Parlement moet Opstelten aanpakken vanwege zaak-Demmink

demm

Update 13 september 2014: Zes voormalige gevangenisdirecteuren hebben gisteren in de kwestie Demmink aangifte gedaan tegen minister Opstelten wegens een ambtsmisdrijf, aldus het AD. Hij zou nalatig hebben gehandeld inzake de beschuldigingen over pedofilie aan het adres van zijn voormalige hoogste ambtenaar Joris Demmink. Opstelten liep op de feiten vooruit door in april 2014 te verklaren: ‘Het was niks, het is niks en het zal niks worden.’ Volgens de ondertekenaars van de aangifte frustreerde de minister hiermee de zaak ‘intentioneel’. Opstelten kreeg al eerder kritiek. Hij antwoordde op kamervragen dat een diepgaand onderzoek naar Demmink verricht was, terwijl later bleek dat dat om niet meer dan een verkennend onderzoek ging. 

CDA-kamerlid Pieter Omtzigt volgt de zaak-Demmink kritisch. Vandaag schreef-ie bovenstaande tweet naar aanleiding van de verklaringen van ex-rechercheur Emile Broersma in een getuigenverhoor voor de Utrechtse rechter-commissaris over het zogenaamde Rolodex-onderzoek. Voor de zoveelste keer blijkt dat minister Ivo Opstelten het niet zo nauw neemt met de feiten. Naar aanleiding van kamervragen van Omtzigt en z’n collega Peter Oskam moest Opstelten samen met minister Timmermans op 27 november 2012 toegeven dat er nooit een ‘diepgaand onderzoek‘ naar Joris Demmink was verricht. Slechts een ‘oriënterend feitenonderzoek‘.

Dat was een eerste doorbraak, want de verdedigingslinie van Opstelten tot die tijd was dat er door diverse ministers en het Openbaar Ministerie onderzoek was verricht en geen bewijs naar voren was gekomen voor beschuldigingen tegen Demmink. Maar als er nooit diep is gezocht met bijzondere opsporingsbevoegdheden is de kans groot dat er niks gevonden wordt. En betekent zo’n onderzoek weinig en zegt het niets over de waarheidsvinding. Zodat het er nog geen uitsluitsel over geeft of Demmink strafbare feiten heeft begaan. 

Een tweede doorbraak in deze zaak is dat er in de getuigenverhoren voor de Utrechtse rechtbank verklaringen opduiken van onder meer voormalig hoofdofficier van Justitie Hans Vrakkingex-agent Leen de Koter en nu dan Emile Broersma dat Demmink wel degelijk is voorgekomen in het Rolodex-onderzoek. Minister Opstelten ontkent Demminks betrokkenheid, maar gaat niet echt in op de zaak. Hij ‘staat achter zijn eigen verklaring’ of ‘het OM heeft hem laten weten dat Demmink op geen enkele wijze in dit onderzoek naar voren is gekomen’. Met deze cirkelredeneringen verwijst Opstelten als een regent naar zichzelf en schermt de zaak-Demmink af.

Het ontwijkend gedrag van Opstelten is een schande voor elk parlement dat zichzelf serieus neemt. Uit zelfrespect moet het duidelijkheid eisen van Opstelten en niet langer genoegen nemen met zijn ontwijkende antwoorden. En het negeren van spijkerharde feiten van kroongetuigen die met informatie komen die nieuw licht werpt op de zaak. Niet pedofilie, obstructie van de rechtsgang of klassenjustitie zijn hier aan de orde, maar de werking van de parlementaire democratie. Als minister Opstelten blijft toedekken en vertragen dan wordt het tijd dat een ander bewindspersoon op Justitie dit dossier overneemt. Om eindelijk vaart te zetten.

Foto: Tweet van Pieter Omtzigt, 15 april 2014.

Wat voor onderzoek komt er naar Demmink: toe- of ontdekken?

demmink2

De affaire-Demmink gaat maar niet liggen. Een kwestie van vertraging, misleiding en ontkenning. Centraal staat Joris Demmink de tot 1 november 2012 hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie. Hij wordt al jarenlang in verband gebracht met het seksueel misbruik van minderjarigen. Maar ook met machtsmisbruik, obstructie van de rechtsgang, intimidatie van de media en chantage van hooggeplaatsen. Omdat er nooit een diepgaand onderzoek is verricht naar de beschuldigingen bestaat er al jaren een patstelling. Met als gevolg onzekerheid over wat Demmink precies aangewreven kan worden. Dit is een ongewenste situatie die de opeenvolgende ministers van Justitie door een aanwijzing om deze zaak te onderzoeken hadden kunnen voorkomen. Ze deden dat niet en hebben de schijn gewekt Demmink in bescherming te hebben genomen.

Vandaag meldt het AD dat het OM een onderzoek is gestart naar Demmink. Vraag is of het deze keer eindelijk om een diepgaand onderzoek gaat dat probeert alle feiten boven water te krijgen. Aanleiding is een brief van het Turkse OM waarin staat dat ‘Demmink op 20 juli 1996 Turkije is ingereisd’. Een onbetekend feit ware het niet dat Demmink en z’n advocaat altijd hebben ontkend dat Demmink in de jaren ’90  in Turkije was. Waar-ie minderjarigen misbruikt zou hebben. De Rijksrecherche heeft afgelopen jaar een oriënterend feitenonderzoek naar de reisbewegingen van Demmink in Turkije gehouden. Dat kwalificeerde minister Opstelten als gedegen onderzoek. Hiermee introduceerde hij een onderzoekscategorie tussen oriënterend en diepgaand. Wat gedegen betekent is onduidelijk. Hoe dan ook is er nooit een diepgaand onderzoek verricht.

Gezien de voorgeschiedenis is het de vraag of er vertrouwen valt te ontlenen aan de nieuwste ontwikkelingen. Is de tijd rijp voor een onderzoek dat ontdekt, en niet toedekt? Henk Rijkers van het KN weet het deze keer zeker. Hij noemt de instelling van een onderzoek door het OM een doorbraak in de affaire-Demmink. Maar dat valt nog maar te bezien. Vraag is of het gezien de betrokkenheid van allerlei ministers, hooggeplaatsten en politieke partijen al tijd is voor een niet-gestuurd, onafhankelijk onderzoek. Dus zolang betrokkenen als Ivo Opstelten en Piet Hein Donner nog hoge posities in het openbaar bestuur bezetten. Mogelijk moeten we nog enige jaren wachten op de echte waarheid over Demmink. Hoewel sommigen het antwoord al weten.

Foto: Joris Demmink. Credits: NRC/Maarten Hartman.

Zie hier voor alle stukken van dit blog over Joris Demmink.

Belastende verklaring over Demmink. Wat doet journalistiek?

media_xl_1711387

De Volkskrant heeft vandaag twee stukken over Joris Demmink. Van 2002 tot 2012 de hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie. Opmerkelijk omdat de gevestigde media er nooit veel aandacht aan besteden. Het bericht dat de twee oud-gevangenissdirecteuren Bart Molenkamp en Jacques van Huet op 17 mei 2013 een verklaring bij een Haarlemse notaris hebben afgelegd. Hiermee willen ze onafhankelijk onderzoek afdwingen. Tot nu toe is er naar Demmink nooit een diepgaand onderzoek verricht. Hun getuigenis gaat terug naar een dienstreis door hoge ambtenaren uit het gevangeniswezen naar Londen in mei 1992. Demmink ontbrak.

Een medewerkster van Justitie zou zich ’s avonds in de hotelbar beklaagd hebben over het gedrag van Joris Demmink, destijds directeur-generaal Vreemdelingenzaken. ‘Zij moest ‘via de telefoon jonge jongens’ voor hem regelen‘, aldus Molenkamp en Van Huet. De laatste voegt toe: ‘Niemand durfde hierover openlijk naar buiten te treden. Dat stond gelijk aan ambtelijke zelfdoding naar mening van ondergetekende.’ De betreffende medewerkster is volgens De Volkskrantstomverbaasd‘ over de verklaring. Ze kan zich ‘niet herinneren of er tijdens de reis over de heer Demmink gesproken is’. Zoals zo vaak bij Demmink blijft de zaak in een welles-nietes sfeer hangen. In februari lekte er al een e-mail van een oud-gevangenisdirecteur uit.

In een achtergrondverhaal schetst De Volkskrant dat de kwestie Demmink al sinds de jaren ’90 zeurt en er een anti-Demminklobby bestaat die Demmink voor de rechter probeert te krijgen. Maar da’s openbare informatie die weinig opzienbarend is. Belangwekkender was geweest als De Volkskrant de pro-Demminklobby in kaart had gebracht. Het verder verdienstelijke achtergrondverhaal valt op te vatten als een stempel voor het eigen onvermogen. Want hoe kan een belangrijk nieuwsmedium een zaak over de hoogste ambtenaar van Justitie waarvan het zelf zegt dat deze al sinds de jaren’ 90 speelt onuitgezocht laten? De journalistiek komt er maar steeds niet aan toe deze kwestie te onderzoeken. Dat roept vragen naar de redenen op. De zwijgende of wegkijkende journalistiek die niet doet wat van haar verwacht kan worden, wordt zo een deel van de kwestie.

De hoofdvraag is niet of Demmink zich schuldig heeft gemaakt aan sex met minderjarigen of door chantage of machtsmisbruik een eerlijke rechtsgang heeft geblokkeerd. Als dit zo was moet-ie daar met z’n geweten maar in het reine over komen. De hoofdvraag is omvattender omdat dit gaat over het functioneren van de rechtsstaat en de ingebouwde checks and balances. Waarom is er ondanks de veelheid aan geruchten vanuit de Nederlandse, Amerikaanse en Europese politiek en samenleving nooit een diepgaand onderzoek naar het functioneren van Demmink verricht? Dit is de verantwoordelijkheid van Tweede Kamer en kabinet. De journalistiek had het zelf kunnen uitzoeken, toen het constateerde dat de politiek een onderzoek blokkeerde.

Wat toont de affaire Demmink aan over de stand van zaken van de Nederlandse samenleving? Er zijn drie mogelijkheden. a) De rechtspraak kent klassejustitie. b) De politiek dekt fouten toe en c) De journalistiek controleert de macht niet. In alle gevallen ligt de oorzaak bij vriendjespolitiek. In een gesloten systeem lopen verantwoordelijkheden door elkaar heen, maakt niemand zich aanspreekbaar en ontbreekt controle op de macht. Bedenkelijk is dat de journalistiek hier in 20 jaar niet de vinger op weet te leggen, niet tot de bodem gaat en zich ogenschijnlijk voegt bij de macht. Dan wordt een verhaal over het verhaal van De Volkskrant een ware heldendaad van intellectuele durf en ambitie. In een armzalig, kaal Nederlands journalistiek landschap.

Foto: De VVD’ers Joris Demmink en de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen. In update weggehaalde foto bij het artikel in De Volkskrant.

Opnieuw aanwijzing voor onregelmatigheden kwestie Demmink

Demm

Update: Jan Poot plaatste vanochtend bovenstaande e-mail op z’n website met de volgende opmerking: ‘Eerst Donner en daarna Hirsch Ballin hebben Omtzigt onlangs gewaarschuwd zich van verdere acties inzake Demmink te onthouden.‘ Hij zegt naar aanleiding hiervan gesommeerd te zijn deze opmerking over Donner en Hirsch Ballin onmiddellijk van zijn site te verwijderen. Poot zegt dat niet te doen ‘omdat de druk van deze politieke zwaargewichten op Omtzigt onoorbaar is en intrekking in strijd met de waarheid is.’ Hij neemt het op voor Pieter Omtzigt. Naar zeggen van Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad heeft volgens Jan Poot partijleider Van Haersma Buma hierin bemiddeld en heeft met name Hirsch Ballin druk gezet. Onduidelijk blijft of de beschuldiging klopt dat Donner en Hirsch Ballin hebben geintervenieerd en wat het belang van Donner en Hirsch Ballin is om Omtzigt onder druk te zetten en de vrijheid van meningsuiting te beperken. Jan Poot vraagt zich in een naschrift af waarom Nederlandse journalisten niet willen uitzoeken waarom Donner en Hirsch Ballin kamerlid Omtzigt onder druk hebben gezet. Onduidelijk is wie de e-mail naar Poot heeft gelekt.

Een e-mail van een oud-gevangenisdirecteur aan CDA-kamerlid Pieter Omtzigt die zich bezighoudt met de zaak Demmink. Zie hier voor de stukken op dit blog over dit onderwerp. De e-mail is er opnieuw een aanwijzing voor dat er nooit een diepgaand onderzoek naar de oud secretaris-generaal van Justitie Joris Demmink is verricht. Ondanks beweringen van minister Ivo Opstelten van het tegendeel. Als het in Nederland normaal is dat hoge ambtenaren die chantabel zijn en omgaan met vertrouwelijke informatie niet of onvoldoende gescreend worden, dan is het met het openbaar bestuur nog erger gesteld dan het nu al lijkt.

Vraag waarom toenmalig minister van Justitie Piet Hein Donner in 2002 Joris Demmink tot secretaris-generaal van Justitie benoemde is interessant. Maar dit is niet zeker. Mogelijk werd deze benoeming door Donners voorganger de VVD’er Benk Korthals voorgekookt. Juist dit soort vermoedens billijkt de noodzaak voor een diepgaand onderzoek naar het opereren van Joris Demmink en alle direct betrokken bewindslieden. Zodat waar schuld vastgesteld kan worden dit nu eens duidelijk gebeurt en de onschuldigen vrijgepleit worden.

Naschrift: Pieter Omtzigt bevestigt op Twitter dat de e-mail van de gevangenisdirecteur authentiek is. Maar hij ontkent dat er onoorbare druk op hem is uitgeoefend. Hij compliceert dat echter weer door de toevoeging dat genoemde mensen (Buma, Donner, Hirsch Ballin) niet bij hem langs zijn geweest. Druk kan ook indirect worden gezet. Kortom, de episode van de e-mail van de gevangenisdirecteur zorgt voor onnodige verwarring.

Foto: Schermafbeelding van e-mail door oud-gevangenisdirecteur aan Pieter Omtzigt over kwestie Demmink.

Buitenlandse druk in kwestie Demmink opgevoerd. Nederlandse media zwijgen

0613_1956

Opnieuw een onheilspellend bericht over Joris Demmink. Deze kwestie die gaat over de tot voor kort hoogste ambtenaar van Justitie en wordt geassocieerd met pedofilie, doofpot en klassejustitie verzwakt steeds verder de internationale positie van Nederland. Robert Rubinstein van De Roestige Spijker verwijst op Twitter naar een Engelstalig persbericht. Dat stuurde hij zojuist naar tientallen personen en internationale media. In deze affaire die zich voor een deel in Turkije afspeelde zal onder Amerikaanse druk een Turkse onderzoeksrechter benoemd worden om de beschuldigingen van seksueel misbruik tegen Demmink te onderzoeken. Rode lijn in deze affaire is het uitblijven van een diepgaand onderzoek naar Demmink en het wegkijken door de regering.

Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad die het op de voet volgt geeft de Nederlandse versie van het persbericht. Advocate Adèle van der Plas van de Bakker Schut Stichting die Turkse getuigen bijstaat looft het initiatief van de Turkse regering en merkt dit op: ‘De Nederlandse regering moet eindelijk eens toegeven dat het tijd is om Demmink te arresteren en een grondig onderzoek in te stellen naar alle aantijgingen van seksueel misbruik in Nederland, en ook naar zijn reizen naar Turkije als Nederlandse afgevaardigde.’

De oproep om Demmink te arresteren is nieuw. Tot voor kort werd opgeroepen tot een diepgaand onderzoek. Maar minister Opstelten gooide onlangs in antwoord op kamervragen van de CDA’ers Oskam en Omtzigt de deur dicht. Een onderzoek was niet nodig. Dan resteren critici weinig andere wegen dan het mobiliseren van buitenlandse druk. De binnenlandse publieke opinie kookt op internet, maar blijft in de gevestigde media ijskoud. In deze media is de berichtgeving afstandelijk en volgt de regering. Op een bericht in het AD na.

De kwestie Demmink groeit uit tot een akelige en complexe affaire. Het gaat al lang niet meer om pedofilie en kindermisbruik alleen. Obstructie van de rechtsgang maakt er onderdeel van uit. Zoals het uitblijvende onderzoek en de ontwijkende antwoorden van de regering aantonen. Daarnaast is er de intimidatie van de media. Deze kwestie heeft het in zich om de nieuwe Greet Hofmans-affaire te worden. De verwikkelingen aan het hof en de strijd tussen Juliana en Bernhard werden in de doofpot gestopt. Hoofdredacteuren moesten zwijgen. In 1956 komt de affaire door toedoen van prins Bernhard via de Duitse Der Spiegel naar buiten.

Foto: Omslag van Der Spiegel van 13 juni 1956 met onthullingen over de Greet Hofmans-affaire.

Opstelten geeft ontwijkende antwoorden over Demmink

ANP01_12983773_X

Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie beantwoordt met vertraging de kamervragen van de CDA-ers Oskam en Omtzigt van 10 januari. Ze vragen naar de reactie van de Nederlandse regering op resolutie 838 van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, de beoordeling van het handelen van oud-secretaris-generaal Joris Demmink van Veiligheid en Justitie en vermeende mensenrechtenschendingen in Turkije en Nederland.

Resolutie 838 werd in het 112de congres door de Republikeinse afgevaardigde Chris Smith ingediend. Een katholiek  uit New Jersey met een sociaal-conservatieve agenda die zich inzet voor mensenrechten en tegen abortus. Bij het aantreden van het 113de congres is een resolutie 62 met enkele actualiseringen opnieuw ingediend. Het vraagt de Amerikaanse regering zich in te spannen de zetel van het Internationaal Gerechtshof uit Den Haag te verplaatsen. Als reden geldt een ontbrekend diepgaand onderzoek naar Demmink. Door afnemende geloofwaardigheid van de rechtsstaat zou Nederland het Gerechtshof niet langer ‘verdienen’. Bij goedkeuring kan de resolutie doorgezonden worden naar de senaat. De kans daarop lijkt niet groter dan 30%. Op 4 oktober 2012 leidde Smith een hearing in het congres over Demmink met ook Nederlandse deelnemers.

Minister Opstelten gaat niet in op de vraag van Oskam en Omtzigt om de punten die Smith in zijn resolutie stelt als waar of onwaar aan te duiden. Opnieuw bevestigt de minister dat er nooit een diepgaand onderzoek naar Demmink is gehouden. Als reden hiervoor zegt-ie dat er door het OM geen strafrechterlijk onderzoek naar Demmink is ingesteld ‘vanwege het ontbreken van een redelijk vermoeden van schuld‘. De Rijksrecherche heeft aan de hand van overlegde informatie een oriënterende feitenonderzoek naar de reisbewegingen van Demmink in Turkije gehouden. Dat kwalificeert Opstelten als ‘gedegen onderzoek’. Hiermee introduceert-ie een onderzoekscategorie tussen ‘oriënterend‘ en ‘diepgaand‘. Maar wat ‘gedegen‘ betekent is onduidelijk. Zeker is dat het eerder oriënterend, dan diepgaand is. Opstelten goochelt met woorden en zaait verwarring.

De antwoorden zijn een gemiste kans. Ze nemen geen verontrusting weg. Opstelten stelt zich formeel op, raakt verstrikt in zichzelf en acht zich gehouden aan het hoogst noodzakelijke. Maar ministers hebben de ruimte om via een aanwijzing opdracht tot onderzoek te geven. Al is het vertrouwelijk. Nu wordt juist voor de zoveelste keer de vraag benadrukt waarom Opstelten of zijn voorgangers nooit opdracht tot een diepgaand onderzoek gaven. Demmink is al sinds 1998 in opspraak vanwege zijn associatie met pedofilie en obstructie van de rechtsgang. De antwoorden bevestigen een beeld van belangenverstrengeling bij de top van Justitie. Het wachten is op Oskam en Omtzigt die nieuwe vragen stellen over een onderzoek dat meer dan gedegen is.

Foto: Den Haag, Internationaal Gerechtshof. Zaak Zuid-West Afrika, 1966. Credits: Peter van Zoest.

Opstelten neemt tijd voor beantwoording vragen over Demmink

0a268e21ed1c62d6aedbcebada1f763e

Minister Opstelten vraagt uitstel om de kamervragen van de CDA’ers Pieter Omtzigt en Peter Oskam te beantwoorden. Reden is dat nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Hij zegt ernaar te streven ze zo spoedig mogelijk te beantwoorden. Kamervragen dienen in beginsel binnen 3 weken beantwoord te worden.

De vragen werden op 10 januari ingediend, werden op 25 januari op de site van de Tweede Kamer geplaatst en zijn gericht aan zowel de minister van Justitie en Veiligheid als die van Buitenlandse Zaken. Ze gaan over vermeende mensenrechtenschendingen in Turkije en Nederland, de reactie van afgevaardigden van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden daarop, en de tot voor kort hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie Joris Demmink die in verband wordt gebracht met pedofilie en obstructie van de rechtsgang.

Opvallend is dat minister Opstelten bij de vasstelling van de begroting van zijn ministerie op 3 oktober 2012 een brief naar de kamer stuurde met een antwoord op de aantijgingen over Demmink: ‘Wat onderzocht moest worden, is onderzocht. De uitkomst daarvan is steeds geweest dat er geen begin van juistheid is gebleken ten aanzien van de geruchten en aantijgingen.’ En over het verblijf van Demmink in Turkije schreef Opstelten: ‘Gelet op de aard van de aangegeven feiten en de ernst van de beschuldiging heeft de Rijksrecherche toch verder onderzoek gedaan. In dit zogenoemde oriënterend feitenonderzoek zijn mogelijke reisbewegingen van de betrokken ambtenaar in de aangegeven periode in Turkije onderzocht. Dit onderzoek heeft op geen enkele wijze een bevestiging opgeleverd dat betrokkene in de desbetreffende periode in Turkije zou zijn geweest.

Nu blijkt door de vragen van Omtzigt en Oskam dat wat in oktober 2012 met zekerheid vaststond voor minister Opstelten en het ministerie van Veiligheid en Justitie niet meer af te doen met de stelling dat er niks aan de hand is. Mede door de specifieke antwoorden die de CDA-kamerleden verlangen. Wordt vervolgd.

Foto: Tunnelvisie, Driemanspolder vanuit tunnel Leidschenveen. Credits: mtcrump.

Opnieuw: CDA stelt kamervragen over Demmink. En de doofpot

media_xl_1487712

Op 10 januari zonden de CDA-kamerleden Pieter Omtzigt en Peter Oskam vragen in over Joris Demmink. Ze werden die dag gepubliceerd. Ik besteedde er aandacht aan in het stukje ‘CDA stelt opnieuw kamervragen over Demmink. En de doofpot‘. Maar wie nu zoekt op 10 januari ziet dat de vragen ontbreken bij de ‘Officiële bekendmakingen‘. De HTML-link naar de vragen is dood: “https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00250.html“. De vragen zijn op of na 10 januari weer uit de Officiële bekendmakingen verwijderd. De reden hiervoor is onduidelijk. Gezien de voorgeschiedenis roept het de vraag op wat hier aan de hand is.

Vandaag hebben Omtzigt en Oskam de vragen opnieuw ingezonden. Hun toevoeging zegt: ‘ingezonden 10 januari 2013‘. Zoals gewoonlijk worden ze gesteld aan de ministers Opstelten van Veiligheid en Justitie en Timmermans van Buitenlandse Zaken. Juist omdat vanuit de VS de maatschappelijke druk van onder meer het Rebecca Project en de politieke druk door Republikeinse congresleden als Chris Smith toeneemt is het zaak voor de regering Rutte-Asscher om elk idee van obstructie van zowel de rechtsgang als het politieke proces weg te nemen. Kamervragen die pas na 15 dagen definitief geplaatst zijn voeden de complottheorieën. Het roept de vraag op wat er aan de hand is. Da’s een slechte zaak voor het aanzien van de Nederlandse politiek.

Een gewenst vervolg zou zijn om de bewindslieden uit het kabinet die het meest neutraal tegenover de zaak-Demmink staan dit als een soort projectministers verder te laten behandelen. Te denken valt aan vice-premier Lodewijk Asscher, minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans en voor de inbreng van de VVD minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert. Om elke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen is het gewenst dat premier Mark Rutte en minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten op afstand worden gezet. Er dient snel een halt toegeroepen te worden aan het verder beschadigen vanuit het buitenland en de sociale media van het imago van Nederland. Dat vraagt niet om afwachten en ontkennen, maar om pro-actief handelen. Het wordt tijd om de zaak-Demmink te onderzoeken en de aandacht te geven die het verdient.

Foto: Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans, minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie en PvdA-Kamerlid Angelien Eijsink voorafgaand aan het overleg over Mali. Januari 2013. Credits © anp.

CDA stelt opnieuw kamervragen over Demmink. En de doofpot

5_big_b

Het vervolgverhaal Joris Demmink kent weer een nieuw hoofdstuk. CDA-ers Pieter Omtzigt en Peter Oskam stelden vandaag kamervragen aan de ministers Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie en Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken. Beide kamerleden rapen en bundelen het oude nieuws van de afgelopen maand.

Aanleiding zijn de resolutie 838 van het Amerikaanse congreslid uit New Jersey Chris Smith die vol symboliek zijn minister van Buitenlandse Zaken oproept om vanwege de in zijn ogen slappe aanpak door Nederland van de affaire-Demmink de zetel van het Internationaal Hof van Justitie uit Nederland te verplaatsen. En in Turkije worden twee slachtoffers die Demmink bij het Gerechtshof in Den Haag hebben aangeklaagd door bedreiging en mishandeling geïntimideerd zich terug te trekken. Zodat van een ongestoorde rechtsgang geen sprake is.

Omtzigt en Oskam vragen onder meer om een reactie van beide ministers op zo’n 20 afzonderlijke punten in resolutie 838 die onder meer gaan over het verblijf tussen 1995 en 2000 van Demmink in Turkije. Eerder ontkende Opstelten dat, zodat opmerkelijk is dat dit opnieuw wordt gevraagd. De ministers zijn namelijk aan eerdere antwoorden gebonden. Uit de beantwoording van eerdere kamervragen van Omtzigt en Oskam door Timmermans en Opstelten bleek dat het ‘diepgaand onderzoek‘ naar Demmink nooit meer is geweest dan een ‘oriënterend feitenonderzoek‘.  Bij die constatering is het sinds november 2012 gebleven. Omtzigt en Oskam doen nu een nieuwe poging om met name minister Timmermans tot concrete antwoorden te verleiden.

Foto: Paleis van Justitie, Den Bosch.

Zorgen om NOS-berichtgeving over Demmink

NOS-logo

De werking van de Nederlandse media is af te lezen aan een artikel over de zaak-Demmink op NOS.nl. Het verschuilt zich achter de journalistieke code van hoor en wederhoor. In de algemene berichtgeving laat het een mening doorsijpelen die het suggereert niet te geven. Want hoe anders kan de slotzin ‘De Amerikaanse ambassade in Den Haag heeft de conclusies van de Nederlandse justitie altijd onderschreven‘ gelezen worden dan een relativering van de kritiek op een ontbrekend diepgaand onderzoek naar Demmink? Waar haalt de NOS het vandaan? Want antwoorden op kamervragen zijn duidelijk: er was nooit een diepgaand onderzoek.

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt die zich vanuit christelijke hoek bezighoudt met de zaak-Demmink vraagt zich op Twitter af hoe de NOS aan haar informatie komt: ‘Wie heeft NOS opgebeld om dat te melden? En in welke openbare bron laat VS ambassade zich uit over juistheid niet-uitgevoerd onderzoek?‘ Er loopt een directe lijn van minister Opstelten via de Amerikaanse ambassade in Den Haag naar de NOS. Het consigne ‘niets te melden‘ is allang achterhaald door de beantwoording van de kamervragen door minister Timmermans. Die in een ambtelijke strijd als eerste verantwoordelijke met minister Opstelten lijkt verwikkeld over dit dossier.

Waarom geeft de NOS informatie waarvan het moet weten dat het achterhaald is? En waarom geeft de NOS geen update waarin het zegt dat de Amerikaanse ambassade zich voor haar informatievoorziening over deze zaak verliet op de Nederlandse regering die foute informatie over de aard en degelijkheid van het onderzoek verschafte? Zo laadt de NOS de verdenking op zich niet aan algemene berichtgeving, maar aan politiek te doen. Een ander aspect is dat de auteur ongenoemd blijft. Wie heeft het bericht opgesteld? En met welke intentie door wie ingefluisterd? Dat draait de rollen om. Niet Pieter Omtzigt of de gebruikers van de sociale media verschuilen zich in de anonimiteit, maar het paradepaardje van de gevestigde media doet dat wel.

Foto: NOS-logo