
Een opmerkelijk bericht over een bijschrift bij een kunstwerk in het AfricaMuseum in het Belgische Tervuren. Bovenstaande tekst moet verwijderd worden omdat vier verenigingen van oud-paracommando’s er bezwaar tegen hadden gemaakt en van een Franstalige rechtbank gelijk kregen. Het museum moet de tekst binnen 14 dagen verwijderen op straffe van een dwangsom van 5000 euro per dag. Het museum zou de para’s in een kwaad daglicht stellen.
Het gaat om een bijschrift bij het werk van Jean Pierre Müller, dat onderdeel is van de installatie RE/STORE van 16 standbeelden in de Rotondezaal die zijn bedekt met transparante sluiers. In dit geval met de opdruk van een para-commando met geweer. Het hangt voor het in een nis staande beeld van Arsène Matton, ‘La Belgique apportant la sécurité au Congo‘ (= België brengt veiligheid naar Congo) uit 1921 waar het commentaar op geeft. Zie hier voor het persbericht met illustraties uit februari 2020 over deze installatie van Aimé Mpane en Jean Pierre Müller.

Het bezwaar van de oud-commando’s betreft dus niet het kunstwerk, maar het bijschrift bij het kunstwerk. Dus evenmin het totaal van de installatie RE/STORE, het werk van Müller en het bijschrift van het museum. Door bezwaar te maken tegen het bijschrift blijven de verenigingen van oud-commando’s zover mogelijk weg van de creatieve vrijheid van de kunstenaars. Ze maken immers bezwaar tegen een bijschrift waarvoor alleen het museum verantwoordelijk is.
Met name tegen de eerste zin zouden de commando’s bezwaar maken. Die zou historisch onjuist zijn omdat de toenmalige inzet van de commando’s een humanitaire actie om gijzelaars te bevrijden zou betreffen. De zin zou 58 jaar na dato ‘de eer van de commando’s schaden‘.
Opmerkelijk is dat de gewraakte zin in het Nederlands geen argumenten bevat die de bezwaren van de verenigingen van oud-commando’s ondersteunen. Die zin luidt: ‘Een Belgische paracommando in Stanleystad in 1964 op het moment van de onderdrukking van de Simba-rebellen‘. Deze zin legt namelijk geen direct oorzakelijk verband tussen de inzet van de commando’s en de onderdrukking van de Simba-rebellen door hen. De bepaling van tijd ‘op het moment’ kan geparafraseerd worden als ‘nu’ of ‘momenteel’. De zin zegt dat de Simba-rebellen op dat moment werden onderdrukt, door kan men toevoegen, de Belgische overheid, maar er staat niet door wie dat concreet gebeurde. Laat staan dat deze zin zegt dat de toenmalige paracommando’s de Simba-rebellen direct onderdrukten.
De zin in het Frans luidt anders en heeft een iets andere gevoelswaarde: ‘Un para-commando belge a Stanleyville en 1964, lors de l’écrasement des rebelles Simba. Men mag aannemen dat de Franstalige rechtbank zich op deze zin gebaseerd heeft om tot het ontvankelijk verklaren van de klacht van de oud-commando’s te komen. Maar ook in deze zin waarvan het gedeelte na de komma letterlijk vertaald kan worden met ‘tijdens het neerslaan van de Simba-rebellen’ valt nog geen direct oorzakelijk verband te leggen tussen de toenmalige inzet van de toenmalige commando’s en het neerslaan van de opstand van de Simba-rebellen. Ook in het Frans gaat het om een bepaling van tijd, namelijk ‘lors’. Dat geeft geen duidelijkheid over de oorzaak, doel of omstandigheid, maar uitsluitend over het wanneer.
Los van de vraag of een rechtbank zich moet willen mengen in de interpretatie van een bijschrift bij een kunstwerk in een publiek museum waardoor toch al snel de artistiek vrijheid van kunstenaars in het geding is, roept deze kwestie de vraag hoe duurzaam het oordeel van de Franstalige rechtbank is. Dit is in de kern een semantische kwestie die gaat over de interpretatie van een bijschrift. Het AfricaMuseum lijkt goede argumenten te hebben om bij een hogere rechtbank met succes bezwaar te maken tegen deze uitspraak omdat het gewraakte bijschrift geen direct oorzakelijk verband legt tussen de inzet van de commando’s in 1964 en het neerslaan van de Simba-rebellie.