in Oost-Europa’. In de Baltische staten heeft de Navo-reactiemacht  3.260 militairen gestationeerd. Dat wordt door militaire deskundigen als te weinig gekwalificeerd voor een snelle en passende reactie op offensieve bedoelingen van het Russische leger dat aan de grens met Polen en de Baltische staten aanzienlijk grotere aantallen parate troepen heeft samengetrokken.

Crump gebruikt de blauwdruk van de Koude Oorlog om de huidige spanningen in Oost-Europa te verklaren. Dat mag onderhand haar methodiek genoemd worden. Het is een zinloze omleiding. Uiteraard zijn er kansen gemist om tot een goede relatie tussen de Sovjet-Unie of de Russische Federatie en het Westen te komen. Dat valt te betreuren. Volgens Crump volgt uit een OVSE-rapport waaraan ze heeft meegewerkt dat de oorzaken van de slechte relatie verder terug gaan in de tijd dan 2014: ‘Volgens het rapport zijn de Oekraï­necrisis en de vermeende geo­politieke ambities van Rusland niet de oorzaak van de huidige crisis in de Europese veiligheid, maar het symptoom. De oorzaak ligt dieper, in de unfinished post-Cold War settlement’. Crump gaat verder: ‘De Russen zelf maken er ook geen geheim van dat de invasie van de Krim – hoe afkeurenswaardig ook – bedoeld was om Rusland weer ‘relevant’ te maken. In die opzet is Poetin in ieder geval geslaagd.’ Dat laatste is een aanname die betwijfelbaar is. Het Kremlin heeft zich door de bezetting van de Krim vervreemd van het Westen en sancties op de hals gehaald die de economie en de toenadering tot Europa hebben beschadigd.

Crump laat in haar betoog een onderwerp ongenoemd dat sinds een jaar centraal staat in de politiek en media in de VS en Europa en de verhoudingen akelig heeft verziekt. Namelijk de inmenging van de Russen in de publieke opinie en de nationale politiek van landen via onder meer sociale media en hacks. En dan vooral in de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Op een recente hoorzitting in het Amerikaanse congres beweerden de directeuren van de Amerikaanse inlichtingendiensten dat die inmenging ongewenst is, tot op de dag van vandaag doorgaat en er voldoende signalen zijn dat voor Russische inmenging in de tussentijdse verkiezingen van november 2018. Dat is geen aanname, maar een feit dat door onderzoeken in onder meer de VS en het Verenigd Koninkrijk wordt gestaafd. Ofwel, het kan zijn dat de Russische Federatie in het verleden onheus bejegend is door westerse landen, maar sinds het mislukken van de Reset van 2012 doet het Kremlin er zelf weinig aan om de relatie door een gematigde opstelling en overleg met Westerse landen te verbeteren.

Het is een raadsel wat een universiteit als die van Utrecht (waar ik alumnus van ben en die me nauw aan het hart gaat) en  gerespecteerde nieuwsmedia als NRC of De Standaard denken te winnen bij de deskundigheid van Crump die de objectiviteit en de onpartijdigheid voorbij is. Ze is een politiek activiste en daar is niets mis mee. Ze mag uiteraard haar mening verkondigen in het publieke debat, zoals iedereen dat mag. Het wordt er echter bedenkelijk op als ze dat doet onder het mom van wetenschap en zich beroept op een instelling met autoriteit. Zelfs krampachtig in het geval van de OVSE. Het wordt er pijnlijk op als OVSE, Universiteit Utrecht of gerespecteerde nieuwsmedia haar die dekking wensen te geven. Crumps zelfingenomenheid wordt er absurd op als ze denkt de Nederlandse politiek als objectieve analist van advies te kunnen dienen: ‘De opvolger van Halbe Zijlstra nodig ik graag uit tot een gesprek om nieuwe verzinsels te voorkomen’. Ze illustreert haar betoog met plak en knip-illustraties met Zijlstra die haar ‘wetenschap’ er extra onbenullig op maakt.

Foto’s: Knip-en plak illustraties bij het artikelVoor Den Haag blijft Rusland de baarlijke duivel’ van Laurien Crump in De Standaard, 15 februari 2018. NRC heeft op 14 februari 2018 het artikel geplaatst onder de titel ‘Ook kabinet lijdt aan russofobie’, zonder illustraties met een gephotoshopte Zijlstra. 

Russian Culture Minister Medinsky threatens the Netherlands in connection with art loans from the Crimea

Russian state controlled Sputnik argues in an article a collection must be returned to the Crimea. It is at the Allard Pierson Museum in Amsterdam. Russian Culture Minister Vladimir Medinsky told Sputnik ‘he did not consider possible the continuation of inter-museum relations with the Netherlands if the country does not return the collection of ancient Scythian gold to Crimea’. But Medinsky only gives threats, no arguments. My comment on the article:

This affair in the core is about the question whether the Crimea is occupied territory or not. The world community in majority thinks so and confirmed this in the non-binding UNGA resolution 68/262 which said the Russian Federation occupied Crimea in 2014 in an illegal way and held a flawed referendum. The Netherlands supported this resolution.

So, what the Culture Minister Medinsky of the Russian Federation says is too simple and too bluntly. He mixes cultural, legal and political arguments and tries to select them selectively.

The Netherlands is a functioning state of law and wants to connect justice, proportionality and good political relations with all countries. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University of which the museum is a part -and were the loans are kept- also want to act according to international law.

‘The Convention for the Protection of Cultural Property in the Event of Armed Conflict with Regulations for the Execution of the Convention 1954’ is accepted by the international museum organization ICOM as a starting point.
http://portal.unesco.org/…/ev.php-URL_ID=13637&URL_DO…

It says in article 5.1: ‘Any High Contracting Party in occupation of the whole or part of the territory of another High Contracting Party shall as far as possible support the competent national authorities of the occupied country in safeguarding and preserving its cultural property.’

So, the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University face a dilemma. A Museum is not a political organisation, but in this matter it has to give a political interpretation of a politicized issue because of a war between Ukraine and the Russian Federation. A situation which did not exist when the loans were granted by the Ukrainian museums.

The norm is the interpretation of the guidelines of ICOM. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University have the obligation to follow the norms of their field, the musuem sector.

Because of the political conclusion in the UN it seems strongly this Dutch musuem has to play by the rules of ICOM. It has little room to set aside the guidelines of ICOM.

The political reality is that globally the majority of countries have the opinion that Crimea ihas been occupied illegally by the Russian Federation and the so called referendum was not legally valid.

Crimea is since 2014 occupied by a foreign power and the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University can not act differently than not returning the loans to occupied territory. Because they have the obligation to safeguard and preserve them. Against their will and because of a political situation it plays no part in.

Whether they have to keep it in custody until Crimea is no longer occupied or that they have to send it back to Ukraine immediately, is a question that needs to be considered legally.

Karel van Wolferen op zoek naar Karel van Wolferen over Oekraïne

Karel van Wolferen is een grappige man met veel wrok in zich. Hij heeft ergens de afslag van de redelijkheid en maatschappelijke erkenning gemist en slijt zijn dwarsigheid als de verworvenheid van de malcontente rebel. Als voormalig Japan-deskundige richt hij zich sinds 2014 op Oekraïne. Opvallend zijn niet zijn meningen, maar de onveranderlijkheid ervan. Van Wolferen blijft bij zijn mening ook als de feiten veranderen.

Dat maakt hem ontroerend als de last-man-standing. Zijn betoog leest als een tijdscapsule. In het hoofd van Van Wolferen is het altijd 2014 en lijkt het alsof onderzoeksjournalisten van het Russische Novaya Gazeta of Simon Ostrovky van Vice News geen nieuwe feiten boven water hebben gehaald over de politieke, economische en militaire inmenging van het Kremlin in Oekraïne.

De invalshoek van Van Wolveren is de eenzijdigheid. Hij is in slaap gedommeld in de trein waaruit hij niet meer kan ontsnappen en doet als in trance verslag van wat hij aan die ene kant ziet. Het landschap aan de andere kant van de trein valt buiten zijn bereik. Zo ziet hij niet dat de meest kwalijke inmenging in Oekraïne de onrechtmatige bezetting door Russische strijdkrachten van de Krim in februari 2014 was. Die bezetting en het pseudo-referendum werd door de Algemene Vergadering van de VN in een resolutie in maart 2014 veroordeeld. Dat laat Van Wolveren in zijn nu al jaren terugkerende tirades tegen Victoria Nuland, Joe Biden, president Porosjenko, Guy Verhofstadt en Hans van Baalen altijd ongenoemd.

Logisch, want Van Wolveren is geen journalist of wetenschapper op zoek naar de waarheid of nieuwe inzichten, maar een ideoloog die de waarheid probeert te verbergen met alternatieve feiten uit zijn knutseldoos. In de Sovietology wordt zo iemand als nuttige idioot of reisgenoot (‘fellow traveller’) aangeduid. De tragiek van Van Wolveren is dat hij zijn eigen reisgenoot is en steeds weer naar zijn eigen identieke monologen moet luisteren. Wie bevrijdt hem van zichzelf?

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelVS en EU spelen dubieuze rol bij ontwrichting Oekraïne’ van Karel van Wolveren en Marie-Thérèse ter Haar in RD, 26 april 2017.