De voormalige Republikeinse vertegenwoordiger in het Huis Joe Scarborough die conservatief is, maar geen Trumpiaan, en de Democratische Mika Brzezinski (dochter van een voormalige nationale veiligheidsadviseur van president Jimmy Carter) ageren in het praatprogramma ‘Morning Joe’ van MSNBC nu al maandenlang vijf dagen in de week tegen het beleid van president Trump en diens sycophanten. Ofwel pluimstrijkers zonder ruggengraat. Of dat is om hun eerdere falen goed te maken is de vraag, want tijdens de campagne van 2016 ontvingen ze Trump bij herhaling in hun programma als gast die promotie voor zichzelf kon maken. In feite hebben Joe en Mika het monster helpen creëren wat ze nu bestrijden. Ze zijn ook buiten hun werk een paar.
Joe’s terugkerende verwijt is dat de Republikeinse leiders en wetgevers in Senaat en vooral het Huis onder Trump de Republikeinse Partij (ook: GOP, Grand Old Party) niet op koers houden, maar overgeleverd hebben aan Trump. De president stelt persoonlijke loyaliteit boven alles, ook boven de grondwet. Met bevriende radicaal-rechtse media (Fox, Infowars, Breitbart, Sinclair) mobiliseert Trump zijn trouwe achterban van zo’n 40% die vervolgens de Republikeinse wetgevers in de eigen staat of district onder druk zet. Zo gijzelt Trump de GOP, en gijzelt zijn achterban de Republikeinse parlementariërs. De partij is sterk verlamd en zowel de traditionele conservatieven als de gematigde Republikeinen zijn binnen hun eigen partij gemarginaliseerd.
Omdat schandalen en falen mede door het verdacht maken van de journalistiek en het zogenaamde politieke en economische establishment (‘Deep State’) steeds weer van Trump afglijden, vragen Joe en Mika zich in een combinatie van wensdenken en stille hoop af of de migrantencrisis eindelijk het breekpunt voor Trump wordt.
Is de president te ver gegaan met het scheiden van migrantenkinderen van hun ouders aan de zuidelijke grens? Ook met voorbijgaan van de afwijkende geluiden binnen zijn eigen partij. Ze wijzen niet alleen op het beleid dat velen on-Amerikaans en onbarmhartig noemen, maar ook op het disfunctioneren van de betrokken overheidsdiensten. Niet alleen ouders, maar ook de overheid lijken niet te weten waar de kinderen terecht zijn gekomen. Daarom is dit probleem na Trumps pennenstreek nog lang niet opgelost. De afhandeling zou op chaos, gebrek aan professioneel handelen en paniek van overheidsdiensten wijzen. Als deze migrantencrisis Trump en zijn ministers (Nielsen, Sessions) kan worden aangewreven, dan is er wellicht een reactie mogelijk binnen de GOP van conservatieve en gematigde vleugels die het initiatief op Trump kunnen terugveroveren.
In het politiek gematigde maandelijkse tijdschrift The Atlantic publiceren Jonathan Rauch en Benjamin Wittes een artikel met de titel ‘Boycott the Republican Party’. Ze zijn geen lid van de Democratische of Republikeinse partij. Hun redenering is dat als in een tweepartijenstelsel één van de partijen het grondig laat afweten en de democratische rechtsstaat en de nationale veiligheid in gevaar brengt de kiezer weinig anders te doen staat dan de andere partij te steunen. Zelfs als dat in strijd is met de eigen politieke voorkeur: ‘We’re suggesting that in today’s situation, people should vote a straight Democratic ticket even if they are not partisan, and despite their policy views. They should vote against Republicans in a spirit that is, if you will, prepartisan and prepolitical. Their attitude should be: The rule of law is a threshold value in American politics, and a party that endangers this value disqualifies itself, period. In other words, under certain peculiar and deeply regrettable circumstances, sophisticated, independent-minded voters need to act as if they were dumb-ass partisans.‘
Dit is een aanvaardbaar standpunt, maar het valt niet in te zien hoe conservatieve Republikeinen die zich associeren met het belastingplan en de steun van (evangelische) kerken voor Trumps beleid op het gebied van sociaal-medische onderwerpen en immigratie zich door Rauch en Wittes laten overtuigen. Ofwel, hoe kunnen deze conservatieven ervan overtuigd worden dat Trumps beleid tegen hun belang ingaat? Dat beweegt zich op tamelijk abstracte beleidsterreinen als nationale veiligheid en rechtsstaat. Conservatieven zullen niet denken dat ze negatief getroffen zullen worden door Trumps beleid. En als ze uiteindelijk wel getroffen worden omdat de democratische instituties en het vangnet zijn afgebroken, dan is het te laat om er nog iets aan te doen.
De oproep lijkt beter besteed aan geregistreerde Democraten die dit eigenlijk niet nodig hebben. Maar is nog meer bedoeld voor onafhankelijke kiezers en gematigde Republikeinen die wel afstand wensen te nemen van Trumps beleid en de koers die de partijleiding van de Republikeinse partij onder Trump is ingeslagen. De oproep gaat echter verder en roept op om voorbij te gaan aan een afwachtende houding en actief -en mogelijk met tegenzin- op de Democratische partij te stemmen. Of het succesvol zal zijn is onzeker, maar een oproep tot een boycot van de Republikeinse partij door twee gematigde, partijloze opinieleiders kan het gedrag van een klein deel van het electoraat beïnvloeden. Tegelijkertijd versterkt het de bunkermentaliteit van Trump die zich op een krimpende basis van het electoraat beroept. Deze boycot probeert in elk geval de oppositie tegen Trumps beleid dat zo de rechtsstaat en de Amerikaanse instituties verzwakt te mobiliseren.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Boycott the Republican Party’ van Jonathan Rauch en Benjamin Wittes in The Atlantic, maart 2018.
De memo is vrijgegeven door president Trump, in weerwil van het uitzonderlijke verzoek van de FBI om dat niet te doen in verband met het vertrouwelijke karakter ervan. Het draait om het zogenaamde Steele-dossier van de Britse spion die zegt dat hij ‘wanhopig was dat Trump president werd en er gepassioneerd over was dat hij geen president was’. Dat is volgens de Republikeinen de kern ervan waarmee ze willen aantonen dat het onderzoek van de FBI gebaseerd was op anti-Trump sentimenten. Maar Steele was als Brit niet zozeer een partijpolitieke tegenstander van Trump. Hij had als Rusland-specialist het sterke vermoeden dat Donald Trump ‘gerund’ wordt door het Kremlin en het daarom vanwege de nationale veiligheid van de VS niet gewenst was dat hij president werd. Overigens was het Rusland-onderzoek al gestart voordat Steele via het FISA-verzoek in beeld kwam bij de FBI. Paragraaf 5 maakt dat duidelijk en ontkracht de Republikeinse claim dat het Rusland-onderzoek gekleurd is. Daarnaast zijn alle verantwoordelijke functionarissen Republikeins.
Democraten noemen de memo een nothingburger of dud dat niet het effect heeft dat Trump, Devin Nunes en Republikeinse hardliners in het Huis voor ogen hebben. Als het al een slimme actie was die door meer werd ingegeven dan wanhoop. Toch heeft Trump even verwarring weten te zaaien. Maar hij heeft ook de FBI en het ministerie van Justitie tegen de haren ingestreken en tegenkrachten gemobiliseerd. Dat is zonder precedent.
Het valt niet makkelijk in te zien dat de publicatie ervan Trump enig respijt geeft om zich te ontworstelen aan het onderzoek van speciale aanklager Robert Mueller. Zelfs als Mueller via een bijltjesdag op het ministerie van Justitie ontslagen wordt, dan wachten Trump en zijn omgeving aanklachten op staatsniveau. Bijvoorbeeld in de staat New York. De memo is een wanhoopsoffensief waarmee Trump zijn laatste reserves verbruikt.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Geen centimeter oostwaarts’ van Luuk van Middelaar in NRC, 12 januari 2018.
Doorgaans kan ik me goed vinden in de observaties van Luuk van Middelaar in zijn column in NRC. Net als de andere NRC-columnist Caroline de Gruyter representeert hij een gematigde pro-Europese koers. Overigens geen wonder, want vanaf 2009 werkte Van Middelaar in het kabinet van de Belg Herman Van Rompuy, tot 2014 de eerste voorzitter van de Europese raad van regeringsleiders. Maar in zijn column ‘Geen centimeter oostwaarts’ van 12 januari kan ik me om verschillende redenen niet vinden. Ik zal uitleggen waarom dat is.
Van Middelaar neemt als uitgangspunt de levering door de Amerikaanse regering van de draagbare antitank-raket Javelin aan Oekraïne. Ermee kunnen moderne tanks worden uitgeschakeld. In een recent bericht van 17 januari zegt de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne Marie Jovanovic dat de VS de wapens gratis zal leveren.
Jovanovic zegt echter ook dat de details nog niet uitgewerkt zijn en het congres geïnformeerd moet worden. Maar dat is geen probleem omdat de Senaat al op 18 september 2017 met een meerderheid van 89 tegen 9 stemmen instemde met de levering van wapens aan Oekraïne ter waarde van 500 miljoen dollar. Senator John McCain was hier de afgelopen jaren één van de pleitbezorgers van.
Ambassadeur Jovanovic, senator McCain en andere voorstanders van levering van deze zogenaamde letale wapens aan Oekraïne benadrukken keer op keer dat de Javelin antitank-raketten defensieve wapens zijn die het Oekraïense leger de mogelijkheid geeft om zich te verdedigen tegen het hybride leger van Russische reguliere militairen en zogenaamde separatisten dat sinds 2014 delen van Oost-Oekraïne bezet houdt.
Het idee is dat de Javelin geen escalatie van de Russisch-Oekraïense oorlog inhoudt, maar juist het tegendeel. Levering van antitank-wapens trekt de strijd gelijk en zorgt voor deëscalatie. Naar verluidt omvatte het hybride Russische leger in de Donbas in 2017 bijna 700 tanks, meer dan het Oekraïense of het Duitse leger.
Van Middelaar redeneert omgekeerd en denkt dat de levering van de Javelin voor escalatie zorgt: ‘Maar als Washington een tandje bij steekt, zal ook Moskou beter materiaal sturen. Dan kan het conflict dat sinds 2014 al 10.000 slachtoffers vergde, uitgroeien tot Amerikaans-Russische war by proxy op Europese bodem.’
Dit is theoretisch mogelijk, maar vindt geen onderbouwing in de praktijk. Uit bronnen blijkt dat het Kremlin al in 2014 haar modernste materiaal naar Oost-Oekraïne stuurde. Onder meer om deze oorlog als proeftuin te gebruiken en nieuwe wapens te testen.
Sinds 2014 is de kloof tussen de vuurkracht van het leger van Oekraïne met dat van de Russische Federatie aanzienlijk vergroot. Oekraïne moest sinds de vlucht van president Viktor Janoekovitsj en de Maidan-opstand in 2014 haar leger met behulp van westerse partners (VS, Canada, Polen, Tsjechië, Kroatië, Turkije) praktisch opnieuw opbouwen vanwege materiaalgebrek, onderbesteding, corruptie, slechte commandostructuur en Russische ondermijning van het leger tot op het hoogste niveau.
Van Middelaar doet ook de Amerikaanse politieke praktijk geweld aan als hij zegt: ‘Washington raakt steeds verder in de greep van anti-Russische retoriek. Van de Republikeinen wekt het geen verwondering. Maar ook de Democraten zijn sinds de nederlaag van Hillary Clinton tegen Trump volledig door Poetin geobsedeerd.’
Door het te etiketteren als ‘anti-Russische retoriek’ suggereert Van Middelaar dat kritiek op het Kremlin loos en bombastisch is, en geen aangrijpingspunten in de werkelijkheid vindt. Hij gaat voorbij aan de inmenging van het Kremlin in de presidentsverkiezingen van 2016 dat het establishment in Washington uit balans heeft gebracht. Des te meer omdat de Russische inmenging tot op de dag van vandaag doorgaat en de regering-Trump in haar eerste regeringsjaar geen enkel beleidsprogramma of zelfs maar vergadering hieraan heeft willen wijden.
Het is dan ook onjuist om te constateren dat de Republikeinen in de greep van anti-Russische retoriek zijn. Eerder het omgekeerde is waar: de regering Trump en de leidende Republikeinen in het congres die Trump steunen zijn in de greep van pro-Russische retoriek. Veelzeggend zijn opiniepeilingen over de Republikeinse achterban die door de pro-Russische politiek van Trump en de Republikeinse meerderheidsleiders in Huis en Senaat in twee jaar sinds 2015 een omslag van een toegenomen populariteit van 20% ten gunste van Putin laten zien.
Het is de vraag hoe Van Middelaar die daar niet vaak op te betrappen valt in dit geval tot zijn verkeerde inschatting van de feiten komt. Mogelijk geeft de volgende zin dat aan: ‘ook de pro-Russische separatisten doen geen concessies als Poetin ze niet dwingt’. Van Middelaar lijkt niet echt te begrijpen hoe het Kremlin in de bezette gebieden van Oost-Oekraïne aan de touwtjes trekt en de Russische geheime dienst de operatie leidt.
Warlords die zich tegen de sturing vanuit het Kremlin verzetten zijn de afgelopen jaren stuk voor stuk door de Russische geheime dienst uit de weg geruimd. De oorlog kan uitsluitend voortduren door de levering van militair materiaal, munitie en personeel vanuit de Russische Federatie. Dit alles houdt niet in dat Putin op dit moment zijn macht niet wil inzetten om Minsk-II af te dwingen, maar dat hij zijn macht juist heel specifiek inzet om de uitvoering van Minsk-II te blokkeren. Overigens doet Kiev niet veel anders, maar het heeft in de bezette gebieden uiteraard niet dezelfde krachtige machtspositie die Putin daar heeft.
Van Middelaar besluit zijn in mijn ogen niet overtuigende column met het aanstippen van de afspraken op het hoogste politieke niveau over de uitbreiding van de NAVO. Hij suggereert met de titel ‘Geen centimeter oostwaarts’ dat westerse leiders in de jaren 1990-1991 aan de leiding van de toenmalige Sovjet-Unie wellicht niet naar de letter (in een verdrag), maar wel naar de geest (via informele afspraken) hebben beloofd om de NAVO niet verder dan de toenmalige DDR oostwaarts uit te breiden. Dat staat haaks op zijn opvatting tussen de regels door van geopolitiek die de geest van Realpolitik boven de letter van internationale verdragen en soevereiniteit van staten stelt. Macht boven recht.
Zo resteert de kruisstelling van gelegenheidsdenkers als Van Middelaar of Jaap de Hoop Scheffer. In het opinie-artikel ‘De NAVO brak zijn woord aan Rusland niet’ verwijst Hubert Smeets de theorie dat westerse leiders hun beloften zouden hebben gebroken naar het rijk der fabelen. Niet de Sovjet-Unie of de Russische Federatie zijn bedrogen door het Westen, maar opinie-leiders als Luuk van Middelaar laten zich om de tuin leiden door Russische retoriek die het verleden verkeerd voorstelt. Hun mening weerklinkt zelfs met een valse echo tot in Washington en op het slagveld in Oost-Oekraïne.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Geen centimeter oostwaarts’ van Luuk van Middelaar in NRC, 12 januari 2018.
Leon de Winter is columnist op woensdag in De Telegraaf. Zijn column ‘Kolder en corruptie in de Verenigde Staten’ van 20 december roept vragen op. Hij schiet uit de heup en raakt vooral zijn eigen geloofwaardigheid. Uit de weergave van de feiten en de kleuring van zijn mening blijkt dat De Winter onvoldoende weet waarover hij praat. Zijn kortzichtigheid speelt hem parten. Het is niet alleen dat hij de talking points van Trump en diens medestanders over de Rusland-onderzoeken naadloos volgt, maar het is ook dat hij zich in het politieke spectrum niet eens meer opstelt als conservatief of rechts. De Winter stapt met de gedachten die hij in zijn column verwoordt buiten de gevestigde orde, de rechtsstaat en de democratische instituties. De Winter is een anarchist met postmodernistische neigingen die afstand neemt van de verworvenheden van de Verlichting.
De column begint met een alinea die duidelijk maakt hoeveel aanvechtbare en slecht onderbouwde aannames Leon de Winter in zijn betoog stopt. Het is werkelijk de vraag waarom hoofdredacteur Paul Jansen van De Telegraaf dit plaatst: ‘De zogenaamde ’collusion’ (geheime samenwerking) tussen Trump en Poetin om Hillary Clinton in november 2016 te verslaan, heeft nooit bestaan. Het verhaal is ontstaan om Hillary’s smadelijke nederlaag te verklaren, want hoe kon een derderangs figuur als Trump de superieure Hillary opzijschuiven voor het belangrijkste ambt op aarde? Daar moet een grote sinistere macht als Rusland achter zitten.’
De Winter kan helemaal niet weten dat er geen collusion tussen Trump en Kremlin is omdat de onderzoeken van Mueller en het congres -vooral de Senate Select Committee on Intelligence die voorgezeten wordt door de senatoren Burr en Warner– nog niet afgerond zijn. Het zijn onderzoeken die 30 jaar contacten van Trump met het Kremlin dienen te ontrafelen en in kaart te brengen. Wereldwijd moeten getuigen gehoord worden. Naar afgelopen week bekend werd loopt het onderzoek van Team Mueller nog zeker tot eind 2018 door. Er zijn namelijk sterke aanwijzingen dat Donald Trump al sinds 1987 onder invloed van het Kremlin staat, zoals de conservatieve inlichtingenexpert John Schindler in tweets beweert en ook de oud-NSA directeur James Clapper afgelopen week in een opvallende en hoogst ongebruikelijke waarschuwing naar buiten bracht. Clapper noemt Trump een ‘asset’ die door het Kremlin aangestuurd wordt. De opperste vorm van geheime samenwerking.
Hillary Clintons positie doet niet terzake. Het kan dat ze misnoegd is en vindt dat ze haar nederlaag onterecht heeft geleden, maar dat heeft niets te maken met de redenen waarom de Rusland-onderzoeken van Mueller en het congres zijn ingesteld. Dat gebeurde vanwege de nationale veiligheid en de integriteit van het politieke en electorale proces. Daarnaast zijn Mueller en de voorzitters van de betrokken parlementaire commissies Republikeinen die óf door de regering Trump benoemd zijn óf door de Republikeinse meerderheden in Huis en Senaat zijn ingesteld. De Winters bewering dat de onderzoeken naar collusion zijn ingesteld ‘om Hillary’s smadelijke nederlaag te verklaren’ is flauwekul. Waarom zouden president Trump, meerderheidsleider in de Senaat Mitch McConnell en in het Huis Paul Ryan zich lenen voor een publicitair opzetje van de Democraten?
Ook over het Steele-rapport slaat De Winter de plank mis. Dat de Republikeinse opdrachtgever in 2016 de opdracht introk was niet omdat er geen vuil over Trump te vinden was, maar omdat Trump de Republikeins genomineerde werd. Het is vooralsnog niet duidelijk of alles wat erin staat waar is, maar dat het ‘allemaal kolder’ is zoals De Winter beweert is onzin. Nog geen enkele bewering erin is tot nu toe weerlegd. Christopher Steele beweerde nog in november 2017 tegen journalist Luke Harding dat 70 tot 90% ervan nauwkeurig is. Er zijn geen aanwijzingen dat dat niet zou kloppen. Het is ook niet waar dat behalve BuzzFeed andere Amerikaanse media er geen aandacht aan hebben geschonken. Het lemma op Wikipedia geeft meer dan 100 verwijzingen. Steele heeft als een 30-jaar lange Rusland-specialist een goede reputatie bij zowel Britse als Amerikaanse inlichtingendiensten. Het is onjuist dat hij een tweederangsfiguur is zoals De Winter beweert.
Het is niet goed te begrijpen waarom De Winter onzin op onzin stapelt en De Telegraaf die onzin publiceert. Zelfs een column die geldt als vrijplaats om alles te kunnen zeggen kent grenzen van geloofwaardigheid en aannemelijkheid. Het is mogelijk dat de krant de verwijzingen naar de ‘deep state’ die De Winter uit zijn hoge hoed tovert wel bevallen. Maar de tegenstrijdigheden in het wankele betoog van De Winter zou de hoofdredactie van De Telegraaf tot nadenken moeten stemmen. Door het kortzichtige opereren van president Trump bij het ontslag van FBI-directeur James Comey is door de Republikeinse bewindslieden Sessions en Rosenstein van het ministerie van Justitie de speciale aanklager, de Republikeinse Robert Mueller benoemd. Dat heeft niets met Hillary Clinton te maken. Mueller heeft een opdracht die hij nu uitvoert. In een normale, politieke procedure waarbij de Republikeinen aan alle knoppen zaten is het Rusland-onderzoek ingesteld.
Heeft het establishment (De Winter: ‘de media, de top van de FBI en andere opsporings- en inlichtingendiensten, plus de partijelites van zowel de Democraten als Republikeinen’) een bloedhekel aan Trump, en is hij een buitenstaander? Om te beginnen buigt De Winter hier zijn claim bij door ineens ook de Republikeinen erbij te betrekken die zich tegen Trump zouden keren. Dat slaat de bodem weg onder zijn betoog dat stelt dat de logica in de Rusland-onderzoeken gelegen is in een onverteerbare nederlaag van Hillary Clinton. Waarom zouden Republikeinen de Democraten daarbij helpen? Maar De Winters bewering klopt vooral niet omdat Trump als zakenman en vastgoed-magnaat zelf onderdeel van het establishment is. De vandaag aangenomen belastingplannen verduidelijken dat. Trump bedient ermee zijn sponsors, zijn politieke vrienden en zijn eigen portemonnee. Naar een fact check van PolitiFact leveren de nieuwe belastingplannen de Trump organisatie in de komende jaren een profijt van op zijn minst tientallen miljoenen dollar op. Iemand die vanuit een politieke positie aan zelfverrijking doet is het toppunt van establishment. En opportunisme.
Wat Leon de Winter in zijn column doet is aanvechtbaar. Hij richt zich in zijn ongerichte woede tegen de democratische instituties die de rechtsstaat schragen. Hiermee betuigt hij zich niet als democraat die binnen het bestaande politiek bestel pleit voor hervormingen en het terugdringen van onrecht. Hij betuigt zich ermee als anti-democraat die het politieke bestel verwerpt. Dat is vergelijkbaar met de deconstructie van de samenleving door alt-right voorman Steve Bannon die als een pseudo-marxist eerst de bestaande orde in een puinhoop wil veranderen om van daaruit een nieuwe samenleving op te bouwen. Waarbij een ondergeschikte plek beschikbaar is voor vrouwen, Latino’s, inheemse Amerikanen, Afro-Amerikanen, Aziaten en joden.
Gelukkig gaat het om de VS en niet om Nederland. Maar De Winter die elders terecht stelt dat problemen uit het Midden-Oosten niet naar Nederland geëxporteerd moeten worden, probeert door zijn column het Nederlandse publieke debat te beïnvloeden door Amerikaanse toestanden uit te vergroten, bij te buigen en naar Nederland te exporteren. De hoofdredacteur van De Telegraaf zou er niet aan mee moeten willen werken.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Kolder en corruptie in de Verenigde Staten’ van Leon de Winter, 19/20 december 2017 in De Telegraaf. Er is ook een versie van deze column met de titel ‘Het echte schandaal in Amerika in 2017’.
Wat er gebeurt in de Amerikaanse verkiezingsstrijd is nog nooit vertoond. De Republikeinse kandidaat Donald Trump roept de Russen op om 30.000 e-mails van Hillary Clinton die van haar privé server zijn verdwenen (EMAILgate) boven water te halen. Trump roept dus een buitenlandse mogendheid op zich actief te mengen in de Amerikaanse verkiezingsstrijd. De Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Paul Ryan neemt hier afstand van en heeft de Russische president Putin in een verklaring juist opgeroepen om buiten de Amerikaanse verkiezingstrijd te blijven, volgens een bericht in The Hill: ‘Rusland is een wereldwijde dreiging geleid door een sluwe misdadiger. Putin moet buiten de verkiezingen blijven’. Is Trump te ver gegaan?
De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Het kan dat Trump zijn eigen graf graaft door zich pro-Putin uit te laten. In zekere zin brengt dat het Kremlin ook in verlegenheid omdat het beginsel van Maskirovka niet toelaat om die inmenging te bevestigen. Het geeft Trumps tegenstanders de gelegenheid om vragen bij zijn loyaliteit te zetten. Zoals de oud-directeur van de CIA en Democratische politicus Leon Panetta die volgens een tweet van CNN’s Christiane Amanpour niet vindt dat Trump Putin kan vragen zich met de Amerikaanse politiek te bemoeien: ‘Ik denk dat dat grenzen te buiten gaat. Ik denk dat soort uitspraken slechts weergeeft dat hij echt niet gekwalificeerd is om president van de Verenigde Staten zijn.’ De Clinton-campagne sluit zich bij monde van woordvoerder Brian Fallon aan bij de woorden van Paul Ryan. Fallon noemt de lovende woorden van Trump voor Putin ‘Al geruime tijd nogal vreemd’.
Marc Jansen retweet tweets van David Frum van The Atlantic die de Putin-politiek van Trump samenvatten:
The Young Turks gaven op de Democratische conventie in Philadelphia hun idee hoe Trump gekocht wordt met geld van het Kremlin. En Estland weggeeft aan de Russen door de Navo-verplichtingen bij het oud vuil te zetten. Maar als Trump zo handelt als president kan dat leiden tot zijn afzetting (impeachment) door de elite van de Republikeinse partij. En is er met vice-president Mike Pence een weg ’terug naar normaal’.
Waarom het een gemiste kans is dat Bernie Sanders niet genomineerd wordt namens de Democratische partij, maar ook waarom hij vanwege het systeem van big money in politics niet genomineerd kon worden maakt Cenk Uygur duidelijk in zijn commentaar over Donald Trump en de Koch Brothers. Sanders was de enige kandidaat die daar tegen ageerde. Het maakte hem kansloos. Het is het grote geld achter de schermen dat de politiek bepaalt en journalisten en politici aanstuurt. Dat geldt ook voor de Clintons die volgens onderzoek van de Washington Post in 41 jaar meer dan 3 miljard dollar ophaalden bij geldschieters. Dat gaat niet zonder tegenprestatie. Dit verklaart waarom Hillary Clinton op belangrijke onderwerpen vaak van positie verandert en haar in de beeldvorming het beeld van een draaikont, ofwel flip-flop aankleeft. Zij volgt haar geldschieters.
‘Zwart geld‘ van de conservatieve Koch broers corrumpeert de Amerikaanse politiek en in het bijzonder de Republikeinse partij. Het zet de burger aan de zijlijn omdat Koch en andere geldschieters de deelnemers, de strategie en de hoofdlijnen van de politiek bepalen. Elke poging om dat te veranderen ten gunste van de burger wordt geblokkeerd. Donald Trump moet terug in zijn hok vanwege zijn onafhankelijke koers, zijn onberekenbaarheid en de mogelijkheid dat hij de belasting voor de rijken verhoogt. Daarom hebben de Koch broeders de opinieleiders die ze controleren, zoals Joe Scarborough op MSNBC’s Morning Joe en voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Paul Ryan met als voorwendsel het geval rechter Gonzalo Curiel ‘losgelaten’ op Trump. Deze heeft geld nodig om succesvol campagne te kunnen voeren. Dat geld kan hij alleen van de Koch broers en andere geldschieters krijgen. Ze vertellen hem exact hoe hij hun belangen dient te behartigen.
Wie het Amerikaanse politieke landschap bekijkt ziet twee grote partijen die de politiek domineren, de Democraten en de Republikeinen. De partijen hebben voorverkiezingen georganiseerd waarin de kandidaat die het meeste gedelegeerden achter zich krijgt op de partijconventie door hoofdelijke stemming wordt genomineerd. Bij de Republikeinen heeft Donald Trump de nominatie al in zijn zak. Bij de Democraten wordt naar alle waarschijnlijkheid Hillary Clinton genomineerd. Ze heeft een voorsprong van zo’n 276 gedelegeerden op Bernie Sanders die haar praktisch gesproken niet meer in kan halen. Mits er niets onverwachts gebeurt, zoals een FBI-aanklacht tegen Clinton of sappige details over tegenprestaties voor haar fondsenwerving.
Tot voor enkele jaren vertoonden de grote Europese landen min of meer dat stabiele beeld zoals dat nu nog steeds in de VS bestaat. In Duitsland waren er de CDU/CSU en de SPD met een kleine FDP, in Frankrijk waren er de rechtse gaullisten en de socialisten, in het Verenigd Koninkrijk de Torries en Labour, in Spanje de rechtse Partido Popular en de socialisten. Nederland had het CDA, de PvdA en de VVD als grotere partijen.
In al deze Europese landen is in de afgelopen 10 jaar dat beeld faliekant op z’n kop gezet. Duitsland zag de opkomst van de Groenen en Die Linke, en recent van de AfD. In Frankrijk is het Front National omhoog geschoten naar de top van de peilingen. In het Verenigd Koninkrijk is er UKIP en regionale partijen zoals de Schotse SNP die tot in het Britse parlement wist door te dringen. In Spanje zijn het linkse Podemos en het liberaleCiudadanos opgekomen. In Nederland betwist de PVV het leiderschap van de traditionele partijen die nu middenpartijen worden genoemd omdat het politieke spectrum aan de uiteinden is uitgebreid.
Waarom die ontwikkeling in de VS niet plaatsvindt of achter loopt op de ontwikkeling in Europa is de vraag. In zekere zin kan Trump opgevat worden als niet-Republikein die de Republikeinse partij tegen de zin van de partijleiding heeft veroverd. Maar hij voegt zich nu in de orde van de partij en overlegt met partijleiders als Paul Ryan om door concessies hun steun te krijgen. Hillary Clinton valt op te vatten als niet-Democraat binnen de Democratische partij. Maar dan niet zozeer omdat ze niet met de partijleiding door een deur kan, maar omdat ze een programma heeft dat feitelijk van Republikeinse signatuur is en de stempel van goedkeuring van het bedrijfsleven heeft gekregen. Hoewel ze in de beeldvorming door Sanders op sociale issues -al dan niet tijdelijk- naar links is gedwongen. Hierbij moet bedacht worden dat in vele landen het politieke spectrum naar rechts is opgeschoven. Richard Nixon van 1972 is op vele terreinen linkser dan Hillary Clinton van 2016.
Verklaring die de voormalige libertarische presidentskandidaat en oud-governeur van New-Mexico Gary Johnson geeft voor de stagnatie is dat de toegang tot de media voor kandidaten van derde partijen wordt geblokkeerd. In de VS zijn gevestigde media niet alleen gepolitiseerd, maar ook onderdeel van multinationals als TimeWarner, Walt Disney, News Corp of Comcast. Ze zijn gewend zaken te doen met Democraten en Republikeinen, en houden dat het liefst zo. Omdat het grote geld in de Amerikaanse politiek een beslissende rol speelt lukt het de bedrijven en banken om de doorgaans kritische partijen als de Libertarische Partij of de Greens buiten de kern van het politieke bestel te houden. Gezien de ontwikkelingen in Europa is het de vraag hoelang dat tweepartijenlandschap zich in de VS nog handhaaft. Opbreken ervan zou nieuwe dynamiek geven.
De Amerikaanse partijpolitiek zit verstrikt in zichzelf. Donald Trump heeft de Republikeinse partij gekaapt en lanceert het ene na het andere slecht doordachte plan dat de VS beschadigt. Uit opinieonderzoeken blijken twee feiten: Trump en Hillary Clinton zijn geen populaire kandidaten. Voor een meerderheid van de kiezers is de reden op hen te stemmen negatief, namelijk voorkomen dat de ander wint. Dat heet volgens politicoloog Larry Sabato van de Universiteit van Virginia ‘negative partisanship’. ‘Als we zouden proberen om dit effect te maximaliseren, konden we geen betere genomineerden dan Trump en Clinton vinden’, zo zegt Sabato. Uit opinieonderzoeken blijkt ook dat Sanders die zich aan dit effect onttrekt en wel positieve respons oproept bij vooral jongere en onafhankelijke kiezers naar verwachting Trump met betere cijfers dan Clinton zal verslaan.
The Young Turks laten niet na om te benadrukken dat Sanders een betere kandidaat dan Clinton is. Niet alleen is Clinton in de greep van het het bedrijfsleven en de banken, maar ze benadrukken dat Sanders electoraal een betere uitgangspositie heeft om Trump te verslaan. Deels idealiseren ze Sanders die in zijn buitenlandse politiek weinig afstand neemt van president Obama, zoals Jeremey Scahill toelicht voor Democracy Now!. Wat de binnenlandse politiek betreft heeft Sanders een socialer beleid te bieden dan Clinton die feitelijk een Republikeinse agenda heeft. Sanders’ programma heeft raakvlakken met de Europese sociaal-democratie.
Cenk Uygur vraagt zich af wat buitenlanders van een campagne tussen de twee kandidaten Trump en Clinton moeten denken. En wat voor beeld van de Amerikaanse politiek beklijft. Deze kandidaten die vooral negatieve gevoelen oproepen bij de kiezers. Daarbij komt de keuze van de Democratisch partij om niet Sanders, maar Clinton te steunen. Op het gevaar af dat Trump de winnaar wordt. Zeker als Clinton een FBI-aanklacht aan de broek krijgt en ze de controle over haar campagne zal verliezen. Het is een keuze die betwist kan worden.
De Democratische partij speelt dus met vuur door de 712 supergedelegeerden die per definitie niet aan een kandidaat gebonden zijn niet de richting van Bernie Sanders op te sturen. Ook is het nog mogelijk dat de Republikeinse partij scheurt en zich een andere Republikeinse kandidaat aankondigt, zoals Rand Paul of Paul Ryan. Dan hoeft de Democratisch partij Sanders niet naar voren te schuiven omdat de kansen van Trump afnemen. Maar door aan te blijven sturen op Hillary Clinton als tegenkandidaat van Trump gedraagt de Democratische partij zich als een konijn dat verblind is door de lichtbak en zo de realiteit uit het oog verliest. De Democraten kunnen er door vast te blijven houden aan de nominatie van Clinton er medeverantwoordelijk voor zijn dat de VS met Trump de meest rampzalige president sinds Warren Harding (1921-1923) krijgt. Tijdens zijn leven populair, maar achteraf gewaardeerd als een van de slechtste Amerikaanse presidenten ooit.
De Amerikaanse burgerrechtenbeweging voert actie op ‘Stop de NDAA‘ met de oproep om tijdens het derde debat tussen president Barack Obama en uitdager Mitt Romney in Florida hash tag #StopNDAA trending te laten worden. Iedereen kan meedoen. De protestactie is bedoeld tegen het plan van de regering-Obama om via wetgeving met de zogenaamde National Defense Authorization Act (NDAA) de mensenrechten in te perken. Chris Hedges veroordeelt president Obama hierom, beticht hem van staatsfascisme en is een rechtszaak begonnen. Dat leidde in september tot een gunstige uitspraak van de New Yorkse rechter Katherine Forrest waartegen de regering-Obama tegen in beroep gaat. Dat loopt de komende maanden verder.
De NDAA is niet alleen voor Amerikanen van belang. De interpretatie van de burgerrechtenbeweging is dat iemand zonder aanklacht door de Amerikaanse overheid onbeperkt kan worden opgesloten. Ongeacht de nationaliteit geldt dat voor iedereen waar ook ter wereld. President Obama heeft weliswaar gezegd daar zorgvuldig mee om te gaan, maar die garantie kan-ie niet geven voor zijn opvolgers. Kritiek is dat de wet de president te veel bevoegdheden geeft en te ruim is. Daar komt het niet aflatende protest op neer.
De NDAA is het sluitstuk van het wantrouwen tegen president Obama die ooit hoop gaf, maar in werkelijkheid de mensenrechten slechter gediend heeft dan welke president voor hem. Dit staat in schril contrast tot zijn recente woorden voor de Algemene Vergadering van de VN die onder de pretentie van ethisch handelen het tegendeel suggereren. Als er een alternatief bestond zou ‘Stop de NDAA’ opgevat kunnen worden als ‘Stop Obama’. De echte tragiek is dat de Amerikaanse politiek nu geen alternatief voor president Obama biedt.