Waarom steunt groen-links Oekraïne en radicaal-links niet?

Tweet van Bas van Apeldoorn en reactie GK, 5 maart 2022 en 7 februari 2023.

Intrigerend in de Europese politiek zijn de verschillen tussen de linkse partijen in hun antwoord op de Russisch-Oekraïense oorlog (2014 .. —-). Groene partijen als de Duitse Die Grünen of het Nederlands GroenLinks zijn voor militaire en andersoortige steun aan Oekraïne, terwijl links-radicale partijen als de Nederlandse SP of de Duitse Die Linke tegen zijn.

Terwijl men juist andersom zou verwachten. Zo was de pacifistische PSP een van de partijen die in 1990 opging in de fusiepartij GroenLinks. In de PSP leefde het gedachtengoed van Bertrand Russell die in principe tegen oorlog was, maar niet tegen elke prijs. Hij muntte daartoe het begrip ‘relatief pacifisme‘: oorlog is altijd slecht, maar in zeer uitzonderlijke gevallen is het het minste van meer kwaden en is het gerechtvaardigd.

Dat geeft GroenLinks politieke ruimte om op de actualiteit te reageren. Politieke ruimte die de SP zichzelf niet gunt.

Overigens waren de Duitse Die Grünen en Nederlands GroenLinks om politieke en ecologische redenen in een vroeg stadium de grootste tegenstanders van de aanleg van de Russische gaspijplijnen Nord Stream I en II die Europa energie-afhankelijk van de Russische Federatie maakten. Hoe afhankelijk dat de Europese samenleving en het bedrijfsleven maakte van Russische energie zagen we na 24 februari 2022 toen het Kremlin energie als wapen inzette.

Politiek-pragmatisch relativisme lijkt nog steeds het verschil te verklaren tussen de Europese groen-linkse en radicaal-linkse politiek. De SP is star in haar standpunten over de oorlog die niet door realisme en oplossingsgerichtheid, maar door ideologie worden bepaald.

Wie op sociale media uitspraken van SP’ers zoals Bas van Apeldoorn bekijkt ziet het tegendeel van relativisme, realisme en het ingrijpen in de politieke situatie van nu. Het blijven herhalen van ideologische kernpunten zoals de macht van de wapenindustrie, de Amerikaanse buitenlandse politiek en de NAVO, de maatschappelijke ongelijkheid en de wenselijkheid van onderhandelingen over de Russisch-Oekraïense oorlog zijn op zich niet onlogisch of verkeerd, maar maken politieke flexibiliteit ondergeschikt aan een permanente politieke campagne. Deze uitgangspunten houden de SP gevangen.

Hoe evenwichtig en intellectueel geloofwaardig is bovenstaande tweet van SP-senator Bas van Apeldoorn die zo begint: ‘Niets kan Poetin’s misdadige en smerige oorlog rechtvaardigen‘. Om dat vervolgens zo af te zwakken dat hij Poetins oorlog tegen Oekraine rechtvaardigt door naar John Mearsheimer te verwijzen. Een politicoloog die steevast kritiek heeft op de buitenlandse politiek van de VS. Logisch dat een SP’er als Van Apeldoorn uitkomt bij Mearsheimer.

Maar hoe kan iemand als Van Apeldoorn geloofwaardig zijn door op John Mearsheimer te vertrouwen? Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat Van Apeldoorn denkt dat Mearsheimer een betrouwbare, onpartijdige bron is?

Mearsheimer ontkent dat Poetin permanent delen van Oekraïne behalve Donbass en Krim wil veroveren. Regimewisseling in Kiev ziet hij als iets anders dan het veroveren van Oekraïens grondgebied.

Mearsheimer zit vast in de mentaliteit van de koude oorlog met twee machtsblokken, geen asynchrone en cyberoorlogsvoering, en voorspelbaarheid van de tegenstellingen. Hij vergist zich evenals Van Apeldoorn in zijn selectieve boodschappen die wetenschappelijke legitimatie zoeken, maar die moeilijk vinden.

Overigens was de PSP de eerste partij waar ik ooit op stemde, mede vanwege toenmalig lijsttrekker Fred van der Spek die handig en intellectueel prikkelend was in het verzorgen van zijn publiciteit in onder meer in het VPRO-radioprogramma van Ischa Meijer.

Hij was een onafhankelijke denker evenals types uit de jaren 1980 als de vrijdenkers Anton Constandse en Laurens ten Cate die niet zoals de dwarsdenkers van nu een van boven opgelegd idioom vol tegenstrijdigheden volgen, maar worstelend vanuit zichzelf hun eigen visie op de wereld formuleerden. Dat is het verschil tussen een vrijdenker en een dwarsdenker.

Vrijdenken ontbreekt bij het huidige GroenLinks dat een marketing-machine is die gebouwd is rond lijsttrekker Jesse Klaver en de intellectuele diepte van een drooggevallen sloot heeft.

De huidige SP mist intellectuele diepte door partijdiscipline die creativiteit en individualisme smoort. Het is van een afstand wonderlijk om te zien hoe iemand als Van Apeldoorn meent dat hij door aan te haken bij de SP intellectuele vrijheid kan hebben in een partij die dat niet toestaat. De kronkelingen van de radicaal-linkse partijpolitiek zijn bizar in hun starheid. Juist bij een onderwerp als de Russisch-Oekraïense oorlog komt dat tergend aan de oppervlakte.

Voor inzicht in de werking van de SP is de relatie tussen Constandse en de SP interessant die duidelijk maakt wat de SP in de kern is. Ze kruisten elkaar in 1983 in de brochure Gastarbeid en Kapitaal waar de SP achteraf geen raad mee wist. In die tijd werd de SP door links ervan beschuldigd een crypofascistische partij te zijn. De actuele vraag is of dat hetzelfde is als ‘het stalinistische ‘socialisme in één land’-model van de SP dat nog steeds de context voor zo’n tweet van Van Apeldoorn is.

GroenLinks, de partij van heimwee en verlangen

Een song uit de Broadway-musical ‘One Touch of Venus’ uit 1943 uitgevoerd door componist Kurt Weill. Een song uit het Tin Pan Alley repertoire dat zijn weg als standard vond naar de jazz. De strijd tegen de nazi’s nadert zijn hoogtepunt en Broadway zingt over liefde. Waarbij het door het vette Duitse accent van Weill niet zoveel uitmaakt of hij ‘love’ of ‘low’ zingt. Op GeorgeKnightKort besteedde ik er 5 jaar geleden aandacht aan.

Waarom deze song hier geplaatst? Het doet me aan GroenLinks denken. In 2011 verklaarde ik in een commentaar mijn haat-liefde verhouding tot die partij. En ik denk er nog precies hetzelfde over: ‘Mijn eerste politieke liefde was de PSP. Pacifisten als Bertrand Russell en PSP-er Fred van der Spek opereerden in de marge, maar wisten hun bevlogenheid in een logisch betoog te vangen. Aangevuld met vrijdenkers als Anton Constandse en Laurens ten Cate die verder gingen dan zwart-wit denken, is dat nog steeds wat ik in de hedendaagse politiek mis: onafhankelijkheid, originaliteit en vrijdenken. (..) Ik ben dus sympathisant van elementen binnen GroenLinks. Relicten van vrijdenken en pacifisme zijn wellicht schaars, maar elders binnen de Nederlandse politiek helemaal afwezig. Waarbij het wrange is dat Van der Spek in 1985 afhaakte en tegen het ontstaan van een fusiepartij was. Ik denk dat de geschiedenis hem gelijk heeft gegeven. De PSP had autonoom moeten blijven. Omdat GroenLinks ook talloze anti-democraten en zwart-wit denkers omvat zal ik er niet makkelijk op stemmen. Zo’n blinde sympathisant kan ik nou ook weer niet zijn.

Sinds 2011 is er veel water onder de brug gestroomd. De onderhandelaars van GroenLinks konden in de formatie niet leven met de oplossing voor de vluchtelingenproblematiek in Noord-Afrika. Daarom haakten ze af. Waarbij het mijn vraag is welke rol de anti-democraten en zwart-wit denkers deze keer hebben gespeeld.

Het leven is kort en de kunst lang. Daarom kunnen we naar Kurt Weill achter zijn piano luisteren. De kansen zijn beperkt. In het leven, maar ook in de politiek. Dat maakt weemoedig. Voor we het beseffen is het voorbij. GroenLinks is de partij van het verlangen en het gemis. De partij van de romantiek van Slauerhoff die tegelijk hier en elders wil zijn. Niet alleen onder de Haagse kaasstolp, maar ook op zee of in de velden waar het graan ruist. De partij die ontkent dat in de politiek vuile handen en een schoon geweten samengaan. De partij die wetenschap verwart met praktische politiek. Hoe langer het inlossen van het verlangen wordt uitgesteld, hoe hoger de verwachting. En hoe abstracter het wereldbeeld. GroenLinks, de partij van heimwee en verlangen.

I feel wherever I go that tomorrow is near, tomorrow is here and always too soon
Time is so old and love so brief
Love is pure gold and time a thief
We’re late, darling, we’re late
The curtain descends, everything ends too soon, too soon
I wait, darling, I wait
Will you speak low to me, speak love to me and soon

Kiezen tussen D66 en GroenLinks. Hoe de stemkeuze beredeneren?

look_outs_aboard_hms_ashanti_whilst_escorting_a_russian_convoy_march_1942-_a8202

Gisteren vroeg iemand me op FB wie goed en wie slecht is. Dat naar aanleiding van m’n commentaar op de brief van Mark Rutte en de selectieve hufterigheid die ik met velen daarin las. De laatste 24 uur wordt die hufterigheid van de VVD nog eens extra benadrukt door de nieuwste ontwikkelingen over de Teevendeal (‘de bonnetjesaffaire’) als gevolg van de onderzoeksjournalistiek van Bas Haan van Nieuwsuur. Het verschil tussen mooie verkiezingspraatjes en de werkelijkheid, tussen schijn en wezen, kan bijna niet groter zijn. De timing zit de VVD tegen. De mooie woorden van Rutte tonen nog potsierlijker en meer misplaatst dan ze al waren.

Iemand schreef op FB: ‘Iedereen moet maar zijn eigen keuze maken, de politiek is toch niet te vertrouwen.’ Daar antwoordde ik op: ‘Nou, dat is weer te veel van het goede. Het gaat om het verschil tussen goede en slechte politiek.’ Waarop dus de vraag aan me gesteld werd wat dan goede en slechte politiek was. Ik kwam niet weg met het antwoord dat iedereen dat maar voor zichzelf moet uitmaken. Uiteindelijk antwoordde ik: ‘Ik kan hooguit zeggen welke partijen op dit moment op m’n shortlist staan. Dat zijn D66 en GroenLinks. Maar ik zou daarmee niet willen suggereren dat dat goede partijen zijn.’ Met de belofte om dat nader toe te lichten. 

Partijen in het politieke landschap van Nederland lijken nog meer dan anders in te delen in tegenstellingen die niet exclusief zijn. Anders gezegd, partijen kunnen op de ene tegenstelling niets gemeenschappelijk hebben, maar op een andere tegenstelling raakvlakken of overeenkomsten vertonen. Dat maakt het vergelijken van partijen lastig. De volgende tegenstellingen zijn aan te wijzen als de belangrijkste kenmerken: 1) links-rechts (sociaal-economie); 2) progressief-conservatief (sociaal-cultureel; identiteit); 3) pro- en anti-EU; 4) religieus-vrijzinnig; 5) democratisch-anti-democratisch; 6) kwaliteit en doelmatigheid van leider en partijorganisatie.

Niet iedere kiezer vindt voor de eigen afweging hetzelfde kenmerk even belangrijk. Waar de één de relatie tot de EU vooropzet, zet de ander de economische situatie centraal. Of het religieuze karakter van de partij of het idee over identiteit en nationalisme. En op een bepaald kenmerk kan men natuurlijk ook verschillend denken.

Op mijn huidige shortlist fungeren de twee als links-liberaal te omschrijven partijen D66 en GroenLinks (GL). Ze hebben veel gemeen, maar verschillen ook sterk. Ze zijn de twee meest uitgesproken pro-EU partijen (3). Sociaal-economisch is D66 rechts en GL links (1). Sociaal-cultureel zijn ze allebei progressief (2). Ook zijn ze vrijzinnig (4). D66 is een door en door democratische partij, GL kent anti-democratische elementen. Of liever gezegd D66 steunt het idee van democratie onvoorwaardelijk, terwijl daar bij GL met een oude kern van anti-democratische kaderleden twijfel over bestaat (5). D66 is een coherente partij met een niet al te aansprekende leider, terwijl GL een onsamenhangende partij met gefragmenteerd gedachtengoed en een sterke leider is (6).

Deze opsomming geeft aan hoe lastig kiezen het al is tussen twee partijen die programmatisch dicht bij elkaar liggen. Het is niet makkelijk te beantwoorden wat een kiezer het zwaarste moet laten wegen. Tegen het einde van een campagne wordt de inschatting van de kwaliteit van partij en leider steeds belangrijker. Hoe opereren ze strategisch en sorteren ze verstandig voor op de onderhandelingen na de verkiezingen? De PVV kan de grootste of op een na grootste partij worden, maar heeft zich buitenspel gemanoeuvreerd door een harde politieke en persoonlijke toon naar de andere partijen. Fouten worden afgestraft en kiezers haken graag aan bij een leider of partij die het beeld van een winnaar vertoont en perspectief heeft voor na de verkiezingen.

Als Jesse Klaver (GL) zich in m’n ogen niet waarmaakt of de beslissing neemt om de toenadering van de PvdA en SP te gedogen en goed te praten zal ik in gedachten GL van mijn shortlist schrappen. Als Alexander Pechtold (D66) teleurstelt in debatten of interviews dan maakt dat nog geen verschil omdat zijn kwaliteit niet de reden is dat D66 op mijn shortlist staat. Maar als D66 als partij beslissingen neemt over vrijzinnigheid, de EU of directe democratie die afwijken van wat ik van die partij op z’n minst verwacht, dan schrap ik D66. Nieuwe partijen kunnen op m’n shortlist komen als ze de kenmerken vertonen die ik van een partij verwacht. Rechts-populistische of christen-democratische partijen zullen dat niet zijn omdat die voor mij de verkeerde kenmerken vertonen. Als op 15 maart 2017 geen enkele partij meer op mijn shortlist blijkt te staan, dan ga ik niet stemmen. Niet door een tekort aan politieke interesse, maar vermoedelijk door een teveel eraan.

Foto: Uitkijkposten aan boord van HMS Ashanti dat een Sovjet-convooi escorteert, maart 1942.

Gedachten over de NAVO en defensie tegen Russische agressie

Zoals bijna iedereen die opgegroeid is in de jaren voor 1991 heb ik een gezond wantrouwen tegen de NAVO. Was dat immers niet het verlengstuk van de Amerikaanse veiligheidsindustrie? Juan Bosch zette uiteen in zijn essay Pentagonism wat Amerikaans imperialisme inhield. Het hield ons onder de duim. Bosch maakte in de jaren ’70 indruk op me. Het was ook compensatie voor mijn rol als dienstplichtig soldaat in de Nederlandse langharige Krijgsmacht die ik met onnoemelijke tegenzin onderging. De Iran-Contra Affair moest 10 jaar later nog komen. Dat maakte het buitenparlementair handelen van de Amerikaanse regering pas echt inzichtelijk. De eerste keer dat ik mocht stemmen koos ik voor de pacifistische PSP. Nog steeds een ongeëvenaarde partij.

De tijden zijn veranderd. Zodat het denken aangepast moet worden aan de nieuwe situatie. De Koude Oorlog met twee stabiele, monolithische blokken die tot de tanden gewapend tegenover elkaar staan is voorbij. Het Warschaupact dat de tegenhanger van de NAVO was werd in 1991 ontbonden door de implosie van de Sovjet-Unie en de satellietstaten die vlak voor het faillissement de tent verlieten. De Sovjet-Unie had de Koude Oorlog verloren. In 1988 liet toenmalig president Michail Gorbatsjov de Brezjnevdoctrine los zodat Oost-Europese landen voor het eerst sinds 1945 hun eigen koers konden varen. Dat deden ze. In 1999 werden Tsjechië, Hongarije en Polen lid van de NAVO. Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië en Slowakije volgden in maart 2004, samen met Slovenië. Op 1 april 2009 werd ook Albanië lid van de NAVO.

Op sociale media is er veel ruis over de NAVO en de relatie tot de Russische Federatie. Dat komt deels voort uit wrok en ‘nestgeur’ zoals ik hierboven schetste. Dat is een mentaliteit die aansluit bij de periode van voor 1991 en de laatste 25 jaar daar simpelweg als een verlengde van ziet. Zelfs een wetenschapper als Laurien Crump kijkt zo naar de huidige situatie in Oost-Europa. In een commentaar viel ik haar daar vorige maand op aan. De ruis komt deels ook voort uit de Russische propaganda die met ontelbare mantelorganisaties en trollfabrieken de Westerse publieke opinie probeert te beïnvloeden. Door haar spreekwoordelijke verdeeldheid heeft het Westen daar geen goed antwoord op waardoor het de slag om de publieke opinie verliest. Wat die propaganda beoogt is de herinvoering van een nieuwe, wat lichtere versie van de Brezjnevdoctrine die Oost-Europese landen weer afhankelijk maakt van Moskou. Een hink-stap-sprong terug naar de Koude Oorlog.

In een reactie op een artikel over het indirecte antwoord in de Bundestag van de Duitse kanselier Angela Merkel (CDU) op haar minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier (SPD) schreef ik vandaag:
‘I like Merkels message better than Steinmeiers. Because it seems a better answer in pacifying Russian aggression.
The USSR stopped to exist. Former ‘members’ of it are sovereign and free to take their own decisions. If they choose for NATO, so let it be. They may and are entitled to it. For decades they were occupied by the USSR and it is conceivably they don’t long for a second Russian occupation.
NATO says it is a defense organization. The member states of the EU have neglected their defense after 1991. You know, the so called ‘peace dividend’. The state of affairs of the European armies is poor. Besides France and the UK. The US has other geopolitical interests and priorities in Asia and the Middle East.
Merkel is managing by speech. One can hope her words may protect Poland, the Baltic states and Germany. NATO-armies are no match for its Russian counterpart. Steinmeier is giving in to that aggression, Merkel is resisting it. The European armies in itself are poorly organized and trained and no threat to its neighbors. Quite the contrary.’

Mijn positie gaat uit van het besef dat er zowel in de VS als in de grotere Europese landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Italië een grote wapenindustrie is. En die heeft belang bij het in de lucht houden van een dreiging. Maar ook de Russische Federatie kent een grote veiligheidsindustrie en is na de VS de grootste wapenexporteur ter wereld. Het werkt twee kanten op. De Amerikaanse en Russische elite met banden in de veiligheidsindustrie vinden elkaar in het groot maken van de dreiging, maar zonder dat het tot oorlog komt. Want dat verstoort op termijn de eigen handel. Dat de zakenelite rond de Russische president Putin onberekenbaar zou zijn is een misverstand. Het weet exact waar de eigen belangen liggen en hoe de Russische Federatie geëxploiteerd dient te worden. Zoals de kliek die zich nu vormt rond de Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton en eveneens het establishment vertegenwoordigt exact hetzelfde doet.

De veiligheidsindustrie is evenwichtskunst. Ik omschreef die zo in een commentaar over Rob de Wijk: ‘Deze industrie van veiligheids- en inlichtingendiensten, krijgsmachtsonderdelen, particuliere bedrijven die als onderaannemer optreden, hightechbedrijven, gevestigde media en instituten op het gebied van strategie en veiligheid klontert samen en is onderling sterk verbonden. De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden.’ Kritische burgers moeten proberen verder te kijken en de schijnverhalen van media die ten dienste staan van die veiligheidsindustrie doorprikken. De Russische agressie in Oost-Europa is reëel in dreiging, maar ook irreëel omdat de dreiging een dreiging moet blijven. Maar ondanks het grote plaatje moet de NAVO wel zorgen dat het de eigen zaakjes voor elkaar heeft en niet onder de voet gelopen wordt. Want oorlog is kansberekening en de kans op succes van de tegenstander moet zo klein mogelijk worden gehouden. Jammergenoeg moet dat dan iets kosten.

Getuigenis van een pacifist helpt niks in de strijd. Onvrede

m197501115490

Wikipedia noemt dPacifistisch Socialistische Partij (PSP) een Nederlandse links-socialistische politieke partij. De partij bestond tussen 1957 en 1991. Toen ik als 18-jarige voor de eerste keer m’n stem mocht uitbrengen bij verkiezingen twijfelde ik geen moment en koos PSP. Waarom precies weet ik niet eens meer waarom. Het is lang geleden. Voorop stond uiteraard het pacifisme, maar ook de linkse oppositie tegen het kabinet Den Uyl. Want m’n genen bevatten nu eenmaal een animositeit tegen de PvdA die ik m’n hele leven al bij me draag. De eeuwige hypocrisie en het gedraai van de PvdA vind ik ergerlijker dan de eendimensionale PVV, SGP en CPN bij elkaar. Het bracht me er zelfs toe om in 2012 tegen Job Cohen en dan maar voor de VVD te stemmen. 

Daarna werd ik gegrepen door D’66 en stemde daar decennialang op. Totdat de vernieuwde D66 de eigen ideeën over staatshervorming verloochende, naar rechts koerste en inwisselbaar werd met andere partijen. Na 15 jaar politiek dakloos te zijn geweest werd ik in de zomer van 2012 lid van de Piratenpartij. Hoewel ik de Piraten voor de komende Europese verkiezingen nog eenmaal het voordeel van de twijfel geef moet ik toegeven dat de Nederlandse Piraten er niets van bakken. Als een partij die onder meer focust op burgerrechten of internetvrijheid zelfs in het jaar van Edward Snowden, NSA en een blunderende minister Plasterk niet weet door te breken naar het brede publiek dan is er iets fundamenteel mis met zo’n partij.

Mijn eerste politieke liefde PSP is nooit verdwenen. De in 1985 wegens onenigheid uit de partij getreden Fred van der Spek gaf in de jaren ’80 op een voor mij onnavolgbaar cynische, onafhankelijke en intellectualistische wijze commentaar in de VPRO-radioshow van Ischa Meijer. Hij wisselde zijn onafhankelijkheid nooit in voor een politieke loopbaan of machtspolitiek zoals z’n opvolgster Andrée van Es wel deed. Het opportunisme dat partijpolitiek voor mij zo onverteerbaar en afstotend maakt. De PSP verkwanselde haar gedachtengoed en liet dat opgaan in het weinig scherpe, diffuus linkse en zalvende GroenLinks. Nooit meer dan een slap kopje thee.

Vanwaar deze ontboezeming? Oekraïne. Ik vind het verschrikkelijk wat er op dit moment gebeurt. Mannen paraderen met geweren, uniformen, vlaggen en de haat in hun kop tegen de ander en menen dat ze het goede doen. Ik kan er niets anders dan puberaal gedrag in zien. Het nationaal-bolsjevisme van Rusland blokkeert de autonomie van Oekraïne. De Rechtse Sektor maakt zich klaar om naar het Oosten te trekken. In een toch al door en door verdeeld en hybride land dat zo al complex genoeg is. Maar dat ook iets te bieden heeft door die verscheidenheid zoals Elias Canetti die beschreef in het Bulgarije van z’n jeugd waar joden, Bulgaren, Grieken, Duitsers, Russen, Turken, Hongaren en minderheden in harmonie samenleefden. Humanisme gezocht. 

m197501115574

Foto 1: Charles Chusseau-Flaviens, Bulgaarse infanterie, 1908.

Foto 2: Charles Chusseau-Flaviens, Bulgaarse marine, 1908.

GroenLinks komt met petitie tegen JSF. Hoe principieel is het?

gl

GroenLinks is vanochtend een actie tegen de JSF begonnen. Men kan hier een petitie tegen de aanschaf ervan tekenen. Volgens Het Parool vindt fractieleider Bram van Ojik het ‘veel verstandiger en goedkoper om de eventuele opvolger van de F-16 van de plank te kopen‘. GroenLinks wil met de petitie laten zien dat er geen maatschappelijk draagvlak voor de aanschaf van de JSF is. Maar voor welk toestel is GroenLinks dan wel?

Onduidelijk is hoe principieel GroenLinks zich met deze petitie opstelt. De partij suggereert door de reactie van Van Ojik dat het vooral tegen de deelname van de Nederlandse industrie aan het JSF-project is. Dat zou binnenlopen door compensatie-orders. Deze industrie zet continu druk om de JSF aan te schaffen. Dit gebeurt vooral op VVD en CDA door politici van VVD en CDA die het voor veel geld op de loonlijst heeft gezet. Gevolg is dat aspecten van partijpolitiek, werkgelegenheid en industriepolitiek een militaire keuze vertroebelen.

De opstelling van GroenLinks roept de vraag op of de bezwaren politiek, ethisch, budgettair, economisch of militair van aard zijn. Dat wordt niet duidelijk uit de petitie en het commentaar vanuit de partij. Tot 1989 was er de pacifistische PSP, die met CPN, EVP en PPR opging in fusiepartij GroenLinks. Als de PSP nog had bestaan en vandaag een petitie had opgesteld dan was die zonder twijfel uit principiële redenen tegen de aanschaf van de JSF geweest. Zo’n petitie had ik vanwege de duidelijkheid en het idealisme wel kunnen ondertekenen.

Foto: Petitie van GroenLinks tegen JSF. 6 september 2013.

GroenLinks mist opdracht voor groene partij van de toekomst

Er gaat onder voorzitterschap van burgemeester Eduard van Zuijlen van het Groningse Menterwolden tot uiterlijk april 2013 een interim-bestuur aan de slag bij GroenLinks. Het interim-bestuur bereidt het partijcongres voor. Dus een doorstart. Maar heeft GroenLinks niet elke geloofwaardigheid en bestaansrecht verloren? Onbegrijpelijk is waarom in de opdracht aan het interim-bestuur opheffing niet genoemd wordt.

Was het gebrek aan professionaliteit bij de leiding maar de enige oorzaak voor de afgang van GroenLinks geweest. In de publiciteit zijn allerlei problemen naar voren gekomen: de praat- en vergadercultuur, de partijbaronnen, de verdeeldheid tussen vrijzinnig-liberalen en de rest van de partij, het gebrek aan aandacht voor milieu en duurzaamheid. In ieder geval resteert er een flets profiel. Ook de slechte peilingen waren niet de oorzaak. De verleiding om de fout niet in eigen gelederen te zoeken leidt nu tot een leven na de dood.

Gepast om te constateren dat GroenLinks landelijk nooit aan de verwachtingen heeft voldaan. Ook onder Rosenmöller werden niet meer dan 11 zetels behaald. Altijd werd er gehoopt op meer met vergezichten over een linkse meerderheid die nooit in de parlementaire geschiedenis van Nederland is gerealiseerd. Zelfs in 1973-1977 onder Joop den Uyl niet. Die vlucht in visioenen en vergezichten zegt dat GroenLinks los staat van de politieke werkelijkheid. Dat relativeert het gebrek aan leiding van nu. Dat zoekt de oorzaak dieper.

Een vlucht in visioenen en vergezichten had positief aangewend kunnen worden als het een pleidooi voor de inhoud was geworden. Maar de vlucht bleef steken in machtspolitiek. Als Jolande Sap iets te verwijten valt is het dat ze niet de groene inhoud liet spreken. Extra meelijwekkend was dat ze op een linkse meerderheid hintte. Sap was de enige politicus in de campagne die serieus een verkeerd vergezicht als uitgangspunt nam.

De documentaire Power to the People van VPRO’s Tegenlicht schetst onbedoeld toekomstige overbodigheid en gemiste kansen van GroenLinks. Dat gaat over kleinschaligheid, zelfvoorzienende energie en zelfredzaamheid van burgers. Het tekent de contouren van de duurzame samenleving van de toekomst. Weg van de grote verbanden en bedrijven, op weg naar baas in eigen huis. Daaruit volgt gemeenschapszin en sociale gelijkheid.

Als GroenLinks visie had gehad, dan had het in de campagne maatschappelijke trendsetters gemobiliseerd om te hinten naar dat toekomstbeeld en het losjes in haar programma gevoegd. Dan had het zich onderscheidend gemaakt. Dat gemis maakt nu de weg vrij voor een groene partij van de toekomst. Die verder kijkt dan het Binnenhof en ministersposten. Een partij met een belast verleden als GroenLinks staat dat ideaal in de weg.

Foto: Pavel Constantin, Greenwashing, 2011

GroenLinks als tweederangs partij kan beter ophouden te bestaan

De pers meet het breed uit: De chaos in GroenLinks is compleet. Na partijleider Jolande Sap en het voltallige partijbestuur stapt nu ook voorzitter van de evaluatiecommissie Andrée van Es op. In een verklaring laat de partij weten dat Van Es zich terugtrekt omdat de suggestie dat ze als voorwaarde voor het voorzitterschap zou hebben gesteld dat Sap moest aftreden aan publiciteit wint. De partij ontkent dit, maar geeft toe dat Van Es na het aanvaarden van het voorzitterschap aan zowel Sap als partijvoorzitter Heleen Weening liet weten dat ze zouden moeten opstappen. Van Es wil de evaluatiecommissie niet in opspraak brengen en trekt zich terug.

GroenLinks is geen partij zonder ideeën. Het heeft er misschien eerder te veel. Leden geven hun evaluatie over de verkiezingsnederlaag in de discussie van het wetenschappelijk bureau de Helling. Die van Frank Hemmes is interessant. Het verscheen eerder op Vrij-Zinnig. Hemmes verwijt het GroenLinks van de afgelopen jaren hoogmoed. Hij toont naar mijn idee overtuigend de overbodigheid van de partij op de electorale markt aan. Het heeft niets unieks dat andere partijen niet bieden. D66, PvdD, PvdA en SP doen dat veel beter.

Over het ontbreken van het eigen gedachtengoed: ‘Het voornaamste probleem is dat GroenLinks niet uit lijkt te stijgen boven een incoherente verzameling standpunten die bij elkaar gehouden moeten worden door een links-liberaal groen vernis. Er is als het ware geen ideologische kern, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie dat is, van waaruit de standpunten uitgelegd kunnen worden en waaraan een vast electoraat zich kan binden.‘ En: ‘In plaats van een solide kern zijn er meerdere facetten die allemaal een andere kiezersgroep aanspreken. Er is een groen facet, een vrijzinnig-liberaal facet en een sociale kant.’

Over het ontbreken van politieke traditie: ‘Maar de echte hoogmoed van GroenLinks zat hem in de manier waarop de partij haar boodschap de afgelopen jaren uitdroeg. Het constante verkondigen dat het progressieve of radicale midden het alfa en omega van de nieuwe politiek in de 21e eeuw was, en dat begrippen als socialistisch, liberaal, links of rechts verouderd waren en hadden afgedaan. Als er iets is dat door de huidige verkiezingen, waarin links en rechts duidelijk de spil vormden, is gelogenstraft, dan is het dat waanidee wel. De arrogantie en pedanterie van wat in feite een tweederangs partij is om met onverholen minachting te beweren dat links en rechts achterhaalde begrippen zijn, terwijl voor veel kiezers deze tweedeling nog springlevend is, heeft GroenLinks nu de marge ingeduwd.

Over de toekomst: ‘Wil GroenLinks haar bestaansrecht behouden en meer zijn dan een marginale partij, dan zal het een eigen, unieke, herkenbare en vooral samenhangende ideologie of verhaal moeten ontwikkelen. Doet het dat niet, dan kan elke kiezer inmiddels bij een andere partij op zoek naar ideeën en macht.’

Hemmes neemt geen ruimte om de ontstaansgeschiedenis te schetsen. De fusie in 1990 van de vier uiteenlopende partijen CPN, PSP, PPR en EVP was een valse start die nooit goedgemaakt is. Nooit werd het een geheel. Als stemmer op de PSP heb ik nooit de overstap naar GroenLinks kunnen maken dat twee religieuze partijen (PPR en EVP) en de crypto-religieuze CPN omvatte. Dat getuigende en zalvende is vanaf het begin in GroenLinks gaan zitten. Onder Ina Brouwer of Paul Rosenmöller meer dan onder Femke Halsema. Dit komt niet precies overeen met de verklaring van Frank Hemmes over hoogmoed, maar geeft wel raakvlakken aan.

De remedie voor de toekomst lijkt duidelijk. GroenLinks kan ophouden te bestaan en zich opsplitsten. Een socialistisch-pacifistische kern heeft als zelfstandige partij bestaansrecht door een onderscheidende ideologie en kan zich vernieuwen door het gedachtengoed dat in de hackersgemeenschap leeft. De rest kan opgaan in bestaande partijen. Een liberaal-vrijzinnige kern in D66, een duurzame kern in de PvdD, de religieuze kernen in de ChristenUnie, en een socialistische kern in de PvdA. Een partij is ondergeschikt aan het gedachtengoed.

Foto: Affiche GroenLinks, lijst zes (PPR, PSP, CPN, EVP), 1989

Karin Spaink verlaat GroenLinks en geeft stem aan Piratenpartij

Op Sargasso.nl kondigt publiciste en oud-PSP-ster Karin Spaink haar afscheid van GroenLinks aan. Ze heeft het gehad met een partij die zich door premier Rutte liet overhalen om tegen de eigen principes in de operatie in Kunduz te steunen. Volgens haar maakt de trots van Jolande Sap op een krakkemikkig resultaat het er nog erger op. Hoe groot de chaos bij GroenLinks is bleek bij de opstelling van de kandidatenlijsten. Kundige kamerleden als Arjan El Fassed en Tofik Dibi kregen als schoolkinderen vernietigende kritiek vanuit de partij. De kamerleden Van Gent, Braakhuis en Peters hielden het voor gezien en kondigden hun vertrek aan.

Het onmiskenbaar beschamende voor GroenLinks wordt nog erger als de Amsterdamse GroenLinkser Jorrit Nuijens zich in de discussie mengt. Zodat alle kritiek van Spaink opgerakeld wordt. Nuijens bereikt zo in zijn ongeduld het omgekeerde van wat-ie nastreeft. Geen weerlegging, hij stipt de zwakheden van GroenLinks opnieuw aan. De kern van Spaink kritiek, namelijk de Kunduz-missie laat Nuijens liggen. Zijn onhandige en onnodige antwoord toont aan dat GroenLinks de goede vorm kwijt is. Een kritische uitvoerende artiest verwijt GroenLinks dat het standpunten van de (Zweedse) Piratenpartij ‘leent’: ‘GroenLinks, onze eigen piratenpartij‘.

Machtsdenken dat onder Femke Halsema in een hogere versnelling kwam bevalt Spaink slecht. Het leidt tot compromissen die ze onverteerbaar acht. Da’s niet de klassieke spanning tussen wel of geen vuile handen maken. Merkwaardig is dat GroenLinks voor dat laatste niks terug heeft gekregen. Dat negeert Nuijens en merkt Spaink op. De partij opereert in haar compromisbereidheid dus ook nog eens onhandig. Kernpunten realiseert het er niet door, maar levert het juist in. Karin Spaink zegt voorlopig voor de Piratenpartij te kiezen.

Foto: Boekomslag ‘De Wereld van de Piraat‘ van Val Garwood

Bezwaren Utrechtse D66 en VVD tegen Oud-Amelisweerd niet weggenomen

D66 en VVD reageerden op 8 februari 2012 kritisch op de plannen van GroenLinks-wethouder Lintmeijer over landhuis Oud-Amelisweerd. D66 zegt bij monde van woordvoerder Van Asperen: ‘Er moet een financieel verantwoord plan liggen met een goed ondernemingsplan‘ en ‘Er kleven veel financiële risico’s aan het huidige exploitatievoorstel‘. De VVD is even kritisch: ‘Helaas hangt het exploitatiemodel van het nieuwe museum, zoals dat aan de Utrechtse gemeenteraad is gepresenteerd, aan elkaar van onrealistisch aannames. Zo moet het museum meer dan 40.000 bezoekers gaan trekken, waar het museum in Amersfoort in zijn hoogtijdagen maximaal 12.000 bezoekers trok. De VVD vreest dat het plan daarom financieel niet duurzaam is.

Op 12 juni wordt de kredietaanvraag in een commissievergadering van de Utrechtse raad behandeld. Dan wordt ook beslist hoe het daarna in de raad besproken wordt. Met debat of als hamerstuk zonder debat. Als D66 en VVD bij hun bezwaren van 8 februari blijven, dan kunnen ze niet instemmen met de kredietaanvraag. Want de Stichting Museum Oud-Amelisweerd mikt vanaf 2016 nog steeds op 40.000 bezoekers. En de onderbouwing van de exploitatie is eerder zwakker dan sterker geworden, en de tekorten in de investeringen zijn groter dan voorheen. Overigens leven bij andere partijen zoals GroenRechts, SP en CDA ook bezwaren.

Uit stukken blijkt dat het college tussentijds de beoordelingsnormen heeft veranderd. Waar het in december 2011 nog een goed onderbouwde exploitatiebegroting eiste, is dat nu afgezwakt tot een exploitant met een sluitende exploitatie begroting. Door de onderbouwing van de exploitatie buiten het debat te plaatsen, gaat het college een zakelijke toetsing uit de weg. De kredietaanvraag wordt zo een geloofsartikel. Vraag is of beide liberale partijen een geloofwaardige draai menen te kunnen maken, of dat ze bij hun principes blijven.

Foto: Johanna Diehl, Mouttagiaka, Grieks Cyprus, 2009