Zeeland heeft juridische middelen om Antwerpse haven plat te leggen. Durft het dat?

Schermafbeelding van deel redactioneel Liever gestrekt been dan grimlach‘ in PZC, 3 september 2021.

In een commentaar van 25 juni 2021 schreef ik dat de kankerwerkende stof PFAS de ontpoldering van de Hedwigepolder op losse schroeven zette. Het zorgt in elk geval voor beweging en onzekerheid in dit dossier dat gesloten leek. Grensoverschrijdende milieuverontreiniging vanuit de Antwerpse haven en het zo goed als ontbrekende optreden van Vlaamse overheden lijkt alles weer in beweging te zetten.

Vooral PZC-journalist Theo Giele zit goed in dit dossier. Hij schreef in een artikel op 22 juni 2021: ‘De hoge concentraties PFAS in de Westerschelde kunnen de discussie over de ontpoldering van de Hedwigepolder opnieuw doen ontvlammen. Moet je verontreinigd Scheldewater de polder in laten stromen?’

Dit gaat verder dan de Hedwigepolder. Giele constateert dat de PFAS-problematiek of de grensoverschrijdende vervuiling vanuit België breder is dan de problematiek van de ontpoldering van de Hedwigepolder. Vele gemeenten aan de Westerschelde maken zich grote zorgen over de gezondheid van hun inwoners door vervuiling met het kankerverwekkende PFAS.

Hoe de Vlaamse regering en de provincie Antwerpen jarenlang hebben weggekeken maakt de jarenlange illegale lozing van vervuilende stoffen in de Schelde door het Amerikaanse 3M in het Antwerpse Zwijndrecht duidelijk. ‘De provincie Antwerpen bleek vorig jaar zonder gedegen onderzoek naar milieueffecten en zonder Nederlandse autoriteiten op de hoogte te stellen een eeuwigdurende omgevingsvergunning aan het chemiebedrijf 3M te hebben verleend‘, zo concludeert Giele in de inleiding van zijn interview in de PZC van 4 september 2021 met de Vlaamse juriste  Isabelle Larmuseau. Deze voorzitter van Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht (VVOR) meent dat Nederland met een beroep op artikel 159 van de Belgische Grondwet de hele Antwerpse haven plat kan leggen:

Schermafbeelding van deel artikel3M is geen uitzondering: ‘Nederland kan heel de Antwerpse haven plat laten leggen’ in de PZC van 4 september 2021

Dit juridische middel om de Antwerpse haven plat te leggen geeft Nederland een wapen in handen om druk te zetten op Vlaanderen. Dat kan aan kracht winnen als de provincie Zeeland die het meest geraakt wordt door het nalatige milieubeleid van de Vlaamse overheden en dus een duidelijk belang heeft op haar beurt de Nederlandse regering onder druk zet.

De nieuw aangetreden minister van Infrastructuur en Waterstaat Barbara Visser heeft in haar vorige functie als staatssecretaris van Defensie veel kwaad bloed gezet in Zeeland met haar leugens en geheim overleg over de Marinierskazerne in Vlissingen die uiteindelijk voorbijgingen aan de belangen van de provincie. Zij heeft dus nog wat goed te maken tegenover Zeeland.

De tragiek van een kleine provincie als Zeeland is dat het doorgaans geen middelen heeft om af te dwingen dat het een gesprekspartner is die door anderen serieus wordt genomen. Zowel de Vlaamse overheden die jarenlang het Zeeuwse provinciebestuur en de Zeeuwse gemeenten hebben genegeerd door ze niet te informeren over grensoverschrijdende vervuiling in de Westerschelde als de Nederlandse regering hebben zich als punt bij paaltje komt niets gelegen laten liggen aan Zeeuwse belangen. Zoals de ontpoldering van de Hedwigepolder waar de meerderheid van de inwoners en de Zeeuwse overheden tegen was. Andere belangen wegen politiek en economisch zwaarder.

Nu heeft Zeeland dat machtsmiddel wel. Het kan de Antwerpse haven platleggen. Dat is nieuw. De Zeeuwse bestuurders moeten nog leren om dat middel zelfbewust in te zetten en zich niet opnieuw door de machtspolitiek van Den Haag én Antwerpen laten paaien met loze beloften. Zeeland moet er met gestrekt been ingaan zoals het redactioneel van 3 september 2021 van de PZC zegt (zie bovenaan).

Het Zeeuwse provinciebestuur heeft Vlaanderen een ultimatum gesteld, zoals blijkt uit de reacties van Zeeuwse bestuurders die eindelijk wakker zijn geworden. De coalitie in de Staten en de Zeeuwse Milieufederatie hebben zich hierbij aangesloten. Dit gaat in de eerst plaats over de volksgezondheid van de Zeeuwen, maar ook over de emancipatie, bestuurlijke kordaatheid en zelfverzekerdheid van Zeeuwse bestuurders. Durven ze het deze keer hard te spelen door de schroom van zich af te werpen en alle juridische middelen in te zetten die ze hebben?

Advertentie

Kankerverwekkend PFAS in Westerschelde zet ontpoldering Hedwigepolder op losse schroeven

Schermafbeelding van deel artikelKankerverwekkend PFAS in de Westerschelde: moet je de Hedwigepolder met verontreinigd water laten volstromen?‘van Theo Giele in de PZC, 22 juni 2021.

Update 17 mei 2022: Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft vandaag in een door SP en D66 ingediende motie besloten dat de Hedwigepolder voorlopig niet onder water wordt gezet in verband met de mogelijke vervuiling met PFAS van de Westerschelde ’nadat de resultaten van de lopende onderzoeken naar Pfas bekend zijn en vaststaat dat geen negatieve effecten optreden voor de natuurontwikkeling en een gezonde leefomgeving’.

Als geboren Zeeuws-Vlaming ben ik altijd een fervent tegenstander geweest tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder. Die polder onder de rook van het Antwerpse havengebied. Het werd verkocht als natuurcompensatie, maar was feitelijk het verraad van milieuverenigingen die vanwege het economisch belang van de Antwerpse haven met programma’s, compensatie en geld werden gekocht. Chris De Stoop beschreef het verraad van de milieubeweging in zijn boekDit is mijn hof‘.

Zo ontstond een kongsi van Antwerpse havenbaronnen met Nederlandse milieuverenigingen die de Nederlandse en Zeeuwse politiek overrulden en zich keerden tegen de boeren en Zeeuwen.

Ik heb er sinds 2011 talloze commentaren aan besteed. Een ervan leidde tot kamervragen over de veiligheid van de binnen- en zeevaart op de Westerschelde waarover ik contact had met toenmalig PvdA-kamerlid Lutz Jacobi, de huidige directeur van de Waddenvereniging. Ik herhaal mijn conclusie van dit commentaar uit 2016 omdat die de kern van mijn bezwaar tegen de ontpoldering geeft:

De problemen zijn terug te brengen tot het economisch belang van de Antwerpse haven waar alles voor moet wijken. Inclusief de veiligheid ondanks de sussende woorden van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie dat wel een loodsplicht noemt, maar geen snelheidsbeperking voor zeevaartschepen. Door afspraken van de Scheldeverdragen van 2005 is de Westerschelde verdiept tot 13.10 meter. Met als gevolg dat grotere, diepere en snellere zeevaartschepen naar Antwerpen kunnen varen. Met alle veiligheidsproblemen van dien die de binnenvaartschippers in hun reacties aankaarten. De verdieping van de Westerschelde heeft voor Zeeland ongunstige neveneffecten gehad, zoals het verlies aan natuur dat het volgens afspraken van de Natura 2000 richtlijn moet realiseren op eigen gebied en de veiligheid van de scheepvaart waarvoor zoals blijkt door snelheidsbeperkingen geen afspraken gemaakt kunnen worden omdat dat blijkbaar niet in Belgisch belang is.
Terwijl de Vlaamse regering er de economische lusten van draagt moet Zeeland de lasten dragen door de Hedwigepolder als natuurcompensatie af te stoten als landbouwgrond. Wat Zeeuwen met de herinnering aan de ramp van 1953 door de ziel snijdt. Het is zover kunnen komen door het systeemmatig zwakke bestuur van de provincie Zeeland en het relatief kleine belang van deze provincie in Den Haag. Toen de Zeeuwse Jan Peter Balkenende in 2002 premier werd was het kwaad al geschied. Hij kon met de Zeeuwse CDA’er Ad Koppejan dit dossier politiek en juridisch niet meer redden, maar alleen rekken. Dat geeft aan wie het op de Westerschelde voor het zeggen heeft: België. De Vlaamse kolonisatie van de Westerschelde is de afgelopen decennia door Nederland geen halt toegeroepen, maar eerder toegenomen. De politiek laat het gebeuren. Zoals ontpoldering van de Hedwigepolder tegen Zeeuwse wensen in en marginalisering van de binnenvaart op de Schelde leren.

Theo Giele heeft recent in de PZC een reeks artikelen geplaatst over de vervuiling door kankerverwekkend PFAS in de Zeeuwse waterwegen, zoals het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de Westerschelde. Bovenstaand artikel leidt hij als volgt in: ‘De hoge concentraties PFAS in de Westerschelde kunnen de discussie over de ontpoldering van de Hedwigepolder opnieuw doen ontvlammen. Moet je verontreinigd Scheldewater de polder in laten stromen?’

Kortom, de hoge concentratie PFAS is een nieuw argument tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder. Vervuiling in algemene zin was altijd al een argument tegen ontpoldering, maar vervuiling met PFAS geeft er een nieuwe dimensie aan. Het schrijnende is dat de industrie van de Antwerpse haven altijd al verantwoordelijk was voor de vervuiling, maar er niet verantwoordelijk voor werd gehouden. Want de Westerschelde ligt stroomafwaarts van Antwerpen.

Hoe dan ook wordt de vervuiling met PFAS door tegenstanders van de ontpoldering zoals de SGP aangegrepen om dit dossier opnieuw te openen. Theo Giele zegt in een artikel van 24 juni 2021 dat de SGP op die dag kamervragen heeft gesteld aan minister Cora van Nieuwenhuizen: ‘Kamerlid Chris Stoffer vroeg of de hele ontpolderingsoperatie niet in strijd is met de Wet Bodembescherming. Er zal immers vervuild Scheldewater de polders instromen’. Het CDA-statenlid Frank Peter Kuijpers liet al eerder van zich horen en twitterde op 22 juni 2021:

Tweet van Frank Kuijpers, 22 juni 2021.

Giele constateert terecht dat de PFAS-problematiek breder is dan de problematiek van de ontpoldering van de Hedwigepolder. Vele gemeenten aan de Westerschelde maken zich grote zorgen over de gezondheid van hun inwoners door vervuiling met het kankerverwekkende PFAS.

Het is de logica van de zogenaamde natuurcompensatie waarvan de hypocrisie nu volop aan de oppervlakte komt. De achterliggende oorzaak voor de ontpoldering van de Hedwigepolder was nooit het compenseren van natuur, maar het dienen van het belang van de Antwerpse haven (via verdieping van de Westerschelde) zonder dat dit verband rechtstreeks gelegd mocht worden. Nu de vervuiling door die haven de natuurcompensatie in gevaar brengt blijkt duidelijk hoe rechtstreeks dit verband werkelijk was. Letterlijk en figuurlijk een vies zaakje dat stinkt.

Er is de afgelopen 10 jaar in dit dossier krom en onzuiver geredeneerd. De oppositie tegen de ontpoldering werd met een machtsspel onder leiding van de Vlaamse overheid en de Antwerpse haven onschadelijk gemaakt. De PFAS-problematiek opent het dossier opnieuw van een ontpoldering die nooit goed voelde en de hypocrisie en de niet valide argumenten ervan opnieuw onder de aandacht van politiek en publiek brengt.