Nieuw puritanisme valt met gewone politieke middelen niet te bestrijden. Christelijk rechts en identitair links hebben de publieke opinie in de tang

Openbare zeden. Twee mummies in het museum van Madrid die op last van de aartsbisschop een rokje aanmoesten omdat ‘naakt’ ook voor mummies ontoelaatbaar was (1925).

Gisteren had ik een interessant debatje op FB bij de postingGeen blote borsten voor Frida Kahlo op opening Drents Museum‘ van 10 oktober 2021. Ik geef weer hoe dat verliep.

Iemand vroeg me of het zo erg was. Namelijk een blockbuster tentoonstelling over Frida Kahlo in het Drents Museum waar op de opening in een presentatie de blote borsten van Frida Kahlo van het schilderij ‘La columna rota‘ (1944) niet werden getoond, maar door een niet-vrouw werden gerepresenteerd.

Ik antwoordde op de vraag hoe dat kwam: .. nieuw puritanisme. Afgedwongen door fatsoensrakkers van christelijk-rechts en identitair-links. Het zijn barre tijden.

In een andere reactie verwees ik naar regisseur Paul Verhoeven die in de publiciteit rond zijn nieuwe film Benedetta de filmwereld preutsheid verwijt. In een bericht van nu.nl zegt hij: ‘Zeker in Amerika is het bijna onmogelijk om een ontbloot bovenlijf te laten zien. De filmwereld is totaal verpreutst. Het werkt in een soort slingerbeweging. In de jaren zeventig was die slinger op z’n hoogtepunt. Je kon alles laten zien, welke seksualiteit dan ook. Maar nu zijn we weer terug bij een puritanisme dat ik me alleen uit de Tweede Wereldoorlog nog kan herinneren, toen ik als zevenjarige begon met films kijken‘. Dat is dezelfde preutsheid die ertoe leidt dat op een opening in het Drents Museum een representatie van Frida Kahlo niet met ontbloot bovenlijf wordt getoond.

Ik vervolgde op de vraag hoe dat nou toch kwam: ‘Wellicht vanwege het krampachtig denken in schema’s die leiden tot een christelijke of communistische ideale wereld. Die zich uiteraard nooit zal openbaren. In dat denken is geen ruimte voor afwijkingen, nuances en tegenstellingen. Bij het Drents Museum gaat het vermoed ik vooral om burgermansfatsoen dat passend voor de hotemetoten wordt geacht. Het management begrijpt niet dat het hiermee door gemakzucht en lui denken de autonomie van de kunst inlevert.’

De vragensteller spitste vervolgens zijn vraag toen hij vroeg: ‘waarom deze terugkeer naar de jaren vijftig? Waarom deze hernieuwde hang naar conformisme? Ik breek er al een tijd mijn hoofd over‘.

Ik antwoordde: ‘Ik breek er ook mijn hoofd over. Het is zoals Verhoeven zegt een slingerbeweging die met het hedendaagse puritanisme volgens hem nu weer terug is bij de Tweede Wereldoorlog. Maar door wat wordt die slinger in beweging gebracht? Mijn idee is dat door rechts én links dat zich beroept op verschillend gedachtengoed, respectievelijk religie/fatsoen en identiteitspolitiek/selectief inclusie-denken de publieke opinie van twee kanten onder druk is komen te staan. De vrijdenkers die per definitie de tegenkracht tegen dat puritanisme zijn, hebben zichzelf door hun eigen emancipatie en gerichtheid op het individualisme maatschappelijk grotendeels buiten spel laten zetten. Gemeenschapsdenken kun je het best beantwoorden met gemeenschapsdenken. Zodat het nu vrij scoren is voor de fatsoensrakkers van links én rechts. Tel daarbij de angst voor sociale media van zo’n instelling als het Drents Museum en het marketingdenken dat de museumsector in haar greep heeft genomen en karakterloosheid en lafheid zijn het resultaat.

De vragensteller verwijst hierop naar een column in NRC van Maxim Februari die volgens hem min of meer hetzelfde zegt. Februari zegt in de laatste alinea: ‘De samenleving zit al met al gevangen tussen twee vuren. Aan de ene kant de conservatieven die vinden dat iedereen op hen moet lijken. Aan de andere kant de diversiteitsexperts die met overheidssteun de diversiteit zo bijsnoeien en bijknippen dat er weinig van over blijft. Laat de rest nu maar eens proberen een open democratisch gesprek te voeren‘.

Hier ben ik het mee eens, hoewel ik het begrip ‘conservatieven‘ in dit verband lastig vind omdat het verwarrend is in welke betekenis Februari het gebruikt. We weten ongeveer hoe christelijke fatsoensrakkers denken en handelen. Christenen hebben een ongemakkelijke verhouding tot seksualiteit, zeden en vrouwelijkheid in het bijzonder. En hiermee ook tot zichzelf. Verwijtbaar is niet dat ze zulke ideeën hebben, maar dat ze die andersdenkenden op willen leggen. Dat laatste gebeurt en is zoals gezegd ook de fout van de vrijdenkers om daar geen weerstand aan te bieden.

Minder duidelijk zal voor velen de verstikkende invloed van de linkse identiteitspolitiek zijn die zoals Februari terecht constateert met de overheid onder een hoedje speelt. Hoe negatief die invloed is maakte Eric Hendriks in 2018 duidelijk in het artikelIdentitair links heeft stiekem een rothekel aan diversiteit‘ op de Kanttekening. Hij zegt: ‘Ideologen en professionele moralisten zien liever een schematische, schoongeveegde wereld, één die hun duidingsmodel volgt en waar vooruitgang een eenduidige richting heeft‘.

Overigens benoemen zowel Februari als Hendriks, ondanks dat ze interessante aanzetten hiertoe geven, niet echt de diversiteit van de diversiteit. Beperking, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd ontbreken. Ook in hun kritiek richten zij zich vooral op gender en etniciteit. Zij laken terecht het klimaat waarin diversiteit groeit die niet zozeer op te vatten valt als partijpolitiek, maar metapolitiek die zich aan het partijpolitieke debat onttrekt en daarom lastig, in elk geval niet met de gewone politieke middelen te bestrijden valt.

De gepolitiseerde reductie van diversiteit die de publieke opinie van links en rechts in de tang heeft genomen is zo krachtig omdat het aan invloed heeft gewonnen op de cultuur, intellectuelen en de media. In het kielzog van die ontwikkeling surft de nieuwe preutsheid mee. Op dit moment valt die nauwelijks te bestrijden omdat zo’n directie van het Drents Museum niet eens vanuit een eigen overtuiging handelt, maar zich onbewust voegt in de culturele hegemonie zonder dat te beseffen.

Mannelijke blik verbreedt en versmalt zich tot multiculturele museumblik. Is de nieuwe preutsheid het nieuwe progressief?

Filmtheoreticus Laura Mulvey introduceerde in een essay uit 1975 in het Britse Screen 16/3 het begrip de mannelijke blik in de film. The male gaze. Hiermee doelde ze niet alleen op de blik van de mannelijke toeschouwer op de vrouwen die in het filmverhaal in beeld worden gebracht als ‘to-be-looked-at’, maar ook op de blik binnen de film van de man op de vrouw. Onder invloed van het feminisme en met verwijzing naar denkers als Roland Barthes, Louis Althusser en Michel Foucault vond in die jaren 1970 een grote recycling plaats van ideeën uit het Franse cultuurgoed die via tijdschriften als Screen de Angelsaksische (universitaire) wereld bereikten. Zo waaide de sfeer van de Parijse opstand van 1968 ietwat vertraagd toch nog over water richting Verenigd Koninkrijk, Canada en de VS. De rest is geschiedschrijving.

De mannelijke blik is niet onschuldig, maar dat wil nou ook weer niet zeggen dat die blik schuldig is. Hoe dan ook is de blik tijdgebonden. Wat ooit kon, kan nu in veel gevallen niet meer. Het wordt als vrouwonvriendelijk of seksistisch beschouwd. Bovenstaande foto uit 1960 van de Franse fotograaf Marc Riboud toont twee vrouwen die beschut tegen de noordenwind op een Nederlands strand van de zon genieten. De titel is: ‘A l’abri du vent du nord sur la plage, Hollande’. Zo’n foto kan 60 jaar later in 2020 nog gemaakt worden. Het verschil lijkt dat de mannelijke fotograaf uit 2020 beseft wat een fotograaf uit 1960 niet wist, namelijk dat hij met zo’n foto een grens overgaat. Maar eigenlijk nog meer, dat de ‘mojo’, de magische charme ontbreekt. Het heeft in 2020 geen meerwaarde meer voor een fotograaf om deze foto te maken. De betovering is weg.

De mannelijk blik is een gepolitiseerd onderwerp. Dat bleek niet alleen in de jaren 1970 in de filmtheorie door de opkomst van het feminisme en feministische filmtheoretici als Mulvey, Annette Kuhn of Judith Mayne, maar dat blijkt nog steeds. Sinds enige jaren is het door de opkomst van de MeToo-beweging weer geactualiseerd. Het is een complex onderwerp vol gevoeligheden en kans op ontsporingen. Zeker als er teruggekeken wordt op het verleden met de ogen van nu. Het gaat om macht. In een cultuur waar het beeld dominant is en oude beelden circuleren die de hedendaagse cultuur dragen dwingt het beeld macht af. Of niet als een beeld wordt opgevat als het tegenovergestelde, namelijk de afbeelding van iemand in een afhankelijke en mindere positie.

Afgelopen zondag was er het interview van directeur Emilie Gordenker van het Van Gogh Museum in het televisieprogramma Buitenhof waarin ze naar aanleiding van de aankoop van een naakt van Edgar Degas pleitte voor het toelaten van allerlei ‘blikken’ in het museum. Ik noemde haar opmerkingen in een commentaar ongelukkig: ‘Je krijgt meerdere blikken op zo’n kunstwerk door de reacties van meerdere mensen met meerdere achtergronden, zegt ze in andere bewoordingen. Ze meent dat we daar allemaal beter van worden. Dat betwijfel ik en volgens mij gaat ze daar de fout in. Een reactionaire, betuttelende, moralistische blik valt moeilijk als positief te zien. Want waar laat dat de voorbeeldfunctie van een museum? Zo laat het museum zich onnodig vermaatschappelijken en in de verdediging drukken. Uiteraard moeten musea rekening houden met de achtergrond van de bezoekers, maar zonder te wijken voor radicale activisten en fatsoensrakkers die hun perspectief van identiteit ofwel moraal aan het museum willen opleggen’.

NRC wijdt aan Gordenkers opmerkingen een twistgesprek over de vraag of musea zich aan moeten passen aan gevoeligheden van het publiek. Léon Hanssen vindt van wel en zegt in gesprek met museumdirecteur Andreas Blühm die de bezoeker zelf wil laten oordelen het volgende: ‘Wie het standpunt van een ander voor zedig uitmaakt, claimt dat hij vrijgevochten is. Maar ik laat me niet op de mouw spelden dat ik een zedenmeester ben! En mocht ik het woord als een geuzenterm aanvaarden, dan alleen omdat ik geloof dat dit zogenaamd ‘zedige’ of ‘preutse’ juist het nieuwe progressieve is. En trouwens: ik pleit allerminst voor het uitbannen van naakt of Degas, ik pleit voor een grotere diversiteit aan perspectieven en debat.’ Wat bedoelt Hanssen met de opmerking dat dit zogenaamd zedige of preutse het nieuwe progressieve is? Meent hij dat ironisch of serieus?

Als het zogenaamd zedige of preutse de nieuwe vooruitstrevendheid is, dan valt erover het ergste te vrezen. Het politiek correcte denken van Hanssen haalt de preutsheid van de orthodoxe religie rechts in. Hij laat zich kennen als cultureel conservatief dat hij van de weeromstuit het nieuwe progressieve noemt. De verwarring die hij creëert is ongelukkig. Opmerkelijk in het twistgesprek is dat Blühm Hanssen hier niet frontaal op aanvalt. De visie van twee witte mannen op de mannelijke en vrouwelijke museumblik geeft aan hoe het onderwerp van de mannelijke blik zich in 45 jaar heeft verbreed en nieuwe gevoeligheden en taboes oppakt.

Foto 1: Marc Riboud, ‘A l’abri du vent du nord sur la plage, Hollande’ (‘Beschut tegen de noordenwind op het strand, Holland’), 1960. Collectie: Musée d’Art moderne de Paris.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelMusea moeten zich wel/niet aanpassen aan gevoeligheden van het publiek’ in NRC, 14 februari 2020. Een twistgesprek onder leiding van

Brugs ‘Musea Sculpta | 3D Attractie’ is verboden voor onder de zestien jaar. Wat zegt dat over het gewenste gedrag van musea?

Dit filmpje probeert museumbezoekers er op een ludieke manier op te wijzen hoe ze zich behoren te gedragen in een museum. Het Engelstalige filmpje uit 2017 van Musea Brugge lijkt zich voornamelijk op buitenlandse toeristen te richten. Van hen wordt waarschijnlijk het meest verwacht dat ze zich het minst acceptabel gedragen. Een geactualiseerde versie van het filmpje zou een nieuw aspect kunnen behandelen dat veel belangrijker en serieuzer is: het gedrag van musea. Bijvoorbeeld protesten vanwege preutsheid.

Aanleiding is het Brugse Musea Sculpta | 3D Attractie dat vanwege seksueel en bloederig expliciete taferelen van 3D-replicas van onder meer Jeroen Bosch’ ‘Tuin der Lusten’ het museum tot verboden terrein voor bezoekers onder de zestien jaar maakt. Dit laat onderstaand bericht van HLN weten. Tot de website van dit museum is het eigen beleid nog niet doorgedrongen, want er wordt nog geadverteerd met tarieven voor kinderen 4 – 11 jaar (8 euro) en lagere scholen (5 euro p.p.). Volwassenen betalen 12 euro voor dit verdienmodel dat nu in eigen vlees snijdt. Vooral Amerikanen blijken nogal preuts, zo meldt HLN.

Het antwoord op de vraag waarom Musea Sculpta zich in zijn gedrag laat beïnvloeden en het idee van kuisheid en zedigheid stelt boven dat van openheid en voorlichting is te vinden in het commerciële karakter ervan. Het Musea Sculpta is geen museum met gangbare museale functies als collectievorming en documentatie dat kunstobjecten toont, maar een verdienmodel met een expositieruimte waar presentatie de enige functie is. Dat het juist daar fout gaat is komisch. De boodschap is duidelijk, de overkoepelende Musea Brugge kunnen een grappig filmpje maken waarop ze uitleggen hoe musea zich behoren te gedragen. Dat wordt lachen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelNieuw Brugs museum Musea Sculpta voortaan verboden onder 16 jaar: “Taferelen van Jeroen Bosch blijkbaar niet geschikt voor kinderen”’ van Bart Huysentruyt op HLN, 20 januari 2020.

Rijksmuseum Twenthe is boos op Facebook vanwege naaktverbod. Waarom heeft het zich voor de publiciteit zo afhankelijk gemaakt?

Tubantia meldt in een bericht dat het Rijksmuseum Twenthe in Enschede problemen heeft met de publiciteit vanwege een naaktverbod van Facebook. Gevolg is dat het beeldmateriaal afgelopen maanden herhaaldelijk werd geweigerd omdat er teveel bloot op te zien was en het museum zich zo niet met publiciteitscampagnes kan profileren op sociale media. Woordvoerder Karin Jongenelen zegt: ‘De censuur van Facebook heeft absurde vormen aangenomen. Het is nu eenmaal een gegeven dat op veel historische schilderijen bloot te zien is. Juist de mooiste werken uit onze collecties kunnen we nu niet meer gebruiken in onze promotie.’

Eerder dit jaar ageerde Toerisme Vlaanderen in een ludieke actie tegen Facebook (FB) omdat oude kunst in Vlaamse musea te naakt werd gevonden en werd gecensureerd. Ik concludeerde in een commentaar dat de macht van de Amerikaanse techbedrijven erg groot is geworden, dat de censuur duidt op het opkomen van een nieuwe preutsheid en dat ‘kunstmusea zich als ‘tentoonstellingsfabrieken’ afhankelijk hebben gemaakt voor hun publieksbereik’. Aan de eerste twee redenen kunnen de kunstmusea weinig veranderen. De macht van Facebook is iets wat de politiek bij voorkeur in grensoverschrijdend overleg (bijvoorbeeld EU of UNICEF) moet aanpakken en het terugdringen van de nieuwe preutsheid is een maatschappelijk proces. Maar die afhankelijkheid van sociale media valt de kunstmusea of overheden te verwijten. Daar kunnen ze zelf iets aan veranderen. Ze hadden het nooit zover moeten laten komen. Nu worden ze verschrikt wakker en beseffen ze ineens hoe afhankelijk ze zich voor hun publiciteit van Facebook en soortgelijke bedrijven hebben gemaakt.

Welke signalen hebben ze afgelopen jaren gemist? Hoe merkwaardig is het dat een woordvoerder van een Nederlands rijksmuseum zegt geen kant meer op te kunnen? Dat is een brevet van eigen onvermogen. Het gepaste antwoord erop is ‘eigen schuld, dikke bult’. De preutsheid is niets nieuws. De voorbeelden zijn talrijk.

In 2014 censureerde FB weliswaar niet de naaktfoto’s van de Australische kankerpatiënte Beth Whaanga die op haar FB-pagina verslag deed van haar ziekte, maar zeiden meer dan 100 ‘vrienden’ hun vriendschap met haar op omdat haar verslagen te onthullend zouden zijn. Dat is de werkelijkheid waarin Facebook opereert. Een commercieel bedrijf dat het om winstgevendheid te doen is en goed oplet hoe die winst geoptimaliseerd kan worden. Als daar censuur bij past en af en toe een slappe, ontwijkende schuldbekentenis in een hoorzitting om de politiek te pacificeren, dan moet dat maar. In 2013 sloot FB de pagina’s van de topless opererende activistes van het vrouwencollectief FEMEN. In 2015 zei FB nee tegen het naakte realisme van kunstenaar Jans Muskee. In 2016 verwijderde FB de iconische foto van het ‘napalmmeisje’ in Vietnam vanwege naaktheid.

Overheden en semi-overheidsinstellingen als Rijksmuseum Twenthe zijn jarenlang de fuik ingezwommen en deden alsof dat zonder gevolgen zou blijven en straffeloos kon. Hoe naïef men na talloze waarschuwingen kan zijn maakt de woordvoerder van Rijksmuseum Twenthe inzichtelijk. Zij kan dan wel zeggen dat ze boos is op FB, maar eigenlijk zou ze vooral boos op het eigen mediabeleid moeten zijn. Ze heeft gelijk ‘hoezeer we zijn doorgeslagen’. Maar ze heeft anders gelijk dan ze denkt. Overheden en semi-overheidsinstellingen hebben zich jarenlang afhankelijk gemaakt van techbedrijven en dachten op kosten van FB gratis publiciteit te kunnen maken. Op de commerciële markt bestaat zoiets echter niet. Rijksmuseum Twenthe en soortgelijke instellingen zouden er verstandig aan doen om zich los te maken van FB en op internet hun eigen media op te bouwen waarover ze volledige zeggenschap hebben. Gezien alle signalen en incidenten hadden ze daar vijf jaar geleden al mee kunnen beginnen. Volgzaamheid, onderworpenheid en afhankelijkheid lonen niet.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelRijksmuseum Twenthe boos op Facebook: kunst met blote borsten verwijderd’ van Herman Haverkate op Tubantia, 28 september 2018.

Facebook censureert schilderijen van Vlaamse meesters. Dat toont macht techbedrijven, opmars preutsheid en popularisering musea

Dit reclamefilmpje van Toerisme Vlaanderen maakt veel duidelijk over onze tijd. Met een omweg kijken we naar onszelf. Aanleiding is het beleid van Facebook om oude kunst in Vlaamse musea die te naakt wordt bevonden te censureren. Het wordt door Facebook verwijderd. Het is de Vlaamse toeristensector en musea een doorn in het oog. Ze tekenen protest tegen de censuur door Facebook aan. In een bericht geeft de Vlaamse publieke omroep VRT de bijzonderheden. Er is zelfs een brief naar Mark Zuckerberg verstuurd.

Deze kwestie maakt duidelijk dat bedrijven als Facebook veel macht hebben waar overheidsinstellingen geen afdoende antwoord op hebben. Ze zijn voor hun publiciteit via sociale media afhankelijk van bedrijven als Facebook, Google of Twitter. Tevens duidt de censuur door Facebook aan dat een nieuwe puriteinsheid en preutsheid in opmars is die de samenleving overspoelt. Inclusief de traditionele oude schilderkunst. Het antwoord van Toerisme Vlaanderen geeft tenslotte aan hoe eng toerisme en museumsector verknoopt zijn en kunstmusea zich als ‘tentoonstellingsfabrieken’ afhankelijk hebben gemaakt voor hun publieksbereik.

Kwestie Keulards, WTC The Hague en WTC The Hague Art Gallery. Geen aanpassing aan eigenaardigheid van de Nederlandse cultuur

Nogmaals de kwestie Vivian Keulards en twee verwijderde foto’s uit de WTC The Hague Art Gallery. Dit gebeurde op verzoek van een in het WTC The Hague gevestigd internationaal bedrijf. Tot nu toe wordt de naam ervan door de betrokkenen anoniem gehouden. Keulards zette een betoog op FB en de reacties waren instemmend. En merendeels afwijzend over de handelswijze van directeur Steenbergen van WTC The Hague.

Er ligt een verschil in cultuur aan ten grondslag. Tussen Nederland en de in Nederland gevestigde internationale bedrijven. Het gaat erom welke cultuur dan leidend is, de Nederlandse of de buitenlandse. In de kwestie Keulards is sprake van een cultureel verschil tussen de open Nederlandse cultuur en de internationale op Angelsaksische leest geschoeide cultuur die geslotener en puriteinser is. Dat vertaalde zich overigens ook in de reactie van het Amerikaanse Facebook dat de eerste posting van Vivian Keulards over deze kwestie weggehaalde vanwege een bij de posting geplaatste foto die niet zou voldoen aan de richtlijnen van Facebook.

Toevallig is dat Guestmanship in het WTC The Hague cursussen geeft over culturele diversiteit met namen als ‘Het beheersen van culturele ongelijkheden en de consequenties daarvan voor internationaal zakendoen’. Maar wat beoogt dat in de praktijk en wie past zich aan wie aan? De cursus hint erop dat het internationale bedrijf zich dient aan te passen aan de cultuur van het land van vestiging: ‘Een kenmerk van cultuur is dat het kan worden geleerd en dit betekent dat bedrijven kunnen proberen om culturen te assimileren en hun praktijken aan te passen om aan zijn eigenaardigheden te voldoen.’ Dat zou voor de kwestie Vivian Keulards betekenen dat het klagende in het WTC The Hague gevestigde internationale bedrijf én WTC The Hague zich hadden moeten aanpassen aan de ‘eigenaardigheden’ van Nederland. Bijvoorbeeld over schaamte, tolerantie en vrijheid in de kunsten. Maar het omgekeerde lijkt gebeurd. Zoals de uitkomst uitwijst heeft de Nederlandse cultuur zich aan moeten passen aan de cultuur van een in Nederland gevestigd internationaal bedrijf. En aan het WTC The Hague dat blijkbaar een niet-Nederlandse enclave is waar de Nederlandse cultuur niet leidend is, of dat mag zijn. Dat zet de strekking van de cursus van Guestmanship op losse schroeven. De aanbeveling werkt maar één kant op, de nationale cultuur moet zich aanpassen aan de meest internationale cultuur.

Wanneer wordt de naam van het internationale bedrijf bekend gemaakt dat verzocht om de twee foto’s van de muur van de WTC The Hague Art Gallery te halen? Directeur Eveline Steenbergen van het WTC zegt in het AD: ‘Onze wisselende collectie is een geste aan huurders en gebruikers om ze op een aangename manier met kunst in aanraking te brengen. Als huurders bezwaren hebben tegen bepaalde werken, dan komen we ze tegemoet en halen we die weg. Steenbergen wil niet zeggen welk van de in het WTC gevestigde bedrijven bezwaar heeft aangetekend. ,,Het is niet netjes om namen van onze huurders te noemen”, zegt ze.’

De directeur van WTC The Hague zegt dat zij de kunst aan de muur van WTC The Hague Art Gallery als ‘geste’ ziet aan huurders en gebruikers om ze ‘op een aangename manier met kunst in aanraking te brengen’. De betekenis die Steenbergen in haar woorden legt is dat de twee gewraakte foto’s van Keulards niet aan de norm van ‘aangenaam’ voldoen, daarmee in strijd zijn en daarom verwijderd moesten worden. De Nederlandse Steenbergen schippert hierbij niet alleen tussen twee culturen, maar ook tussen kunst en niet-kunst. Zo worden de kunst en de Nederlandse cultuur in het WTC The Hague ondergeschikt gemaakt aan de cultuur van een internationaal bedrijf. Kunst in de Art Gallery van het WTC wordt gemaakt tot een weggooiproduct dat niet op de eigen waarde en verdienste gewaardeerd wordt, maar tot afgeleide wordt gemaakt van een leefsfeer.

Steenbergen zegt het ‘niet netjes’ te vinden om de naam van de huurder te noemen die bezwaar had tegen de twee foto’s. Onduidelijk is of het op uitdrukkelijk verzoek van het klagende bedrijf is om de naam niet naar buiten te brengen, of dat het op initiatief van Steenbergen gebeurt of dat dit in het huurcontract is geregeld. Hoe dan ook lijkt het gebrek aan openheid in overeenstemming met de cultuur van een internationaal opererend bedrijf dat vindt dat de Nederlandse cultuur zich aan haar ‘eigenaardigheden’ dient aan te passen.

Er is veel ‘niet netjes’ aan deze kwestie. De publicitaire schade voor het WTC The Hague en vooral de WTC The Hague Art Gallery is groot. De laatste heeft door toedoen van Steenbergen verloren aan geloofwaardigheid en integriteit. Welke gerenommeerde kunstenaar wil nog exposeren in de WTC The Hague Art Gallery nu bekend is dat het bij het minste overruled wordt door de directeur van WTC The Hague? De galerie heeft haar eigen smoel verloren. Het draagt het masker van de huurders van WTC The Hague. De Art Gallery zal voortaan door de kunstsector als vehikel voor de belangen van internationale bedrijven in WTC The Hague gezien worden.

Wat vooral ‘niet netjes’ aan deze kwestie is -naast de behandeling van Vivian Keulards- is hoe curator Renée van Nievelt van de WTC The Hague Art Gallery door Steenbergen het bos is ingestuurd. Steenbergen geeft in WTC The Hague een buitenlandse of globale (met de noties vaag en wereldwijd geïntegreerd) cultuur die de Nederlandse cultuur verdringt alle ruimte en neemt uit commercieel belang de publicitaire schade voor het WTC The Hague op de koop toe. Begrijpelijk omdat het in een enclave van internationale cultuur opereert en er daarom niet op aangewezen is om aansluiting te vinden bij de Nederlandse cultuur. Dat ligt bij de WTC The Hague Art Gallery in beide gevallen anders. Het heeft juist een commercieel belang bij het hooghouden van het beeld van eigen autonomie en opereert als een in Nederland gevestigde galerie binnen de Nederlandse cultuur en het kunstklimaat. De kwestie Keulards thematiseert de dubbelzinnigheid van het WTC The Hague.

Foto: Vivian Keulards, ‘Eimear‘. Uit de serie ‘Flaming Grace’. Copyright Vivian Keulards.

WTC The Hague Art Gallery: Foto’s van Vivian Keulards verwijderd op verzoek van internationaal bedrijf wegens aanstootgevendheid

Update 17 november 2017: Het blijkt dat de link naar de FB-pagina van Vivian Keulards met haar tekst over WTC Den Haag en WTC The Hague Art Gallery is weggehaald door FB. Evenals vele reacties erop. Keulards zegt dat volgens FB haar posting ‘niet zou voldoen aan de richtlijnen’. Ze heeft ‘haar verhaal’ hier opnieuw gepost. 

Het is een internationaal bedrijf in het WTC Den Haag dat ervoor gezorgd heeft dat twee foto’s van Vivian Keulards van een tentoonstelling zijn verwijderd omdat ze aanstootgevend zouden zijn. Ze waren in de WTC The Hague Art Gallery te zien op een tentoonstelling met twee series van haar werk: ‘Bloody Mary and Sloppy Joe’ (documentaire portretten uit haar tijd in de VS) en ‘Flaming Grace’ (portretten van roodharige kinderen).

Op Facebook geeft Keulards een toelichting waarin haar onbegrip, verbijstering en woede doorklinken: ‘Het betreft portretten van twee kinderen met ontblote bovenlijfjes: een roodharig jongetje en een is m’n eigen dochter uit de Amerikaanse serie.’ Uit haar toelichting blijkt dat de Art Gallery niet het laatste woord over het artistieke beleid heeft. Dat is opmerkelijk: ‘De galerie heeft, in opdracht van de WTC directie, deze beelden van de muur moeten halen. Ze zeiden dat ze geen andere keus hadden, want ze hebben geen uiteindelijke zeggenschap over deze ruimte, ze zijn alleen verantwoordelijk om deze ruimte, in opdracht van het WTC, in te richten.’ Dit roept de vraag op wat voor soort galerie de WTC The Hague Art Gallery is die geen zeggenschap over de eigen ruimte heeftMerkwaardig is ook dat de WTC directie de leiding van de WTC The Hague Art Gallery niet steunt. Want die laatste heeft aanvankelijk toegestaan dat de verwijderde foto’s werden getoond.

Vivian Keulards geeft aan behoorlijk van slag te zijn: ‘Ik ben het hele weekend ontdaan geweest van deze actie. Natuurlijk is fotografie en kunst een kwestie van smaak, je vindt iets mooi of niet, maar mijn werk aanstootgevend? Die opmerking hoor ik voor het eerst. Ik raakte geëmotioneerd door deze boodschap en hoefde maar kort na te denken waar dit gevoel vandaan kwam. De portretten waar ik schoonheid en onschuld in heb gelegd, waren plotsklaps door deze actie besmet. Dat maakt me verdrietig. Wie kijkt er in hemelsnaam zo naar deze portretten? Naar mijn kind? Wat gaat er in de hoofden rond van deze kijkers?’ Ze legt uit waarom ze vond dat ze hierover niet kon zwijgen en dit naar buiten moest brengen: ‘Het feit dat iemand er iets heel anders in ziet, zegt alles over deze persoon. Om deze kwestie stil aan mij voorbij te laten gaan, voelde alles behalve goed. Ik moet opkomen voor mezelf en mijn werk. Sterker nog, ik moet ook opkomen voor onze beroepsgroep fotografen. De creatieve vrijheid wordt op deze manier behoorlijk aangetast als ik niets van me laat horen. Waar ligt de grens van acceptabel en onacceptabel. Een moeilijke discussie in deze tijd, maar ik weet wel, dat ik de visie van dit bedrijf zwaar overtrokken, hypocriet preuts en nauwdenkend vind.’ 

Vivian Keulards, noch de curator van WTC The Hague Art Gallery, noch de directie van WTC Den Haag, noch het internationale bedrijf dat in het WTC Den Haag is gevestigd hebben tot nu toe de naam van dit bedrijf naar buiten gebracht. Waarom is onduidelijk. Dat is jammer, want zo kan geen debat ontstaan met desbetreffend internationaal bedrijf over de bezwaren. Zo kan het evenmin uitleggen waarom de foto van een 6-jarig kind op een tentoonstelling in een kunstgalerij aanstootgevend is en zelfs op verzoek verwijderd moest worden.

Foto: Een van de verwijderde foto’s van Vivian Keulards op een tentoonstelling in de WTC The Hague Art Gallery, met opdruk ‘Censuur???????’

Porno in Enschede: Een verhaal van twee petities en maatvoering

act

Leve de segregatie. Porno is voor mannen en porna voor vrouwen. Dé christelijke studentenvereniging van Enschede C.S.V. Alpha vindt dat porno en porna niet in de openbare ruimte vertoond mogen worden. Het is bovenstaande petitie op activism begonnen. In september 2013 werd tijdens het multimediafestival GOGBOT in Enschede porna op de kerktoren vertoond. De lokale CU maakte bezwaar. Opvallend is dat het op de eigen  website er geen nieuwsbericht aan besteed, terwijl het dat bij het festival 2012 nog wel deed toen activistes van FEMEN topless drie kruizen omzaagden. Verontwaardiging is een spaarzaam inzetbaar instrument. Het CDA wil in de Enschedese raad de subsidieaanvraag voor 2014 van GOGBOT afwijzen omdat het ‘te ver ging’.

De actie om een petitie te beginnen van de christelijke studenten riep reactie op van de bij kennisbedrijf U-Needle werkzame Lars Zondervan en San Punt. Ze draaiden het standpunt om in een eigen petitie en vinden als ‘vrijdenkenden en toffe mensen’ dat porno en porna wel in de openbare ruimte vertoond mag worden. Ze halen heel wat uit de kast door preutsheid, schaamte en twijfel rondom liefde erbij te halen. Gaat het daarom?

peti

Ik zal geen van deze petities ondertekenen. Het is de maatvoering die ze naar mijn idee uit het oog hebben verloren. Van de ene kant is het schieten met een kanon op een mug om een incidentele voorstelling tijdens een multimediafestival te willen verbieden. Op zondag worden ook beierende kerkklokken door niet-gelovigen getolereerd. Van de andere kant gaat het ver om aan het vertonen van porno in de openbare ruimte geen enkele voorwaarde te verbinden. In een pluriforme samenleving werkt de verwijzing naar normen en waarden slecht omdat niet iedereen daar hetzelfde onder verstaat. Dat wordt slechts overstegen in de wet. Het is praten in eigen kring om een zakelijk bezwaar te verbinden met moralisme (‘normen en waarden’).

Foto 1: Schermafbeelding van petitie ‘Porno/ porna mag niet in de openbare ruimte worden vertoond’, 11 februari 2014.

Foto 2: Schermafbeelding van petitie ‘Porno en porna in de openbare ruimte‘, 11 februari 2014.