Men kan op allerlei manieren naar het conflict tussen Hamas en Israël in het Midden-Oosten kijken. Het is niet te veel gezegd om het een complex probleem te noemen. Door de dominante rol van religieuze aspecten tussen en binnen godsdiensten wordt de ratio door de emotie verdrongen. Historische claims, uitsluiting van anderen en het beroep op de superioriteit van het eigen geloof maken het tot een doolhof zonder uitgang. Er zijn wel uitzonderingen die dit religieuze denken verwerpen, maar zij hebben weinig invloed.
Voor de hand ligt om het te hebben over de mensenrechten omdat oorlogshandelingen tot schrijnende taferelen leiden met vele doden tot gevolg. Vooral onder de Palestijnse bevolking van de Gazastrook. Die bevolking zit klem tussen de eigen machthebbers, het soennitische bewind van Hamas en het vijandige Israëlische leger. De inwoners worden dus op twee manieren gegijzeld.
Eigenlijk drie als men in beschouwing neemt dat de internationale gemeenschap inclusief de Arabische wereld de interesse in het conflict heeft verloren. Niemand neemt het op voor de Palestijnse bevolking. Dit komt mede omdat het belang van de olie in de regio is afgeschaald en andere conflicten zoals die met de Russische Federatie en China belangrijker worden gevonden en in de plaats zijn gekomen van dit al decennia zeurende conflict. Het is geen wereldconflict meer, maar een regionaal conflict. Israël maakt er gebruik van door banden aan te knopen met vroegere soennitische sympathisanten van de Palestijnse Autoriteit.
De bevolking van Israël wordt ook op twee manieren gegijzeld. Namelijk door de regering Netanyahu met een premier die alles uit de kast haalt omdat hij vecht voor zijn politieke voortbestaan om uit de handen van justitie te blijven en de dreiging van Hamas in de Gazastrook en het pro-Iraanse Hezbollah in Libanon die als doelstelling hebben om Israël van de kaart te vegen. Zo staat in de preambule van het Handvest van Hamas (1988): ‘Israël zal bestaan en voortbestaan totdat de islam het elimineert zoals het voordien anderen heeft geëlimineerd’. Dat liegt er niet om en biedt westerse landen de politieke ruimte om Israël de ruimte te geven om zich te verdedigen tegen Hamas dat internationaal als een terroristische organisatie wordt beschouwd . Het lijden van de Palestijnse bevolking is de rem op die vrijbrief, niet het opereren van Hamas.
Men kan ook geopolitiek naar dit conflict kijken. In januari 2020 werd de Iraanse generaal van de Quds Brigade Qassem Soleimani gedood in Bagdad in een Amerikaanse luchtaanval. De Quds Brigade is vergelijkbaar met speciale troepen van andere landen die geheime en buitenlandse operaties uitvoeren. Soleimani maakte gebruik van de achterstelling van de sjiieten in Libanon, Irak en Afghanistan en smeedde een sjiitische coalitie die liep van Libanon tot Afghanistan. Daarnaast steunde Iran het sjiitische regime van Assad in Syrië dat zonder Iraanse militaire steun onder de voet zou zijn gelopen. Feitelijk heeft Iran via sjiitische milities ook in Irak de macht gegrepen en onderdrukt de soennitische minderheid. Tot en met oorlogsmisdaden aan toe en het onrechtmatig annexeren van bezit zoals gebeurde in Jurf al-Sakhr dat nog steeds bezet wordt gehouden door sjiitische pro-Iraanse milities.
De vijand van mijn vijand is mijn vriend, daar komt de samenwerking van het soennitische Hamas en het sjiitische Iran op neer. In Irak, Libanon en Syrië staan ze tegenover elkaar, zeker waar het de gewone bevolking betreft, maar als het om de grote vijand Israël gaat, dan lopen de geopolitieke belangen gelijk op. Dus helpt de Iraanse Quds Brigade die nu wordt geleid door generaal Esmail Qaani Hamas met drones om vanuit de Gazastrook Israël te bestoken. Met als gevolg dat de expansie van Iran doorgaat en het Iraanse front is opgeschoven tot in de Gazastrook. Daarom is de strijd zo fel.
Zonder legers zou er geen oorlog bestaan, maar tot de tanden gewapende legers hebben hun eigen dynamiek en machtsvorming die onvermijdelijk tot oorlog leidt. De oorzaak om dat te rechtvaardigen of te verwerpen kan van alles zijn en is ondergeschikt aan het oorlogsdoel. Die constatering wordt door buitenstaanders gemaakt die zien dat dit conflict een krachtenspel is van een op hol geslagen draaimolen waar van buitenaf de stekker niet uitgetrokken kan worden. En zolang van binnenuit de behoefte niet bestaat om dit te beëindigen en naar vrede te streven zal de mallemolen blijven draaien. Met de bevolkingen als slachtoffer.