Gedachten bij foto ‘Antropoloog Gustaf Retzius tijdens het meten van het hoofd van de Härjedal Sami Fjellstedt, in het kader van raciaal biologisch onderzoek’ (1870-1890)

Antropologen Gustaf Retzius i färd med att mäta härjedalssamen Fjellstedts huvud, inom ramen för den rasbiologiska forskningen. Retzius till vänster i bild är klädd i kostym och håller ett skjutmått i ena handen medan han läser ur en bok. Framför honom står Fjellstedt iförd traditionell samisk dräkt, 1870-1890. Collectie: Nordiska museet.

De vertaling uit het Zweeds van de toelichting bij deze foto zegt: ‘Antropoloog Gustaf Retzius tijdens het meten van het hoofd van de Härjedal Sami Fjellstedt, in het kader van raciaal biologisch onderzoek. Retzius links op de foto is gekleed in een pak en houdt een schuifmaat in één hand terwijl hij voorleest uit een boek. Voor hem staat Fjellstedt in traditionele Samische klederdracht.’

Härjedalen is een streek in het midden van West-Zweden. Samisch is een taal en bevolkingsgroep van nomaden in Midden- en Noord-Zweden en Noorwegen, Noord-Finland en het Russische Kola-schiereiland.

Gustaf Retzius was volgens een toelichting bij een foto uit 1895 van Canadese indianen (vertaald): ‘Arts, anatoom, antropoloog en journalist. Hoogleraar histologie en anatomie aan het Karolinska Institutet 1877-1890. Lid van de Zweedse Academie vanaf 1901. Samen met zijn vrouw Anna Hierta-Retzius was R. 1884-1907 eigenaar van Aftonbladet. In de jaren 1884-87 was R. hoofdredacteur van de krant, die onder zijn leiding steeds conservatiever werd op cultureel gebied.’

In de 19de eeuw beweerde de Italiaanse criminoloog Cesare Lombroso dat er geboren criminelen bestaan. Via metingen van lichamelijke kenmerken zou kunnen worden vastgesteld wie een geboren crimineel was, die een misdadiger aanduiden als wild of atavistisch. Dat laatste betekent dat eigenschappen van voorouders onvermijdelijk later in de bloedlijn opduiken.

Een artikel over Lombroso zegt: ‘Hoewel Lombroso een slechte naam kreeg binnen de wetenschap had hij vanuit zijn gedachtegoed juist ook een humane benadering. Gezien zijn idee dat criminaliteit is aangeboren geloofde hij dat je er dus niet helemaal zelf verantwoordelijk voor kan worden gehouden en pleitte hij bijvoorbeeld voor afschaffing van lijfstraffen en voor de resocialisatie van gevangenen.’

Lombroso’s standpunt is wat onvermijdelijkheid en voorbestemming betreft vergelijkbaar met dat van hersenonderzoeker en neurobioloog Dick Swaab die meent dat het brein de baas is. Bij Lombroso waren de biologische eigenschappen de baas.

Dat de conservatieve Gustaf Retzius in de tweede helft van de 19de eeuw een niet-Zweed onderzoekt op biologische kenmerken is voorspelbaar en geeft zo’n 150 jaar later een akelig gevoel van misplaatste hegemonie. In Zweden werden tussen 1935 en 1946 42.000 niet-Zweedse vrouwen gedwongen gesteriliseerd omdat ze ‘minderwaardig‘ of van ‘armoedige of gemengde raciale kwaliteit‘ zouden zijn. Dat is het terrein van de pseudo-wetenschap Eugenetica.

Het raciaal biologisch onderzoek waarmee Gustaf Retzius zich bezighield kan als wegbereider voor grootschalige 20ste eeuwse eugenetische campagnes gezien worden. Retzius werkte eraan mee om het idee te verspreiden dat er een ras bestaat dat ‘zuiver’ moet worden gehouden en door lichamelijke kenmerken kan worden gemeten. Tegenwoordig wordt steeds meer betwist dat een ras meer is dan een politiek-cultureel standpunt.

Als raciale biologie nu nog ergens landt, dan is het in ultra-rechtse kringen. Dat is begrijpelijk omdat deze rechts-radicalen graag de 19de eeuw willen herbeleven. Wetenschappelijk is het allemaal niet. Het risico is dat dat door velen niet begrepen wordt en ze denken ‘meten is weten‘. De vraag die gesteld moet worden is wat men dan eigenlijk meet. Meer dan het idee van eigen voortreffelijkheid?

Anne Applebaum en Joshua Livestro willen het politieke midden laten herleven. Bestrijdt fraude en corruptie, niet de islam

Twee recente opinie-artikelen zijn een pleidooi voor een nieuwe politiek van het politieke midden en een waarschuwing voor samenwerking met radicale partijen, vooral die van rechts. De Amerikaanse journaliste Anne Applebaum geeft in The Washington Post met het artikelWant to revive the political center? Fight corruption’ een omvattende checklist, ofwel programma waaraan centrumpartijen moeten voldoen om weer het initiatief naar zich toe te trekken. De conservatieve denker Joshua Livestro stelt aan de hand van de kwestie Blok in het artikelAffaire-Blok moet VVD en CDA wakker schudden’ in NRC dat de centrum-rechtse VVD en CDA hun ziel hebben verkocht door op te schuiven in de richting van de radicaal-rechtse PVV en FvD.

Livestro illustreert dat aan de hand van de controversiële uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken Blok die de retoriek en agenda van radicaal-rechts overneemt. Dat acht hij contra-productief en ongewenst. Livestro verwijst naar het begrip ‘ideological collusion’ – dat hij vertaalt als ‘ideologische samenspanning’ – van de Amerikaanse politicologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt dat inhoudt dat centrumpartijen in de samenwerking met radicale partijen de retoriek en agenda van die randpartij overnemen. Minister Blok is er het levende bewijs van, hij neemt de doembeelden over immigratie van radicaal-rechts over en centrum-rechtse partijen als VVD en CDA ondermijnen ermee hun eigen gedachtengoed. In bovenstaand citaat licht hij toe dat ze zich hiermee overbodig maken. Gevraagd wordt een nieuwe bewustwording bij de centrumpartijen en een koerswijziging weg van de retoriek en het gedachtengoed van radicaal-rechts. De samenspanning met de randpartijen of het buigen in hun richting brengt niets goeds. Noch electoraal, politiek of maatschappelijk.

Applebaum constateert dat de rechtse randpartijen van energie barsten en het ‘oude’ centrum-links of centrum-rechts uitgeblutst toont. De oude partijen zijn op zoek naar een programma dat ze niet kunnen vinden. Zij waarschuwt net als Livestro voor het aanhaken bij radicaal-rechts (‘Some aretrying to peddle milder versions of the far right’s racism‘). Applebaum doet een poging dat programma te formuleren. Haar alternatief bestaat eruit dat de centrumpartijen om te beginnen de agenda moeten wijzigen en het niet langer over immigratie, ras en de islam moeten hebben: ‘Change the subject. Centrists, and genuine democrats, should stop talking about immigration, race and Muslims, all issues blown well out of proportion by tabloids.’

Volgens Applebaum moeten centrumpartijen zich verenigen rond de echte thema’s die onze politiek en economie verstoren zoals ‘politieke corruptie, het witwassen van geld, en de belastingparadijzen en lege vennootschappen (‘Shell companies’) die een paar mensen toestaan veel geld uit onze landen weg te sluizen en het, soms letterlijk, op Caribische eilanden te verbergen. Hoewel dit allemaal afzonderlijke onderwerpen zijn, zijn ze verbonden.’ Volgens Applebaum moet dat gecorrumpeerd financieel systeem aangepakt worden omdat het de gewone mensen beschadigt en in de armen van de radicaal-rechts dwingt. Feitelijk leidt de heroriëntatie van de centrumpartijen tot twee vliegen in één klap: het maakt deze partijen weer relevant en ontneemt de randpartijen hun vijver van ontevreden burgers om in te vissen en electoraal mee te scoren.

Applebaum zegt dat het Westen initiatief moet nemen en terug moet naar de ideologie van vóór premier Thatcher en president Reagan die in de jaren 1980 de overheden terugtrokken en de vrije markt aan hun lot overlieten. Met als gevolg het neoliberalisme waarin politiek is geëconomiseerd, zwakkeren onbeschermd achterblijven en de staat nog slechts op een waakvlam opereert. Applebaum is niet de eerste dit dit zegt en daarom is het lastig in te zien hoe de geest weer terug in de fles kan. Een krachtige bestrijding tussen landen van belastingontwijking en corruptie, en het terugdringen van de macht van het internationaal opererende bedrijfsleven en de financiële instellingen is een eerste stap. Dit omvat overigens ook de bestrijding en bestraffing van autoritaire landen als de Russische Federatie die met corrupt geld in het Westen politici en radicaal-rechtse partijen kopen. Dat laten gebeuren ondermijnt het eigen zelfbeeld en het idee van moraliteit.

Applebaum schetst een blauwdruk voor centrumpartijen. In Nederland zijn dat partijen als de VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA die in de kern voldoende overeenkomsten hebben om programmatisch samen te werken. Als ze ook nog eens gezamenlijk afstand nemen tot de randpartijen en zich in hun retoriek en agenda niet meer laten leiden door deze partijen met hun spookbeelden over immigratie, ras en islam dan kunnen ze in samenwerking hun eigen relevantie hervinden en hun onderlinge verbinding verder versterken. Dat werkt door van partijpolitiek naar democratie. Door de hervonden oriëntatie en focus van de centrumpartijen kunnen de democratie en de rechtsstaat overeind gehouden worden. Nodig is dan wel dat met name de centrum-rechtse partijen als VVD en CDA zowel duidelijk afstand nemen van die retoriek over immigratie en islam als de lef en durf vinden om zich te ontworstelen aan de grip van het bedrijfsleven en de financiële instellingen door de macht ervan terug te dringen. Een helder signaal om de nieuwe start van Nederland te vieren zou het ontslag van minister Blok en het niet schrappen van de dividendbelasting voor buitenlandse aandeelhouders zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelAffaire-Blok moet VVD en CDA wakker schudden’ van Joshua Livestro in NRC, 31 augustus 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelWant to revive the political center? Fight corruption’ van Anne Applebaum in The Washington Post, 31 augustus 2018.

Onrust bij FvD duurt voort: drie geroyeerde kandidaat-Kamerleden. Is de partij een nepshow over democratie? Wat verbergt de façade?

Het gerotzooi binnen Forum voor Democratie bereikte vandaag opnieuw een nieuwe hoogte. Drie voormalige Kamerkandidaten zijn uit de partij gezet. Ze vroegen om democratisering en overleg. Gert Reedijk, Arthur Legger en Freek Jan Berkhout kregen een brief van het bestuur die als redenen geeft dat ze geprobeerd hebben ‘de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken’ en het partijbestuur te ondermijnen. Punt van kritiek van de kritische leden die om meer partijdemocratie vragen is juist dat het partijbestuur vanaf november 2017 de uitbouw van de partij op een laag pitje heeft gezet. Onder meer op provinciaal niveau.

De conclusie mag zijn dat het partijbestuur de geest niet meer in de fles krijgt. Het is ook de vraag of het royeren van leden slim is. Want elk geroyeerd partijlid staat borg voor voortdurende kritiek vanaf de zijlijn op de partij. De uitspraak  van president Johnson maakt dat inzichtelijk: ‘It’s probably better to have him inside the tent pissing out, than outside the tent pissing in’. FvD doet het omgekeerde en jaagt critici de tent uit.

Het door het bestuur onlangs geroyeerde kaderlid van de partij Robert de Haze Winkelman is duidelijk in zijn tweets. Hij heeft het over zuiveringen in de partij ‘die in de DDR niet zouden hebben misstaan’. Hij vraagt zich af of de ‘beweringen over pro-democratie’ van de partijtop dan alleen maar een façade zijn. Maar wat moet de nepshow over democratie bij FvD dan aan het zicht onttrekken? Wie onthult wat FvD tot nu toe wil verbergen?

Foto: Schermafbeelding van tweets van 16 februari 2018 van Robert de Haze Winkelman.

Alliantie in Rotterdam tussen links en het islamitisch geïnspireerde NIDA. Waar laat dat de progressief-vrijzinnige kiezer?

In Rotterdam hebben de drie linkse partijen GroenLinks, PvdA en SP voor de gemeenteraadsverkiezingen een alliantie gesloten met de islamitisch geïnspireerde lokale partij NIDA. NRC meldt het in een bericht. De vier partijen presenteren zich als ‘Links Verbond’ en niet als ‘Links-islamitisch Verbond’. De opzet is tegenwind te bieden aan het rechtse Leefbaar Rotterdam dat een alliantie met Forum voor Democratie (FvD) is aangegaan. Omdat de leider van Leefbaar Joost Eerdmans geen afstand neemt van de uitspraken over afkomst, ras en IQ van FvD heeft Said Kasmi van D66 samenwerking met Leefbaar uitgesloten. Zo kondigt zich in Rotterdam een rechts (Leefbaar/FvD, VVD, CDA, SGP), links (GL, PvdA, SP, NIDA, PvdD) en centrumblok (D66, CU) aan. Met NIDA’s concurrent, het eveneens islamitisch geïnspireerde DENK als links-conservatief buitenbeentje.

Voor vrijzinnige kiezers die zich niet willen laten inspireren door religie en religieus geïnspireerde partijen of partijen met extreem-rechtse denkbeelden wordt de spoeling dun. Ze kunnen alleen terecht bij D66 en de PvdD. Zo wordt het duidelijk kiezen in Rotterdam. Allianties, blokvorming en uitsluitingen maken het een interessante proeftuin voor politiek Nederland. Partijen rekenen zich nu electoraal rijk. Tegen beter weten in.

Foto: Tweet van NIDA, 14 februari 2018.

In Rotterdam zit Leefbaar vast aan FvD. D66 kiest de aanval

Het is campagnetijd, dus leiders van politieke partijen laten van zich horen. Ze kiezen hun favoriete zondebok die ze zwart maken. Zo hopen ze zich te profileren. D66 valt het kleine, alleen in de Tweede Kamer met twee zetels vertegenwoordigde Forum voor Democratie (FvD) aan, en rechtse partijen focussen zich op D66. Zo krijgt in de koude februarimaand de campagne vorm. Rotterdam is de enige stad waar FvD met een bestaande partij een alliantie sloot. In dit geval Leefbaar Rotterdam. Partijleider Joost Eerdmans maakt een opmerking waarvan hij weet dat het onzin is. Namelijk dat D66 door Leefbaar uit te sluiten de kiezers op die partij wegzet als racisten. Maar Eerdmans weet dat het daar niet om gaat. D66 vraagt Eerdmans om afstand te nemen van de uitspraken over ras en afkomst van Baudet. Immers de alliantiepartner van Leefbaar. Dat weigert Eerdmans. Omdat de wetmatigheid is om in campagnetijd nooit terug te komen op ingenomen standpunten. Maar er juist een schepje bovenop te doen. Politieke partijen, we kunnen niet zonder. Maar we kunnen er evenmin iets mee.

Relatie ras en IQ: FvD speelt agressief op de aanval en gaat voorbij aan wat het zegt

Het rechtse De Dagelijkse Standaard (DDS) is Forum voor Democratie (FvD) gunstig gezind. Dat vertaalt zich in verslaggeving waarbij partijleider Thierry Baudet steevast wordt afgeschilderd als een sterk leider die het als een Robin Hood tegen de rest van de politiek opneemt. Zoals in een verslag van Tim Engelbart over een verkiezingsdebat in Amsterdam. Maar de werkelijkheid is dat Baudet juist geen standvastig leider is, maar een politicus die steeds weer op uitspraken terugkomt. Mijn reactie die ik aan DDS heb aangeboden:

Partijleider Thierry Baudet nam in een recent openbaar gesprek met Femke Halsema geen afstand van de relatie tussen ras en IQ. Baudet heeft de kans laten lopen om afstand te nemen van racistische denkbeelden waarmee de partijtop van FvD wordt geassocieerd. Baudet heeft wind gezaaid en oogst nu storm. Dat heeft hij volledig aan zichzelf te wijten.

De Amsterdamse nummer 2 van de partij Yernaz Ramautarsing neemt nu met veel misbaar afstand van zijn uitspraken die hij in een Brandpuntplus-uitzending van juni 2016 deed: ‘Door IQ-testen weten we het gemiddelde IQ van bevolkingen. En wat blijkt? Er is een verschil in IQ tussen volkeren. Dat is wetenschappelijk bewezen’.

Of de relatie tussen ras en IQ wetenschappelijk bewezen is, is echter nog maar helemaal de vraag. Ramautarsing neemt dat veel te makkelijk als waar aan. Zijn uitspraak dat dit wetenschappelijk bewezen is of de uitspraak van Baudet in het gesprek met Halsema dat hij zich niet in een wetenschappelijke discussie wil mengen, roept vooral vragen op over de onderbouwing van de claim. Baudet mengde zich overigens nog onlangs in een wetenschappelijk debat over het klimaat met weerman Gerrit Hiemstra. Waarom mengt Baudet zich niet in een wetenschappelijk debat over ras en IQ, maar wel over het klimaat? Klimaatdeskundige is Baudet niet, maar toch meende hij zich in deze wetenschappelijke discussie over het klimaat te moeten mengen. Over het onderwerp ras en IQ zou Baudet ineens belemmeringen zien om zich er wetenschappelijk over uit te spreken.

Maar het is nog een tikkeltje schever dan Baudet het voorstelt. Want op het wetenschappelijk bewijs waar Yernaz Ramautarsing naar verwijst is veel af te dingen. De relatie tussen ras en IQ is geen volgens een wetenschappelijke methode vastgelegde theorie die gefalsificeerd kan worden, maar vooral het resultaat van politiek activisme van de inmiddels overleden Canadese psycholoog John Philippe Rushton en de Amerikaanse psycholoog Arthur Jensen. Daarna overgenomen door hedendaagse activisten. Veelzeggend is dat Jensen voor zijn onderzoek werd gefinancierd door het Pioneer Fund dat een promotor van witte suprematie was. Op z’n minst valt te zeggen dat de bevindingen van Rushton en Jensen politiek gekleurd waren en hun gebruikte methodiek betwistbaar was.

Er kondigt zich binnen de top van FvD telkens een zelfde patroon aan. Er worden harde uitspraken gedaan waarvan het de vraag is hoe sterk ze onderbouwd zijn en of ze meer met verbeelding dan de werkelijkheid te maken hebben. Als er kritiek op die uitspraken komt dan treedt binnen de top van FvD een verdedigingsmechanisme in werking en nemen de beeldbepalende politici van FvD geen verantwoordelijkheid voor hun uitspraken. Ze leggen de schuld bij degene die FvD aanklaagt en lopen weg voor wat ze eerder zo stellig beweerden.

Of de media hebben het verkeerd begrepen of stellen de standpunten van FvD bewust verkeerd voor. Of de andere politieke partijen zouden met hun ‘partijkartel’ FvD buiten de kern van de macht willen houden. Of FvD heeft het niet serieus bedoeld, de uitspraak was als grap of provocatie bedoeld. Of FvD kiest de aanval en ontkent wat het zelf heeft gezegd. Zoals Yernaz Ramautarsing nu doet die blijkbaar is vergeten dat wat hij in de uitzending van Brandpunt zei is vastgelegd.

FvD verliest hiermee aan geloofwaardigheid. Want zelfs voor de sympathisanten van deze partij kan er op een gegeven moment een grens aan de leugens komen. Kiezers houden van harde standpunten en een partij die daar standvastig voor blijft staan en zelf verantwoordelijkheid voor neemt. Zoals Geert Wilders consequent met zijn uitspraken over de islam doet. Men kan het er om politieke redenen mee oneens zijn, maar het is wel volhardend en consequent, en geeft in zekere zin betrouwbaarheid voor de kiezer. Bij de PVV weet de kiezer waar de partij voor staat. Bij FvD is dat in steeds mindere mate het geval omdat FvD als de hitte in de politieke keuken te hoog wordt dreigt terug te komen op ingenomen standpunten.

De kiezer zal dat in zekere zin begrijpen omdat deze hoe dan ook geen hoge pet opheeft van politici die worden geassocieerd met de kunst van het bedrog, de leugen en de verbroken belofte. Maar door hieraan mee te doen verklaart FvD zich als een traditionele partij die onderdeel uitmaakt van het ‘partijkartel’ en waartegen het claimt zich te verzetten, en ondermijnt het de eigen betrouwbaarheid voor de kiezer.

FvD handelt in het omgaan met kritiek zoals president Trump doet of de Amerikaanse alt-right beweging. In een vlucht naar voren weerlegt het een doorgeprikte leugen met een nieuwe leugen die nog verder van de waarheid verwijderd is. Trump is in een jaar tijd al op 2000 leugens of misleidende claims betrapt. Dit soort confrontatie kan op de korte termijn een doelmatige tactiek zijn om een kern van aanhangers vast te houden, maar is ook een doodlopende weg omdat het kiezers kan afschrikken omdat ze beseffen dat FvD zich hiermee isoleert en buitensluit van de politiek.

Daarbij komt dat FvD op dit moment mentaal in de agressiestand blijft staan en niet zoals andere partijen de indruk geeft dat het het vermogen heeft om naargelang de politiek situatie te schakelen tussen verschillende spelsystemen. Bij een nieuwkomer kan dat in het begin als voordeel gezien worden, maar verkeert het in het nadeel als er gemanoeuvreerd moet worden om de eigen positie zo optimaal mogelijk te behartigen. Maar die weg heeft FvD dan afgesneden. De huidige onrust in de partij gaat ook over dat gebrek aan flexibiliteit en souplesse. Want net zoals bij voetbal het agressief op de aanval spelen niet altijd loont, is dat in de politiek niet anders.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelVideo! Debat tussen Asscher en Baudet ontaardt in chaos; boze Yernaz Ramautarsing stormt het podium op’ van Tim Engelbart voor DDS, 10 februari 2018.

Kritiek op de gebrekkige partijdemocratie bij FvD dekt vooralsnog het debat over de politieke verschillen binnen de partij toe

Het lijkt erop dat alle kaderleden die nu als lemmingen FvD verlaten geen kritiek hebben op de koers van de partij. Vandaag is het Susan Teunissen die na Baudet en Hiddema, nummer drie op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer stond. In elk geval als er de politieke koers mee bedoeld wordt. Punt van kritiek van deze spijtoptanten zoals ze dat nu naar buiten brengen is het gebrek aan interne democratie van FvD, maar niet de extreem-rechtse stellingname of de contacten van Baudet met Europese of Amerikaanse rechts-extremisten.

Het is mogelijk dat dit politieke geschil van mening bij spijtoptanten aanwezig is, maar ze het op dit moment te complex vinden om dat zo te benoemen en hun kop uit te steken. Het is makkelijker om het over de boeg van de interne democratie te gooien. Maar het zou toevallig zijn als er geen politiek verschil bestaat tussen de partijverlaters (Robert de Haze Winkelman, Betty Jo Wevers, Kees Eldering) en de politieke koers van FvD.

Emeritus hoogleraar Frank Ankersmit die lijstduwer, maar geen lid was heeft in november 2017 de partij de rug toegekeerd. Hij had wel inhoudelijke kritiek. In een bericht in het DVHN zei hij over partijleider Thierry Baudet: ‘Hij vertelde dat Nederland terug moet naar 1850. Dat vind ik geen goed uitgangspunt voor een politieke partij. Dat gaat mij veel te ver.’ Dat was niet de partijvernieuwing waar Ankersmit op hoopte, maar naar zijn idee het omgekeerde: nostalgische teruggang naar de 19de eeuw. Maar hij lardeerde dat vervolgens toch ook weer met het gebrek aan interne democratie bij FvD. DVHN over Ankersmit: ‘Hij vindt het ook ernstig dat Baudet ervan wordt beticht dat hij geen democratie toestaat in het bestuur van zijn partij, ‘terwijl hij naar buiten toe democratisering hoog in het vaandel heeft staan’. ,,Dat is een wonderlijke constructie.’’

Zo kan de verwijzing naar het gebrek aan interne democratie en de vermeende almacht van het bestuur met penningmeester Henk Otten als spin in het web een containerbegrip voor alle soorten onrust worden. Er lijkt vooralsnog geen richtingenstrijd uitgebroken binnen FvD. Maar uitsluitsel dat dit niet zo is bestaat niet. Want het één kan uit het ander volgen. Als er namelijk geen interne democratie binnen een politieke partij is, dan is er ook geen open debat mogelijk over de politieke koers waarin accentverschillen, nuanceringen, facties, richtingen of stromingen tot uiting komen. Zonder open debat kan een politiek verschil zich niet openbaren.

Dat FvD een partij met een rechts-nationalistische agenda is lijkt wel duidelijk. Zoals minister Ollongren in haar Ien Dales-lezing zei gaat FvD verder waar de PVV stopt. Met als gevolg dat leden die in 2017 door Baudet werden voorgespiegeld dat FvD een fatsoenlijk en maatschappelijk aanvaardbaar alternatief voor de PVV was, zich nu realiseren dat FvD extremere standpunten over ras en afkomst inneemt dan Geert Wilders. En als ze zich het niet realiseren kunnen ze er door hun omgeving op aangesproken worden. De PVV lijkt nu – op het netelige islam-standpunt na – het fatsoenlijke en maatschappelijk aanvaardbare alternatief voor FvD te zijn.

Het is lastig voor leden van FvD die beseffen dat ze zich bij de verkeerde partij hebben aangesloten om dat volmondig toe te geven. Daarmee tornen ze aan hun eigen oordeel dat verkeerd was. Om dat verschil te overbruggen gooien ze hun verschil van mening met de partij (en het gebrek aan harmonie met zichzelf) niet op hun verkeerde inschatting en de rechts-extremistische koers van FvD (die zich in 2017 al aankondigde en in 2018 duidelijk naar buiten kwam), maar op het gebrek aan interne democratie en een dictatoriaal bestuur dat als een duiveltje uit een doosje en buiten hun schuld de volle verantwoordelijkheid van FvD zou zijn.

Foto: Tweet van Susan Theunissen met eigen reactie, 9 februari 2018.

Forum voor Democratie kampt met groeistuipen. Zijn ze incidenteel of structureel? Heeft de partij voldoende benul van politiek?

Politiek leider van Forum voor Democratie Thierry Baudet heeft een aangifte wegens smaad en laster gedaan tegen minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren. Volgens juristen is dat kansloos en daarom op te vatten als een publiciteitsstunt. In de Ien Dales lezing zei ze over Baudet en zijn partij: ‘De nieuwste afsplitsing van het populisme gaat verder waar Wilders ophoudt. De partij van Baudet lijkt geobsedeerd te zijn door één van de weinige taboes waar ik als progressieve liberaal aan hecht: Het praten over rassen in het politieke debat. Rassenmenging kwam al voorbij uit de mond van Forumleden. Rassenverdunning ook. De afgelopen weken ging Baudet opnieuw verder. Geconfronteerd met uitspraken dat Nederlanders met een donkere huidskleur minder intelligent zouden zijn dan andere rassen, een uitspraak van een kandidaat van Forum bij de verkiezingen aanstaande maart, zei de voorman van Forum dat hij daar geen afstand van wilde nemen. Volgens Baudet was dit een wetenschappelijk debat. Daar wilde hij zich niet in mengen. Zo laat hij het dus onweersproken als zijn partijgenoten openlijk discrimineren op basis van ras. Het populisme wil sommige Nederlanders dus anders behandelen dan andere. En daarmee bedreigt het kernwaarden van Nederland. Het is in deze tijd dan ook belangrijker om artikel 1 van de Grondwet te koesteren dan ooit.

Of het verstandig is dat een minister zich uitlaat over een parlementariër is de vraag. Want een parlementslid moet de minister controleren. Van de andere kant mag een minister een politieke mening uitspreken. Dat Baudet zich meende te moeten mengen in een wetenschappelijk debat met metereoloog Gerrit Hiemstra over het klimaat, maar over ras een wetenschappelijk debat uit de weg gaat oogt selectief. Het is niet consequent.

De afgelopen dagen bleek dat het bestuur twee kaderleden zonder dat ze zich konden verdedigen uit de partij heeft gezet: Robert de Haze Winkelman en Betty Jo Wevers. In een verklaring zegt FvD over deze twee leden dat ze: ‘op oneigenlijke wijze en door gebruikmaking van dreigementen en kwaadsprekerij, geprobeerd hebben de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken en het partijbestuur over te nemen.’ Wat FvD daar mee bedoelt is onduidelijk en evenmin wat eigenlijk de kern van het geschil is en de werkelijke reden om deze leden te royeren. De Haze Winkelman neemt extreme standpunten in over de Holocaust en Rusland en dat kan door de leiding van FvD als een publicitair risico gezien worden. Vanwege de stapeling van incidenten. Allerlei FvD’ers halen landelijk en in Amsterdam met extreme standpunten over ras de publiciteit. Dat staat de normalisering van de FvD in de weg en bedreigt de verzilvering van de gunstige peilingen.

Uit een reactie van oud kandidaat-kamerlid Kees Eldering voor TPO onder de titel ‘De problemen bij Forum voor Democratie zijn het topje van de ijsberg’ wordt penningmeester Henk Otten afgeschilderd als een idioot: ‘Daarnaast maak ik me ernstig zorgen over de wanen die Henk heeft over “afgeluisterd” en “achtervolgd” worden.’ Hieruit blijkt hoe erg de onderlinge verhoudingen binnen FvD zijn verziekt. Het lijkt een partij met generaals en zonder soldaten waar het absurdisme nu door het vernis breekt. Ook De Haze Winkelman richt zich in een reeks tweets op de macht van het bestuur met Baudet (voorzitter), Otten (penningmeester) en Rob Rooken (secretaris) dat als een soort politbureau de macht achter de schermen in handen zou hebben:

Foto:  Tweets van Robert de Haze Winkelman, 5 februari 2018.

Waarom ik de term ‘wit’ verkies boven ‘blank’. En ‘witte mensen’ boven ‘blanken’. Over dynamische identiteit

Het gebruik van de termen ‘blank’ of ‘wit’ is gepolitiseerd. Ze passen in pakketten denkbeelden. De vraag is wat de afweging ervan betekent en of het een gevolg is van denken. Of dat het denken wordt gevormd door een politieke opstelling en eigenlijk geen denken meer genoemd kan worden. Het is niet onlogisch dat er beweerd wordt dat het propageren van de term ‘wit’ een opvatting van links-Nederland is. Toch is dat onjuist. Zo reken ik mezelf niet tot links-Nederland (en evenmin tot rechts-Nederland), maar ben ik toch een voorstander van de term ‘wit’ boven ‘blank’. Mogelijk niet om dezelfde reden als andere voorstanders ervan.

De term ‘blank’ is geen ‘volstrekt neutrale, louter beschrijvende aanduiding’. Het is per definitie bijna onmogelijk dat een zo beladen term met de connotatie van reinheid, helderheid en onbevlektheid volstrekt neutraal en louter beschrijvend kan zijn. Dat staat nog los van de afweging voor welke term men kiest. Maar neutraal is het gebruik van de term ‘blank’ zeker niet.

Omdat ‘wit’ die connotaties mist en kortweg gezegd minder pretentieus is, is de term ‘wit’ neutraler en meer beschrijvend. Het verwijst naar een witte huidskleur en niet naar een achterliggende geschiedenis en wereld vol machtsposities. Een ‘blanke huidskleur’ bestaat niet.

Ik ben het eens met de kritiek op het makkelijk vertalen van Amerikaanse modes van politiek correct denken naar Nederland. Sommige links-radicalen ruilen het ene monolithisch denken in voor het andere monolithisch denken. Zodat ze het vermoeden op zich laden niet meer als individu te denken, maar ondergaan in het groepsdenken. Dat alles gaat ten koste van de nuances en het onderscheidingsvermogen. Maar evenzeer ben ik het oneens met rechts-radicaal denken dat even weinig soepel is en alles bij het oude wil laten.

Mij gaat het erom om in de geleidelijkheid zonder grote schokken een optimale afweging te vinden voor een maatschappelijke oneffenheid. Als optimaal zoveel mogelijk mensen tevreden stelt en het beste werkt dan begrijp ik dat het niet alle mensen tevreden kan stellen. Dat is jammer, maar onvermijdelijk. Maar als het nalaten ervan een bepaalde groep diep raakt, dan zie ik voor de sociale cohesie en het sociale contract tussen overheid en burgers er geen principieel bezwaar in om de oneffenheid op te ruimen.

Het gesprek over de term ‘blank’ wordt pas een zwaar en beladen onderwerp van discussie als links-radicalen er van alles over diversiteit, kolonialisme, slavernij en wat dan ook allemaal bijhalen en er vanuit hun politieke betrokkenheid opplakken wat historisch nog maar aangetoond moet worden. Daarbij eigenen ze zich het alleenrecht toe om hierover het laatste woord te hebben. Dat is niet zoals een publiek debat gevoerd moet worden of een samenleving met elkaar ingericht dient te worden. Het is intolerant en anti-democratisch.

En als in de reactie hierop rechts-radicalen er hun eigen onverbiddelijkheid tegenover zetten en geen centje onderhandelingsruimte meebrengen in het debat, dan gijzelen de uiterste posities dit debat en blokkeren ze een organische uitweg van dialoog, raadpleging van deskundige historici of taalfilosofen en compassie met en begrip voor de ander.

Dus ik ben voor de term ‘wit’ boven ‘blank’ niet vanwege een vermeend historisch onrecht of een achterstelling. Dat wil ik loskoppelen van de afspraak om het met elkaar voortaan over witte mensen in plaats van blanken te hebben. Het gaat erom dat in een open, dynamische, volwassen samenleving mensen naar elkaar luisteren en de grieven van anderen serieus dienen te nemen. En als die uit de weg gegaan kunnen worden, waarom zou men dat dan niet doen?

Foto: Het kwartet van Benny Goodman doorbrak in de muziekwereld de interraciale grenzen en bestond uit twee witte (Benny Goodman en Gene Krupa) en twee zwarte (Teddy Wilson en Lionel Hampton) musici, 1937.

Zoomin.TV laat PVV’er Bosma scoren over ‘witte’ Stephen Paddock en aanslag Las Vegas. Ten koste van het NOS-Journaal

PVV-kamerlid Martin Bosma doet net alsof hij het niet snapt. En het is niet onmogelijk dat hij het werkelijk niet snapt. Zoomin.TV besteedt aandacht aan de opening van het NOS-Journaal over de moordpartij door Stephen Paddock in Las Vegas. Met 59 doden en vele gewonden tot gevolg. Het is bijzonder dat het ene nieuwsmedium de berichtgeving in het andere medium op kritische wijze centraal zet. Bosma speelt de vermoorde onschuld door net te doen alsof hij niet weet dat de term ‘blank’ voor iemand met een bleke pigmentarme huidskleur een associatie van reinheid en zuiverheid oproept en naar een koloniaal verleden verwijst. Dat wordt ongepast gevonden. De laatste jaren is het gebruikelijk om de term ‘wit’ te gebruiken.

Wat Zoomin.TV bezielt om bij dit filmpje op YouTube onder meer de volgende toelichting te geven: ‘Maar de typering van de dader door de NOS wekte nogal wat bevreemding’ is de vraag. Nogal wat bevreemding, bij wie? Het lijkt vooral bevreemding te wekken bij Martin Bosma en bij de journalist van Zoomin.TV waarmee een één-tweetje wordt opgezet om Bosma te laten scoren. Andere politici worden niet aan het woord gelaten.

Bosma maakt het er nog verwarrender op door godsdienst -de islam- en ras -het witte ras- met elkaar te vergelijken. Dat was relevant geweest als het NOS-Journaal had geopend met de melding dat het om een ‘christelijke man’ ging. Maar dat werd niet gezegd. De vraag van de journalist van Zoomin.TV had moeten zijn of het van belang was om Paddock als ‘wit’ aan te duiden. Omdat het hier om een terroristische aanslag ging met grote maatschappelijke en politieke gevolgen was het niet merkwaardig. Des te meer omdat er op dat moment nauwelijks iets anders bekend was over de achtergrond van Paddock. Zijn witheid was een feit.