
Wijze, moedige en waarachtige column van kunstenaar Marina van der Kooi die meedeed aan de kunstbeurs EuropArtFair die van 2 tot en met 4 juli 2021 plaatsvond op het Westergasterrein in Amsterdam. Dat was voor haar eens, maar nooit weer. Want volgens haar verdient iedereen aan zo’n beurs, behalve de kunstenaars die niet uit de kosten komen.
Overigens waren kunstenaars die zich goed informeren gewaarschuwd niet aan deze beurs deel te nemen. Het is een val voor kunstenaars. In hun boek “Tussen Kunst en Cash” besteedden NRC-journalisten Arjen Ribbens en Pieter van Os in hoofdstuk 11 (De Promotor David Polak) aandacht aan de Stichting Kunstweek van Polak in Raamsdonkveer dat onder meer certificaten aan kunstenaars verkoopt waar niemand op zit te wachten. Maar het organiseert ook een reeks kunstbeurzen met interessant klinkende namen.
Raoul Locht is bestuursvoorzitter van de Stichting Kunstweek en ook organisator of beursmanager van EuropArtFair. Els van Lent is secretaris van de Stichting en was tevens assistent beursmanager van EuropArtFair. Volgens Ribbens en Van Os is Locht de enige aandeelhouder van De Kunst Collega’s BV uit Roermond. Die werkt samen met de First Art Group BV die initiatieven van de Stichting Kunstweek uitvoert. Locht zou volgens beide auteurs initiatiefnemer van zes kunstbeurzen zijn.
De Stichting Kunstweek zegt dat het ‘staat voor de collectieve promotie van beeldende kunst en heeft als primaire doelstelling het vergroten van de belangstelling voor beeldende kunst in het algemeen en van de bekendheid van Nederlandse beeldend kunstenaars en hun werk in het bijzonder‘.
Dat is een ruime definitie die niets zegt over het verdienmodel. De beurzen van Locht krijgen lof omdat ze goed georganiseerd zijn, maar ook kritiek. Kunstenaar Jeroen Bosch en een van de twee drijvende krachten achter de populaire kunst(enaars)site Trendbeheer schreef in 2014 het artikel ‘Wist u dat de Kunstweek niet deugt?‘ waarnaar Ribbens en Van Os verwijzen. Omdat kunstenaars geen informatie hebben over de achtergrond van Polak, Locht en de door hen georganiseerde kunstbeurzen zouden ze er als ‘rommelende sukkelaars’ intrappen. Kunstenaars worden dankzij de column van Martine van der Kooi nogmaals gewaarschuwd.
Het laatste woord is aan haar, want behalve het verdienmodel dat eruit bestaat dat alle betrokkenen behalve de kunstenaars van de beurs profiteren is het niveau bedenkelijk: ‘Welgeteld zag ik drie kramen van mensen die ik als kunstenaar wil beschouwen. De rest, ongeveer 100 deelnemers, presenteerde vooral lieve of verleidelijke meisjesgezichten, en veel naakte borsten. De zigeunerin met de traan was niet ver weg‘. Deelname aan een beurs van Locht kan voor een professionele kunstenaar eindigen in een dubbele teleurstelling. Artistiek is het niveau bedenkelijk en financieel het risico groot. Advies: niet doen.