Kritiek op EuropArtFair en Stichting Kunstweek dat over de rug van kunstenaars een verdienmodel heeft

Column van Marina van der Kooi op site Nederlandse Kring van Beeldhouwers NKVB,16 juli 2021.

Wijze, moedige en waarachtige column van kunstenaar Marina van der Kooi die meedeed aan de kunstbeurs EuropArtFair die van 2 tot en met 4 juli 2021 plaatsvond op het Westergasterrein in Amsterdam. Dat was voor haar eens, maar nooit weer. Want volgens haar verdient iedereen aan zo’n beurs, behalve de kunstenaars die niet uit de kosten komen.

Overigens waren kunstenaars die zich goed informeren gewaarschuwd niet aan deze beurs deel te nemen. Het is een val voor kunstenaars. In hun boekTussen Kunst en Cash” besteedden NRC-journalisten Arjen Ribbens en Pieter van Os in hoofdstuk 11 (De Promotor David Polak) aandacht aan de Stichting Kunstweek van Polak in Raamsdonkveer dat onder meer certificaten aan kunstenaars verkoopt waar niemand op zit te wachten. Maar het organiseert ook een reeks kunstbeurzen met interessant klinkende namen.

Raoul Locht is bestuursvoorzitter van de Stichting Kunstweek en ook organisator of beursmanager van EuropArtFair. Els van Lent is secretaris van de Stichting en was tevens assistent beursmanager van EuropArtFair. Volgens Ribbens en Van Os is Locht de enige aandeelhouder van De Kunst Collega’s BV uit Roermond. Die werkt samen met de First Art Group BV die initiatieven van de Stichting Kunstweek uitvoert. Locht zou volgens beide auteurs initiatiefnemer van zes kunstbeurzen zijn.

De Stichting Kunstweek zegt dat het ‘staat voor de collectieve promotie van beeldende kunst en heeft als primaire doelstelling het vergroten van de belangstelling voor beeldende kunst in het algemeen en van de bekendheid van Nederlandse beeldend kunstenaars en hun werk in het bijzonder‘.

Dat is een ruime definitie die niets zegt over het verdienmodel. De beurzen van Locht krijgen lof omdat ze goed georganiseerd zijn, maar ook kritiek. Kunstenaar Jeroen Bosch en een van de twee drijvende krachten achter de populaire kunst(enaars)site Trendbeheer schreef in 2014 het artikelWist u dat de Kunstweek niet deugt?‘ waarnaar Ribbens en Van Os verwijzen. Omdat kunstenaars geen informatie hebben over de achtergrond van Polak, Locht en de door hen georganiseerde kunstbeurzen zouden ze er als ‘rommelende sukkelaars’ intrappen. Kunstenaars worden dankzij de column van Martine van der Kooi nogmaals gewaarschuwd.

Het laatste woord is aan haar, want behalve het verdienmodel dat eruit bestaat dat alle betrokkenen behalve de kunstenaars van de beurs profiteren is het niveau bedenkelijk: ‘Welgeteld zag ik drie kramen van mensen die ik als kunstenaar wil beschouwen. De rest, ongeveer 100 deelnemers, presenteerde vooral lieve of verleidelijke meisjesgezichten, en veel naakte borsten. De zigeunerin met de traan was niet ver weg‘. Deelname aan een beurs van Locht kan voor een professionele kunstenaar eindigen in een dubbele teleurstelling. Artistiek is het niveau bedenkelijk en financieel het risico groot. Advies: niet doen.

Willem-Alexander is de beste dubbelganger van zichzelf. Hij en de familie Van Oranje zijn niet wat ze beweren te zijn

Hoe noem je een lookalike of dubbelganger die totaal niet lijkt? Een plaatsvervager? Artiestenbureau JB Productions maakt publiciteit voor iemand van wie het claimt dat die op koning Willem-Alexander lijkt. Naar eigen zeggen was hij te zien in campagnes voor De Staatsloterij, Ter Stal, Toto, Burger King en Albert Heijn. Artiestenbureau JB Productions zegt over zichzelf ‘al 32 jaar uw partner voor het boeken van artiesten, winkelcentrum promotie, huren van attracties, kindershows en Sinterklaas entertainment en Kerst entertainment‘ te zijn.

De tragiek van het Nederlandse koningshuis is dat koning Willem-Alexander de beste dubbelganger van zichzelf is. Het verschil tussen schijn en wezen is immens. De kloon van Artiestenbureau JB Productions komt niet in de buurt van wat Willem-Alexander is.

Het kenmerk van de Nederlandse monarchie is de gespletenheid ervan. Een voorbeeld daarvan is de omgang met kunstbezit dat goed de mentaliteit verraadt. De koninklijke familie claimt belang te hechten aan kunst en als vertegenwoordiger daarvan heeft het de kunstminnende prinses Beatrix naar voren geschoven omdat ze op goede voet zou staan met allerlei kunstenaars. Maar tegelijk liegt, fraudeert, steelt en verkoopt de monarchie op slinkse wijze kunstbezit dat het zichzelf heeft toegeëigend en zeer vermoedelijk rijksbezit is. Dus van u en mij.

Onderzoeksjournalisten van onder meer Zembla en NRC hebben afgelopen jaren misstanden en financiële en juridische scheve schaatsen van leden van de koninklijke familie blootgelegd. Het heeft de Tweede Kamer in beweging gebracht. Want wat rijkseigendom is moet niet door de familie van Oranje ontvreemd kunnen worden.

Het recent verschenen boek Tussen Kunst en Cash van NRC-journalisten Arjen Ribbens en Pieter van Os zet de malversaties door leden van het Nederlandse koninklijke huis op een rijtje in het hoofdstuk ‘Familie Van Oranje’. Ook voor iemand die de feiten al kent is voor het aanzien van de Nederlandse monarchie de opsomming vernietigend om te lezen.

Eruit blijkt dat de leden ervan worden gedreven door hebzucht, elk ontbrekend respect voor kunst en erfgoed, de brutaliteit en arrogantie om procedures opzij te zetten en mensen die van hen afhankelijk zijn voor hun karretje te spannen en het totaal gemis aan verbondenheid met de Nederlandse kunst, geschiedenis en samenleving. Het beeld ontstaat dat het eigen welzijn en het spekken van de bankrekening het enige is dat telt voor de familie Van Oranje. Botheid, lompheid en intimidatie van ‘onderdanen’ blijkt een Oranje-traditie te zijn. Die verhuld wordt voor de Nederlanders.

Onrecht kan nooit in zichzelf bestaan. Dat wordt pas mogelijk als anderen het mogelijk maken. In dit geval degenen die óf tegen hun zin onder druk worden gezet door de familie Van Oranje om frauduleus te handelen óf uit vrije wil de nabijheid van de kroon zoeken om daar enig voordeel uit te kunnen halen. Dat houdt in dat de Nederlandse monarchie niks is als de samenleving er afstand van neemt en niet accepteert.

Oranjepropaganda is het tegengif tegen deze kritische houding. De meer populaire media worden door de Rijksvoorlichtingsdienst gemuilkorfd door een mediacode en journalisten van serieuze media worden gefêteerd en uitgenodigd door de monarchie zodat elke neiging om kritiek te hebben door Oranje wordt geneutraliseerd.

Hoe dat werkt en hoe ver die steun kan gaan bleek toen prinses Beatrix in 2013 aftrad en ze werd bewierookt in de media. PowNews noemde toen de ‘Beatrix-journalistiek’: ‘Historisch slechte televisie’. Ribbens en Van Os hebben met terugwerkende kracht met hun boek de eer van NRC gered die de toenmalige Vlaamse hoofdredacteur Peter Vandermeersch in 2013 door zijn kritiekloos pro-Oranje mediaoptreden te grabbel gooide.

In een commentaar schreef ik op 30 april 2021:

Wat me elke keer weer verbaast als er een koningsdag of een andere festiviteit is waarbij de leden van de monarchie opdraven is de schaamteloosheid van de gladstrijkers, hermelijnvlooien, jaknikkers, hofmuizen en hielenlikkers van Oranje die zich naar voren dringen om zich te onderwerpen. Waarom doen ze het? Wat winnen ze erbij? Zijn ze betoverd door de magie van de operette waarvan ze hopen dat die op hen afstraalt en niet meer verantwoordelijk voor hun daden?'
Dit gedrag is bevreemdend. Ik kan er niet aan wennen. Hoeveel kritiekloze aandacht voor het koningshuis kan de weldenkende burger aan? Wat heeft dit gedrag nog te maken met een volwassen democratie met mondige burgers die menen zich in de nabijheid van de troon te moeten aanstellen als clowns of ondergeschikten bij wie door een hersenoperatie het zelfbewustzijn is verwijderd?

Wat moet Nederland met een door een artiestenbureau het land ingestuurde slecht lijkende dubbelganger van koning Willem-Alexander die aan het hoofd staat van een controversiële familie, om het neutraal en netjes te zeggen? Het valt het artiestenbureau niet kwalijk te nemen dat het inspeelt op een behoefte die blijkbaar in Nederland bestaat. Het raadsel is waarom de Nederlandse samenleving nog interesse wil tonen in een familie die de kantjes er zo afloopt. Als het een gewone familie was geweest waren ze allang aangeklaagd en veroordeeld wegens wangedrag.

Schijnbewegingen van The Art of Impact dienen de kunst niet

Pieter van Os legt in een artikel voor NRC het gemis van The Art of Impact (TAI) bloot dat deze week de Impact Award uitreikte: ‘Goede kunst maakt indruk. Maar als iets veel indruk maakt, is het dan ook goede kunst? Dat is wel de gedachte achter ‘The Art of Impact’, een stimuleringsprogramma van het ministerie van OCW.’  Van Os stelt vast dat ‘impact’ op de samenleving een merkwaardig criterium voor goede kunst is. TAI presenteert de Impact Award als ‘de kunstprijs voor niet-kunstenaars’. De essentie waarom TAI tekortschiet zit hem in de verkeerde opvatting van wat kunst is en de annexatie ervan door centrumlinkse partijpolitiek. Exact in het tijdperk dat rechts-populisten als Thierry Baudet kiezers mobiliseren tegen hedendaagse kunst. In een commentaar verwoordde ik dat als volgt: ‘Kunstenaars worden niet als autonome producenten van eigen werk voorgesteld, maar als aanvullend op andere doelen, zoals de aanpak van ‘maatschappelijke vraagstukken’.

Zo wordt kunst vleugellam en partijdig gemaakt. Waarschijnlijk vanuit goede bedoelingen. Kunst wordt getemd en ondergeschikt gemaakt aan partijpolitiek. Deze inperking dient de kunst niet. Want kunst moet in volle vrijheid kunnen functioneren en aan niemand verantwoording hoeven afleggen. Als het begrip ‘linkse kerk’ nog niet bestond, dan is hij door minister Jet Bussemaker en Hedy d’Ancona voor TAI uitgevonden.

De video over de uitreiking van de Impact Award 2016 aan Anton Dautzenberg toont genadeloos het verschil tussen intentie en uitwerking. De entourage is de boodschap. Een culturele (pseudo)-elite speelt voor even anti-elite en huurt daartoe querulanten in en gaat daarna over tot de orde van de dag. Deze ventielwerking van TAI -die kunst ver weg van het alledaagse leven onderbrengt in een politiek reservaat- verstoort eerder de politieke druk van kunst op de samenleving dan dat die die helpt opbouwen. Iedereen speelt het spel mee en kan beseffen dat het een schijnvertoning is. TAI is in wezen een anti-politieke beweging of in elk geval een slecht doordacht project dat averechts uitpakt. Moderator en coördinator Tabo Goudzwaard praat met mooie woorden over het plaatsvinden van een systeemverandering, maar houdt vaag wat dat betekent. Hij kan ook niet anders, want TAI is de systeemverandering als pose. Er wordt gehint en verwezen, maar niet uitgewerkt.

Het vervolgverhaal van Van Gogh, familie Keunen en Galerie Kesk

Toeschrijvingen van schilderijen zijn voor discussie vatbaar. Is een Rembrandt een Rembrandt of een Van Gogh een Van Gogh? Het maakt nogal wat uit voor de waarde. Sophie en Klaas Elzinga van Galerie Kesk (‘exclusieve kunst van hoge kwaliteit voor iedereen’) in het Friese Workum vertegenwoordigen de familie Keunen die in het bezit is van vier mogelijke Van Goghs. Maar hoe reëel is de claim die al sinds 1997 loopt?

Pieter van Os zette het in september 2014 in NRC op een rijtje. De vier werken zijn onderzocht in het Restauratieatelier Amsterdam en het toenmalige Instituut Collectie Nederland, maar namens het Van Gogh Museum deelde Louis van Tilborgh in 2006 de familie Keunen mee dat de werken niet aan Van Gogh kunnen worden toegeschreven. Hij heeft vooral stilistische bezwaren die los van de onderzoeksresultaten staan.

Maar de Elzinga’s geven niet op in deze langlopende geschiedenis. Sophie zegt dat het niet om geld gaat, maar om het principe van erkenning. Ze meent zelfs dat door de uitblijvende toeschrijving door het Van Gogh Museum het erfgoed van Vincent van Gogh verkwanseld wordt. Nogal een aantijging. Vermoedelijk denken Louis van Tilborgh en het Van Gogh Museum hetzelfde over Sophie en Klaas Elzinga, en de familie Keunen.

Vijf jaar na crisis Lehman Brothers zijn banken nog niet aangepakt

Deskundigen menen dat een volgende, nog desastreuzere bankencrisis onvermijdelijk is. De reden is dat de oorzaken ervoor niet zijn weggenomen. Sinds de crisis van vijf jaar geleden heeft de politiek de volle vijf jaar verlummeld. Journalist Joris Luyendijk licht toe dat 1) toezicht op de banken ontbreekt, 2) het bancaire systeem door en door kapot is, 3) de reserves op zijn en 4) de redding van de politiek dient te komen. Om banken die politici omkopen terug in hun hok te krijgen is een sterke, ambitieuze politiek vol idealisten nodig. Anders kan niet. Maar dat valt slecht in een tijdperk van salonpopulisme van eliteszoals Pieter van Os het in de NRC omschrijft. Naast bestaand rechtspopulisme. Ik ben het met ‘m eens en schreef eerder dat de redding van de politiek van de politiek moet komen: ‘Kritiek van loslopende idioten, cabaretiers en reaguurders die vol op het orgel gaan tegen vermeende politieke zakkenvullers speelt de financiële sector in de kaart.

David Callahan en Wallace Turbeville zien op Demos.org zes redenen voor een volgende financiële crisis: 1) er zitten nog veel vergiftigde leningen in het banksysteem, 2) banken zijn groter dan ooit, 3) banken zijn nog steeds roekeloos, 4) derivaten blijven ondergereguleerd, 5) niemand is voor de vorige crisis van 2008 bestraft en 6) regelgeving door overheden wordt nog steeds met overmacht door banken beantwoord en tenietgedaan.

Westerse landen hebben zich in een positie gemanoeuvreerd waaraan geen ontsnappen mogelijk lijkt. De politiek is verantwoordelijk voor rampzalige liberaliseringen sinds de jaren ’80 door een politieke klasse die afscheid heeft genomen en niet meer ter verantwoording is te roepen maar de samenleving met schulden heeft opgezadeld. Foute besluiten en het weglopen voor verantwoordelijkheid hebben het aanzien van en het vertrouwen in de politiek aangetast. Populistische stromingen breken dat aanzien van de politiek verder af in minachting (salonpopulisme) of rancune (rechtspopulisme). Slotstuk van deze ontwikkeling is de paradox dat de verzwakte politiek geen tegenspel meer kan bieden aan de lobby van schatrijke banken die sleutelfiguren uit de politiek omkopen. Tot in regeringen toe. Zodat de geloofwaardigheid van de politiek nog verder daalt.

Give-a-man-a-gun-and-he-can-rob-a-bank Foto: Prikkelende tekst met een waarheid: ‘Geef iemand een wapen en-ie kan een bank beroven. Geef iemand een bank en-ie kan de wereld beroven.’