Waarom keert Bulgaarse president zich tegen Russische expansie?

Er loopt een lijn van Bulgarije naar Oekraïne via Tatarstan en de Krim-Tataren. Daarom is het geen toeval dat Ukraine Today aandacht besteedt aan de toespraak van de Bulgaarse president in de Algemene Vergadering van de VN. Rosen Plevneliev keert zich tegen de Russische expansie en is voor de Oekraïense soevereiniteit.

Achtergrond is dat de Tataren in de autonome republiek Tatarstan als deel van de RF -hoewel de gerussificeerde nomenklatoera het zelf als deel van Rusland beschouwt- Bulgaarse wortels hebben. Evenals de Krim-Tataren zijn ze te herleiden tot tot de islam bekeerde etnische Turken. De Krim-Tataren worden door de annexatie -of correcter gezegd: de administratieve inlijving- van de Krim in maart 2014 door de RF vervolgd.

Dit brengt Volga-Tataren uit Tatarstan en Krim-Tataren tot het besef dat ze naast een gemeenschappelijke historie ook dezelfde belangen hebben. Gisteren protesteerde in Kazan een groep Tataren tegen de vervolging door de RF van de Krim-Tataren, aldus een bericht van de Russische oppositie waar Paul Goble naar verwijst.

Het optreden tegen de Krim-Tataren verstevigt niet alleen de banden tussen beide volkeren, maar vestigt opnieuw de aandacht op de onderdrukking en de russificering van etnische niet-Russische nationaliteiten en groepen binnen de RF. Het geeft westerse landen een aangrijpingspunt om de RF te verzwakken omdat deze zelf in Oost-Oekraïne grenzen, soevereniteit en autonomie van eigen minderheden ter discussie heeft gesteld.

c834f4d0c42a37d77dc9251818ae7b73

Foto: Protest in Kazan op 27 september 2014 door Tataren met borden waarop staat: ‘Krim-Tataren, Wij betuigen onze solidariteit met jullie!’, ‘Krim 1944-2014. Genocide moet niet worden herhaald!’, ‘Vervolging van de Tataren is de schande van Rusland’ en ‘VN, EU! Verdedig de Krim-Tataren’. Vertaling via Eurasia-blog van Paul Goble. 

Tegenacties Oekraïne: minderheden en militaire samenwerking

xk-8

Russische militaire troepen lijken zich geleidelijk van de Oekraïense grens terug te trekken, aldus AFP. De schattingen liepen uiteen over het aantal samengebrachte troepen. Dat zouden er 40.000 zijn, of mogelijk zelfs 100.000. Sowieso te weinig voor een militaire operatie in lastig terrein waar naar schatting 500.000 militairen voor nodig waren. Dat aantal krijgt Rusland niet binnen korte tijd op de been. Zelfs met kans op een guerrilla-oorlog. Militaire druk werd ingezet om de annexatie van de Krim door Rusland te verzilveren.

Over het hoofd van Oekraïne heen stemmen Rusland en de VS nu hun belangen op elkaar af. Met de EU in de bijwagen. Maar Oekraïne is niet onmachtig in dit conflict dat op talloze borden tegelijk wordt gespeeld. Asynchroon verloopt omdat ieder z’n eigen favoriete wapen kiest. Zo heeft Oekraïne in reactie op de annexatie door Rusland van de Krim de militaire samenwerking met Rusland opgeschort wat de Russen op korte termijn voor problemen stelt. Met name voor haar Strategische Nucleaire Strijdmacht met de RS-20B intercontinentale ballistische raketten is Rusland afhankelijk van Oekraïne. Een stok in het wiel daarvan is in het voordeel van de VS. Oekraïne kan dit dus uitonderhandelen tussen de VS en Rusland. Wie biedt het meest?

De Oekraïense regering is evenmin onmachtig als het gaat om de roep om regionalisering van Oekraïne door de Russen. Met als inzet van de Russen dat de regio’s met grote Russische minderheden meer autonomie krijgen, het centrale gezag uit Kiev verzwakt en Oekraïne in een neutrale positie kan worden gehouden. Met het referendum en de autonomie voor Russisch-sprekenden op de Krim heeft de Russische regering een doos van Pandorra geopend. Oekraïne springt daar nu op in door naar minderheden binnen Rusland te verwijzen. Want de Russische Federatie kent vele niet-Russische minderheden die zich door de Russen misdeeld en gediscrimineerd voelen. Er zijn 21 niet-Russische Republieken binnen de grenzen van de Russische Federatie.

De rechtlijnigheid is dat wat Moskou de Russen op de Krim geeft, het de eigen minderheden die naar meer autonomie of zelfs totale onafhankelijkheid streven niet kan onthouden. Denk aan het naar onafhankelijkheid strevende Tatarstan met een meerderheid aan Tataren, de autonome Duitse Volga republiek of de in de Kaukasus gelegen republieken als Tsjetsjenië of Dagastan. De Oekraïense centrale regering maakt tot nu toe in de uitvoering een zwakke indruk, maar heeft voldoende kaarten in handen om een sterk spel te spelen.

Foto: Protesten voor onafhankelijkheid van Tataren in Tatarstan.

Plasterk en de inlichtingendiensten. Gaat-ie weg of niet?

Er zijn argumenten die ervoor pleiten dat minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken aftreedt. Zijn ijdelheid, zijn beleid en zijn onkunde. Zelfs voor een buitenstaander was het afgelopen oktober duidelijk: ‘Plasterk toont een fundamenteel gebrek aan kennis over spionage‘. De minister weet niet waarover-ie praat en weet z’n onkunde niet te verbergen. Daar komt nog het geworstel bovenop over de fusieplannen van provincies. Hij wil terug naar zeven provincies. Zoals Noord-Holland, Utrecht en Flevoland samen. Waarom zo halfslachtig. Is dat visionair? Is het er bij laten zoals het nu is of terug naar nul provincies niet verstandiger?

Kortom, ijdelheid, beleid of onkunde zijn elk voldoende redenen om een streep door de politieke loopbaan van minister Plasterk te zetten. Want genoeg is genoeg geweest. Maar wat zeker geen voldoende reden is voor ontslag is wat ‘het volk’ in een opiniepeiling zegt. Peil.nl met Maurice de Hond vraagt naar de ophef rond minister Plasterk en de inlichtingendiensten. Interessant is om te zien dat de ondervraagden erover twijfelen of de minister het in oktober 2013 niet wist (33%) of wel wist (41%). Ofwel, loog de minister of niet? Maar waar kunnen de respondenten aangeven dat ze denken dat minister Plasterk niet op de hoogte was en toch loog?

hon

Foto: Schermafbeelding van een deel van De Stemming van 9 februari 2014 van Peil.nl, 9 februari 2014.

Reorganisatie van het openbaar bestuur: met burgerzelfbestuur

800px-Landsgemeinde_Glarus_2006

Het openbaar bestuur van Nederland telt te veel lagen is de veelgehoorde kritiek. Tel maar na, rijk, provincie, gemeente, deelgemeente (Amsterdam en Rotterdam) en waterschappen. En het dak van het bestuursbestel is opgetild. Er is een bovenverdieping bijgekomen die steeds voller ingericht wordt: de EU, aldus Arno Korsten. Daarnaast zijn recent de zogenaamde gemeenschappelijke regelingen ontstaan als een nieuw niveau tussen gemeente en provincie. Het bezwaar van die bestuurlijke spaghetti is dat het onoverzichtelijk, ondoelmatig en ondemocratisch is. En het talent dat bestuurt en controleert onnodig wordt verspreid. De focus ontbreekt.

Twee gedachten over hoe het anders kan. Eindhovens burgemeester Rob van Gijzel (PvdA) zoekt het groot. Hij profileert zich binnen de politiek-ambtelijke traditie van een VNG Denktank met onderwerpen op het gebied van bestuurlijke vernieuwing. In het openbaar bestuur van de toekomst ziet-ie plek voor twee bestuurslagen: nationaal en regionaal. Aldus zijn proefballon in het ED. Dat betekent een einde aan gemeenten en provincies. Hij pleit voor klustering van het bestuur in 40 regio’s. Analoog aan het COROP-niveau. Dat zo van denken over demografie, economie en ordening mag promoveren voor het eggie van het openbaar bestuur.

Trendwatcher van beroep Adjiedj Bakas denkt kleiner. In een artikel in NRC over de herverdeling van arbeid en inkomen dat afgeleid is van een speech die hij voor de partijraad van de SP hield zegt-ie: ‘Wordt het land opgedeeld in 10.000 mini-gemeenten met burgerzelfbestuur, naar Zwitsers model, dan kan de overheid ook minimaal de helft goedkoper werken. De burgers zullen meer onbetaald werk doen in onder andere lokaal bestuur, lokale rechtspraak en zorg.’  Wat de burger in lokale rechtspraak moet doen is trouwens de vraag.

Van Gijzel kiest voor reparatie van het huidige model dat overheid en politieke partijen centraal blijft zetten. Bakas slaat een nieuwe richting in en zet in de overgang van Big Government naar Big Society, zoals-ie het zelf omschrijft, de burger en de gemeenschap centraal. Op een hoger niveau verbonden met de instrumenten van de e-democratie. Van Gijzel denkt in eenheden van 400.000 inwoners, Bakas in eenheden van 1.700 inwoners. Nogal een verschil. Complicatie in Van Gijzels denken is dat minister Plasterk niet eens voldoende politieke steun voor gemeenten van 100.000+ inwoners kon mobiliseren en die plannen moest loslaten.

Vernieuwing van het openbaar bestuur is een zaak van lange adem vanwege de ingewikkeldheid en de belangen. De claim op functies is de investering en traditie van jaren die de partijpolitiek niet los kan laten. Paradoxaal vooral niet in het overleg over de reorganisatie zelf. Van een afstand blijkt de discussie over organisatie en reorganisatie van het openbaar bestuur te bestuurlijk gevoerd te worden. Om te beginnen moeten niet de overheid, de politieke partijen, de VNG of de bestuurskundigen het laatste woord hebben over de bestuurlijke reorganisatie van Nederland. Dat moet de burger zijn die actief en serieus aan dat proces moet kunnen deelnemen. Zodat het burgerzelfbestuur volgens Zwitsers model van Bakas hoog op de agenda van de bestuurlijke vernieuwing wordt gezet. Op weg naar drie bestuurslagen: rijk, tussenlaag en burgerzelfbestuur.

Foto: Stemming in de Landsgemeinde (landsvergadering) op 7 mei 2006 in Glarus, Zwitserland.

Nederland en Brabant doen zichzelf tekort door kunstbezuinigingen

De directeur van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg Rien van der Vleuten pleit ervoor de kunsten niet in de steek te laten. Dan doelt-ie voornamelijk op Brabant. In een toespraak luidt hij de noodklok. Z’n betoog valt in twee delen uiteen: een algemeen-politiek, en een regionaal-infrastructureel deel.

Van der Vleuten meent dat niemand aansprakelijk kan worden gehouden voor de bovenmatige bezuinigingen op de kunsten: ‘Kunsten in Nederland zijn met de komst van de laatste regering in de hoek van linkse hobby gezet. Het navrante is dat bij de uitvoering van beleid met die opvatting, de regering die het heeft bedacht al is opgeheven.’ Toch sluit staatssecretaris Zijlstra in een Algemeen Overleg van 21 juni 2012 op vragen van de SP’er Jasper van Dijk niet uit dat na de kamerverkiezingen van 12 september tijdens de cultuurbegroting in november 2012 additionele maatregelen mogelijk zijn. Hoewel dat ook verder bezuinigen kan betekenen.

Van der Vleuten gaat voorbij aan de mogelijkheid om de bezuinigingen van 200 miljoen euro terug te draaien. Theoretisch bestaat daartoe ook nu nog nog steeds de mogelijkheid. Jammer dat Van der Vleuten dit perspectief niet uitwerkt omdat het de tegenkrachten die hij wil motiveren een focus zou geven. De tragiek is dat Van der Vleuten vanuit politiek realisme gelijk heeft, want ook van de progressieve partijen wordt niet aangenomen dat ze de bezuinigingen terugdraaien als ze daartoe de kans zouden krijgen. Maar de inzet van de PvdA om de bezuinigingen van 200 miljoen te verminderen tot 50 miljoen euro maakt wel een verschil.

Hij treft doel met zijn observatie dat kunst in Nederland niet begrepen wordt: ‘Immers in de politiek, en dus in bredere lagen van de bevolking wordt Kunst helemaal niet gezien als dienstig; als functioneel, laat staan als noodzakelijk. Meer en meer omgekeerd: Kunst is overbodig, disfunctioneel en bestaat of ontstaat bij vragers; opmakers.‘ Dat misverstand zou rechtgezet kunnen worden als de volksvertegenwoordigers weer dragers van cultuur werden. Als ze zich sterk maakten om de rol van cultuur in de samenleving te benadrukken. Dat besef ontbreekt echter bij het Nederlandse establishment. Zodat de kunstsector rugdekking mist en verloren is.

De bezuinigingen van 40% op de cultuurbegroting treffen volgens Van der Vleuten de Brabantse instellingen extra hard. Zo krijgt Brabant uit de Basisinfrastructuur niet langer 11,4 maar slechts 2 miljoen euro. Exclusief een Brabants-Limburgs Orkest voor Zuid-Nederland dat in een vervolgadvies van de Raad voor Cultuur 7 miljoen euro krijgt. Hij bespeurt een onevenredig zware aanslag op de regio en dan met name Brabant.

Van der Vleuten is helemaal bij een tijd door kunst met economie te verbinden. Waarmee-ie zijn standpunt over de zin van kunst relativeert. Die vermomming hoort erbij omdat in Nederland politieke uitspraken over kunst altijd ondersteuning van elders moeten krijgen om aan geloofwaardigheid te winnen. Het vertroebelt wel het debat over wat de zin en de kern van kunst is. Zodat dat uiteindelijk tot niemand meer doordringt. Maar in dit politieke klimaat van onwelwillendheid of apathie jegens de kunst is dat het hoogst haalbare.

Brabant kent volgens Van der Vleuten een rijke culturele infrastructuur met veel talent. Hij ziet juist in de combinatie van kunstopleiding, instellingen, publiek en festivals de bijzondere kracht van de Brabantse cultuur. Dat wordt nu afgebroken, zodat de afbraak van de kunstsector meer treft dan de gekorte instelling alleen. Straks vallen de talenten tussen wal en schip omdat de kritische massa in Brabant ontbreekt.

Exemplarisch is het in Den Bosch gevestigde Europees Keramisch Werkcentrum EKWC dat internationaal, nationaal en regionaal operereert. Het is uit de culturele basisinfrastructuur gegooid en moet op korte termijn het volledige administratieve personeel en de helft van de begeleiders in de werkplaats op straat zetten om te overleven op een karige subsidie van het Mondriaan Fonds. Het EKWC maakt deel uit van de samenwerkende Brabantse instellingen C10. Een topinstituut op wereldniveau met expertise op het gebied van keramiek en met deelnemers uit alle continenten wordt in de steek gelaten. Door overheden, bedrijfsleven en publiek. Alsof Epke Zonderland en Ranomi Kromowidjojo bij het oud vuil worden gezet. Was kunst maar sport. Dan begrepen publiek en politiek beter het belang van kunst. Aan de uitleg van Rien van der Vleuten ligt het niet.

Foto: Filip Jonker, Auto met carrosserie van keramiek die ontwikkeld en gestookt werd bij het EKWC in Den Bosch, 2012 (te zien op Lowlands 2012: klik op kunst en b’Lowlands).