Jean Rouch filmt in Afrika (1955). Maar welke realiteit toont hij?

Spreken de beelden voor zich of toch niet? Accra, 1955. De Franse etnografische cineast en antropoloog Jean Rouch (1917-2004) draait Les maîtres fous. Hij probeert door de rituelen van de religieuze Hauka-beweging die over grenzen ontstond als reactie op het kolonialisme de effecten van dat kolonialisme te achterhalen. De vorm waarin hij dat giet werd bekend als Cinéma vérité. De verslaglegging zou ‘waar’ en onzichtbaar zijn.

Zijn het kolonialisme en de mensen erin in gelijke mate gek? Of: gestoord? Is de reactie van de Hauka-beweging op dat Europese kolonialisme nou kritiek of door in het frame van het kolonialisme te stappen toch uiteindelijk de omarming ervan? Rouch die 40 jaar in Afrika filmde kreeg lof en kritiek op z’n films. Hij hielp Afrika voor een Westers publiek ontsluiten, maar zou dat wel gedaan hebben met een Eurocentrische bril op.

Na het zien van Les maîtres fous resteert afstand en verwondering. Afrika is niet alleen een ander continent door de afstand in ruimte, maar in tijd blijkt 1955 ook een ander continent. De in Londen gevestigde Otolith Group benaderde in 2013 het kolonialisme op een journalistieke manier: door de documentaire ‘In the Year of the Quiet Sun’ en de tentoonstelling ‘Statecraft‘ die aan de hand van de vormgeving van postzegels de dekolonisatie laat zien. Zo’n zakelijke opstelling die het feit tartend presenteert als fetisj vermindert de valkuil van een betuttelend perpectief dat goedbedoeld is maar toch verkeerd uitpakt. Pioniers wacht achteraf kritiek.

35015348-ghana--circa-1957-a-stamp-printed-in-ghana-shows-standard-bearers-and-queen-elizabeth-ii-stamp-of-go

Foto: Postzegel van Gold Coast uit 1957 met overdruk ‘Ghana Independence 6th March 1957’.

Advertentie

Strijd over postzegels, Marianne, Inna en FEMEN

fHR0csuoba

In Frankrijk won een postzegel dat de nieuwe feministes van FEMEN zou verbeelden de competitie voor een nieuwe Marianne. Zo licht ontwerper Olivier Ciappa toe. Elke president mag een eigen Marianne kiezen en kan zich met deze keuze profileren. Deze moederfiguur vertegenwoordigt de Franse republiek en is een tijdje het gezicht van Frankrijk. Onder meer Brigitte Bardot (1969), Mireille Mathieu (1978) en Catherine Deneuve (1985) gingen FEMEN-voorvrouw Inna Shevchenko voor. Zij inspireerde ontwerper Ciappa. De keuze voor iconen uit de populaire cultuur is begrijpelijk vanwege de veilige keuze. Elke Fransman moet zich erin kunnen vinden.

Omdat Marianne het symbool van de Republiek is ligt de keuze gevoelig. De kritiek barstte los. FEMEN vergrootte dat uit door critici te reduceren tot nationalisten, reactionairen, homohaters en ander fascistisch tuig. FEMEN ziet op haar website in de keuze voor het ontwerp van Ciappa een bevestiging van de eigen strijd. Die het verbindt met de Franse Revolutie en het streven naar gelijkheid. De keuze voor FEMEN is opvallend. Deze keer dus geen icoon uit de populaire cultuur, maar een uit Oekraïne afkomstige politieke activiste.

Zien we wat we zien? Of denken we te moeten zien wat het bijschrift zegt? Ciappa zegt zich te hebben laten inspireren door allerlei voorbeelden. Inna Shevchenko was daarvan wel de belangrijkste. In de postzegel zal niet voor iedereen het gezicht van de oprichtster van FEMEN terug te vinden zijn. Eerder doemt een poezelig meisje als hoofdpersoon uit een tienerstrip op. In de postzegel is zonder voorkennis geen directe verwijzing naar FEMEN of Inna Shevchenko te herkennen. Conclusie is dat in de discussie over de nieuwe Marianne de beeldenstrijd het verliest van de woordenstrijd. In een beeldcultuur beslist zoals vaak de onderliggende tekst.

6804104310_d13839c6b2_z

Foto 1: Franse postzegels met nieuwe Marianne. Ontwerp: Olivier Ciappa.

Foto 2: Activiste en oprichtster van FEMEN Inna Shevchenko (rechts).