Thierry Baudet is niet oprecht in zijn kritiek op hedendaagse kunst. Rechtse media lusten pap van zijn kooigevecht tegen ‘de kunst’

Het wordt vermoeiend en voorspelbaar. Thierry Baudet van het rechts-nationalistische Forum voor Democratie met adrenalinestoten in de versnelling. En rechtse media als DDS, TPO of De Telegraaf die van elke zucht van hem vervolgens verslag doen. Baudet raast door en laat zijn gesprekspartner niet aan het woord. Nu weer voor de EO-radio over hedendaagse kunst. Waarvan hij in een NRC-artikel  eerder heeft gezegd die af te wijzen omdat het ‘symptomen zijn van een ziekelijke afkeer van het thuis.’ Hij noemt het ‘moderne kunst’. Het gaat Baudet dus helemaal niet om de richting die de hedendaagse kunst neemt. Hij wijst op politieke gronden alle hedendaagse kunst af. Het zou eerlijk zijn als hij dat zei, maar dat zegt hij niet in het debat voor de EO-radio.

Wat Baudet zegt is aantoonbare onzin en toont z’n gebrek aan kennis van de moderne en hedendaagse kunst. Hij haalt alles door elkaar. Zijn verwijzing naar het abstracte expresssionisme of het abstract-expressionisme -de stroming van schilders als Jackson Pollock en Willem de Kooning- slaat de plank mis en toont juist het omgekeerde aan wat wat hij meent te zeggen. Die stroming is het juist te doen om de materie, de expressie van de verf en de kleur en heeft hoegenaamd niets te maken met verwijzingen naar de werkelijkheid.

Baudet heeft te weinig verstand van kunst om er samenhangend en verstandig over te kunnen praten. De steeds weer terugkerende fout van Baudet is niet zijn onkunde, maar zijn zelfoverschatting. Hij denkt zich niet te hoeven beperken, maar dat is een groot misverstand waarmee hij zichzelf telkens weer voor gek zet.

Daarnaast is het ongepast voor een partijpoliticus om zich onder verwijzing naar specifieke gevallen met de inhoud van kunst bezig te houden. Zoals het tentoonstellingsbeleid van musea. Een volksvertegenwoordiger moet zich verre van de inhoud van kunst houden en zich beperken tot het scheppen van de voorwaarden. Baudet is pas sinds kort volksvertegenwoordiger en moet blijkbaar nog wennen aan zijn nieuwe rol. Hij moet leren om zich niet te mengen in het inhoudelijk debat over wat passende kunst is. In zijn ogen. Daar hebben politici verre van te blijven. Ze gaan over politiek, maar niet over de inhoud van kunst. Of religie of de omroep.

Ieder zijn smaak. Realisten of fijnschilders als Wim Heldens, Henk Helmantel, Peter van Poppel of Rob de Lange zijn opgenomen in de collecties van Nederlandse musea en worden niet genegeerd zoals Baudet suggereert. Zo kocht het Groninger Museum in 2014 enkele werken van Helmantel. Veel getalenteerde conceptuele of post-postmodernistische kunstenaars krijgen trouwens evenmin grote tentoonstellingen of aankopen in Nederlandse kunstmusea. De middelen zijn nu eenmaal schaars. Niet in het minst door de invloed van de rechts-nationalistische partijen als VVD en PVV die sinds 2011 buitenproportioneel hebben gekort op het cultuurbudget. Met als direct gevolg dat kunstmusea nu moeten schipperen met hun middelen.

Kunst heeft een maatschappelijke functie en opereert vanuit die rol. Als kunst die rol niet inneemt is kunst geen kunst meer. Maar versiering of behang. Of onderdeel van staatspropaganda. Kunst scherpt aan en stelt het vanzelfsprekende ter discussie. Per definitie tornt kunst aan de gevestigde orde en spiegelt daar kritisch op. Net als religie stelt kunst vragen over het wezen, het bestaan, de werkelijkheid, de zin van het leven en de samenleving. Het is onzin om te veronderstellen dat kunst ‘links’ is en er geen ‘rechtse’ kunst bestaat. Kunst is niet links of rechts, maar schopt tegen het vanzelfsprekende. Of de gevestigde orde nou links of rechts is. Musea doen daar verslag van en bieden als bemiddelaar ruimte aan kunst die de eigen tijd weerspiegelt.

De sociaal-realistische kunst van de Sovjet-Unie die in de realistische vorm in de buurt komt van wat Baudet passende kunst vindt was links-conservatieve kunst die vanwege staatswege was bedoeld om de gevestigde, communistische orde te ondersteunen. Daardoor werd in de Sovjet-Unie de levendige en kwalitatief hoogstaande avant-garde in de vroege jaren’ 30 (vdve) wegens ‘formalisme’ door de opvolgers van Lenin in de ban gedaan. Dat betrof kunstenaars zoals Alexander Rodchenko, Vsevolod Meyerhold, Dziga Vertov of Kazimir Malevich. Zelfs iconen als Sergei Eisenstein of Dmitri Sjostakovitsj werden geknecht in hun artisticiteit.

Kunst die in dienst van de politiek staat en daar niet op kan en mag reageren is bloedeloos en kan niet de maatschappelijke rol van kunst spelen. Dat soort kunst wordt een bevestiging van de bestaande orde en is geknecht en gedomesticeerd. Kunst die ondergeschikt is aan de politiek, de bestaande orde of de geldende smaak van de burgerij is ten dode opgeschreven. Van de andere kant zouden politici die de lenigheid van geest missen om de maatschappelijke rol van kunst te accepteren moeten nadenken over hun eigen rol.

Foto: Schermafbeelding van nieuwsitem online De Telegraaf, 4 april 2017.

ANP Video op YouTube toont bijna alleen sport. Waarom?

anp

De laatste 32 video’s op het  YouTube-kanaal van ANP Video tonen op dit moment sport. Dat komt omdat er Olympische Spelen in Rio zijn. In dat verre buitenland Brazilië. Maar de wereld staat niet stil. Er is meer in de wereld dan sport alleen. Terrorisme, Putin en Oekraïne, ISIS, de strijd in de Republikeinse partij en Donald Trump, rassenonlusten en overstromingen in de VS, Erdogan en Gülen, de 90-jarige Fidel Castro, mogelijk uitstel van de Brexit tot 2019, Julian Assange die met onthullingen over Clinton dreigt, kanselier Merkel die oppositie ondervindt van zowel SPD als CSU, de herdenking van de Japanse capitulatie en een explosie in Schiedam. Maar ANP Video besteedt er geen aandacht aan. ANP Video beperkt zich hoofdzakelijk tot sport.

De NOS heeft de Sportzomer op Radio 1 die als een tsunami van voor- en nabeschouwingen, voor- en nagesprekken, wedstrijdverslagen en evaluaties het wereldnieuws gedurende 10 weken wegdrukt en de nieuwsvoorziening domineert. ANP Video gaat er als toeleverancier in mee. Zo genereert de aandacht voor sport de aandacht voor sport. Het lijkt er steeds meer op dat de Sportzomer vooral naar zichzelf verwijst.

Al bij de planning in 2015 was bekend dat Nederland niet meedeed aan het EK Voetbal en zoals in de vorige jaren behaalden Nederlandse wielrenners in 2016 geen topklassering in de Tour de France. Of Rio voldoet aan de verwachtingen is afwachten. Waarom dan toch die buitenproportionele media-aandacht voor sport? Komt het door het geld dat ervoor wordt vrijgemaakt en als een recordpoging dominostenen omgooien Hilversum in beweging zet? Is de stilzwijgende overeenstemming onder omroepbazen dat de nieuwswaarde nihil is, maar omdat het hoge kijkcijfers oplevert net gedaan wordt alsof sport geen amusement maar nieuws is?

Heinrich Heine zou gezegd hebben dat in Nederland alles 50 jaar later gebeurt. De uitspraak ‘Als de zondvloed komt, ga ik naar Holland, want daar gebeurt alles vijftig jaar’, wordt aan hem toegeschreven, zo memoreert deze boekbespreking. Als Heine nog leefde had hij dat na deze NPO Sportzomer en sportzomer op ANP Video kunnen wijzigen in de volgende uitspraak: ‘Als de zondvloed komt, ga ik naar Holland, om er een voor- en nabeschouwing, voor- en nagesprek, wedstrijdverslag en evaluatie van te zien’. Ook op ANP Video?

Foto: Schermafbeelding van YouTube-kanaal van ANP Video met de meeste recente 30 items die sport gerelateerd zijn.

Petitie: Laat Yuri van Gelder terugkeren naar Rio. Om lekker te sporten

yg

We raken er niet over uitgepraat: sport. De publieke omroep staat van 10 juni tot 21 augustus in het teken van sport: NPO-Sportzomer. Die uit gemakzucht en bij gebrek aan nieuwswaardige sportgebeurtenissen voor het leeuwendeel wordt gevuld met aandacht voor sportfutiliteiten. In een kantelend wereldbeeld van afnemend gezag voor autoriteiten past kritiek op sportbobo’s perfect in de tijdgeest. Merkwaardig is dat ze die kritiek nog verdienen ook. Hun handelen is hooghartig en zelfingenomen. Het tegendeel van egalitair en transparant.

Nu is er Yuri van Gelder die wegens alcoholgebruik en overlast is weggestuurd uit het Olympisch dorp. Nog niet alle details zijn bekend. Het is me een volkomen raadsel waarom dat is. Had dat niet soepeler opgelost kunnen worden? Sportbobo’s laten zich weer van hun beste kant zien. Het wegsturen van Van Gelder lijkt buiten proportie. Had hem op z’n lazer gegeven met een laatste waarschuwing. Om sterk leiderschap te tonen dat improviseert en goed weet om te gaan met dit soort noodgevallen moet je uiteraard gezag hebben. Voordat je terugvalt op verboden die tussen de regels staan geschreven en willekeurig overkomen op de buitenstaander. En waarvan de juridische onderbouwing wordt betwist. Het is het oude verhaal: de kleine vis (Van Gelder) wordt gepakt en de grote vis (Rusland) niet. Sport is politiek. Politiek van een beroerd niveau.

Foto: Schermafbeelding van petitie van J. Berkelaar ‘Laat Yuri van Gelder terugkeren naar Rio en deelnemen aan zijn olympische finale’.

NPO-Sportzomer is te gemakzuchtig en dominant. Dat kan beter

Er is kritiek op de NPO-Sportzomer die liefst 80 dagen duurt. Van 10 juni tot 21 augustus. Er zit wel iets in die kritiek van onder meer Jean-Pierre Geelen of Cornald Maas. Geelen heeft vooral kritiek op de programmering van radiozender Radio 1 die maandenlang in het teken van sport staat. Tot vervelens toe. Op twee van de drie televisienetten is soms sport te zien. Dat is op netten die bestemd zijn voor een algemeen publiek te veel van het goede voor een specifieke categorie waar niet iedereen warm voor loopt. Op twee manieren is er iets mis met de NPO-Sportzomer: het is overheersend en voorspelbaar. En de sport wordt niet eens centraal gesteld.

De NPO-Sportzomer laat niet alleen sportwedstrijden zien, maar toont veel praatprogramma’s over sport die nauwelijks over sport gaan. Of geeft commentaar bij sportwedstrijden dat niet over de sport zelf gaat. Daarbij komt dat de Nederlandse sportjournalistiek niet echt uitblinkt in diepgang en sport als een interessant maatschappelijk fenomeen weet te duiden waarin economie, nationale identiteit en politiek samenkomen als kenmerk van onze tijd. Het praten over sport wordt met voetbaltrainers, sportjournalisten of actieve sporters als gast geen poging om het fenomeen sport te willen doorgronden en de verschillende aspecten ervan te belichten, maar ontaardt in kletspraatjes, meligheid en incrowd gebazel over human interest. Het blijft te veel aan de oppervlakte en benadrukt het amusementsaspect van sport meer dan nodig. Die praatprogramma’s zouden met andere gasten meer diepgang krijgen en aan kwaliteit winnen. Waarom worden er geen filosofen, schrijvers en kunstenaars uitgenodigd die op een veelzijdige  en onvoorspelbare manier naar sport kijken?

Effect van de NPO-Sportzomer is niet alleen het tonen van sport (onder meer EK Voetbal, Tour de France, Olympische Spelen) en praatprogramma’s over sport, maar het bepaalt ook in hoge mate de programmering van de andere twee netten. Daarmee gaat de NPO-Sportzomer over een grens. Waarom is er gedurende de Sportzomer geen alternatieve programmering van programma’s die tijdens het hoogseizoen niet in het drukke schema passen? Waarom zijn er op de andere netten geen registraties van theatervoorstellingen of is er een filmcyclus te zien dat het werk van een breed aanspreekbare regisseur toont dat goed in de ‘losheid’ van de zomer past? Denk bijvoorbeeld aan Valerio Zurlini. Waarom geen project opgezet voor aanstormend talent dat lekker kan experimenteren? Waarom geen reisprogramma’s of historische programma’s over de Nederlandse Antillen, Suriname of Nederlands-Indië? Nu tonen KRO-NCRV hun detectives en wordt dat gepresenteerd als alternatief voor sport. Maar dat is het niet. Trouwens, naast Nieuwsuur is er nu geen enkele rubriek die de wereldpolitiek volgt. Is volgens het management van de NPO de politiek actualiteit 80 dagen met reces?

Sport is een interessant gebeuren dat in de NPO-Sportzomer de nek wordt omgedraaid. De NPO ontkent door wegkijken dat sport in dienst van een ideologie staat en meent dat het neutraal gepresenteerd kan worden. Dat is reinste volksverlakkerij. Waarmee geenszins gezegd wordt dat sport achter de politiek moet verdwijnen. Liever niet zelfs, maar die context moet wel genoemd worden. Laat het duidelijk zijn, met sport is niets mis, wel met de Sportzomer die de NPO ervan maakt. Of het nou komt door de gemakzucht van de netmanagers, de macht van de kijkcijfers, het gebrek aan intellectuele diepgang van de Nederlandse sportjournalistiek of de opvatting dat de zomer er in het uitzendschema nauwelijks toe doet valt te bezien. De NPO-Sportzomer die de publieke omroep ervan maakt is te gemakzuchtig en te dominant. Dat moet in de komende jaren anders. Evenwichtiger en beter. En wat de paradox is van de NPO-Sportzomer: met meer aandacht voor sport.

Afweging om DAB en DAB+ niet naast elkaar te laten bestaan

dab-logo

Update 1 april 2015: In een voorjaarscampagne voor DAB+ wordt in een radiospotje gewezen op ‘de nieuwe manier van radio luisteren’. Maar hoe nieuw is nieuw als DAB al in 1999 in Nederland werd geïntroduceerd en ik meer dan 10 jaar ontvangst via DAB had voordat de NPO met de doorgifte ervan stopte? Dit radiospotje zit me als een ‘graat in de keel’. Iets wordt als nieuw voorgesteld dat helemaal niet nieuw is. Nieuw zou zijn om DAB-doorgifte te hervatten. De Nederlandse omroep is sterker in marketing dan in logica. Domme marketing. 

Ik ben een simpele luisteraar naar de radio. Per toestel, of liever gezegd: knop per toestel, luister ik naar een zender. Wekkerradio’s in keuken en slaapkamer staan afgesteld op Radio 1. Voor het nieuws. Op iMac of iPad luister ik naar de New Yorkse studentenzender WKCR, met vooral jazz en klassieke muziek. Nu juist weer bezig met de jaarlijkse fondsenwervingsactie van deze non-profit zender. In de woonkamer staat een Arcam Solo die FM en DAB ontvangt. De FM staat afgestemd op het Vlaamse Klara, opnieuw met klassieke muziek en jazz, en DAB op Radio 6. Waar ik nauwelijks nog naar luister. Op de digitale Sony-televisie in de woonkamer kan ik tientallen radiozenders ontvangen voor bijzondere gelegenheden.

Er is de afgelopen weken een minieme verandering in mijn luistergedrag gekomen die te maken heeft met de omzetting van DAB (Digital Audio Broadcasting) naar DAB+. Daar kwam ik achter toen ik via DAB op de Arcam Solo naar Radio 6 wilde luisteren, maar niets hoorde. Vreemd, ik vroeg me af hoe dat kwam en ging op zoek op internet. De oorzaak was snel gevonden. De zenders van de publieke omroep die sinds 2004 met DAB-technologie worden doorgegeven zijn sinds oktober 2013 overgeschakeld op de nieuwe standaard DAB+. Mijn Arcam Solo kan geen DAB+-technologie ontvangen of daartoe omgebouwd worden.

Door m’n luistergedrag is de introductie van DAB+ geen ramp, maar voor sommigen wel zoals uit reacties op Dabtuners blijkt. Ook financieel gezien de vaak prijzige ontvangers waar DAB-technologie in is ingebouwd. Daarmee is nu ineens geen digitale ontvangst meer mogelijk. Vaak nog wel ontvangst via FM, maar die is doorgaans minder van kwaliteit. Niemand ageert tegen de overgang naar DAB+. De kritiek richt zich er voornamelijk op dat er niet is gekozen voor een overgangsperiode waarin DAB-technologie naast DAB+ wordt doorgegeven. Waarom heeft de NPO ervoor gekozen om rigoureus met DAB te stoppen? En zegt de cynicus, komt er over een kleine 10 jaar DAB++- technologie die de DAB+-toestellen weer overbodig maakt?

Makers van digitale toestellen spinnen garen bij de overgang naar een nieuwe technologie. Consumenten zijn verplicht hun portemonnee te trekken. Maar het kan anders zoals een commentaar uitlegt: ‘Waarom kan de “gewone” DAB niet in werking blijven, naast de DAB +? Dat gebeurt wel in andere landen waar dezelfde switch is gemaakt (zoals Engeland, Denemarken).Wikipedia zegt: ‘In sommige landen worden dezelfde zenders daarom in zowel DAB (voor luisteraars met oudere ontvangers) als DAB+ (in hogere kwaliteit) uitgezonden.’

De NPO beweert dat DAB en DAB+ niet naast elkaar kunnen bestaan omdat er niet voldoende ruimte ‘binnen de multiplex’ is. En: ‘In overleg met MinEZ hebben we afgesproken gezamenlijk op te trekken en daar past ook deze keuze in. We realiseren ons dat we hiermee een aantal luisteraars duperen en dat is uiteraard vervelend.‘ Weigeren om de DAB-technologie nog langer door te geven lijkt op een bezuinigingsmaatregel van de NPO. Want waarom kan technisch in Engeland en Denemarken wel, wat in Nederland niet zou kunnen?

Het ongenoegen zit diep. Vanwege de financiële strop en de overgang naar DAB+ die als een overval voelt. Simsom stuurde het SP-kamerlid Jasper van Dijk op 21 oktober 2013 een berichtje met de volgende passage: ‘Na een korte google -actie bleek dat de NPO gestopt is met DAB-uitzendingen. Volstrekt onnodig, want er is echt bandbreedte genoeg voor de NPO om dit nog jaren vol te houden. (..) Mijn apparaten kunnen geen DAB+ aan. Ze zijn niet te upgraden. En zo zijn er meer dan 40.000 DAB apparaten in Nederland ineens waardeloos geworden. Dat is meer dan 5,5 miljoen euro aan kostbare apparatuur door deze onbezonnen en onnodige actie. Mag/kan dit zomaar?‘ Kamervragen over dit onderwerp zijn niet terug te vinden. Nog niet.

genevasound-l

Foto 1: DAB+-logo.

Foto 2: Geneva Sound System XL.