Kiezen tussen D66 en GroenLinks. Hoe de stemkeuze beredeneren?

look_outs_aboard_hms_ashanti_whilst_escorting_a_russian_convoy_march_1942-_a8202

Gisteren vroeg iemand me op FB wie goed en wie slecht is. Dat naar aanleiding van m’n commentaar op de brief van Mark Rutte en de selectieve hufterigheid die ik met velen daarin las. De laatste 24 uur wordt die hufterigheid van de VVD nog eens extra benadrukt door de nieuwste ontwikkelingen over de Teevendeal (‘de bonnetjesaffaire’) als gevolg van de onderzoeksjournalistiek van Bas Haan van Nieuwsuur. Het verschil tussen mooie verkiezingspraatjes en de werkelijkheid, tussen schijn en wezen, kan bijna niet groter zijn. De timing zit de VVD tegen. De mooie woorden van Rutte tonen nog potsierlijker en meer misplaatst dan ze al waren.

Iemand schreef op FB: ‘Iedereen moet maar zijn eigen keuze maken, de politiek is toch niet te vertrouwen.’ Daar antwoordde ik op: ‘Nou, dat is weer te veel van het goede. Het gaat om het verschil tussen goede en slechte politiek.’ Waarop dus de vraag aan me gesteld werd wat dan goede en slechte politiek was. Ik kwam niet weg met het antwoord dat iedereen dat maar voor zichzelf moet uitmaken. Uiteindelijk antwoordde ik: ‘Ik kan hooguit zeggen welke partijen op dit moment op m’n shortlist staan. Dat zijn D66 en GroenLinks. Maar ik zou daarmee niet willen suggereren dat dat goede partijen zijn.’ Met de belofte om dat nader toe te lichten. 

Partijen in het politieke landschap van Nederland lijken nog meer dan anders in te delen in tegenstellingen die niet exclusief zijn. Anders gezegd, partijen kunnen op de ene tegenstelling niets gemeenschappelijk hebben, maar op een andere tegenstelling raakvlakken of overeenkomsten vertonen. Dat maakt het vergelijken van partijen lastig. De volgende tegenstellingen zijn aan te wijzen als de belangrijkste kenmerken: 1) links-rechts (sociaal-economie); 2) progressief-conservatief (sociaal-cultureel; identiteit); 3) pro- en anti-EU; 4) religieus-vrijzinnig; 5) democratisch-anti-democratisch; 6) kwaliteit en doelmatigheid van leider en partijorganisatie.

Niet iedere kiezer vindt voor de eigen afweging hetzelfde kenmerk even belangrijk. Waar de één de relatie tot de EU vooropzet, zet de ander de economische situatie centraal. Of het religieuze karakter van de partij of het idee over identiteit en nationalisme. En op een bepaald kenmerk kan men natuurlijk ook verschillend denken.

Op mijn huidige shortlist fungeren de twee als links-liberaal te omschrijven partijen D66 en GroenLinks (GL). Ze hebben veel gemeen, maar verschillen ook sterk. Ze zijn de twee meest uitgesproken pro-EU partijen (3). Sociaal-economisch is D66 rechts en GL links (1). Sociaal-cultureel zijn ze allebei progressief (2). Ook zijn ze vrijzinnig (4). D66 is een door en door democratische partij, GL kent anti-democratische elementen. Of liever gezegd D66 steunt het idee van democratie onvoorwaardelijk, terwijl daar bij GL met een oude kern van anti-democratische kaderleden twijfel over bestaat (5). D66 is een coherente partij met een niet al te aansprekende leider, terwijl GL een onsamenhangende partij met gefragmenteerd gedachtengoed en een sterke leider is (6).

Deze opsomming geeft aan hoe lastig kiezen het al is tussen twee partijen die programmatisch dicht bij elkaar liggen. Het is niet makkelijk te beantwoorden wat een kiezer het zwaarste moet laten wegen. Tegen het einde van een campagne wordt de inschatting van de kwaliteit van partij en leider steeds belangrijker. Hoe opereren ze strategisch en sorteren ze verstandig voor op de onderhandelingen na de verkiezingen? De PVV kan de grootste of op een na grootste partij worden, maar heeft zich buitenspel gemanoeuvreerd door een harde politieke en persoonlijke toon naar de andere partijen. Fouten worden afgestraft en kiezers haken graag aan bij een leider of partij die het beeld van een winnaar vertoont en perspectief heeft voor na de verkiezingen.

Als Jesse Klaver (GL) zich in m’n ogen niet waarmaakt of de beslissing neemt om de toenadering van de PvdA en SP te gedogen en goed te praten zal ik in gedachten GL van mijn shortlist schrappen. Als Alexander Pechtold (D66) teleurstelt in debatten of interviews dan maakt dat nog geen verschil omdat zijn kwaliteit niet de reden is dat D66 op mijn shortlist staat. Maar als D66 als partij beslissingen neemt over vrijzinnigheid, de EU of directe democratie die afwijken van wat ik van die partij op z’n minst verwacht, dan schrap ik D66. Nieuwe partijen kunnen op m’n shortlist komen als ze de kenmerken vertonen die ik van een partij verwacht. Rechts-populistische of christen-democratische partijen zullen dat niet zijn omdat die voor mij de verkeerde kenmerken vertonen. Als op 15 maart 2017 geen enkele partij meer op mijn shortlist blijkt te staan, dan ga ik niet stemmen. Niet door een tekort aan politieke interesse, maar vermoedelijk door een teveel eraan.

Foto: Uitkijkposten aan boord van HMS Ashanti dat een Sovjet-convooi escorteert, maart 1942.

Surkov Leaks en Glazyev Tapes tonen inmenging Kremlin bij oorlog in Oekraïne aan. Maar Westerse media zwijgen

In een artikel voor Open Democracy besteedt Andreas Umland aandacht aan de Surkov Leaks en de Glazyev Tapes. Deze hacks tonen de betrokkenheid van het Kremlin bij het organiseren van de opstand in Oost-Oekraïne aan.  Ze weerleggen de suggestie dat het in Oekraïne een burgeroorlog betreft en bevestigen de inmenging en orkestratie van het Kremlin in een heuse Russisch-Oekraïense oorlog. Die alleen in het Westen nauwelijks die naam mag hebben. Vladislav Surkov en Sergey Glazyev zijn beide officieel adviseur van Putin.

De onthullingen tonen de nauwe betrokkenheid van medewerkers van president Putin aan in de aanloop naar de recente ontwikkelingen van februari en maart 2014 in Oekraïne, en kort daarna. Ze maken duidelijk dat de zogenaamde burgeroorlog in de zogenaamde Volksrepublieken Donetsk en Loehansk en op de Krim geen reactie was op de Oekraïense opstand (Euromaidan), maar er aan vooraf ging. Met andere woorden, het was een door het Kremlin met behulp van Russische speciale troepen georganiseerde en op touw gezette geheime operatie die tot bezetting door Russische troepen van grote delen van Oekraïne had moeten leiden. Maar dat mislukte omdat de Russisch sprekende Oekraïeners niet warm liepen voor deze agitatie door het Kremlin. Hun ‘bedreiging’ zou een voorwendsel voor een militaire invasie zijn geweest. De ‘burgeroorlog’ was plan B.

Umland stelt de vraag waarom de lekken in de Westerse media zo weinig aandacht kregen. De wereld gonsde de afgelopen maanden over de door WikiLeaks gelekte Podest Emails die de kansen van Hillary Clinton op het presidentschap hielpen verkleinen. Volgens Amerikaanse inlichtingendiensten een actie waarbij Russische hackers en overheidsdiensten waren betrokken. Westerse media pikten dat gretig op. Maar de Surkov Leaks en de Glazyev Tapes kregen weinig tot geen aandacht. Terwijl ze belastender zijn dan de Podesta Emails.

Het is merkwaardig dat als het lekken betreft die het Kremlin in diskrediet brengen Westerse media zo goed als zwijgen. Een verklaring kan zijn dat Russische veiligheidsdiensten professioneler opereren dan Oekraïense. Ook door het verschil aan middelen en financiën. Of dat bij Westerse establishment media te weinig expertise en menskracht voorhanden zijn om Russisch-talige berichten correct te duiden. Gevoegd bij het feit dat de aandacht ervoor commercieel weinig oplevert. Ook oppert Umland dat het mogelijk is dat een deel van de Oekraïense politiek of overheidsdiensten geen belang heeft bij openheid. Want dat er nog steeds mollen hoog in de Oekraïense politiek en overheid opereren die nog in hoge mate ge-Sovjetiseerd is leidt geen twijfel.

De EU in Brussel en in de hoofdsteden van de EU-lidstaten zou er verstandig aan doen om beter dan nu te beseffen en in het openbaar te erkennen hoe veelomvattend de inmenging van het Kremlin in Oekraïne is. En hoe ondermijnend dat uitpakt. Daardoor kan dit land maar steeds geen goede start maken op weg naar democratisering en hervorming. Deels heeft Oekraïne dat aan zichzelf te wijten, maar deels wordt dat veroorzaakt door de Russische militaire interventies en de Russische inmenging tot op het hoogste niveau in de Oekraïense politiek. De EU moet beseffen dat de afspraken van Minsk niet bedoeld kunnen zijn om een agressor te belonen. Het Kremlin als partij die zegt geen partij te zijn in Oekraïne claimt een speciale status voor de zogenaamde Volksrepublieken die het zelf heeft gecreëerd op het grondgebied van een ander land. Dat is volkenrechtelijk onaanvaardbaar. Zelfs in de pragmatische of neorealistische opvatting van geopolitiek.

CDA zoekt eenheid in de ontkenning van tegenstellingen

Het CDA poogt in het rapport ‘Om eenheid en inhoud’, ook: de commissie Rombouts, om de recente verkiezingsnederlaag te verklaren. Sinds 2007 heeft de partij meer dan 70% van haar electoraat verloren. Deze neergaande trend komt volgens de opstellers door meer dan ontkerkelijking of ontzuiling. Want: ‘Wij hebben deze neergaande lijn ook aan onszelf te danken. Decennialang heeft het CDA afwisselend met links en rechts geregeerd. Dit heeft de partij gemaakt tot kampioen ‘compromissen-uitleggen’. Het is steeds onduidelijker geworden waarvoor het CDA zelf stond. Ons profiel werd flets, vlak, kleurloos, niet onderscheidend.’

Het rapport doet een interessante poging om weer eenheid te brengen in een verdeelde partij. Mijn oog blijft haken op aanbeveling 12: ‘Het is nu zaak de uitvoering van het rapport Frissen weer voortvarend ter hand te nemen.‘ In bijlage 3 staan de aanbevelingen opgesomd van het rapport ‘Verder na de Klap van die commissie Frissen uit november 2010. De vorige klap dus. Onder het kopje ‘Nieuwe koers, krachtig geluid’ staat: ‘Het CDA moet een krachtig geluid laten horen, voorbij de verouderde analyse van de tegenstelling linksrechts.’

Ontkennen van ideologische tegenstellingen is het lek onder water. Het CDA kan gezien haar corporatistische instelling niet kiezen. Vervolgens verft de partij het lek groen en noemt dat nieuwe duidelijkheid. Of in CDA-orakeltaal: ‘eenheid’ of ‘bekendheid’. Ofwel, de tegenstellingen worden niet opgelost, maar omcirkeld.

Is nou volgens het CDA de tegenstelling links-rechts verouderd, of is de analyse ervan verouderd? Het maakt weinig uit, want de tegenstelling links-rechts is helemaal niet verouderd. Ondanks nieuw pragmatisme tooien partijen zich opnieuw met ideologische veren. Daar schudden ze trots mee voor de camera’s om die in de binnenkamers weer af te doen. Maar het CDA meent naakt de publiciteit te kunnen passeren en verklaart de links-rechts tegenstelling verouderd. Wat rest is de mist om de tegenstellingen aan het oog te onttrekken.

Foto: Dorp en kerk in de mist.

GroenLinks als tweederangs partij kan beter ophouden te bestaan

De pers meet het breed uit: De chaos in GroenLinks is compleet. Na partijleider Jolande Sap en het voltallige partijbestuur stapt nu ook voorzitter van de evaluatiecommissie Andrée van Es op. In een verklaring laat de partij weten dat Van Es zich terugtrekt omdat de suggestie dat ze als voorwaarde voor het voorzitterschap zou hebben gesteld dat Sap moest aftreden aan publiciteit wint. De partij ontkent dit, maar geeft toe dat Van Es na het aanvaarden van het voorzitterschap aan zowel Sap als partijvoorzitter Heleen Weening liet weten dat ze zouden moeten opstappen. Van Es wil de evaluatiecommissie niet in opspraak brengen en trekt zich terug.

GroenLinks is geen partij zonder ideeën. Het heeft er misschien eerder te veel. Leden geven hun evaluatie over de verkiezingsnederlaag in de discussie van het wetenschappelijk bureau de Helling. Die van Frank Hemmes is interessant. Het verscheen eerder op Vrij-Zinnig. Hemmes verwijt het GroenLinks van de afgelopen jaren hoogmoed. Hij toont naar mijn idee overtuigend de overbodigheid van de partij op de electorale markt aan. Het heeft niets unieks dat andere partijen niet bieden. D66, PvdD, PvdA en SP doen dat veel beter.

Over het ontbreken van het eigen gedachtengoed: ‘Het voornaamste probleem is dat GroenLinks niet uit lijkt te stijgen boven een incoherente verzameling standpunten die bij elkaar gehouden moeten worden door een links-liberaal groen vernis. Er is als het ware geen ideologische kern, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie dat is, van waaruit de standpunten uitgelegd kunnen worden en waaraan een vast electoraat zich kan binden.‘ En: ‘In plaats van een solide kern zijn er meerdere facetten die allemaal een andere kiezersgroep aanspreken. Er is een groen facet, een vrijzinnig-liberaal facet en een sociale kant.’

Over het ontbreken van politieke traditie: ‘Maar de echte hoogmoed van GroenLinks zat hem in de manier waarop de partij haar boodschap de afgelopen jaren uitdroeg. Het constante verkondigen dat het progressieve of radicale midden het alfa en omega van de nieuwe politiek in de 21e eeuw was, en dat begrippen als socialistisch, liberaal, links of rechts verouderd waren en hadden afgedaan. Als er iets is dat door de huidige verkiezingen, waarin links en rechts duidelijk de spil vormden, is gelogenstraft, dan is het dat waanidee wel. De arrogantie en pedanterie van wat in feite een tweederangs partij is om met onverholen minachting te beweren dat links en rechts achterhaalde begrippen zijn, terwijl voor veel kiezers deze tweedeling nog springlevend is, heeft GroenLinks nu de marge ingeduwd.

Over de toekomst: ‘Wil GroenLinks haar bestaansrecht behouden en meer zijn dan een marginale partij, dan zal het een eigen, unieke, herkenbare en vooral samenhangende ideologie of verhaal moeten ontwikkelen. Doet het dat niet, dan kan elke kiezer inmiddels bij een andere partij op zoek naar ideeën en macht.’

Hemmes neemt geen ruimte om de ontstaansgeschiedenis te schetsen. De fusie in 1990 van de vier uiteenlopende partijen CPN, PSP, PPR en EVP was een valse start die nooit goedgemaakt is. Nooit werd het een geheel. Als stemmer op de PSP heb ik nooit de overstap naar GroenLinks kunnen maken dat twee religieuze partijen (PPR en EVP) en de crypto-religieuze CPN omvatte. Dat getuigende en zalvende is vanaf het begin in GroenLinks gaan zitten. Onder Ina Brouwer of Paul Rosenmöller meer dan onder Femke Halsema. Dit komt niet precies overeen met de verklaring van Frank Hemmes over hoogmoed, maar geeft wel raakvlakken aan.

De remedie voor de toekomst lijkt duidelijk. GroenLinks kan ophouden te bestaan en zich opsplitsten. Een socialistisch-pacifistische kern heeft als zelfstandige partij bestaansrecht door een onderscheidende ideologie en kan zich vernieuwen door het gedachtengoed dat in de hackersgemeenschap leeft. De rest kan opgaan in bestaande partijen. Een liberaal-vrijzinnige kern in D66, een duurzame kern in de PvdD, de religieuze kernen in de ChristenUnie, en een socialistische kern in de PvdA. Een partij is ondergeschikt aan het gedachtengoed.

Foto: Affiche GroenLinks, lijst zes (PPR, PSP, CPN, EVP), 1989

Verbod CDA van al verboden religieuze symbolen is symbolisch

Het partijbestuur van het CDA staat welwillend tegenover een voorstel van de Utrechtse afdeling om religieuze symbolen van politie en rechters te verbieden. Naar verluidt overweegt het partijbestuur het op te nemen in het verkiezingsprogramma. Het zou de neutraliteit waarborgen. In de praktijk bestaat er al enkele jaren een richtlijn van deze strekking. Of het CDA wist dit niet of door achterstallig onderhoud stelt het orde op zaken.

Nederland is geen christelijk land meer. Onderzoeken naar religie en levensovertuiging geven weer dat bijna de helft van de Nederlanders geen confessie heeft. Uit een CBS-onderzoek blijkt dat ontkerkelijking nergens zo snel is gegaan als in Nederland. De ‘niet-kerkelijken‘ vormden in 2008 met 42% de hoofdstroom. Dat getal neemt alleen nog maar toe. Veelbetekenend is dat vrijzinnigen, nihilisten en diverse levensovertuigingen nog steeds worden gerelateerd aan een kerkelijk verleden. Maar nieuwe generaties zetten zich niet af tegen de kerk en zijn niet ‘niet-kerkelijk’. Het is het perspectief van onderzoekers die naar het verleden kijken.

Wat betekent de opstelling van het CDA dat iets wil verbieden dat al verboden is? Probeert het op de manier van Ruud Lubbers niet-christelijke kiezers te trekken en geeft het daarom de symboliek van de religieuze symboliek op? De partij worstelt ook al om afscheid te nemen van het etiket ‘conservatief‘. Welke identiteit resteert er straks? Vice-voorzitter van CDA-Utrecht Janneke Beumer verklaart: Het gaat er om hoe politie en de rechterlijke macht in onze samenleving de mensen goed kunnen dienen, onpartijdig. En wij denken dat dat het beste kan zonder een teken van een religie. Als het CDA het ernst is dan heeft het kansen om te pleiten voor een onpartijdige staat. Om te beginnen met de afschaffing van de Zondagswet. Da’s meer dan symboliek.

Foto: Zondag Altijd Open

Dibi streeft bijdetijds naar nieuwe progressieve partij

Tofik Dibi kijkt over partijgrenzen heen. Juist nu hij bij GroenLinks als kandidaat-lijsttrekker partijleider Jolande Sap uitdaagt. Tegen Nu.nl zegt Dibi: ‘Als de progressieve partijen zo versplinterd blijven, zullen ze nooit een meerderheid halen om Nederland socialer te maken.’ Een vreemde uitspraak omdat de geschiedenis leert dat als progressieve partijen zich verenigen ze nog geen meerderheid halen. Daarbij komt dat PvdA en SP hebben gezegd voor links van het midden te kiezen, en niet voor progressief. Overigens een vaag begrip. Een progressieve meerderheid is op dit moment nog minder haalbaar dan vroeger toen het evenmin haalbaar was.

Toch zijn Dibi’s denkbeelden interessant. Oprichting van een partij tussen GroenLinks, D66 en mogelijk de Partij voor de Dieren kan vrijzinnige politiek focus en ambitie geven. Het is 66 jaar geleden dat de Vrijzinnig Democratische Bond opging in de PvdA die mislukte als Doorbraak. Maar eenzame voetsoldaten in PvdA, VVD, GroenLinks en D66 hebben nog steeds de doorbraakgedachte in hun ransel. Wanneer durven deze individuen de stap te zetten om tegen hun partijkaders in samen af te koersen op een progressief-liberale partij?

Recent zijn op centrum-links pogingen ondernomen om de verstarring te doorbreken. Omdat individuele leden van GroenLinks, D66 en PvdA teleurgesteld waren in hun eigen partij zochten ze in wisselende combinaties samenwerking over partijgrenzen heen. In december 2010 was er het initiatief van een fusie tussen D66 en GroenLinks. In september 2011 ‘Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien‘. In december 2011 was er het initiatief van een vrijzinnige beweging tussen leden van D66, GroenLinks en PvdA. Alles zonder resultaat.

Foto: Verkiezingsaffiche van de Vrijzinnig Democratische Bond, 1918

GroenLinks: de ondraaglijke lichtheid van een gewichtige partij

GroenLinks heeft problemen met democratie. Het valt binnen de partij niet in goede aarde dat Tofik Dibi zich kandideert als lijsttrekker. Fossielen als Bas de Gaay Fortman, Herman Meijer en Wijnand Duyvendak bestoken hem vanuit de tweede linie. Partijvoorzitter Heleen Weening stelt in een zuinige reactie dat Dibi ‘alle recht heeft zijn sollicitatie bekend te maken‘. De mededeling op Weenings site is exemplarisch: onder constructie.

Partijpolitiek in werking is geen fraai gezicht. Bij de kandidaatstelling voor verkiezingen knokken leden van de Tweede Kamer voor een hoge plaats op de lijst. Hun carrière staat op het spel. Of facties trekken de macht naar zich toe met uitsluiting van rivalen. Zie 50PLUS. Op het spel staan functies in het openbaar bestuur die volgens een ongeschreven regel zijn voorbehouden aan leden van politieke partijen. Feitelijk is dit nepotisme van 2% partijleden over 98% niet-partijleden een weeffout die alle politieke partijen actief in stand houden. Maar geen enkele maatschappelijke groepering stelt de vanzelfsprekendheid van deze claim ter discussie.

Jolande Sap is sinds december 2010 een weinig overtuigende leider van een partij die niet goed met de macht omgaat. Het Kunduz-akkoord knelt nog steeds en nu zijn er weer geruchten dat GroenLinks de JSF steunt. Onder Femke Halsema probeerde de partij de weg naar het centrum te vinden. De paradox is dat Halsema faalde waar Sap met het ‘Lenteakkoord‘ slaagde. PvdA-partijleider Diederik Samson bood haar die kans, zodat GroenLinks niet meer naar links getrokken werd. Maar Sap is tweeslachtig als ze zegt de ruimte naar de PvdA open te willen houden. En zelfs met de SP wil praten. Telkens bezorgt Sap haar partij een onduidelijk profiel.

Haar onvastheid maakt het onvermijdelijk dat iemand Sap uitdaagt. Dibi kiest eenduidig voor hervormingen en het centrum. De tragiek van GroenLinks is dat Dibi als ‘lichtgewicht‘ evenmin voldoet, aldus de Volkskrant. Halsema is jonger dan Sap en zou de geschikte kandidaat zijn. Zij kan niet meer terugkomen. GroenLinks is zowel meer als minder dan Sap. Opsplitsing en aansluiting van een deel bij D66 en PvdA is het beste dat de partij kan overkomen. Zodat principes niet langer verward worden met realisme binnen hetzelfde debat.

Foto: Emile Roemer, Job Cohen en Jolande Sap presenteren een gezamenlijk alternatief voor het bezuinigingsbeleid van het kabinet Rutte, januari 2012.

D66 kiest voor de gekozen burgemeester. Een nieuwe start?

D66 acht de tijd rijp om een paar kroonjuwelen op te poetsen. Volgens een bericht in De Volkskrant dient D66-kamerlid Gerard Schouw twee voorstellen in tot wijziging van de Grondwet. Het gaat om de gekozen burgemeester en de gekozen commissaris van de koningin. Schouw wijst erop dat Nederland als enig land in Europa geen gekozen burgemeester kent. Nu worden burgemeester en commissaris door de kroon benoemd.

Het districtenstelsel laat Schouw deze keer liggen. Juist dat zorgde in 2005 in de Eerste Kamer voor een nederlaag van D66. Toenmalig minister Thom de Graaf probeerde een nieuw kiesstelsel in te voeren dat zo slecht uit te leggen was dat-ie daarvoor geen enkele steun kreeg. Niet alleen de toenmalige coalitiepartners binnen Balkenende II VVD en CDA waren kritisch, maar ook binnen D66 bestond oppositie tegen het kiesstelsel van De Graaf. Tegen de gekozen burgemeester was de kritiek niet gericht, maar dat sneuvelde ook.

Al lange tijd is een meerderheid van de bevolking voor de gekozen burgemeester. Immers de bestuurslaag die het dichtst bij de burgers ligt. Daarom is het verstandig van D66 om hier te beginnen met de hervorming van het kiesstelsel. Al vanaf haar ontstaan staan voorstellen voor staatsrechtelijke vernieuwing aan de basis van D66. Omdat de directe verkiezing van de minister-president nu geen voldoende steun krijgt heeft D66 vermoedelijk naast de gekozen burgemeester gekozen voor de gekozen commissaris om het volume te geven.

De vraag is interessant waarom D66 de vernieuwing weer op de agenda zet. Zijn de wonden van 2005 pas nu geheeld? Sinds 1998 is D66 als sociaal-liberale partij op de bres gesprongen voor vrijheden, grondrechten, secularisatie, pluriformiteit en individualisering. Maar het heeft de inperking van de burgerrechten en de toenemende staatsmacht niet kunnen tegenhouden. Met name kamerlid Boris van der Ham en in Europa Sophie in ’t Veld en Marietje Schaake zijn vertegenwoordigers van deze progressieve stroming. Huidig strijdperk is het internet waar D66 de hete adem van de Piratenpartij in de nek voelt. De steun van partijen voor de ACTA en de informatievrijheid op internet volgt uit hun opstelling tegenover de gevestigde macht.

Maakt D66 een nieuwe start door de staatsrechtelijke vernieuwing op de agenda te plaatsen? Wellicht in de hoop om een maatschappelijk debat op te starten dat aantoont of invoering van het districtenstelsel of de afschaffing van de Eerste Kamer een kans maken. Strategisch loopt D66 het risico dat in de beeldvorming de progressiviteit van Van der Ham, de vernieuwing van Schouw, het Eurocentrisme en Wilders-bashen van Pechtold en de economische degelijkheid van Koolmees te veel gemengde signalen afgeven. Zodat een electorale focus ontbreekt. Maar het tekent ook de ideeënrijkdom van een partij met een vrijzinnige kern.

Foto: Cartoon ‘Thoms Kiesstelsel‘ van Tom Janssen over optreden Thom de Graaf in 2005

Crisis binnen GroenLinks biedt zicht op vernieuwing

Er is gedonder binnen GroenLinks. Volgens een bericht in de NRC kunnen vier van de tien kamerleden zich niet vinden in de koers van fractievoorzitter Jolande Sap. Het komt erop neer dat Sap niet voor individuele vrijheid kiest zoals Femke Halsema deed, maar voor linkse samenwerking met SP en in mindere mate de PvdA. Sap volgde Halsema in december 2010 op. GroenLinks scoort slecht in de peilingen en de missie in Kunduz werkt als een splijtzwam. Overigens een erfenis van Halsema. Dat zorgt voor onzekerheid binnen de fractie.

Fractievoorzitters moeten rijpen. Van Emile Roemer bleek al na 2 maanden dat-ie het in zich had, bij Job Cohen is dat na 2 jaar nog steeds niet aangetoond. Jolande Sap is een twijfelgeval. Na 14 maanden heeft ze nog niet bewezen een leider te zijn, maar evenmin valt ze zo door de mand als Cohen. Haar uitleg met de stekkerdoos tijdens de Algemene Beschouwingen 2011 was tenenkrommend. De econome Sap zou zich tijdens de huidige crisis beter kunnen profileren als economisch expert. Met als complicatie dat ze dan financieel-economisch woordvoerder Bruno Braakhuis opzij moet zetten die een van de vier opposanten is.

Het gaat om een richtingenstrijd. Kiest GroenLinks voor oud-links en haakt het aan bij SP en PvdA of zet het de links-liberale koers van Halsema voort en stelt het zich vergelijkbaar op als D66? Ofwel, het gaat om een afweging tussen de gevestigde belangen van de verzorgingsstaat tegenover hervormingen voor de toekomst. Omdat komende bezuinigingen alleen te halen zijn met hervormingen lijkt de optie oud-links achterhaald.

Recent zijn op centrum-links pogingen ondernomen om de partijpolitieke verstarring te doorbreken. Omdat ze teleurgesteld zijn in hun eigen partij zoeken individuele leden van GroenLinks, D66 en PvdA in wisselende combinaties samenwerking over partijgrenzen heen. In december 2010 was er het initiatief van een fusie tussen D66 en GroenLinks. In september 2011 ‘Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien‘. In december 2011 was er het initiatief van een vrijzinnige beweging tussen leden van D66, GroenLinks en PvdA. Tot nu toe tevergeefs.

Kan de huidige crisis in GroenLinks helpen bij nieuwe partijvorming? Als de stemming tussen de kamerleden van GroenLinks representatief is voor de richting dan is 40% bereid om te hervormen met anderen. Om samen te gaan met kritische VVD’ers (type Voorhoeve), liefdevolle PvdA’ers (type Terstall) en vrijzinnige D66’ers (type Van der Ham). Voor zo’n seculier-vrijzinnige hervormingspartij moeten tien zetels te halen zijn. Een wetmatigheid is dat partijen alleen bewegen als het slecht gaat. Het wachten is op een crisis binnen D66.

Foto: Jolande Sap probeert tijdens een debat in de Tweede Kamer met een stekker en stekkerdoos Geert Wilders iets te vertellen, 2011. Credits: ANP

D66 moet terug naar vrijzinnige kern

D66 heeft in haar pragmatisme nooit de intentie gehad beginselvast te zijn zoals de klassieke stromingen. Het zag als eigen kracht een onafhankelijke positie in het centrum van de politiek. Ofwel, in de praktische politiek suggereerde D66 haar beginsel te vinden. 

Lonken naar links wekt verbazing. Van Mierlo werd geschoffeerd door Den Uyl, was daarover teleurgesteld, maar trok daaruit onvoldoende consequentie. Namelijk het innemen van een positie tussen links en rechts. Dat betreft meer de positionering dan het programma zelf. Want sociaal-economisch helt D66 doorgaans over naar rechts, en sociaal-cultureel naar links. 

Bijsturen en afstand nemen is de constante in de geschiedenis van D66. De doodskus van links hebben meerdere D66-leiders zich moeten laten welgevallen. Maar ook werd D66 af en toe in het rechtse kamp getrokken, zoals de crisis rond de kabinetten Van Agt II en III aantoont toen het afstand nam van de PvdA.

D66 is lichtvaardig, heeft weinig soortelijk gewicht en verschiet makkelijk van kleur. Stel je voor dat Lousewies van der Laan enkele jaren geleden politiek leider was geworden. Of Boris van der Ham. D66 had gefocust op vrijzinnigheid en zich niet geprofileerd als anti-Wilders. D66 is inwisselbaar geworden en weet haar centrumpositie onvoldoende uit te buiten.

D66 kent voldoende elementen van secularisme, redelijke zakelijkheid en hervormingsgezindheid om voor de zoveelste keer een herstart te maken. Haar zwakte blijft echter een gebrek aan ruggegraat, organisatiegraad en een duidelijke reflectie op de eigen beginselen. Programmatisch is D66 een leeggelopen ballon die wacht op lucht.

Alexander Pechtold is een vaardige politicus zonder reliëf. Onder hem heeft D66 aan onderscheidingsvermogen verloren. Het maakte een strikte opvatting van rechtsstatelijkheid ondergeschikt aan groepsdenken over leden van minderheidsgroepen. Wat halfslachtig bleef hangen tussen middel en doel.

Door handiger opereren had D66 in de afgelopen formatie meer invloed kunnen verwerven. D66 had zich minder moeten binden aan de PvdA. Het is triest om te zien hoe een ooit originele en creatieve partij is weggezakt in de middelmaat en zich om electorale redenen tot een diapositief van Wilders heeft gemaakt. Wat uiteindelijk niets opleverde, dus ook nog eens een inschattingsfout van Pechtold was.

Na de verkiezingen had D66 afstand tot de PvdA moeten nemen. Programmatisch bestaat die afstand. D66 had het eigen programma kunnen volgen. Denk aan een kleinere overheid, onderwijs, sociaal-economische onderwerpen, de AOW naar 67 jaar, de bezuinigingen, burgerrechten, verduurzaming, cultuur en bestuurlijke vernieuwing. Keurige onderwerpen die bij een middenpartij passen. 

Fout van Pechtold is dat-ie onvoldoende benadrukt dat D66 geen linkse partij is. Juist doordat GroenLinks en D66 zich in de onderhandelingen als bijwagen van PvdA opstelden vond Rutte een front van drie partijen tegenover zich. Dat was anders geweest als D66 zich halverwege VVD en PvdA had opgesteld. Het had het voor de VVD moeilijker gemaakt om te breken met Paars.  

Des te meer is het een inschattingsfout van links, inclusief D66, omdat rechts deze keer een meerderheid had en rechts overigens altijd een meerderheid heeft. Dan getuigt het van lichtzinnigheid om dat te vergeten. Terwijl de meest authenthieke linkse stem, de SP ook nog eens onder aanvoering van de PvdA wordt uitgesloten.

Tekent deze vereenzelviging met de PvdA een gebrek aan zelfvertrouwen en geloof in eigen ideeën van D66? Hoe kan D66 in hemelsnaam aanschurken tegen de PvdA die volgens eigen zeggen in deplorabele staat verkeert?

Als remedie voor de politiek wordt her-ideologisering aanbevolen. Da’s lastig voor een partij die het in de pragmatiek zoekt. Het antwoord bestaat voor D66 in onderscheidingsvermogen, een autonome positie tussen links en rechts, het ontwikkelen van ideeën en het geloof in eigen kracht.

De volgende verkiezingen worden voorbereid. Een centrum-rechts kabinet met gedoogsteun van de PVV zegt nu aan achterstallig onderhoud op het gebied van integratie te doen. Een evenwicht dat verstoord was door afwachtend en inadequaat beleid kan in de komende kabinetsperiode grotendeels hersteld worden. De huidige coalitie komt onvoldoende toe aan hervormingen.

Na het opruimen van de puinhopen is het weer tijd voor opbouw. Da’s de horizon voor D66. Daarom is het verstandig om nu niet mee te gaan in een linkse polarisatie, maar verder te kijken en de eigen partij op te bouwen voor de opbouw. 

Partijvorming gaat nog verder. Zoals de vorming van een Vrijzinnig Democratische Partij die elementen van PvdA, D66, VVD en GL verenigt. Rond de kern van D66 geformeerd zou dat het komend doel van D66 kunnen zijn. De partij die het systeem op wilde blazen. D66 kan opgaan in een nieuwe partij om het vrijzinnig gedachtengoed optimaal te representeren. Dan heb ook ik weer politiek onderdak. 

Foto: Signorina Maria Spelterina in her high rope performance, 1869-1880