Als Trouw nuance zoekt in inhoud, dan kan het de nuance in het begrippen- en woordgebruik niet achterwege laten

Schermafbeelding van deel artikelDe seculiere meerderheid en orthodoxe gelovigen begrijpen niks van elkaar’ in Trouw, 5 april 2021.

Trouw is een dagblad dat veel aandacht geeft aan religie. Dat gebeurt vanuit een religieus perspectief en is niet altijd als zorgvuldig te omschrijven. De framing zitten de journalistieke onpartijdigheid en het professionalisme in de weg. Trouw zit gevangen in de vooroordelen van een traditie waarin oude woorden hun betekenis hebben. In elk geval roept lezing van Trouw dat beeld bij mij op.

Neem nou bovenstaand artikel dat als kop heeft ‘De seculiere meerderheid en orthodoxe gelovigen begrijpen niks van elkaar’. Waarom kiest Trouw deze kop? Er had ook kunnen staan: ‘De gematigde en orthodoxe gelovigen begrijpen niks van elkaar’.
Het wordt en nog vreemder op als in de introductie van dit artikel staat: ‘De spanning tussen orthodoxe religieuze minderheden en de liberale meerderheid groeit.’ Wat moet onder ‘de liberale meerderheid‘ verstaan worden? Zijn dit alle niet-orthodoxe gelovigen? Omvat dit ook de sociaal-democraten, rechts-radicalen, christen-democraten en anarchisten? Trouw maakt het niet duidelijk. Dit is blijkbaar geheimtaal in de eigen kring die buitenstaanders niet kunnen ontcijferen.

Want wat wordt hier nou bedoeld met ‘liberaal’? Is dat volgens het jargon van de protestante christenen een omschrijving van vrijzinnig of onorthodox? Maar waarom scherpt Trouw dan een tweedeling tussen orthodoxe gelovigen en vrijzinnigen aan die als zodanig in de samenleving niet bestaat en laat het de niet-orthodoxe gelovigen ongenoemd?

Wat gelovigen met ‘seculier’ bedoelen is evenmin altijd duidelijk. Vaak gebruiken ze het in de minachtende betekenis ’wereldlijk’ als tegenstelling tot religieus of godsdienstig.

Dat is problematisch als ermee de politieke filosofie van het secularisme wordt bedoeld die vanuit de christelijke flanken indirect onder vuur wordt genomen. Secularisme houdt in dat alle geloven en levensovertuigingen in gelijke mate onder de nationale rechtsstaat zijn gegarandeerd. Het secularisme is niet anti-religieus of pro-‘seculier’. Het secularisme is perfect neutraal. Het secularisme is de vertaling van rechtsstatelijkheid op het gebied van geloof en levensovertuiging. Degenen die zich verzetten tegen het secularisme door dat ter discussie te stellen of verdacht te maken verzetten zich tegen de rechtsstaat. Uiteraard zien ze dat zelf anders in hun eigen belangenbehartiging.

Feit is dat vooral orthodoxe christenen ten onrechte claimen dat het secularisme anti-religieus is. Vanuit hun beperkte opvatting is dat logisch. Het heeft ermee te maken dat ze het secularisme als zodanig niet aanvaarden omdat het te beperkend zou zijn voor het in de volle breedte belijden van hun geloof. Want als geloof en samenleving één zijn, dan staat een politieke filosofie die ruimte geeft aan andere geloven en levensovertuigingen die vereniging van eigen geloof en samenleving in de weg. Voor die volle breedte van de orthodoxe christenen moeten andersdenkenden wijken, zoals dat in de moderne Nederlandse geschiedenis altijd het geval was. Dat was staande praktijk totdat in de tweede helft van de 20ste eeuw de ontkerkelijking op gang kwam met als gevolg dat nu een meerderheid van de bevolking zegt zich niet meer te laten inspireren door het geloof. Daarom wijzen deze orthodoxe christenen ook de moderniteit af.

De paradox is dat Trouw weliswaar afstand neemt van de kritiek op het secularisme dat uit orthodox christelijke hoek komt, maar geen afstand neemt van de framing en het jargon van deze orthodoxe christenen. Hiermee neemt Trouw inhoudelijk een ruimdenkende, pluriforme positie in die door het woordgebruik en het misleidend gebruik van begrippen niet past bij de inhoud, voor verwarring zorgt en haaks op de inhoud kan komen te staan. In elk geval buitenstaanders vragen zich vervolgens af hoe vorm en inhoud, ofwel formuleringen en ideologie zich tot elkaar verhouden.

Waarschijnlijk beseffen de trouwe lezers van Trouw, de doorgaans christelijke opinieleiders die Trouw artikelen leveren en de eindredacteuren van Trouw niet hoe gedateerd en verkeerd het gebruik van dit christelijk jargon is dat steeds minder past bij de inhoud. Dit jargon als relict van een oude nestgeur blijft daar bij achter en werkt verwarrend.

Mogelijk heeft het moeizame afstand nemen van dit christelijke jargon voor Trouw ermee te maken dat de conservatieve protestante media als het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad die economische en geestelijke rivalen zijn van Trouw er nog volledig in ondergedompeld zijn. Zowel in dat oude jargon als in traditionele standpunten die ermee samengaan. Dat maakt de positie van Trouw hybride. Met de pretentie om pluriformiteit van opinies te bieden zou Trouw ook voor de eigen lezers nauwkeuriger kunnen zijn door zorgvuldig om te gaan met de begrippen die zijn geworteld in het orthodoxe christendom en die in de kern een vaak stilzwijgend beeld van vijandigheid tegenover de 21ste eeuwse samenleving uitdrukken. Van dat laatste zou Trouw afstand moeten nemen.

Trouw zou er goed aan doen om in een Code alle medewerkers regels op te leggen via geformuleerde afspraken en op de hoogte te brengen van de journalistieke kernwaarden en de ideologie van Trouw. In zo’n Code kan omschreven worden wat het verstaat onder begrijpen als ’seculier’, het ’secularisme’, ‘orthodoxie’ en ‘liberaal’. Voor alle journalisten en eindredacteuren van Trouw is dan duidelijk dat het in vorm en inhoud ondubbelzinnig de rechtsstaat en het secularisme ondersteunt. Als Trouw de nuance zoekt in de inhoud, dan kan het niet achterblijven door de nuance in het woord- en begrippengebruik achterwege te laten. Dat wringt.

De Reuver is neerbuigend over het secularisme en de moderniteit

De oud-predikant en oud-bijzonder hoogleraar geschiedenis van de gereformeerde godgeleerdheid vanwege de Gereformeerde Bond Arie de Reuver schrijft in zijn columnOok crisistijd is genadetijd’ van 4 april 2020 in het Reformatorisch Dagblad geen profeet te zijn om vervolgens tot de volgende uitspraak te komen: ‘Voor het gros van de hedendaagse bevolking is het leven voorbij zodra het hart het begeeft’. De Reuver geeft zijn interpretatie van de gevolgen van het secularisme en de moderniteit: ‘De geestesblik reikt niet verder dan de einder. Omdat er met het instrument van intellect en observatie geen land daarachter te bekennen valt, is het er ook simpelweg niet. Want zekerheid kun je in alle nuchterheid alleen maar hebben over dingen die te constateren en te vatten zijn. De rest is fictie en illusie. Zo luidt de slotsom van de moderniteit.’

De Reuver gooit een hoop overhoop en overtuigt naar mijn idee niet. Laat ik het anders zeggen, ik toon vanwege de sociale cohesie, de tolerantie voor anderen en de vrijheid van godsdienst respect voor zijn christelijk-gereformeerde gedachtengoed. Ofschoon ik het daar op maatschappelijke en ontologische gronden niet mee eens ben. Maar Nederland is een pluriform land met duizenden godsdiensten, levensovertuigingen, nihilistische of sceptische stromingen waar het onvruchtbaar is om elkaar de maat te nemen en te krenken.

Voor de duidelijkheid, de meerderheid van Nederlanders zegt zich niet te laten inspireren door religie. Ik respecteer dat De Reuver in deze column in een orthodox-christelijk medium voor eigen parochie preekt en daardoor wellicht selectief en kort door de bocht opereert en in eigen groepstaal vervalt. Het is hem gegund.

Maar ik vind het ongelukkig dat het gedachtengoed dat De Reuver aanhangt hem brengt tot neerbuigendheid jegens andersdenkenden en de moderniteit. Zijn suggestie is dat het secularisme leidt tot geestesarmoede en een platte levensvisie. Blijkbaar is het belijden van zijn christendom in eigen kring niet voldoende en acht hij het nodig om zich af te zetten tegen andersdenkenden.

Waarom doet hij dat? Of uit deze opstelling blijkt dat het geloof van De Reuver niet overtuigend is en hij externe mikpunten nodig heeft om het legitimiteit en reliëf te geven waarmee hij zich in eigen kring kan waarmaken is de vraag die hij zelf het beste kan beantwoorden.

Het is niet dat De Reuver verweten hoeft te worden dat hij bewust een verkeerde interpretatie geeft van het secularisme. Het is zijn goed recht om iets niet te begrijpen of om kerkpolitieke redenen net te doen alsof hij iets niet begrijpt. Hierin staat hij als orthodoxe christen niet alleen.

Het secularisme is een politieke filosofie waarin alle godsdiensten en levensovertuigingen als gelijkwaardig worden beschouwd en door de nationale rechtsstaat gegarandeerd zijn. Het secularisme is niet pro- of anti-religieus, maar neutraal jegens alle religies en levensovertuigingen.

Het laatste jaar blijkt dat duidelijk in het publieke debat in India waar de moslims een beroep doen op het secularisme omdat ze door de nationalistisch-hindoeïstische regering van premier Moti in het nauw worden gebracht. Hij dreigt hun hun grondrechten te ontnemen.

Het secularisme biedt bescherming voor niet-dominante godsdiensten die geen staatsgodsdienst zijn of van de staat een voorkeursbehandeling krijgen. Wat De Reuver verweten kan worden is dat hij onnodig het secularisme en de aanhangers ervan tracht te kleineren. Hiermee geeft hij geen positief beeld van de stroming van het christendom die hij aanhangt.

Foto: Schermafbeelding van deel columnOok crisistijd is genadetijd’ van Dr. A. de Reuver in het Reformatorische Dagblad, 4 april 2020.

Europese christenen moeten voor het secularisme kiezen om wereldwijd vervolgde christenen beter te helpen beschermen

Het is bekend dat in Myanmar de moslimminderheid wordt onderdrukt. Tot nu toe zijn vanuit Rakhine zo’n 400.000 Rohingya gevlucht naar Bangladesh. Tamelijk onbekend is dat ook een christelijke minderheid wordt onderdrukt in die boeddhistische samenleving. De meeste wonen in Chin, de enige staat in Myanmar met een christelijke meerderheid van zo’n 85 tot 90%. De Westelijke, arme bergstaat Chin grenst aan Bangladesh en India. Myanmar leert dat het ontbreken van een functionerende rechtsstaat slecht uitpakt voor de vrijheid.

Boeddhisten voelen zich meer dan de rest. Zo wordt die rest onderdrukt zonder dat de wet bescherming biedt. De voorkeurspositie van de dominante godsdienst ondermijnt de positie van minderheden en van de rechtsstaat. Of dat moslims, christenen of atheïsten zijn. De oplossing is het secularisme. Dit is een politieke filosofie die verzekert dat niemand onderworpen wordt aan religie. Inclusief leden van een minderheidsreligie zoals moslims of christenen in Myanmar die door de Boeddhistische meerderheid worden onderdrukt.

Doorgaans reageren christelijke leiders in Europa negatief op het secularisme. Soms gemeend, soms met gespeelde verontwaardiging in de richting van hun achterban. In hun beeldvorming katten ze dat dan om tot ‘agressief secularisme’ om het makkelijker aan te kunnen vallen. Zoals de voormalige ECPM-voorzitter Peeter Võsu deed, zoals in 2012 bleek. Die stellingname is begrijpelijk omdat deze orthodoxe christenen in eigen land hun voorkeurspositie kwijtraken en die willen beschermen. Maar ze overzien onvoldoende wat de afwijzing of de verregaande relativering van het secularisme betekent voor de christenen buiten Europa.

Toch is wereldwijd het christendom de meest vervolgde religie ter wereld, zoals Kelly James Clark in een bericht voor de Huffington Post op een rijtje zet. Vooral in moslimstaten staat de vrijheid onder druk. Het jaarrapport 2017 van Freedom House concludeert: ‘The Middle East and North Africa region had the worst ratings in the world in 2016, followed closely by Eurasia’. In landen waar religie op de een of andere wijze een bepalende rol speelt, staat vooral de vrijheid van godsdienst onder druk omdat daar godsdienst belangrijk is.

Christelijke leiders komen wel op voor vervolgde christenen in Afrika of Azië, maar doen dat op een verkeerde manier met een verkeerde methode. Ze zouden verder moeten kijken dan hun eigen neus lang is en op moeten komen voor elke vervolgde minderheid. Dat maakt hun oproep er geloofwaardiger en realistischer op. Het haalt het weg uit het religieuze domein van machtsuitoefening, bekering en vervolging en hevelt het over naar het rechtsstatelijke domein van vrijheid en rechten waar tegenstellingen beter overbrugd kunnen worden.

In dat geval kunnen Europese christelijke leiders beter partners zoeken die hun ‘eigen’ minderheid proberen te beschermen. Zoals sjiitische moslims die soennitische moslims discrimineren, en omgekeerd. Als deze christelijke leiders ondubbelzinnig en zonder beletsel kiezen voor de politieke filosofie van het secularisme dat een overheid oplegt om gelijke rechten voor elke etnische of religieuze minderheid te garanderen, dan hebben ze betere instrumenten in handen om de christelijke minderheden buiten Europa te beschermen.

Atheïstische politiek van het Atheïstisch Verbond geeft strijdbare christenen munitie. En begrijpt niets van het secularisme

Via de petitieFemke Halsema als burgemeester’ van petitionaris Geert Hoogeveen kwam ik op de website van het Atheïstisch Verbond terecht. Overigens een prima petitie die ik graag steun. Daar publiceerde Hoogeveen een artikel. Hij presenteert zich in de petitie als voormalig GroenLinkser ‘nu aktief op gebied van atheïstische politiek’. Hij lijkt overgestapt te zijn naar de Partij van de Rede waarvan hij secretaris/penningmeester is. Ik had nog nooit van ‘atheïstische politiek’ gehoord en had geen idee wat ik me er bij voor kon stellen.

Het probleem zit in de term ‘atheïsme‘ omdat het twee tegengestelde bewegingen inhoudt. De term is ongelukkig, maar wordt wel door bijna alle Nederlanders herkend. Er bestaat dus een praktisch probleem om een betere term te introduceren. Het voorvoegsel ‘a’ neemt afstand van het ‘theïsme’ waardoor een betekenis ontstaat die inhoudt dat er geen Goden bestaan. Maar tegelijk klinkt de term zich vast aan God (theos) en laat zich in een idioom en wereldbeeld trekken waarvan het afstand wil nemen. Dat is onbruikbaar en onhandig.

De doelstellingen van het Atheïstisch Verbond borduren voort op die term ‘atheïsme’. Het gaat de fout in als het zich zegt ten doel te stellen om ‘het atheïstisch en seculier stemgeluid’ een plaats in de samenleving te geven. De gelijkstelling van atheïsme met secularisme geeft aan dat de opstellers ervan niet begrijpen wat secularisme inhoudt. Of daar een verkeerde opvatting van hebben. Omdat andere doelstellingen eruit volgen is dat essentieel. Ze suggereren dat binnen het secularisme het atheïsme een principieel andere plek inneemt dan godsdienst. Dat is niet zo. Onder de paraplu van het secularisme –een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie- zijn alle religies en levensovertuigingen gelijkwaardig. Atheïsme of humanisme hebben geen streepje voor en het secularisme is niet vijandig jegens religie of een specifieke godsdienst, maar biedt elke godsdienst of levensovertuiging een gelijkwaardige plek.

Zolang dit slordig en lui denken binnen de ‘atheïstische politiek’ bestaat geeft het munitie aan religieuze organisaties om het secularisme verdacht te maken en te verwerpen. Het lijkt er sterk op dat in het Westen vooral strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen. Ze beweren dat de marginalisatie van het christendom een gevolg is van zogenaamd ‘agressief secularisme’. Afnemend belang van christelijke politieke macht lijkt echter eerder het gevolg van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen als ontkerkelijking en individualisering. Secularisme beschermt ook de christelijke minderheid.

In feite verwerpen deze christenen niet de politieke filosofie van het secularisme, maar het opgeven van hun voorkeurspositie. Omdat ze dat laatste niet kunnen toegeven richten ze hun pijlen op het secularisme. Zo ontstaat de merkwaardige tangbeweging dat zowel christenen als een vereniging als het Atheïstisch Verbond vanuit hun strijdbaarheid een verkeerd beeld van het secularisme geven. Ik moet niks hebben van dit soort atheïstische politiek. En zeker niet alleen omdat ik de term ‘atheïsme’ ondeugdelijk en tegenstrijdig vind.

Foto: Schermafbeelding van ‘Doelstellingen van het Atheïstisch Verbond’.

Christelijke organisaties weten niet goed te reageren op het einde van hun voorkeurspositie

nd

Het christelijke nederlands dagblad zegt zich flink te irriteren aan wat het ‘seculiere opiniemakers’ noemt om hun vermeend gebrek aan nuance. Deze opiniemakers zouden religie als bron van ellende en conflicten zien. Dat kan een christelijk geïnspireerd medium allicht niet over zijn kant laten gaan. Het zoekt de tegenaanval.

In de tegenaanval stapelen christelijke opiniemakers fout op fout. Om te beginnen wordt het begrip seculier verkeerd weergegeven. Of dat bewust gebeurt om te kunnen overdrijven is hier de vraag, maar dit verkeerde gebruik komt vaak voor in vooral conservatief-christelijke kringen om een tegenstelling te suggereren die er niet is. Christelijke politici demoniseren graag het secularisme.

Feitelijk wordt met seculier een aanhanger van het secularisme bedoelt. Dat is een stroming die niet kiest voor het atheïsme of het vrijzinnig humanisme of tegen religie, maar het is ‘een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie. Zodat die religie een individu door de strot geduwd wordt.Jacques Berlinerblau legt het uit.

Het secularisme is geen vijand van religie, maar juist een vriend van de gelovige en garandeert het bestaan van een breed spectrum aan religies en levensovertuigingen waaruit het individu in vrijheid kan kiezen.

Alleen, het secularisme wil de voorkeurspositie die het christendom in vele landen zoals Nederland nog steeds heeft gelijktrekken met maatschappelijk minder machtige religies en levensovertuigingen. Dat steekt die christenen die afgelopen jaren hun machtspositie hebben zien afkalven en dat proces betreuren.

Omdat het gevestigde christendom die voorkeurspositie niet op wil geven probeert het die gelijkschakeling met andere politiek-culturele organisaties in de sector religie/levensovertuiging via een omweg te vertragen door het secularisme verdacht te maken. Het kiest voor de eigen machtspositie ten koste van de keuzevrijheid voor de gelovigen.

De oproep van het nederlands dagblad om graag wat bescheidener te zijn over religie en terreur is vergund, maar gezien hun dominantie van het Nederlandse publieke debat in de afgelopen eeuwen zijn christelijke organisaties nu niet direct degenen die het meeste recht van spreken hebben.

Ook in de opinievorming speelt mee dat de christenen hun voorkeurspositie hebben verloren en nog niet goed weten hoe ze daar het best op kunnen reageren. In plaats van het secularisme te omarmen dat garantie van bestaansrecht en bescherming biedt zetten ze zich schrap omdat ze vrezen weggespoeld te worden en bijten in de hand van het secularisme dat de beste reddingsboei is voor een in belang, volume en zelfvertrouwen afnemend christendom.

Tekenend voor het einde aan de vanzelfsprekende dominantie van de christenen in de maatschappij en het publieke debat is onderstaande schermafbeelding van een aankondiging voor een radioprogramma op het ‘neutrale’ NPO1. Tien jaar geleden nog ondenkbaar.

Het gaat er niet om of de vraag positief beantwoord moet worden of de wereld beter af is zonder religie. Dat verschilt van persoon tot persoon. Dat de vraag gesteld wordt maakt het verschil en brengt christelijke media als het nederlands dagblad in de kramp van de krimp.

npo

Foto 1: Schermafbeelding van aankondiging artikel ‘Graag wat bescheidener over religie en terreur’ in het nederlands dagblad, 2 januari 2016.

Foto 2: Schermafbeelding van aankondiging radioprogramma op NPO1Is de wereld beter af zonder religie?’, 1 januari 2016.

Is de islam een verloren religie? Wat kan het secularisme bieden?

6_small

Een week geleden was er een demonstratie in Den Haag tegen het jihadisme. Aanleiding was de opvallend snelle opmars van ISIS in Noord- en West-Irak en de slachtoffers onder vooral sjiitische moslims die daarbij vielen. Ik zag er een demonstratie van moslims tegen moslims in. Of omdat de claim wie wel of niet moslim is lastig te controleren valt: ‘Dus mensen die zich beroepen op de islam demonstreerden tegen mensen die zich beroepen op de islam.’ Sjiieten tegen soennieten. Op die observatie kreeg ik in een reactie commentaar. Ik zou onbedoeld mensen tegen elkaar opzetten. Als de weerman die de schuld van het slechte weer krijgt.

De strijd in Irak gaat verder. ISIS heeft een kalifaat uitgeroepen, een slimme manier van fondsenwerving, politieke marketing en schrik aanjagen van de tegenstander. Nu claimen de soennieten in Irak op grote schaal sjiitische en soefistische moskeeën en schrijnen in Noord-Irak te vernietigen. Het zouden heidense tempels zijn. Bulldozers en explosieven zouden in de steden Mosoel en Tal Afar ingezet zijn voor de vernietiging.  Hoewel er beelden van zijn is lastig vast te stellen of ze authentiek zijn. Maar de schrik zit er behoorlijk in.

De ontkenning dat aan de strijd in Irak en Syrië een interreligieus conflict tussen twee stromingen in de islam ten grondslag ligt is aannemelijk. Maar in resultaat maakt het weinig uit wat de diepste oorzaak is. Animositeit tussen soennieten en sjiieten dient als vergaarbak voor belangen, ongenoegens en geschillen. Essentieel is dat mensen die zich op de islam beroepen op leven en dood strijden tegen mensen die zich op de islam beroepen zonder dat de religieuze autoriteiten binnen stromingen van de islam dit verhinderen. Dat geeft te denken of binnen afzienbare tijd de islam nog uit handen van de politiek gered kan worden of een verloren religie is.

Vrijheid van godsdienst is in de Arabische wereld niets waard. Dat geldt niet alleen voor christenen, atheïsten of kritische denkers die stelselmatig worden benadeeld en vervolgd, maar ook voor minderheidsgroeperingen van gewone moslims binnen de afzonderlijke landen. De zogenaamde Caïro-verklaring van de mensenrechten in de islam van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) ontkent ‘het beoefenen van of bekeren tot een andere godsdienst dan de Islam’. Maar als de ene islamstroming de andere islamstroming niet erkent onderdeel van de islam te zijn, dan opent zich een complete interreligieuze stromingenstrijd binnen de islam.

Secularisme is het model waarin religies en levensovertuigingen optimaal gegarandeerd zijn. Secularisme wordt door opinieleiders van meerderheidsreligies vaak bewust verkeerd voorgesteld. Maar secularisme is geen vijand van religie zoals de islam die zich nu manifesteert in Noord-Irak, maar juist een vriend ervan. De overheid als scheidsrechter ter garantie van de vrijheid van godsdienst vervangt de hogere macht waarop gelovigen zich beroepen. Geen slechte ruil. In een goed functionerende staat zoals de Nederlandse biedt dat extra garantie voor gelovigen en andersdenkenden om in vrijheid een religie of levensovertuiging naar eigen keuze te kiezen en te belijden. Da’s een verbetering voor wie de interreligieuze strijd van dit moment binnen de islam ziet. Of de interne strijd binnen de christendom van het verleden in gedachten neemt. Beredeneerd vanuit de verdediging van hun machtspositie is het begrijpelijk dat religieuze leiders het secularisme niet omarmen, maar onbegrijpelijk is dat goedgelovige gelovigen dit nalaten. Ze zouden beter moeten weten.

9_small

Foto: Vernietiging van sjiietische moskeeën en schrijnen in Noord-Irak door soennieten. 

D66’er Van Gool: D66 is niet per definitie seculier. Wat dan?

0984-1

Zomaar een berichtje in de krant waarvan ik niks begrijp. Het staat in een artikel in de NRC van afgelopen vrijdag over de doorbraak van D66 buiten de Randstad, bijvoorbeeld in Enschede, Amersfoort of Tilburg. Voor zover niks bijzonders. Maar dan wordt Peter van Gool (28) geciteerd. Hij is ‘een echte Tilburgse jongen‘ die op nummer 2 van de lijst van D66 in Tilburg staat. Hij studeert het masterprogramma ‘religie in hedendaagse samenlevingen‘ aan de Universiteit Utrecht en zegt gelovig te zijn. Voor zover nog steeds niks bijzonders.

Dan komt het. Van Gool wordt sprekend opgevoerd: ‘D66 ademt de tijdgeest en is niet per definitie seculier‘. Is D66 niet per definitie seculier? In alle ernst? Het pleidooi voor secularisme bond mij als kiezer jarenlang aan D66. Totdat ik er om andere redenen afscheid van nam. Begrijpt Van Gool wel wat secularisme betekent? Het lijkt er niet op. Redeneert-ie vanuit een defensief en gesloten beeld van religie? Zoals orthodoxe christenen het secularisme afwijzen omdat die hun macht inperkt. Vandaar hun bizarre uitspraken dat secularisme een pseudo-religie is of vrijheid geen doel op zichzelf kan zijn. Afleiding. Want secularisme gaat boven religie.

Peter van Gool is nog in de leer en past daarom welwillendheid. Toch is het merkwaardig dat iemand met deze opvatting over secularisme en religie het zover kan brengen in de huidige D66. Gaat de interne scholing van kaderleden alleen over praktische politiek en niet over het gedachtegoed van D66? Ter overweging aan Peter van Gool en zijn masterstudie, zijn doorgronden van de politiek-filosofische geschiedenis van D66 dat-ie in de Tilburgse raad gaat vertegenwoordigen en de juiste interpretatie van het secularisme herhaal ik graag wat ik eerder over secularisme schreef. Naar aanleiding van een betoog van de Amerikaanse hoogleraar Jacques Berlinerblau. Maar Van Gool kan ook z’n partijgenoten Boris van der Ham of Sophie in ’t Veld raadplegen.

Er bestaat veel misverstand over de vraag wat secularisme is. Het is geen atheïsme of vijand van religie. Vanuit religie of religieuze politiek wordt secularisme uit zelfprofilering vaak als vijandbeeld gebruikt. Secularisme en atheïsme zijn niet uitwisselbaar. De uitleg van Jacques Berlinerblau spreekt mij aan. Secularisme is een politiek idee dat kerk en staat gescheiden zijn. Meer is het niet. Secularisme spreekt zich er niet over uit of er wel of niet een God bestaat. Het kan en kan ook niet. Welbeschouwd doet het er niet toe. Omdat secularisme geen vijand van religie is, kunnen in het secularisme uiteenlopende religies naast elkaar bestaan. Zo opgevat zorgt secularisme voor meer vrijheid van godsdienst dan in situaties waar een staatsgodsdienst bestaat en andere religies verboden zijn. Zoals in Iran. Kortom, secularisme is dan geen vijand, maar juist een vriend van religie.

Foto: Gustave Moreau, Phare / Vuurtoren. Aquarel. Credits: © Réunion des musées nationaux.

Imad Habib, Angelo Scola, blasfemie en secularisme

Aldus Moral Courage Channel (standing up when others want you to sit down’). Imad Habib is op de vlucht voor de Marokkaanse autoriteiten. Is-ie moordenaar, dief of bankrover? Wat heeft-ie misdaan? Iets heel ergs: hij is atheïst en verbergt dat niet. Gisteren riepen zijn medestaanders uit tot ‘International Imad Day‘. Met het advies dat de Marokkaanse overheid beter degenen die met fatwa’s en doodsbedreigingen komen vervolgt dan vrijdenkers. Gelden dan in Marokko de mensenrechten niet? De vraag stellen is de vraag beantwoorden.

Een indirect antwoord gaf vorige week op een conferentie de Milanese kardinaal en bijna-paus Angelo Scola. Opvallend sprak-ie zich uit tegen godlasteringswetten en pleitte voor ‘gezond secularisme‘. Met voor allen godsdienstvrijheid. Scola ziet in het bestaan ervan de echte lakmoesproef van de beschaafde samenleving. Hij verwijst met zijn uitspraak overduidelijk naar landen met een intolerante versie van de islam waar geen godsdienstvrijheid bestaat. Daar worden christenen, vrijdenkers en islamitische minderheden actief vervolgd.

Interessant is dat het Vaticaan aansluiting zoekt bij de pluriformiteit van de liberale democratie omdat het daar de voordelen van inziet. De meer behoudende protestanten aarzelen met die stap. Weliswaar verwerpen ze de islam totaal en in de diepste kern en willen ze een islamdebat, maar in hun wereldbeeld zit het wantrouwen tegen vrijdenkers en liberalen diep ingebakken. Zo sprak nog vorig jaar de Estlandse ECPM (Europese Christelijke Politieke Beweging)-voorzitter Peeter Võsu over ‘agressief secularisme‘. De omarming van het secularisme door het Vaticaan en het begrip dat secularisme in de kern niet anti-religieus is, is meer dan een kleine stap. Om maanwandelaar Neil Armstrong te parafraseren: ‘Een reuzensprong voor religie’.

kn756958offerande_450

Foto: De aartsbisschop van Milaan Angelo Scola draagt de mis op. Rome, 2013. Credits: Christian van der Heijden.

Over pluriformiteit, vrijheid van godsdienst en secularisme

new-working-environments-diversity

Hangen pluriformiteit, vrijheid van godsdienst en secularisme samen? En hoe dan? Het onderwerp is hier vaak besproken, maar het blijkt een onderwerp te zijn dat misverstanden oproept. De bemiddelaar die op hetzelfde aambeeld blijft slaan kan als rigide worden bestempeld. Eerder vanwege de herhaling, dan de inhoud.

Het idee om te pleiten voor secularisme is dat het de individuele vrijheid vergroot. Voor meer religies biedt het meer mogelijkheden dan religie zelf doet. Deze pluriformiteit gaat ten koste van iets. Namelijk van homogene religies zoals deze als vanouds bestaan. Bijvoorbeeld als staatsgodsdienst. Daarom doen orthodoxe gelovigen graag geloven dat secularisme religie om zeep wil helpen. Dat beweren ze om hun machtspositie die een voorkeurspositie met zich meebrengt te beschermen. Secularisme streeft de scheiding van kerk en staat na.

Secularisme is per definitie kleurloos. Niet atheïstisch of anti-religieus. In de tijdelijke overgangssituatie wil secularisme de voorrechten van machtsblokken afbreken en herverdelen over nieuwe toetreders. Het komt in het geweer tegen voorrechten van religie, maar niet tegen een bepaalde godsdienst als een van de vele keuzes. Dat bepaalt binnen eigen grenzen de eigen inhoud. Daarmee is het secularisme een opvatting om individueel denkende burgers optimale keuzevrijheid te geven in het kiezen van een levensovertuiging of religie naar smaak. Zonder enige dwang van bovenaf. Of helemaal niets te kiezen. Want da’s ook een keuze.

Hoe hangen pluriformiteit, vrijheid van godsdienst en secularisme uiteindelijk samen? Pluriformiteit (ook wel genoemd diversiteit of veelvormigheid) gaat over de heterogeniteit van het aanbod. Het maakt het speelveld breed. De vrijheid van godsdienst maakt het speelveld gelijk. Met een Engelse term: ‘level playing field‘. Maar dit leidt niet automatisch tot een uitgangspositie waarin iedereen vrij kan kiezen. Sociale groepsdwang of resten orthodoxe religie zitten dat nog vaak in de weg. Secularisme gaat over de spelregels op het speelveld.

Is er dan geen nadeel aan het secularisme? Jawel, maar ziet er anders uit dan doorgaans vanuit religieuze hoek in demoniserende zin voorgesteld wordt. Vaak met de als negatief bedoelde woordspeling ‘agressief secularisme‘. Secularisme biedt weliswaar religieuze minderheden optimale bescherming, maar kan groepen met individuen die middenin een kwetsbare emancipatie zitten verzwakken. En als de groep blijft hangen, dan blijven individuen ook hangen. En komen nooit bij de fase aan om vrij te kiezen. Daarom past secularisten terughoudenheid waar sprake is van een overgangssituatie met gelovigen die de stap van de individualisering nog moeten zetten. Overigens sluiten groep en individu elkaar niet uit. Ze zullen altijd naast elkaar bestaan.

Foto: Mastering diversity.

ECPM wijst Europese kernwaarden af, maar Europese subsidie niet

Er was onmin tussen de Europese Christelijke Politieke Beweging (ECPM) en Europarlementariër voor D66 Sophie in ’t Veld. In een opiniestuk in het RD memoreerde ze dat nationale partijen bij Europese partijen zijn aangesloten. Zoals ChristenUnie en SGP bij de ECPM. Volgens haar ontvangen Europese partijen ‘subsidie uit de EU-begroting, op voorwaarde dat ze de grondbeginselen van de EU in acht nemen, te weten de principes van vrijheid, democratie, respect voor de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat’.

In ’t Veld signaleert in het basisprogramma dat de ECPM Europese kernwaarden niet onderschrijft. Zo staat er onder het kopje Freedom: ‘Christian-democrat thinking also strongly rejects secularism as a public ideology‘. Daaruit concludeert de D66-er dat de ECPM de scheiding van kerk en staat, en seculiere instellingen verwerpt. En: ‘ECPM stelt daarbij dat de Europese democratie wortelt in het christelijk geloof, en zonder christelijk geloof en waarden niet kan bestaan. ”Freedom” geldt dus niet voor wie een ander of geen geloof heeft.

Johannes de Jong van denktank European Christian Political Foundation van de ECPM reageerde in het RD op In ’t Veld en stelt dat de ECPM voor de scheiding van kerk en staat is. Hij meent dat ze tot een verkeerde interpretatie komt omdat er in het programma ook wordt gepleit voor ‘een democratische samenleving met echte pluraliteit en diversiteit van meningen en overtuigingen‘. Als uitleg voor de gewraakte zin die In ’t Veld citeert verwijst-ie naar een agressief secularisme dat afkomstig is uit Oost-Europa waar de ECPM voor een groot deel geworteld is. En dat inhoudt dat secularisme geen ruimte laat aan religie in de publieke ruimte.

Dit is in lijn met wat evenals de paus de Estlandse ECPM-voorzitter Peeter Võsu agressief secularisme noemt: ‘In steeds meer landen is er sprake van een antireligieuze trend gevoed door een agressief secularisme‘ . Ik betwijfelde dat in ‘Christelijke politiek demoniseert het secularisme’ en zei over de opstelling van Võsu: ‘Maar hij verwart de gelijkberechtiging met de afschaffing van de privileges voor gelovigen. Het lijkt er sterk op dat met name strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen’.

De ECPM spreekt vanuit een werelds pragmatisme vol marketing met meerdere monden tegen meerdere publieken. In Oost-Europa laat Peeter Võsu het harde geluid klinken. In West-Europa is het Johannes de Jong die in redelijkheid de liberalen countert. Het beginselprogramma van de ECPM leest als kruising van belangen. Het moet voldoende redelijk klinken om Europese subsidies te kunnen incasseren, maar moet onheilspellend, urgent en militant genoeg zijn om christenen angst aan te jagen en zo bij de les te houden. De zin die In ’t Veld citeert valt echter wel degelijk het secularisme in de kern af. Feit dat de ECPM met zo’n uitgangspunt dat andersdenkenden in de kern uitsluit Europese subsidie krijgt toont het ongelijk van de ECPM het beste aan.

Foto: Paus ontvangt in Rome het Internationaal Democratisch Centrum, inclusief de Slowaakse KDH met voorzitter Ján Figel, september 2012