Rijksmuseum Twenthe is boos op Facebook vanwege naaktverbod. Waarom heeft het zich voor de publiciteit zo afhankelijk gemaakt?

Tubantia meldt in een bericht dat het Rijksmuseum Twenthe in Enschede problemen heeft met de publiciteit vanwege een naaktverbod van Facebook. Gevolg is dat het beeldmateriaal afgelopen maanden herhaaldelijk werd geweigerd omdat er teveel bloot op te zien was en het museum zich zo niet met publiciteitscampagnes kan profileren op sociale media. Woordvoerder Karin Jongenelen zegt: ‘De censuur van Facebook heeft absurde vormen aangenomen. Het is nu eenmaal een gegeven dat op veel historische schilderijen bloot te zien is. Juist de mooiste werken uit onze collecties kunnen we nu niet meer gebruiken in onze promotie.’

Eerder dit jaar ageerde Toerisme Vlaanderen in een ludieke actie tegen Facebook (FB) omdat oude kunst in Vlaamse musea te naakt werd gevonden en werd gecensureerd. Ik concludeerde in een commentaar dat de macht van de Amerikaanse techbedrijven erg groot is geworden, dat de censuur duidt op het opkomen van een nieuwe preutsheid en dat ‘kunstmusea zich als ‘tentoonstellingsfabrieken’ afhankelijk hebben gemaakt voor hun publieksbereik’. Aan de eerste twee redenen kunnen de kunstmusea weinig veranderen. De macht van Facebook is iets wat de politiek bij voorkeur in grensoverschrijdend overleg (bijvoorbeeld EU of UNICEF) moet aanpakken en het terugdringen van de nieuwe preutsheid is een maatschappelijk proces. Maar die afhankelijkheid van sociale media valt de kunstmusea of overheden te verwijten. Daar kunnen ze zelf iets aan veranderen. Ze hadden het nooit zover moeten laten komen. Nu worden ze verschrikt wakker en beseffen ze ineens hoe afhankelijk ze zich voor hun publiciteit van Facebook en soortgelijke bedrijven hebben gemaakt.

Welke signalen hebben ze afgelopen jaren gemist? Hoe merkwaardig is het dat een woordvoerder van een Nederlands rijksmuseum zegt geen kant meer op te kunnen? Dat is een brevet van eigen onvermogen. Het gepaste antwoord erop is ‘eigen schuld, dikke bult’. De preutsheid is niets nieuws. De voorbeelden zijn talrijk.

In 2014 censureerde FB weliswaar niet de naaktfoto’s van de Australische kankerpatiënte Beth Whaanga die op haar FB-pagina verslag deed van haar ziekte, maar zeiden meer dan 100 ‘vrienden’ hun vriendschap met haar op omdat haar verslagen te onthullend zouden zijn. Dat is de werkelijkheid waarin Facebook opereert. Een commercieel bedrijf dat het om winstgevendheid te doen is en goed oplet hoe die winst geoptimaliseerd kan worden. Als daar censuur bij past en af en toe een slappe, ontwijkende schuldbekentenis in een hoorzitting om de politiek te pacificeren, dan moet dat maar. In 2013 sloot FB de pagina’s van de topless opererende activistes van het vrouwencollectief FEMEN. In 2015 zei FB nee tegen het naakte realisme van kunstenaar Jans Muskee. In 2016 verwijderde FB de iconische foto van het ‘napalmmeisje’ in Vietnam vanwege naaktheid.

Overheden en semi-overheidsinstellingen als Rijksmuseum Twenthe zijn jarenlang de fuik ingezwommen en deden alsof dat zonder gevolgen zou blijven en straffeloos kon. Hoe naïef men na talloze waarschuwingen kan zijn maakt de woordvoerder van Rijksmuseum Twenthe inzichtelijk. Zij kan dan wel zeggen dat ze boos is op FB, maar eigenlijk zou ze vooral boos op het eigen mediabeleid moeten zijn. Ze heeft gelijk ‘hoezeer we zijn doorgeslagen’. Maar ze heeft anders gelijk dan ze denkt. Overheden en semi-overheidsinstellingen hebben zich jarenlang afhankelijk gemaakt van techbedrijven en dachten op kosten van FB gratis publiciteit te kunnen maken. Op de commerciële markt bestaat zoiets echter niet. Rijksmuseum Twenthe en soortgelijke instellingen zouden er verstandig aan doen om zich los te maken van FB en op internet hun eigen media op te bouwen waarover ze volledige zeggenschap hebben. Gezien alle signalen en incidenten hadden ze daar vijf jaar geleden al mee kunnen beginnen. Volgzaamheid, onderworpenheid en afhankelijkheid lonen niet.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelRijksmuseum Twenthe boos op Facebook: kunst met blote borsten verwijderd’ van Herman Haverkate op Tubantia, 28 september 2018.

Facebook verwijdert iconische foto van 9-jarig napalmmeisje vanwege naaktheid. Machtsmisbruik of preutsheid?

150512085932-31-seventies-timeline-0512-restricted-super-169

Dit is de iconische foto van het ‘napalmmeisje’ in Vietnam. Een foto van Nick Ut met onder meer centraal in beeld de 9-jarige Phan Thị Kim Phúc met napalm op haar lichaam. Ze was naakt omdat haar kleren door de napalm waren verbrand. Haar dorp Trang Bang was op 8 juni 1972 gebombardeerd door de Zuid-Vietnamese luchtmacht omdat vermoed werd dat er strijders van de Vietcong aanwezig waren. Ut won er de World Press Photo en Pulitzerprijs mee. De foto hielp er aan mee om de publieke opinie te beïnvloeden en te doen kantelen. Vanaf 1973 trokken de Amerikaanse troepen zich geleidelijk terug uit Vietnam.

De foto is niet te zien op Facebook, zo bericht nu.nl in een bericht. Het napalmmeisje zou te naakt zijn en mogelijk zelfs kinderporno zijn. Aanleiding was de Noorse krant Aftenposten die de foto plaatste bij een artikel op Facebook, waarna het sociale netwerk die verwijderde. Nu’nl: ‘Facebook zegt vrijdag dat het bij beelden van naakte kinderen moeilijk is onderscheid te maken tussen geoorloofde nieuwsfoto’s en kinderporno.’ Opmerkelijk is dat niet het geweld van een oorlog, maar de naaktheid van een 9-jarig meisje door Facebook als reden voor verwijdering wordt aangevoerd. Ik plaats dit commentaar met foto op Facebook.

Wat gaat er verkeerd als een foto die in het historische geheugen van generaties is gegrift, prestigieuze prijzen won en eraan meehielp om de publieke opinie te beïnvloeden door Facebook wordt verwijderd? Is hier sprake van nieuwe truttigheid of machtsmisbruik van internetbedrijven die onder een hoedje met regeringen spelen? Kinderporno wordt door politici vaak aangevoerd om maatregelen te nemen die neerkomen op de inperking van de internetvrijheid. Pornografie als excuus voor staatscensuur. Het is absurd dat Facebook meent een historisch belangrijke foto te moeten censureren vanwege de naaktheid van een 9-jarig meisje. Ook nog eens ‘functioneel naakt’ omdat het de verbranding van haar kleren en lichaam accentueert.

Deze ingreep door Facebook zegt dat dit bedrijf te veel macht heeft en er niet weet mee om te gaan. Er is onderhand een catalogus van fouten van Facebook te maken over de bizarre en preutse omgang met naakt. Zoals kankerpatiënte Beth Whaanga, de activistische feministes van FEMEN die hun blote borsten gebruiken als politiek wapen of kunstenaars als Jans Muskee van wie een tekening leidde tot de tijdelijke afsluiting van zijn Facebook-account. Het is de hoogste tijd dat Facebook door de gebruikers tot de orde wordt geroepen.

Foto: Nick Ut, Napalm Girl. Vietnam, 1972.

Twitter komt met nieuwe regels vanwege beledigingen

Waar liggen de grenzen aan de vrijheid op internet en de sociale media? Wat moet de gepaste reactie van een nationale overheid zijn? In het Verenigd Koninkrijk ontstaat sluipenderwijze gewenning aan de maatregelen die de regering Cameron voorstelt. Ze komen neer op verdere inperking van burgerrechten en wijzen op een restrictief klimaat waarin terrorisme, porno en kindermisbruik hiervoor als reden worden aangevoerd. Terwijl steeds meer blijkt dat Britten voor hun veiligheid afhankelijk zijn van de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA.

Twitter wil het misbruik aanpakken. Maar hoe? Iemand wiens account afgesloten wordt kan onder een ander alias weer opduiken. Men zou denken dat iemand die de wet overtreedt aangepakt wordt door de politie. Maar het volume is met 400 miljoen tweets per dag  te groot om effectief te kunnen reageren. Logisch is dat een multinational als Twitter zelf middelen reserveert om het misbruik aan te pakken. Twitter UK lijkt daar nu serieus een start mee te hebben gemaakt. Zodat overheden het argument van misbruik niet kunnen gebruiken om de internetvrijheid in te perken. En het internet aantrekkelijk en vrij blijft voor velen. Juist daarom moeten bedrijven als Twitter oppassen zich niet te eenzijdig aan de kant van de bestaande macht op te stellen.

Cameron wil filter voor internetporno. Gemakzuchtige symboliek

o-CHRISTY-facebook

De Britse premier David Cameron gaat verder met zijn aanpak van internetporno. Hij kondigde gisteren aan voor te stellen om de toegang tot pornosites te blokkeren. Hij pleit voor ‘gezinsvriendelijke’ filters voor computers en smartphones. En hij heeft nog meer restricties in petto. Wie de pornosites wil bezoeken moet aangeven toegang tot de sites te willen. Dat wordt geregistreerd en ondermijnt de internetvrijheid.

Er zitten nadelen aan z’n aanpak. Voorstanders van beperkingen menen dat het in het terugdringen van kinderporno kan werken. Maar een antwoord daarop is dat het aan de opsporing, productie en acceptatie van porno en kinderporno niks doet. Kritiek op Cameron is dat-ie wil scoren met deze maatregel die de regering niets kost. Het roept de provider op een knop om te zetten. Cameron wil  daadkrachtig overkomen, terwijl-ie feitelijk het omgekeerde bereikt door de echte aanpak uit de weg te gaan. Ingrijpen in de virtuele wereld is betrekkelijk simpel, hoewel de bepaling van wat porno is nog niet zo eenvoudig is. Het onderliggende probleem van de niet-virtuele wereld die vraagt om inzet van politie gaat de regering-Cameron uit de weg.

Tegenstanders wijzen op de grootschalige spionage door de Britse veiligheidsdienst GCHQ, in samenwerking met de Amerikaanse NSA. De onthullingen van Edward Snowden tonen dat met documenten aan. De Britse veiligheids- en inlichtingendiensten weten alles van het internetgebruik van de Britten omdat ze directe toegang tot de internetcommunicatie hebben. Dat roept twee vragen op. Waarom pakt de politie producenten en distributeurs van met name kinderporno niet op als alle gegevens bekend is? Ondernemers en beheerders van sites met kinderporno moeten in samenwerking met de partners op te sporen zijn. En waarom zouden internetgebruikers die moeten aangeven een ‘gezinsvriendelijk’ filter uit te zetten de Britse overheid vertrouwen die liegt over de spionage en fouten maakt bij de bescherming van de privacy van de gebruikers?

Enkele maanden geleden debatteerde het Europarlement over het inperken en controleren van pornografie op internet. Dat werd schimmig gevoerd, mede omdat het via zelfregulering zou moeten. De Europarlementariër voor de Zweedse Piratenpartij Christian Engström wees onder verwijzing van het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens op de informatievrijheid (artikel 10): ‘Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.

Foto: Christy Turlington in advertentie voor Calvin Klein, 2013.

Pornografie als excuus voor censuur

Update 22 juli 2013: Premier David Cameron gaat verder met zijn aanpak van internetporno. Hij pleit voor ‘gezinsvriendelijke’ filters die standaard aan staan. En hij heeft nog meer restricties in petto. Ook voor volwassenen. In combinatie met de grootschalige spionage door de Britse veiligheidsdienst GCHQ wordt zo het internetgedrag van Britten nog beter in kaart gebracht. Hij praat over gestoorde mensen. Dus de ander. 

De Britse premier Cameron heeft een overeenkomst gesloten met vier providers die klanten verplicht tot een instapverklaring, een zogenaamde opt-in bij het bezoek van pornosites. De providers zijn British Telecom, Sky, TalkTalk en Virgin. David Cameron geeft als reden dat zo’n maatregel kinderen beschemt tegen websites met sexuele inhoud. Klanten van deze providers die de instapverklaring niet tekenen zouden geen pornografische websites meer kunnen bezoeken.

Premier Cameron maakte de overeenkomst bekend tijdens een ontmoeting met de Mothers’ Union, een christelijke liefdadigheidsorganisatie die opkomt voor het gezin. In een persbericht zegt voorzitter Reg Bailey dat-ie ‘verrukt is dat verantwoordelijke providers nu actief gezinnen helpen bij het beheer van media in huis door mogelijkheden te bieden kinderen te beschermen’.

Tevens werd ParentPort, een website voor ouders gelanceerd. Het zegt in een verklaring een standaard te bieden waarin de media zich moeten schikken. De lancering van ParentPort is een samenwerkingsverband van de overheid en diverse non-profit organisaties met als doel ‘de commercialisering en sexualisering van de jeugd aan te pakken’. Ouders kunnen er klagen over televisieprogramma’s, reclame, producten of diensten die ze ongepast vinden.

Hoe providers technisch kunnen filteren op porno is nog volstrekt onduidelijk. Want porno is in de afbeelding niet zomaar te onderscheiden van bijvoorbeeld gezondheids- naturisten- of toeristische sites. Een internetfilter dat filtert op basis van domeinnamen en trefwoorden bestaat al, maar heeft een beperkte werking. Mede door het snelle optreden van de aanbieders. Daarbij komt dat er juridische bezwaren kleven aan het werken met zwarte lijsten en plaatsen van sites achter de filter. In Nederland heeft minister Opstelten om die reden in mei 2011 verklaart een internetfilter niet doelmatig te vinden.

Ook in EU verband is de invoering van een kindernetfilter tegen porno eerder dit jaar afgeschoten. Bedoeling is om in eerste instantie de criminele bron aan te pakken en te bestrijden. Het werd door de tegenstanders die vreesden voor de internetvrijheid als een overwinning gevierd. Maar het staat afzonderlijke lidstaten vrij om binnen nationale wetgeving porno-sites te blokkeren. Wat nu in het Verenigd Koninkrijk blijkbaar in gang is gezet. Het lijkt op symboolpolitiek in de permanente verkiezingscampagne van premier David Cameron.

Foto: ParentPort Website werd gelanceerd door premier David Cameron