Petitie ‘Internationalisering onderwijs’ is kritisch op het bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen

Een ongelofelijke en kenmerkende petitie op Petities.24.com van studenten Psychologie aan de Nijmeegse Radboud Universiteit met drievoudige kritiek. Ze voelen zich voorgelogen en belazerd omdat de universiteit de afspraak schendt en geen Nederlandstalig maar Engelstalig onderwijs aanbiedt. Tevens vinden ze dat de universiteit daar onvoldoende over heeft gecommuniceerd. Tenslotte vinden ze het niveau van het Engelstalig onderwijs dat de docenten geven onder de maat, mede omdat het niet onafhankelijk getoetst wordt. De studenten merken op dat ze zich hadden aangemeld voor Nederlandstalig onderwijs ‘met het oog op een baan in Nederland (vaak in de zorg), waarbij het van groter belang is de juiste termen te kennen in het Nederlands’.

De meesten reageren anoniem, maar enkelen spreken zich uit en geven aan teleurgesteld te zijn in hun universiteit. Jette: ‘Ik teken omdat de kwaliteit van onderwijs echt onderuitgaat door het internationaliseren van de studie.’ Judith G.: ‘Ikzelf 2ejaars psychologie studente ben en hier last van ervaar. Als ik van tevoren had geweten dat het zo liep op de Radboud universiteit had ik me misschien wel aangemeld bij een andere universiteit in Nederland.’ Judith S.: ‘Ik teken dit. omdat ik boos ben dat ons onderwijs (psychologie Radboud Universiteit Nijmegen) ontzettend achteruit gaat in kwaliteit, doordat cursussen zo nodig in het Engels gegeven moeten worden, terwijl het overgrote deel later in Nederland aan de slag gaat…….’. Liz: ‘Ik teken omdat dit probleem al veel te lang speelt en de universiteit zich er gemakkelijk van af maakt door de problemen bij de student te leggen. Het wordt tijd dat de kwaliteit weer voorop komt, in plaats van het geld.’

Nederlandse universiteiten hebben geen vijand nodig, want ze helpen zichzelf om zeep. Zoals Liz opmerkt, universiteiten zetten niet de kwaliteit van het onderwijs voorop, maar het geld. Daarnaast gaat het erom dat zoals de studenten beweren ze zijn voorgelogen. Dat is ontoelaatbaar omdat het studenten schaadt en de geloofwaardigheid van de Radboud Universiteit beschadigt. De internationalisering van het onderwijs is prima, maar moet op een serieuze manier gebeuren. Met moedertaal sprekers van het Engels en geen Nederlandse docenten die hun variant van Steenkolenengels spreken en daarbij geen nuances kunnen overbrengen, laat staat als het al lukt om de grote lijn over te brengen. Overigens zijn deze docenten eveneens slachtoffer omdat ze voor de leeuwen worden gegooid door een onverantwoord opererend universiteitsbestuur.

Een andere taal kan het Nederlands niet vervangen. Evenmin is er noodzaak voor als het gaat om studenten die naar verwachting in een Nederlandstalige omgeving in Nederland werk zullen vinden. Internationale oriëntatie moet niet vermeden worden, maar het kan het onderwijs in het Nederlands niet vervangen en moet goed voorbereid worden. Dat gebeurt nu niet zoals dit voorbeeld aan de Radboud Universiteit verduidelijkt. Terwijl het probleem van slecht Engelstalig onderwijs door Nederlandse docenten toch al jaren geleden is geconstateerd. Dat laten gebeuren is onverantwoord gedrag van het universiteitsbestuur. Een bijkomend nadeel van Engelstalig onderwijs is trouwens dat oriëntatie op het Engels andere moderne talen als Chinees, Russisch, Spaans, Frans of Duits wegdrukt. Universiteitsbestuurders verliezen de essentie van een universiteit uit het oog in hun blindstaren op bedrijfsmodellen, rendement, marketingplannen, groei, internationalisering en de drang ‘om bij de tijd te zijn’ en de concurrentie met andere universiteiten niet te verliezen.

Foto: Schermafbeelding van deel petitieInternationalisering onderwijs’ van Amber Albrecht en Eileen Markmann op Petities24.com, 10 november 2018.

Verkoop ateliers Rotterdam: Heeft D66 een cultureel geheugen?

so

D66! Dit zijn de momenten om nog eens terug te denken aan de schwung van Van Mierlo. Aan Jan Terlouw. Aan Els Borst. Aan het belang dat ooit werd gehecht aan cultuur, onderwijs, et cetera. Waar is dat in hemelsnaam gebleven?’ Aldus de Rotterdamse beeldende kunstenaar en activist tegen wil en dank met liefde voor het Wereldmuseum Olphaert den Otter op zijn FB-pagina. Aanleiding voor deze vraag is het bestaande beleid van het Rotterdamse college (nu: Leefbaar Rotterdam, CDA, D66) om Stadsontwikkeling opdracht te geven om rendement te maken op het vastgoed. Ravage-webzine zet het uiteen in een bericht.

De kwestie spitst zich toe op atelierpanden in de Rotterdamse wijk Delfshaven die volgens het Rotterdamse college plaats moeten maken voor zogenaamde kluswoningen in een voormalig schoolgebouw in de Osseweistraat. Voor 50 duizend euro kunnen belangstellenden een casco kopen dat ze dienen op te knappen. Het gaat dus uitdrukkelijke niet om leegstaande of verwaarloosde panden. De kunstenaars die in de ateliers werken lieten het er niet bij zitten en begonnen een petitie samen met kunstenaars in een ander gebouw, de Schonebergerweg. Daarop kwamen de fracties van PvdA, de SP en de Partij voor de Dieren op 12 januari 2016 met een motie waarin ze vroegen om te bekijken of de kunstenaars de panden konden verwerven. Later ondertekende ook GroenLinks de motie. De motie werd in de raadsvergadering van 28 januari 2016 niet aangenomen. Alle oppositiepartijen inclusief VVD, NIDA en SGP/CU stemden voor de motie.

Culturele kopstukken, zoals directeuren van culturele instellingen stuurden de raad een burgerbrief waarin ze verzochten ‘de kunstenaars niet te laten zakken’. Ze zeiden de kunstenaars ‘voor de stad van groot belang te vinden‘ omdat ze ‘mede aan de basis van een bloeiend cultureel klimaat staan‘. Kunstenaars (of: culturele ondernemers) kunnen een meerwaarde zijn voor de stad en het vestigingsklimaat verbeteren. Ook directeur Sjarel Ex van museum Boijmans stuurde een brief aan wethouder Ronald Schneider (Leefbaar Rotterdam) met de oproep om het besluit te heroverwegen om ateliers te verkopen: ‘Voor de stad is het van belang dat er voor kunstenaars een gunstig klimaat is om zich in de stad te vestigen (..) Het zou een aderlating zijn voor het Rotterdamse kunstklimaat als deze ateliers (..) verdwijnen uit het centrum van de stad’.

D66 kan het verschil maken, zoals de HavenloodsNoord in een bericht stelt waar het een van de kunstenaars Nelis Oosterwijk van de Schonebergerstraat citeert: ‘Coalitiepartner D66 heeft aangegeven toch nog over het bestemmingsplan te willen nadenken voor er in september dit jaar over wordt gesproken. Op dit moment hebben de gebouwen namelijk nog geen woonbestemming. Dus we hebben onze hoop gevestigd op deze kleine kier (..)’ Dit geldt dan niet de vier panden in de Osseweistraat waarvan het huurcontract is opgezegd, maar wel andere ateliers in Rotterdam die dreigen vermarkt te worden door Stadsontwikkeling. De houding van wethouder Schneider die onder verwijzing van vastgoedbeleid dat al sinds 2009 bestaat zich beroept op het volgen van de correcte procedure laat weinig ruimte voor beleidsbijstelling. Het is aan D66 met een cultureel geheugen dat het gelijk hebben van het college gewijzigd kan worden in beleid dat de stad dient.

Foto: Schermafbeelding van deel pagina ‘Stadsontwikkeling‘ van de gemeente Rotterdam, 30 januari 2016.

Drie pleidooien voor politiek die aan burger denkt. Een trendbreuk?

2010-06-15__pcp02

De redding van de politiek moet van de politiek komen. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar is niet langer zo. Uit een onderzoek van PR-bureau Edelman bleek dat politici niet worden vertrouwd. Slechts 11 procent van de Nederlanders vertrouwt ‘dat bestuurlijke leiders competent genoeg zijn om maatschappelijke vraagstukken op te lossen’. Het vertrouwen in het bedrijfsleven is gedaald. Wie profiteert van dat wantrouwen? De doodlopende weg wordt van drie verschillende kanten opgemerkt. De burger zal het toch van de politiek moeten hebben.

1) Directeur van de aan de PvdA gelieerde Wiardi Beckman Stichting Monika Sie Dhian Ho doet in het rapport ‘Van Waarde’ een oproep om de menselijke maat weer centraal te stellen in de politiek. Het wordt morgen gepresenteerd. Mensen zijn meer dan cijfers, politiek is meer dan economie. Ze pleit voor een politiek die het liberalisme voorbij is. Volgens haar is er de afgelopen jaren onvoldoende geluisterd naar de verzuchtingen van mensen. De politiek heeft de dagelijkse problemen en wensen van mensen veronachtzaamd. Monika Sie Dhian Ho sluit met haar oproep voor een kwalitatief vooruitgangsgeloof aan bij een econoom als Arnold Heertje die al jaren pleit voor kwaliteit ven leven en humanisme waarbij de behoeften van de burger centraal staan.

2) Vice-president van de Raad van State Piet Hein Donner (CDA) zegt in het Het Financieele Dagblad dat een land niet bestuurd moet worden als een bv, maar als een overheid. Bij wetten en maatregelen gaat het niet alleen om doelmatigheid, rendement en resultaat, maar ook om het scheppen of veranderen van rechtsverhoudingen. ‘Dat aspect moet bij alle zorg over de financiën niet uit het oog worden verloren‘ zo citeert Het Parool. Wetten moeten beantwoorden aan het rechtsgevoel van de burger. Elementaire zaken die de burger raken dreigen door het ‘economisch’ denken verwaarloosd te worden. Vice-president Donner zegt zich hier als politicus ook schuldig aan gemaakt te hebben toen-ie de griffierechten wilde verhogen.

3) Antropoloog en journalist voor The Guardian Joris Luyendijk pleit in een column ‘De journalist als nuttige idioot?‘ voor herwaardering van de politiek. Luyendijk heeft zich tot doel gesteld om te beschrijven hoe de financiële sector werkt en waarom de politiek onmachtig is deze krachtig te hervormen. Hij overstijgt met dit nieuwe inzicht zijn eerdere cynisme over de politiek. De enige hoop voor de burger is nog de politiek. Kritiek van loslopende idioten, cabaretiers en reaguurders die vol op het orgel gaan tegen vermeende politieke zakkenvullers speelt de financiële sector in de kaart. Om de bankdirecteuren die politici omkopen terug in hun hok te krijgen is een sterke, ambitieuze politiek vol welgemeende idealisten nodig. Ze zijn onze bondgenoot.

Geven deze drie uiteenlopende commentaren uit verschillende hoeken een trendbreuk aan? Zoekt de politiek de onmachtige burgers weer op die het sinds midden jaren ’90 in de steek liet? Het valt te bezien. Piet Hein Donner redeneert nog steeds als de partijpoliticus die zijn eigen oude schaduw inzet. Monika Sie Dhian Ho roemt minister Lodewijk Asscher als een menselijk politicus, maar heeft van de technocratische Dijsselbloem en Plasterk minder te verwachten. Laat staan van de VVD’ers in het kabinet. Joris Luyendijk verstaat als geen ander het ritme van zijn tijd, maar weet tegelijk onmiskenbaar hoe krachtig banken zijn en hoe machteloos de politiek. Het is hopen tegen beter weten in. Maar een omslag wordt altijd vanuit de marge in gang gezet.

Foto: Gevangen in het labyrint van Bangladesh politiek. Foto: Jeremy Mayes / Gettyimages