Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding moet terug naar tekentafel. Is boerka symbool van de radicale islam, of niet?

Er is iets opmerkelijks aan de hand met het zogenaamde boerkaverbod. Officieel is dat de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding die gezichtsbedekkende kleding verbiedt in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen. De wet is op 1 augustus 2019 ingegaan en vanaf die datum geldt er een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding op genoemde plekken. Een persbericht van de rijksoverheid is duidelijk over de handhaving: ‘Draagt u toch gezichtsbedekkende kleding op een locatie waar dit verboden is? Dan kan een medewerker van de locatie u vragen om de gezichtsbedekking af te doen of de locatie te verlaten. Doet u dit niet? Dan kan de politie worden ingeschakeld en riskeert u een boete.’

De chauffeur van Arriva heeft volgens de wet gehandeld, maar krijgt van zijn werkgever een uitbrander. Hij verzoekt een vrouw die de wet overtreedt om haar niqaab af te doen en als ze dat niet doet weigert hij verder te rijden en roept de politie erbij. De vrouw krijgt overigens geen boete van de politie, wat logisch is omdat de wet nog maar drie weken geleden ingegaan is. Als de wet echter bewust niet mag worden gehandhaafd, dan zadelt dat medewerkers in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen op met een onduidelijke situatie. Ze zitten klem tussen een wet waarvan de overheid wil dat die gehandhaafd wordt en richtlijnen van bedrijven en instellingen die daar haaks op staan en zich beroepen op nut en praktijk. Arriva en soortgelijke vervoersbedrijven scheppen met hun gedoogbeleid onduidelijkheid door richtlijnen uit te vaardigen die in strijd zijn met de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding. De overweging dat het even duurt voordat de politie komt is wellicht op het eerste gezicht begrijpelijk, maar mag bij nader inzien geen reden zijn om de wet niet te handhaven. Uit het wetboek kan niet selectief geshopt worden.

Een andere vraag is of de wet een goede wet is. Dat valt te betwijfelen. Maatschappelijke ontwikkelingen komen erin samen. Zoals de opkomst en groeiende zichtbaarheid van de islam, het toenemend belang van identiteitspolitiek, het opdringen van de controlestaat en de voorkeur van veiligheid boven mensenrechten. In de reactie op de wet zit een hoop ruis. Zo is er de weigering om die te omarmen omdat Geert Wilders het succes ervan claimt. Ook is het onjuist dat er een absolute vrijheid in kleding bestaat. Naaktlopen mag niet. Of het dragen van symbolen als hakenkruizen op kleding. Als de boerka een symbolisch uithangbord voor de radicale islam is, dan is het niet zo gek om boerka of niqaab te verbieden. Het merkwaardige is dan juist weer dat die wet niet consequent is en de gezichtsbedekkende kleding niet op straat verboden is -toch de meest beeldbepalende locatie- maar alleen op genoemde plekken. De wet is een ratjetoe als gevolg van een politiek compromis. Met deze wet weet niemand goed raad. Het is van tweeën een. Of boerka en niqaab worden beschouwd als symbool van de radicale islam en daarom overal verboden. Of ze worden niet beschouwd als symbool daarvan en daarom nergens verboden. De wet moet terug naar de tekentafel. De wetgever heeft artsen, onderwijzers en buschauffeurs opgezadeld met een probleem waar het zelf niet uit is gekomen.

Advertentie

Hoofdoorzaak van rentree Europees antisemitisme is normalisering van extreem-rechts dat de radicale islam extra vleugels geeft

Sociale media schieten alle kanten op. Voor een blogger is het dan ook ondoenlijk om alle negatieve commentaren op het eigen blog te zien. Laat staan te weerleggen of te corrigeren. Maar toevallig kwam ik bovenstaande reactie tegen bij een artikel op het blog van E.J. Bron. Het individu achter The Balkans Chronicles had op 2 januari 2019 bij mijn commentaarAfleiding voor identificatieprobleem van rechtse Joden. Hoe door extreemrechts in Europa en VS het antisemitisme z’n rentree maakt’ gereageerd. Ik had het individu vervolgens met als onderwerp ‘Moderatie’ een e-mail gestuurd met de tekst ‘Uw reactie op mijn blog is verwijderd omdat u geen argumenten geeft, maar enkel niet onderbouwde verwijten en vraagtekens over mijn vermeende gebrek aan motivatie. Ik ga graag het debat met u aan, maar dan op een serieuze, faire manier aan de hand van feiten en argumenten.’ Het individu antwoordde niet, maar plaatste enkele uren later op het blog van E.J. Bron bovenstaande reactie. Daar reageerde ik zojuist op met de volgende reactie:

Ik haat geen Joden, en ik heb nooit gezegd dat ik Joden haat of heb me ooit hatelijk over Joden uitgelaten. U verwijst naar mijn commentaar, maar daar noch in welke uiting van me is haat tegen Joden terug te vinden. U kunt niet onderbouwen wat u zegt. U had het dan ook beter niet kunnen zeggen.

Het is dan ook onduidelijk waar u uw mening op baseert. Graag geef ik u een toelichting over dit commentaar waar u naar verwijst. De vork zit naar mijn idee anders in de steel dan u meent. Ik breng een andere nuancering aan. In de uitwisseling van reacties met Awi Cohen bij dit commentaar heb ik een en ander al toegelicht.

In het commentaar verwijs ik naar de video ‘Hoe door de massa-immigratie in Europa het antisemitisme zijn rentree maakt’ van ‘Do re mi fa so la ti’. De claim van die video is dat door de massa-immigratie van moslims naar Europa het antisemitisme zijn rentree maakt. Ik ontken het antisemitisme van moslims niet en keur dat af. Een aanhanger van de islam of welke religie dan ook ben ik overigens niet, hoewel ik het grondrecht van de vrijheid van godsdienst erken. Ik ontken evenmin dat er op dit moment een opleving van het antisemitisme in Europa is.

Ik leg alleen de hoofdoorzaak van de rentree van het antisemitisme in Europa niet bij de massa-immigratie, maar bij de normalisering van extreem-rechts.

Reden daarvoor is naar mijn idee dat de radicale islam in Europa weliswaar kwantitatief is gegroeid, maar in de kern van het establishment van politiek en media weinig steun heeft verworven. Dat is anders bij de rechts-extremisten die in sommige landen in de mars door de instituties verder zijn gekomen dan de radicale islam. Zie Trump, zie Orban, zie Kaczyński en zie de marginale Jean-Marie Le Pen en Gerard Batten (UKIP). Die machtspositie maakt naar mijn idee het verschil voor die normalisering.

Die rentree koppel ik dus niet aan de massa-immigratie van moslims, maar aan de opkomst van extreem-rechts in de VS dat door de opkomst van president Trump en (de inmiddels door Trump afgedankte) adviseur Steve Bannon (oud-hoofdredacteur Breitbart) aan populariteit en publiciteit heeft gewonnen. Miljardair Robert Mercer en diens dochter Rebekah steunden Bannon tot nu toe ruimhartig met financiële middelen en het vermoeden bestaat dat die steun gecontinueerd wordt in Bannons kruistocht met de opzet om radicaal-rechtse partijen in Europa met elkaar te verbinden. Ofwel, extreem-rechts in de VS, en in het kielzog daarvan in Europa, is met ruime geldelijke middelen opgestoomd naar de kern van de politiek.

Die opkomst en de normalisering van extreem-rechts, witte nationalisten, neo-Nazi’s en Ku Klux Klan-leden kwam tot uitbarsting bij de mars in Charlottesville van augustus 2017 waarbij 1 dode viel en de vergoelijkende reactie erop van president Trump die dat rechts-extremisme niet ondubbelzinnig veroordeelde. Trump kreeg daarop veel kritiek.

De rechts-extremisten schreeuwden leuzen als ‘Jews will not replace us’ en de nazi-leus ‘blood and soil‘, droegen Swastika-vlaggen en waren klaarblijkelijk geobsedeerd door Joden. Een rechtse demonstrant verklaarde in de media: ‘This city is run by Jewish communists and criminal niggers’. De marcheerders droegen hemden die praatten over Adolf Hitler. Kortom, extreem-rechts heeft een sterke onderstroom van antisemitisme.

Ik vraag me daarbij af hoe radicaal-rechtse Joden als Leon de Winter die onvoorwaardelijk president Trump steunen die tegengestelde geluiden met elkaar in harmonie kunnen brengen. Want hoe kan iemand van welke achtergrond dan ook die zich verzet tegen antisemitisme of racisme in algemene zin, het opnemen voor Trump die samenwerkt met rechts-extremisten en ze in de praktijk uit de wind houdt en niet ondubbelzinnig veroordeelt? Dat is uiteindelijk een vraag van moraliteit voor elk individu.

Het zal duidelijk zijn dat ik geen politieke bondgenoot van Trump of extreem- of radicaal-rechts ben. Van extreem- of radicaal-links trouwens evenmin. Evenmin ben ik een aanhanger of goedprater van de radicale islam en tolereer de islam niet van harte, maar simpelweg omdat de vrijheid van godsdienst onder de rechtsstaat is gegarandeerd. Evenmin haat ik Joden of welke bevolkingsgroep dan ook.

Ik probeer de wereld te verklaren aan de hand van de feiten en de wisselwerking daartussen. Een paradox als rechtse Joden die via een omweg het antisemitisme van David Duke of Richard Spencer steunen probeer ik te begrijpen. Of evangelische christenen die Trump steunen die alles doet dat tegenstrijdig is en dat haaks staat op de leer en het geloof van Jezus Christus.

Over de vraag of de rentree van het antisemitisme in Europa ongewenst is zijn we het denk ik eens. Dat antisemitisme is ongewenst en moet bestreden worden. Alleen over de vraag wat de precieze oorzaak is van die rentree zijn we het oneens. Ik leg die oorzaak bij de normalisering en vermaatschappelijking (mede in politiek en media) van extreem-rechts waardoor het bestaande antisemitisme van de radicale islam extra vleugels krijgt die het daarvoor niet had.

Foto: Schermafbeelding van een reactie van The Balkans Chronicles op het blog van E.J. Bron, 2 januari 2019.

Nederlands kabinet geeft voorkeur aan handelsbelangen boven de bestrijding van de radicale islam. In Algerije is dat anders

Wie het Frans of Arabisch niet verstaat, kan toch uit de beelden afleiden wat er aan de hand is. De Algerijnse minister van Religieuze Zaken en Waqf  Mohamed Aïssa verklaart de oorlog aan het Saoedische Wahabisme en het islamitisch fundamentalisme. Islamitische geestelijken omringen hem. Aïssa meent onder verwijzing naar de Saoedische islamgeleerde Sheik Ibn El-Otheimine (1929-2001) dat hedendaagse salafisten niet de ware betekenis hanteren. Salafisme zou een verwijzing zijn naar het pad dat de profeet, zijn volgelingen en voorgangers volgden, maar hieruit zou niets afgeleid kunnen worden over het persoonlijke pad van moslims voor nu: ‘Echter, salafiya adopteren als een persoonlijk pad en het gebruiken van andere moslims met een tegengestelde mening, of sterker nog als een partizanenpad, is volledig in tegenspraak met salafiya zelf’. Dit gaat om de interpretatie en beeldvorming van het salafisme en wie erover het laatste woord kan claimen.

Of het klopt wat Aïssa zegt is niet de kern. Het gaat erom dat een Algerijnse minister het met stilzwijgende instemming van islamitische geestelijken nodig acht om zich tegen de fundamentalistische islam uit Saoedi-Arabië te keren en hij denkt die met eigen wapens te kunnen bestrijden. Dit geeft aan dat de stromingenstrijd in de (Soennitische) islam in een nieuwe fase is beland. De radicale islam wordt de voet dwarsgezet.

Dit staat in schril contrast met de conclusie van RTLZ-journalist Roderick Veelo. In een commentaar hekelt hij de lakse opstelling van de Nederlandse regering over de import van de radicale islam uit Saoedi-Arabië. Achtereenvolgende kabinetten met onder meer VVD, PvdA, CDA en D66  zouden dat jarenlang vanwege handelsbelangen hebben verzwegen of zelfs ontkend. Door onderzoeksjournalistiek van Nieuwsuur en NRC en tegen de zin van het kabinet in is de financiering van radicale moskeeën alsnog naar buiten gekomen. Veelo concludeert: ‘De situatie is absurd: we hebben de handen vol aan het deradicaliseren van jonge moslims en tegelijkertijd houdt de overheid er een geheime achteringang op na voor de radicale islam. Die geheime afspraken zijn ondraaglijk. Net als de wegkijkers, de langslapers en de lakse bestuurders die de samenleving opzadelen met de import van nog meer religieuze intolerantie.’ In landen als Algerije wordt de urgentie beseft van het terugdringen van de radicale islam omdat het een strijd om de macht is. Maar de Nederlandse regering daartegenover beseft die urgentie niet en maakt die ondergeschikt aan het eigen handelsbelang.

Carré-debat: ‘Nederland heeft zijn eigen cultuur onvoldoende beschermd tegen het afbraakbeleid van VVD, CDA en PVV’

xl

De tweede stelling in het Carré-debat van 5 maart luidde: ‘Nederland heeft zijn eigen cultuur onvoldoende beschermd’. Sybrand Buma (CDA) was het eens met die stelling en bracht het terug tot de constatering dat ‘Nederland “hard moet opstaan tegen de radicale islam”. De leider van GroenLinks Jesse Klaver vond dat Nederland de tolerantie te weinig beschermde (‘Nederland is vrijheid, tolerantie, empathie, en dat staat op het spel’) en was het praktisch oneens met de stelling. Lodewijk Asscher (PvdA) erkende dat er bedreigingen zijn, zoals islamitische radicalen, maar was optimistisch over de toekomst van Nederlandse cultuur.

Deze weergave maakt de onbenulligheid van de partijpolitiek in een notendop duidelijk. Zwendel die draait om het omdraaien van de waarheid voor eigen gewin. Het is beuzelarij en kwaadwillendheid tegelijk. In een politiek debat maken politici een aspect van een aspect tot hoofdzaak omdat het partijen om electorale redenen goed uitkomt. Zowel de partijen die de islam de schuld van alles willen geven (CDA) om kiezers van de PVV te trekken als partijen die het omgekeerde willen door de tegenstanders van Wilders in hun kamp te trekken. Wilders had ervoor gekozen om bij dit debat niet aanwezig te zijn, maar bepaalde op de achtergrond wel de inhoud en de invulling van deze stelling. Door alle politieke partijen werd de hoofdzaak verzwegen.

Hoe anders zou het antwoord op de stelling kunnen zijn in een volwassen democratie met volwassen politici met een volwassen geest die de ruimte hebben om onderwerpen niet terug te brengen tot een geleerd lesje en een reductie van de werkelijkheid. Hier doet zich het tekort aan brille en eruditie van een generatie politici kennen die opereert als middenstanders die voor hun toko hun handelswaar aanprijzen en niet de geestelijke vermogens hebben om verder te kijken dan eigen marketing. Het gemankeerde antwoord op de vraag doet kiezers afvragen of deze lijsttrekkers op zoek naar kiezers het verdienen dat kiezers een lijsttrekker vinden.

Nederland kan zijn cultuur voldoende beschermen met beleidsmaatregelen die de Nederlandse taal, kunst, geschiedenis en het (cultuur)onderwijs steunen. Maar dat doet de huidige politieke klasse niet. Het kort juist op dit beleid dat een basis onder de Nederlandse culturele identiteit zou kunnen leggen. Hoofdzaak zijn dus geen defensieve maatregelen tegen de radicale islam wat Buma, Klaver en Asscher er in hun reacties van maken, maar offensieve maatregelen die de Nederlandse kunst en cultuur positief  en ruimhartig steunen. Het sterke vermoeden dat Buma weet dat hij deze steun voor de Nederlandse cultuur heeft laten liggen en daarom als afleiding de aanval op de radicale islam zoekt maakt het er nog valser, schijnheiliger en onbetamelijker op.

Wie herinnert zich in 2011 niet toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) in het kabinet Rutte I dat werd gevormd door VVD en CDA en gedoogd door PVV? Dat zijn de drie partijen die met duivels plezier en breed verkondigde minachting de cultuursector een lesje leerden door bovenmatig te korten op het cultuurbudget waardoor de culturele basisinfrastructuur van Nederland ernstig werd aangetast. In 2017 werken deze bovenmatige korting en imageschade nog na en zijn kunst en cultuur deze klap nog steeds niet te boven.

Het zijn niet toevallig drie conservatieve partijen die nu vanwege politiek gewin het hardst schreeuwen dat de Nederlandse cultuur onvoldoende beschermd wordt. Daarbij niet bij zichzelf te rade gaan wat ze fout deden, maar naar de islam verwijzen. Denken de politici van VVD, CDA en PVV dat kiezers zo gemakkelijk zijn te misleiden? Ze speculeren blijkbaar op een ontbrekend politiek geheugen van de kiezer. Denken VVD, CDA en PVV dat het de kiezer is ontschoten dat de oorzaak van de verzwakking van de Nederlandse cultuursector is gelegen in het beleid van VVD, CDA en PVV? Gevoegd bij genoemde uitblijvende beleidsmaatregelen om het Nederlandse taal-, geschiedenis- en cultuuronderwijs grondig te versterken. Feitelijk had de stelling moeten luiden ‘Nederland heeft zijn eigen cultuur onvoldoende beschermd tegen het afbraakbeleid van VVD, CDA en PVV’. Partijpolitiek die mogelijk wordt gemaakt door slechte journalistiek is om akelig van te worden.

Foto: Schermafbeelding van still uit videoKlaver en Buma fel tegen elkaar in debat over Nederlandse cultuur’. NOS, 5 maart 2017.

Marokko verbiedt import, fabricage en verkoop van burka en niqaab. Moet Europa dit initiatief volgen?

De Marokkaanse regering voert veiligheidsmaatregelen als reden op om import, fabricage en verkoop van burka’s en niqaab’s binnen 48 uur te verbieden. Verkopers kunnen in de tussentijd deze kledingstukken aanpassen. Of er ook een verbod komt op het dragen van burka’s en niqaab’s is onduidelijk. Maar een verbod op import, fabricage en verkoop zal betekenen dat ze geleidelijk uit het Marokkaanse straatbeeld verdwijnen.

Maartje Bakker constateert in een bericht in De Volkskrant dat de kledingstukken die alleen de ogen vrijlaten van oudsher niet bij Marokko pasten. Onder invloed van strenge islamitische geestelijken uit het Midden-Oosten hebben ze de laatste decennia een opmars gemaakt. Als een soort missiewerk vanuit Saoedi-Arabië. Marokko is het eerste land waar dit soort maatregelen wordt genomen. Opzet is vermoedelijk om de radicale islam de pas af te snijden en burka en niqaab niet langer te accepteren als wandelend reclamebord daarvoor.

Westerse landen worstelen met deze kledingstukken die door de radicale islam worden gepromoot. Ook in Westerse landen horen ze van oudsher niet thuis, maar zijn ze geïmporteerd vanuit het Midden-Oosten of vanuit landen als Marokko waar ze onder invloed van de radicale islam uit het Midden-Oosten verspreid zijn. Bij het uitbannen uit het straatbeeld van deze kledingstukken beroepen Westerse regeringen zich doorgaans op het veiligheidsaspect. Terroristen zouden zich er in kunnen verschuilen. In een samenleving die de weg naar de controlestaat inslaat met steeds meer cameratoezicht is geen ruimte voor uitzonderingen hierop. Maar vanwege de vrijheid van godsdienst is het lastig om religieuze uitingen te verbieden.

Het zou eerlijker zijn als Europese regeringen in hun argumentatie dat veiligheidsaspect achterwege laten omdat het niet het hoofdbezwaar tegen burka’s en niqaab’s is. Dat is de opkomst van de radicale islam die als ongepast wordt gezien binnen de Europese traditie. Onder meer vanwege de slechte positie van vrouwen binnen de islam die niet past bij de nationale rechtsstaat. Deze strenge versie van de islam wordt met geld uit onder meer Saoedi-Arabië en Qatar in Europese landen ondersteund. Europese landen zouden oprechter én doelmatiger zijn als ze deze landen duidelijk te verstaan zouden geven dat ze op moeten houden met hun islamitisch missiewerk op straffe van het verbreken van diplomatieke banden. Dat zou pas echt indruk maken.

Aanslag namens IS in Franse katholieke kerk: ‘Allah Akbar’ of ‘Daech’

Opnieuw een aanslag in Europa die opgeëist wordt voor IS. Deze keer in een katholieke kerk in Saint-Étienne-du-Rouvray in Normandië. Een directe aanval namens de islam op het christendom. De 86-jarige priester Jacques Hamel is de keel doorgesneden en de twee gijzelnemers zijn doodgeschoten door de snel reagerende veiligheidstroepen. Vijf gijzelaars zijn bevrijd. Volgens media, zoals een bericht in Le Point riepen de gijzelnemers ‘Daech’ toen ze de kerk binnendrongen. Andere berichten houden het op ‘Allah Akbar’.

Opvallend is dat de Franse regering terughoudend is over de motivatie van de gijzelnemers. Het geeft er tot nu toe geen  bijzonderheden over. Er lijkt zich een nieuwe tweedeling af te tekenen. Marine Le Pen van het rechtse Front National was er in een tweet als de kippen bij om wel de achtergrond van de twee gijzelnemers te benoemen: ‘de terroristes islamistes’. Europese regeringen lijken steeds behoedzamer om bij een door IS geïnspireerde aanslag te verwijzen naar de radicale islam of het islamitisch terrorisme. In een eerste reactie verklaarde president Hollande dat IS Frankrijk de oorlog heeft verklaard en een antwoord niet zal uitblijven.

Redenen daarvoor kunnen zijn dat ze geen voorbeelden willen uitvergroten die nagevolgd worden. En weer leiden tot nieuwe aanslagen in naam van IS. Ook is het denkbaar dat Europese regeringen bevreesd zijn dat de steun voor het vluchtelingenbeleid in snel tempo afbrokkelt en er stemmen opgaan om bevolkingsgroepen die gerelateerd zijn aan de islam het land uit te zetten. Deze polarisatie is exact wat rechts-nationalisten en de radicale islam nastreven. Ze willen onrust stoken, terwijl de zittende regeringen willen pacificeren. Hoeveel aanslagen in naam van de islam in Duitsland, Frankrijk of andere Europese landen nog nodig zijn voordat de roep op een radicaal antwoord op de radicale islam de overhand krijgt is de vraag van de zomer van 2016.

Masterplan voor de salafistische dawa in Nederland gevraagd: isolatie tussen repressie en tolerantie

800px-Kairo_1856_(Francis_Frith)

Enkele burgemeesters en de Tweede Kamer denken verschillend over de gewenste relatie met salafistische groeperingen. Het is een orthodoxe stroming binnen de soennitische islam die extreem fundamentalistisch en islamitisch is. De Tweede Kamer heeft het kabinet in november 2015 in een motie gevraagd te onderzoeken of salafistische organisaties kunnen worden verboden. Het geschil spitst zich toe op de burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag die wijst op de vrijheid van godsdienst en gemeentelijke diensten met salafistische organisaties laat samenwerken en zelfs subsidie geeft voor taallessen. NRC zette zijn mening uiteen in een artikel. Mede daarop reageert het sociaal-democratische kamerlid Ahmed Marcouch die Van Aartsen naïviteit verwijt en volgens een artikel in het AD net als andere kamerleden het liefst het salafisme in Nederland wil verbieden. Marcouch wijst ook op het ronselen van jihadisten door salafisten voor de jihad in Syrië.

In het rapportRadicale dawa in verandering; de opkomst van een islamitisch neoradicalisme in Nederland’ vatte de AIVD in 2007 samen wat het onder de radicale dawa verstond, namelijk ‘de verspreiding van radicaal, onverdraagzaam politiek- religieus gedachtegoed’. De aanbiedingsbrief omschreef de salafistische dawa beweging: ‘Het radicale karakter is gelegen in het feit dat zij de samenleving diep ingrijpend wil hervormen naar ultraorthodox model, waarmee zij zich duidelijk onderscheidt van meer traditioneel georiënteerde ultraorthodoxe stromingen. Participatie in de omringende niet- islamitische samenleving wordt afgewezen en verregaande vormen van onverdraagzaam isolationisme tegen andersdenkende moslims en niet-moslims worden gepropageerd. Ook roept de salafistische dawa beweging op tot antidemocratisch handelen, evenwel zonder daarbij het gebruik van geweld te verheerlijken, ertoe op te roepen of het te ondersteunen.’

De salafistische dawa is een stroming die de Nederlandse democratie verwerpt en zich verzet tegen de verworvenheden van de rechtsstaat zoals de vrijheid van godsdienst of gelijke rechten en zich beroept op de vrijheid van godsdienst om dat te mogen zeggen. Wat moet de overheid met een organisatie waarvan het weet dat die erop gericht is de democratie om zeep te willen helpen? Wie heeft gelijk, Marcouch of Van Aartsen?

Verschil tussen de meerderheid van de Kamer en Van Aartsen (plus D66 en SP in de Kamer) valt te herleiden tot het soort democratie dat betrokkenen voor ogen staat, respectievelijk een substantieve (preventie door repressie) of procedurele (tolerante) democratie. Ook omschreven als het verschil tussen een Duitse en een Amerikaanse democratie. (zie p. 1). Stefan Rummens en Koen Abts komen in hun artikelPolitiek extremisme en de weerbaarheid van de democratie’ (2008) tot een derde aanpak omdat ze de procedurele en substantieve aanpak problematisch vinden. Anders gezegd, hoe kan een democratie zich wapenen niet te inschikkelijk te zijn jegens vijanden die de democratie op willen blazen zonder met een te militante aanpak de eigen principes met voeten te treden? Wat is de beste strategie om extremisten te ontmantelen en mogelijk te vervangen?

Rummens en Abts besluiten hun artikel met een aanbeveling voor de Vlaamse situatie die vertaald kan worden naar een aanbeveling voor de Nederlandse overheid met betrekking tot de salafistische dawa: ‘de combinatie van enerzijds een stringent cordon sanitaire en anderzijds een geloofwaardige, alternatieve oppositievoering (..) uiteindelijk electorale schade kan aanrichten bij het extremistische Vlaams Belang. Uiteindelijk zou principiële non-coöperatie niet alleen legitiem, maar ook wel eens effectief kunnen blijken te zijn.

Conclusie is dat er iets aan de hand is met de salafistische dawa dat ingrijpen door overheden rechtvaardigt. Van Aartsen wijst op de vrijheid van godsdienst die mensen niet beoordeelt op gedachten of ideeën: ‘Dat is de hoeksteen van de rechtsstaat waar onze democratie op is gebaseerd. Ik vraag mij af of de Tweede Kamer zelf nog wel gelooft in de beginselen van de rechtsstaat.’ Maar hij heeft het mis de salafistische dawa uitsluitend als godsdienst te zien en de politieke component buiten beschouwing te laten. Vooralsnog kijkt de kamermeerderheid naar wat van het salafistische gedachtengoed en activisme niet binnen een godsdienst past en Van Aartsen kijkt naar wat wel binnen een godsdienst past. Ze gaan hierbij allebei de fout in.

Er dient een masterplan te komen dat geldt voor alle overheden dat eruit bestaat dat de salafistische dawa in Nederland wordt geïsoleerd en facilitair wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld bij de toekenning van vergunningen voor ‘brede’ moskeeën. Van Aartsen en andere burgemeesters zoals Rob van Gijzel dienen onmiddellijk de samenwerking met salafistische organisaties te staken en de subsidie te stoppen met als doel dat er een cordon sanitaire om de salafistische dawa wordt gelegd en dat de instroom van oliegelden uit het Midden-Oosten voor de bouw van moskeeën in kaart wordt gebracht. De overheid moet niet zover gaan door actief aan de slag te gaan met het idee van compenserende neutraliteit -dat tijdens het burgemeesterschap van Job Cohen door Ahmed Marcouch werd gesteund- maar dient de gematigde stromingen van de islam wel passief te steunen. Het onderzoek door het OM waar de motie Marcouch/Tellegen om vraagt dient een onderscheid te maken tussen de politieke en de religieuze componenten van de salafistische dawa in Nederland.

Foto: Caïro 1856. Zicht op de citadel. Fotograaf Francis Frith (1822 -1898).

Interview van WijBlijvenHier! met Mehmet Refii Kileci over islam en kunst

6IN1Ktnt_AXqlAhLZhgYNFayyUSq21-Hnz1bpYZPm9M-560x560

Wij BlijvenHier! interviewt de Turks-Nederlandse islamoloog en kalligrafie- en Ebrukunstenaar Mehmet Refii Kileci over kunst en de islam. Kileci heeft in 2008 het Roumi Kunst Instituut in Rotterdam opgericht. ‘Een generatie die de rijkdom van haar eigen cultuur, beschaving en filosofie niet kent, ontsnapt niet aan een identiteitscrisis en complexen’ is een van zijn uitspraken die hem karakteriseert. Net als Taraq Ramadan of  Fethullah Gülen wil hij eerder de modernisering naar de islam brengen, dan de islam naar de modernisering.

Hieronder volgt een passage uit het interview waarin opvalt dat Mehmet Refii Kileci de stad op een wat hooghartige wijze afzet tegen het platteland. Hij grijpt terug naar de rijke culturele traditie van de islam die wordt aangevallen door radicale islamitische bewegingen waar de traditionele islam geen antwoord op heeft.

Vraag: In sommige islamitische landen, voornamelijk landen waarin IS en hun gelijken actief zijn, worden beelden en andere kunstwerken vernield. Hoe denkt u hier over?

Antwoord: Dit zijn onwetende jongeren. De vele problemen die de islamitische wereld kent hebben hieraan bijgedragen. We weten niet door wie ze worden geprovoceerd of wie ze ertoe stimuleert. Wij weten ook niet welke verborgen, kwade krachten er schuilen achter de schermen. Maar over het algemeen zijn dit wel onze jongeren, die onwetend en geradicaliseerd zijn. Hetgeen zij doen, zijn grote fouten. In de naam van de islam worden er moorden gepleegd, terwijl wij geloven dat kennis, kunst, cultuur en bepaalde normen universeel gedeelde waarden zijn. Kunst is een accumulatie van duizenden jaren aan cultuur en dient beschermd en benut te worden. De schade die zij berokkenen, is schade aan het gedeelde erfgoed van de mensen. Sommige radicale islamitische bewegingen interpreteren de islam verkeerd en maken bijgevolg grove fouten. Wat ze gemeen hebben, is dat ze geen ‘alim’ (geleerde) zijn, dus onwetend zijn en niet de tools hebben om islamitische bronnen te begrijpen in zijn geheel. Vaak zijn ze bedoeïen. Het is niet juist om te verwachten dat een bedoeïen uit de woestijn begrip en inzicht in kunst zal hebben. We kunnen stellen dat zij een nomadeninterpretatie van de islam willen hanteren, terwijl ze geen geleerden zijn. De nomaden hebben een beperkte leefwereld en kunnen bepaalde dingen niet vatten op kunstgebied. De islam is een geciviliseerde religie die in Mekka en Medina is geopenbaard. Medina betekent stad en ‘medeniyat’ (civilisatie) is daarvan afgeleid. Het betekent stedelijk. Islam heeft een stedenbeschaving aangezien het voortkwam uit de destijds één van de meest ontwikkelde steden, namelijk Mekka. Maar als deze geciviliseerde religie in handen komt van nomaden, die ook zijn bevlekt met bepaalde politieke ideologieën, met haat en onwetendheid, en ook vaak wrede dingen hebben meegemaakt, dan kunnen zulke verkeerde gedragingen ontstaan. Als je goed kijkt, zie je dat de meeste van zulke jongeren nauwelijks een juiste islamitische leefstijl en ethiek hebben. Het zijn mensen die niet voorbij de uiterlijkheden kunnen kijken en de liefdevolle, inhoudelijke boodschap kunnen begrijpen. Ook zijn ze beïnvloed door de decennialange politieke onderdrukkingen. Zo heeft de ene fout tot een andere fout geleid. Het Westen, en voornamelijk de politici, hebben dus ook fouten gemaakt die een rol hebben gespeeld in deze radicalisering. Deze jongeren waren vaak in hun land van herkomst ook als problematisch beschouwd. In combinatie met woede en haat domineerden de negatieve gevoelens de overige aspecten zoals controle, verstand en wil.

Zie hier voor het eerste deel van het interview van WijBlijvenHier! met Mehmet Refii Kileci

BY5x_ZYtvKHlJzxzdkGwPdD86XcNB6US817OGy6wNYM-560x560

Foto 1: De Turks-Nederlandse islamoloog en kunstenaar Mehmet Refii Kileci.

Foto 2: Ebru-kunst