Discriminatie van kamerleden: Keklik Yücel

Het kersverse kamerlid voor de PvdA Keklik Yücel profileert zich met kamervragen. Over de discriminatie van vrouwen. Een onderwerp dat aandacht verdient. Maar er schort iets aan de vragen aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Paul de Krom. Ze draaien in cirkels of raken verstrikt in zichzelf.

Kerklik Yücel neemt een lange aanloop met de vraag of ‘de ongelijke beloning van vrouwen en discriminatie van zwangere vrouwen momenteel belangrijke kwesties zijn op het gebied van vrouwendiscriminatie’. Ja, om vergif op in te nemen. Of bedoelt ze dat het belangrijke kwesties zijn op het gebied van de arbeidsmarkt?

De volgende vraag is van het type breinbreker: ‘Kunt u bevestigen dat in de publieke sector vrouwen 6 procent minder verdienen dan vrouwen voor hetzelfde werk en dat dit percentage in het bedrijfsleven nog veel hoger ligt? Deelt u de mening dat dit onwenselijk is?’ Een raadsel wat hier gevraagd wordt. Zoiets als de vraag een kleur onder de 10 te noemen. Antwoord: woensdag. Een wenselijke vraag voor liefhebbers van absurdisme.

Zo kabbelen de vragen van Keklik Yücel door, meanderend door oneindig parlementair laagland. Ze stellen zinnige vragen over de achterstelling van vrouwen op de arbeidsmarkt aan de orde. Maar missen urgentie en scherpte. Achter de vragen schemert de tragiek van een kamerlid dat onvoldoende ondersteuning krijgt. Gezamenlijk moeten de 150 kamerleden maar eens vragen, nee eisen dat de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer verruimd wordt. Wat de man in de straat of populistische journalisten er ook van mogen vinden. Burgers hebben recht op urgente en scherpe kamervragen. En Kerklik Yücel ook.

Foto: PvdA-kamerlid Kerklik Yücel 

Advertentie

Taalpolitiek van overheid kan het Nederlands opwaarderen

De VVD wil een taaleis stellen aan iedereen die in aanmerking wil komen voor een bijstandsuitkering. Iedereen moet behoorlijk Nederlands kunnen spreken. VVD-Kamerlid Cora van Nieuwenhuizen hoopt dat een voorstel met deze strekking straks wordt uitgevoerd. CDA, PVV en D66 staan er welwillend tegenover. Naar pas achteraf bekend werd komt staatssecretaris Paul de Krom nog voor de zomer met een wetsvoorstel hierover.

De maatregel raakt vele niet-Westerse allochtonen. Van deze groep heeft 11% een uitkering. Voor autochtonen bedraagt dat percentage 1,7%. Het idee van D66-kamerlid Fatma Koşer Kaya dat ‘iemand in beginsel Nederlands moet spreken als hij een beroep doet op een uitkering’ is een redelijk uitgangspunt. Zeker als dat direct verband houdt met de arbeidsmarkt.

Mijn pijn zit elders, namelijk bij de ontbrekende taalpolitiek van de overheid en het bezuinigen op onderwijs voor allochtonen. Marcia Luyten publiceerde in de NRC van 14 januari 2012 een stuk ‘Is dit nou de stem van Nederland?’ waarin ze aantoont dat het Nederlands in het publieke debat onder druk staat ten koste van het Engels, vaag kosmopolitisme en pseudo-nationalisme. Met name laagopgeleiden verliezen hun identiteit en lopen vervolgens in de richting van de PVV die geborgenheid belooft. In de Nederlandse taal en gebruiken.

Het Nederlands is een beeldende en praktische taal die de Nederlanders past als een handschoen. De overheid kan richtlijnen opstellen en geld vrijmaken om het bereik van het Nederlands in het publieke domein te vergroten. Dat kan om te beginnen door de cultuurbezuinigingen op kunsten zoals toneel, literatuur en film die gebruik maken van het Nederlands terug te draaien. Maar het kan ook door beter onderwijs in het Nederlands. Of door programma’s die de positie van het Nederlands in het straatbeeld verbeteren. Niet ‘sale‘, maar ‘uitverkoop‘. Niet ‘shop‘, maar ‘winkel‘. Liefst geen verboden of quota, maar positieve actie.

Het initiatiefvoorstel van Cora van Nieuwenhuizen komt te vroeg omdat het allochtonen tot iets verplicht dat de overheid zelf niet eens biedt. In haar ronkende turbotaal met Engelstalige woorden en een ambtelijk en gemankeerde versie van het Nederlands. Is het niet verstandiger om laagopgeleide allochtonen die een uitkering aanvragen en voor wie het Nederlands geen moedertaal is een voorbeeld van goed Nederlands voor te houden? Op straat en kantoor, in de media, politiek en ambtenarij. Dat kan door een blik naar de toekomst die onze mooie taal op waarde schat en werk maakt van taalpolitiek, cultuurinvesteringen en onderwijs.

Foto: Winkelruit met aankondiging uitverkoop.