
Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde, bestuursadviseur, Rijnlander en lid van de Raad voor Cultuur. Wie vandaag de zoekterm ‘publieke omroep’ invoert ziet volgende koppen: ‘Raad voor Cultuur vindt publieke omroep te links’ (Elsevier), ”Publieke omroep ‘te links’ (Geen Stijl), ‘Raad voor Cultuur: publieke omroep te links’ (Televizier), ‘De publieke omroep is ‘te links’ en dat komt door de VARA’ (HP/De Tijd), ‘Raad van Cultuur: NPO te links‘ (De Telegraaf) of ‘Vara domineert publieke omroep’ (Villamedia). De Volkskrant en PostOnline voegen in de kop toe dat het om een lid van de Raad voor Cultuur gaat die spreekt. De anderen doen alsof niet Weggeman op persoonlijke titel spreekt, maar de Raad voor Cultuur als organisatie.
Weggeman beweert in De Volkskrant dat de publieke omroep te weinig doet aan talentontwikkeling en niet pluriform is. De omroep is hem te links: ‘De tegenstelling tussen links en rechts is een beetje ouderwets, maar je kunt het zo noemen. De samenleving wordt niet goed gerepresenteerd. Niet iedereen krijgt evenveel waar voor zijn belastinggeld.’
Hij meent ook dat de omroep zich laat leiden door oude namen: ‘Paul Witteman stopt met Pauw & Witteman omdat hij eerder naar bed wil, zegt dat hij een nieuw programma wil en krijgt dat zomaar. De publieke omroep grijpt steeds terug op het old boys network.’
De publieke omroep ontkent de kritiek: ‘De publieke omroep wordt door de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet als links ervaren. (..) We bieden een pluriform aanbod waarin uiteenlopende perspectieven en opvattingen de ruimte krijgen. Dat sommige programma’s beter scoren dan andere betekent niet dat we te links en te weinig vernieuwend zijn.‘
Het is jammer dat de ontvangst van Weggemans kritiek focust op de links-rechts tegenstelling. Dat oogt belangrijk vanwege de politieke verwijzing, maar is voor de kijker minder interessant dan de oude namen die blijven zitten, het gebrek aan talentontwikkeling, de dominantie van kijkcijfers en netwerkprogrammering. Die alarmerende eenzijdigheid vraagt om debat.
De kijker wordt aan de hand van profilering het voorspelbare voorgezet. Het avontuur, het onbekende, het dwarse is in Hilversum zo goed als weggerationaliseerd. Of naar de marge gedrongen omdat het niet past in het format van de omroeppolitiek. Weggeman geeft een aanzet door te concluderen dat de publieke omroep risico loopt een eenheidsworst te worden. Als het dat al niet is.
Het laatste woord is aan programmamaker Jos de Putter (VPRO) die kritisch is op de omroeppolitiek: ‘Het aanbod is altijd iets waar we op de een of andere manier om gevraagd hebben (dat is immers onderzocht) en dat ‘toegankelijk’ wordt aangeboden. Dat is de opdracht die de netcoördinatoren van de politiek hebben meegekregen. En je kan hen niet kwalijk nemen dat ze daar vervolgens naar handelen, want ze zijn benoemd om kijkers te binden. (..) Deze situatie is verontrustend, omdat juist het publieke bestel een taak heeft in een versplinterde samenleving; een samenleving op zoek naar community, naar identiteit -kortom, een samenleving op zoek naar een verhaal. Het is heel verleidelijk om die zo rusteloos zappende kijker, u en ik, eens anders te beschouwen: als iemand die op zoek is naar een verhaal, naar iets wat hij niet kent.‘