
Laatste, 13de deel van een discussie tussen Johanna Nouri en George Knight.
George: Het teken aan de wand moet dan toch het cultuurverschil zijn dat eerder ter sprake kwam. Ook proef ik een verschil in taalbeleving -om het zo neutraal mogelijk te zeggen- dat vermoedelijk eerder individueel dan anderzins bepaald wordt. Als twee welwillenden -daar ga ik vanuit- al zo langs elkaar heenpraten, dan kun je je voorstellen dat de kloof tussen kwaadwillenden helemaal onoverbrugbaar is. Dat maakt triest. Maar het constateren en erkennen van het verschil is ook tegelijk de eerste stap om het te dichten.
Ik kan je correctie van mijn onvolledige weergave van jouw vermeend legalistische standpunt billijken. Dank ervoor. Natuurlijk staat de constitutie buiten kijf. We hoeven dat niet te blijven herhalen. Hoewel dat ook weer nuancering vraagt omdat de ontwikkeling ervan nooit stilstaat en door elke volksvertegenwoordiger mag worden gewijzigd. Maar door alle institutionele waarborgen en internationale inbedding is wijziging van de grondwet een lastig, bijna onmogelijk proces. Daarom denk ik dat we ons geen onnodige zorgen moeten maken over polarisatie. De herhaalde bezwering tegen polarisatie zou wel eens schadelijker kunnen zijn dan de herhaalde bezwering door de polarisatie zelf. Ik vind dat vele tegenstanders onvoldoende beseffen dat zij door het voorbijgaan aan de nuance mede onrust stoken. Zo spelen ze ongewild de polarisatie in de hand.
Ik ben verheugd dat we uiteindelijk hetzelfde doel blijken te hebben, namelijk een krachtige burgerrechtenbeweging waarin politieke kleur, religie of sociale klasse er niet toe doet. Dat is dan toch de gemeenschappelijkheid die onder onze woorden verscholen lag. Het moest wel zo zijn om in gesprek te blijven.
Johanna: Ik denk dat het heel erg zoeken is hoe je omgaat met de polarisatie. Je kunt stellen er niet aan mee te doen door elk debat te mijden, en de praktijk laat zien dat het debat daar niet minder om wordt. Je kunt ook elk debat aangaan, en dat leidt evenmin ergens toe. Het is dus zoeken naar een tussenpositie.
Ik denk dat de vraag die we nu aan de orde hebben, een belangrijke is. Niet ‘wat scheidt ons’, maar ‘wat bindt ons’? Dat wil niet zeggen dat we het niet over verschillen mogen hebben, maar het is een geheel ander vertrekpunt. Als je vanuit gezamenlijkheid spreekt over verschillen leidt dat tot een ander debat. Hopen wij beiden.
In deze tijd van vergaande polarisatie en verharding van standpunten wordt het steeds moeilijker om nog naar elkaar te luisteren. Opmerkingen worden dan gekleurd door wat je eerder hebt gehoord en ook door je eigen ervaringen tot dat moment. Ik begrijp wat je bedoelt als je stelt dat we niet steeds hoeven te herhalen dat de constitutie buiten kijf staat. Om diezelfde reden vind ik het onnodig om me telkens weer te moeten distantiëren van terrorisme en geweld. Toch blijkt dat steeds weer nodig te zijn, met name omdat sommigen geen gelegenheid ongebruikt voorbij laten gaan om mij daar terwijl ze beter weten mee te associëren. Ik ervaar dat als een poging tot karaktermoord. Ik kan me goed voorstellen dat dat voor jou ook zo is als je vragen krijgt of je de constitutie wel respecteert.
George: Zoals je terecht memoreert pleitte ik uiteraard niet voor het vermijden van het publieke debat, maar voor het vermijden om mee te gaan in de polarisatie. Actief of reactief. Die tussenpositie kan bestaan in het blijven wijzen op de nuance. Maar omdat iedereen de bandbreedte van het toelaatbare en solidaire anders ziet is de tussenpositie geen onverdeeld plezier, zoals mijn ervaring op internet leert. Bij het zoeken van de nuance horen hoon en uitsluiting. En een sterk zelfvertrouwen in het eigen denken.
Het is grappig dat je de vergelijking maakt tussen vragen over jouw positie en mijn respect voor de constitutie. Je bent namelijk de eerste die dat oppert. Ik ben al op veel aangesproken en uitgemaakt voor van alles en nog wat, maar nog nooit had iemand expliciet vragen bij mijn respect voor de constitutie gezet. Voor alles bestaat een eerste keer.
Je maakt duidelijk hoe het mechanisme werkt. Het antwoord is een les uit de publiciteit. Als de vraag over geweld, terrorisme of constitutie op ons pad komt, dan moeten we zonder bijgedachten antwoorden. Ons niet af laten leiden door de eigen uitleg waarom we het ongepast vinden dat ons de vraag sowieso gesteld wordt. In de praktijk kan uitsluiting de bewuste bedoeling van de vraag zijn. Niet de nieuwsgierigheid naar ons antwoord. Dat effect versterken we juist door niet direct te antwoorden. Doelmatiger is om direct te antwoorden. In de hoop dat het wantrouwen slijt. Je weet wel, het water dat onder de brug stroomt. En stroomt. En stroomt…….
Foto: Dorp bij Yokohama, Wilhelm Burger, circa 1869
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...