‘Politieke kunst wil de wereld niet alleen verbeelden; zij wil de wereld veranderen. Politieke kunst is daarom de natuurlijke bondgenoot van progressieve politiek. Politieke kunst wil nuttig zijn.’ aldus Erica Meijer in een redactioneel bij een themanummer van De Helling over politieke kunst. Hier te bestellen voor € 9,50. Zij is hoofdredacteur van dit door GroenLinks uitgegeven tijdschrift. Voor Joop licht zij in een opinieartikel aan de hand van enkele voorbeelden (Zentrum für Politische Schönheit in Berlijn, Jonas Staal) toe wat ze bedoelt.
Beide stukken zijn in lijn met de politieke opstelling van Groen Links zoals in 2011 geformuleerd door toenmalig kamerlid Mariko Peters in reactie op de bezuinigingen op de cultuursubsidies door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD): ‘Dit voelt als een valse dolk in de rug van de cultuursector. Straks vullen alleen nog buitenlandse kunstenaars de Nederlandse podia en musea. Het kabinet houdt topinstellingen uit de wind, maar wat kunnen die zonder broedplaatsen?’ Afgelopen week publiceerde Rektoverso de resultaten van een online enquête onder 311 Vlaamse en Nederlandse kunstenaars waaruit onder meer blijkt dat 64% niet kan leven van het kunstenaarschap. Meer dan 50% heeft een jaarinkomen dat onder de 10.000 euro ligt.
Het is lovenswaardig dat GroenLinks een lans voor kunst breekt. Net als de SP dat bij monde van Jasper van Dijk vaak doet. Maar deze partijen hebben de cultuurbezuinigingen van de Rijksoverheid niet alleen niet kunnen voorkomen, maar hebben er sinds 2011 evenmin een halszaak van proberen te maken zich in een positie te manoeuvreren waarin ze teruggedraaid konden worden. Peters’ en Meijers woorden zijn eerder op te vatten als praten voor de bühne en het binden van de eigen achterban, dan als politiek speerpunt. Hoewel ze zeker programmatisch aansluiten bij de wereldvisie van GroenLinks en meer zijn dan politieke marketing.
Kunst kan per definitie geen natuurlijke bondgenoot van politiek zijn. Laat staan van progressieve politiek. Waarbij dat laatste in de opvatting van oud partijleider van GroenLinks Femke Halsema ‘internationalistisch, toekomstgericht, veranderingsgezind, anti-bureaucratisch en democratisch’ is. Kunst kan deels, toevallig en tijdelijk gelijk opgaan met een bepaalde politieke stroming, maar daar op straffe van verlies van eigenheid en bewegingsvrijheid nooit een natuurlijke bondgenoot van zijn. Kunstenaars die een alliantie sluiten met de politiek worden ingesloten en houden op kunstenaars te zijn die kunst maken die per definitie ongebonden is.
De woorden van Erica Meijer hebben hun waarde omdat ze kunst proberen te bevrijden uit de gevangenis van het rendementsdenken en de marktwerking, en het idee van topkunst als life style voor een maatschappelijke elite. Maar een nieuwe gevangenis die kunstenaars tot instrument maakt van de zogenaamde progressieve politiek is een slecht idee. Politieke partijen moeten werken aan het verbeteren van de voorwaarden waaronder kunstenaars kunnen functioneren. Daar houdt hun verantwoordelijkheid en aanspraak op de kunsten op.
Foto: Nelle Boer, VVD: dictators in eigen regio opvangen. Cartoon, 2014.