Amersfoort wacht miljoenenstrop vanwege claim Elleboogkerk

Amersfoort heeft een bijzonder museumbeleid. Het betaalt talloze miljoenen voor een museum dat het niet heeft. Het zit zo. Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het Amersfoortse college de belofte tot herbouw. Het gemeentebestuur verbreekt eenzijdig de in 1998 afgesloten prestatieovereenkomst. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused, hij beschouwt het niet nakomen van de afspraken als onbehoorlijk bestuur. Om het leed voor het Armando Museum Bureau af te kopen besluit de raad onder veel protest de oude organisatie een bruidsschat van 1 miljoen mee te geven voor een doorstart in landhuis Oud-Amelisweerd in Bunnik. Maar van een leien dakje gaat de besluitvorming niet, de Amersfoortse PvdA beticht het college van misleiding.

Er klink ook andere kritiek op het Amersfoortse gemeentebestuur die overigens in heel Nederland speelt. Zo vraagt raadslid voor GroenLinks Hiske Land zich in 2010 af in een betoog dat probeert weg te komen van de actuele politiek wat het openbaar bestuur eigenlijk nog in de melk te brokkelen heeft bij het museumbeleid. Culturele ondernemingen gaan hun eigen gang en de raad mag desgewenst de tegenvallers aanvullen. Coördinatie en een evenwichtige afweging ontbreken omdat het beleid van incident naar incident hobbelt en het gemeentebestuur zich door toevalligheden laat sturen. Zoals de brand in de Elleboogkerk.

SRO is in 2007 de vastgoedontwikkelaar van de Elleboogkerk die in 2010 door de verzekeraars formeel is gedagvaard, aldus RIB 2012-118 van de gemeente Amersfoort. Samen met de loodgieter DI is SRO door de verzekeraars van het Armando Museum hoofdelijk aansprakelijk gesteld ‘voor de schade die is ontstaan door de brand. Het bedrag van de schade wordt in de dagvaarding gesteld op ongeveer € 5 miljoen‘. Vandaag wordt de zaak in de Utrechtse rechtbank mondeling behandeld, naar verwachting moet SRO betalen.

De gemeente Amersfoort is voor 50% aandeelhouder in het bedrijf SRO. Op 1 januari 2008 is Haarlem ook als 50% aandeelhouder toegetreden tot de NV SRO onder de voorwaarde dat een mogelijke claim van de verzekeraars voor de schade aan de Elleboogkerk door de gemeente Amersfoort gecompenseerd wordt. Zodat Haarlem als aandeelhouder in SRO niet geraakt wordt door de schadeclaim. En Haarlems vermogenspositie in de SRO niet wordt aangetast. De RIB zegt: ‘Met de gemeente Haarlem is afgesproken dat Amersfoort de gemeente Haarlem primair zal compenseren uit de dividenduitkeringen die SRO aan Amersfoort uitkeert. Als dit na vier boekjaren ontoereikend is, komt de restant-betaling ten laste van de gemeentelijke begroting.’

De hoogte van de schade voor Amersfoort hangt af van de schuldvraag. Derving aan inkomsten uit dividenden en restant-betaling kan in de miljoenen lopen. Het Armando Museum blijft Amersfoort achtervolgen. Notabene voor een Museum Oud-Amelisweerd waarover de Amersfoortse raad in februari 2012 zegtDe raad heeft de nodige reserves bij de haalbaarheid van het Ondernemings- en huisvestingsplan van Museum Oud Amelisweerd. Met de subdidieregeling worden de financiële risico’s voor Amersfoort verminderd.

Foto: Brand Amersfoortse Elleboogkerk, 22 oktober 2007

Terugvaloptie Armando Museum op kosten van Amersfoort?

UPDATE 22 juni: De Utrechtse raad steunt met grote meerderheid de kredietaanvraag voor Oud-Amelisweerd. Dat verknoopt is aan een specifieke exploitant: Stichting Museum Oud-Amelisweerd. Vincent Oldenborg (Leefbaar) was helder in een wollig debat. Als het misgaat dan heeft Utrecht mede op kosten van anderen een prima museumgebouw. Naar zijn idee zonder subsidie van Utrecht. Niemand sprak hem tegen. 

Op 6 december 2011 nam de Amersfoortse gemeenteraad de motie ‘Gelden Armando Faillisementsproof van de PvdA en TROTS aan. De indieners constateren dat het Ondernemings- en Huisvestingsplan van een Museum Oud-Amelisweerd ‘zeer ambitieuze plannen bevat m.b.t. inkomstenwerving op gebied van bezoekersaantallen, horeca, verhuur en fondsenwerving‘. Amersfoort steunt dit museum met een bruidsschat van 1 miljoen euro. De indieners willen deze steun gefaseerd uitbetalen zodat bij een faillissement of falen van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd de restanten van het bedrag terugvloeien naar Amersfoort.

Op 13 december 2011 stuurde het Utrechtse College een brief naar de Commissies Stad & Ruimte en Mens & Samenleving waarin het weinig bezwaren ziet in bovengenoemd Ondernemings- en Huisvestingsplan. De brief bevat tegenstrijdigheden. Erin wordt een ‘terugvaloptie’ geschetst indien de ambities van het nieuwe museum niet realiseerbaar zijn. Dan komt Utrecht met de variant van een ‘sitemuseum’ of ‘open monument’ onder beheer van het Centraal Museum. Ofwel, een continuering van de situatie zoals die sinds 1990 bestaat.

Verzelfstandiging van het CM kan nog een complicatie vormen. Da’s in opdracht van het college onderzocht in een haalbaarheidsonderzoek. Conclusie is dat het zou kunnen, maar de realiteit is dat het nog niet zover is of dat verzelfstandiging ook noodzakelijk is. Om formele redenen werd een Tijdelijke Ondernemingsraad opgetuigd om het personeel mee te laten praten. Dit is voluit kritisch. Met name het Raad van Toezicht-model biedt minder kwaliteit dan een gemeenteraad die de wethouder controleert. Voorbeelden bij Raden van Toezicht van verzelfstandigde Amsterdamse, Goudse en Groningse musea tonen stelselmatig falen aan.

Op 30 december 2011 heeft het Amersfoortse raadslid Raphaël Smit van de fractie Groep van Vliet zijn zorgen uitgesproken over de tegenstrijdigheden in de verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd. Smit wijst op een principieel punt uit de overeenkomst van 15 januari 1998 tussen Amersfoort, Armando en zijn ex-vrouw Tony de Meijere. De RIB 2010-136  (p. 7) parafraseert de bepaling alsvolgt: ‘dat er op grond van de overeenkomst museaal verantwoorde expositieruimte in Amersfoort moet worden geboden’ en (p.8) ‘zolang de gemeente binnen haar mogelijkheden museaal verantwoorde expositieruimte biedt in Amersfoort, handelt zij juridisch in overeenstemming met bovengenoemde overeenkomsten.

Al sinds het afblazen van de herinrichting in de Elleboogkerk is duidelijk dat het Amersfoortse college deze overeenkomst van 1998 en een latere prestatieovereenkomst van na de brand niet nakwam zoals was afgesproken. In juli 2010 werd de gemeenteraad door toenmalig A-in-C directeur Gerard de Kleijn van woordbreuk en onbehoorlijk bestuur beticht. Maar de collegepartijen dekten deze beslissing van het college.

Tijdens de beraadslagingen in 2011 over de bruidsschat werd de raad het beeld geschetst dat weliswaar de overeenkomst van 1998 en de prestatieovereenkomst van na de brand niet nagekomen zouden worden door het college, maar dat dit naar de geest wel zou gebeuren in landhuis Oud-Amelisweerd. Zoals Smit zegt: ‘De verhuizing van het Armandomuseum naar Oud-Amelisweerd betekende, dat het artistieke erfgoed van Armando elders een vaste plaats zou krijgen, overeenkomstig de opzet van het Armandomuseum in de Elleboogkerk. Hierin lag het morele motief om een forse bruidsschat beschikbaar te stellen.’ 

Er speelt een misverstand dat de Amersfoortse raad aan zichzelf te wijten heeft. Tijdens de raadsdebatten werd over de verhuizing van het Armando Museum gesproken, alsof dat elders in een kale ruimte uitgepakt zou worden. Maar Oud-Amelisweerd is een rijksmonument dat een waarde in zichzelf vertegenwoordigt. Vanaf het begin was duidelijk dat de Armando collectie in samenhang met de collectie unieke achttiende-eeuwse Chinese behangsels gepresenteerd zou worden, zoals het Ondernemings- en Huisvestingsplan stelt. Van een autonoom Armando Museum op de locatie Oud-Amelisweerd is nooit sprake geweest.

Toch heeft Smit een punt als-ie wijst op de ‘terugvaloptie’ uit de brief van 13 december. De indruk ontstaat dat Utrecht het Amersfoortse geld aanwendt om een Utrechts museum op te tuigen. Daarover maakt-ie zich zorgen. Want als in 2016 blijkt dat de ambities van een Museum Oud-Amelisweerd met 40.000 bezoekers niet haalbaar zijn, dan stuurt Utrecht de Armando Collectie terug naar Amersfoort. Niet onmogelijk gezien het ontbreken van een gezonde exploitatiebegroting. Dan heeft dit Bunnikse avontuur Amersfoort zo’n 700.000 euro gekost en kan het opnieuw beginnen. Met het bestuderen van de overeenkomst van 15 januari 1998.

Het Utrechtse VVD-raadslid Jesper Rijpma is eveneens kritisch op de onderbouwing van de plannen van een Museum Oud-Amelisweerd. Volgens Rijpma is het eerder gebaseerd op aannames dan op realisme. Naar verwachting worden zijn vragen begin februari in de raadscommissie Mens & Samenleving behandeld.

Foto: De Kei van Amersfoort, 1661. Credits: Erfgoedhuis Utrecht/ Museum Flehite