Het hoofd van de Rooms-Katholieke kerk in Nederland kardinaal Wim Eijk ligt onder vuur. Hij zou ‘bezielend perspectief’ missen, volgens een ouderwetse bestuursstijl werken die eruit bestaat dat het is zoals hij zegt en de dialoog met de gelovigen niet aangaan. Dat zegt wat Nieuwsuur in deze reportage een ‘katholieke elite’ noemt. Een bisschop, een oud-minister en een ondernemer. De Rooms-Katholieke kerk had in 1830 een aandeel van 62,7% en in 1970 van 40,5% in de bevolking. Door ontkerkelijking en ontzuiling is dat sindsdien teruggelopen tot zo’n 23%. De Rooms-Katholieke kerk van Nederland is een kerk van krimp. Critici verwijten Eijk dat hij een cijferfetisjist is en een juridische scherpslijper. Hij zou een verkeerde benoeming zijn.
Nieuwsuur laat deze ‘katholieke elite‘ kardinaal Eijk afzetten tegen paus Franciscus. Met de suggestie dat de Rooms-Katholieke kerk nog niet verloren is als het een ander personeelsbeleid voert. Eijk zou niet langer kerkleider moeten zijn van de Nederlandse katholieken. Wat deze ‘katholieke elite’ vooral lijkt te storen is dat het negativisme van Eijk op hen afstraalt. Ze leiden onder de strikte (bestuurs)stijl van Eijk en missen de vlotte omgang met publiek en media van Franciscus die hun kerk salonfähig maakt. Eijk maakt het tot een taboe.
Maar ongenoemd blijft is dat Eijk en Franciscus twee kanten van dezelfde medaille zijn. Want Franciscus is hard van binnen en lijkt zacht van buiten. Maar dogmatisch geeft hij op hoofdlijnen geen centimeter toe aan de hervormers. De ‘katholieke elite‘ doet kardinaal Eijk onrecht. In een scherpslijpend instituut kan men nou eenmaal scherpslijpers aan het hoofd verwachten. Het is deze ‘katholieke elite‘ die het niet begrijpt.