The//Intercept gelanceerd. Voorlopige focus op NSA is noodzaak

int

Het is zover. Vandaag is ‘The//Intercept gelanceerd. De Onderschepper suggereert met deze titel dat de afluisteraar wordt afgeluisterd en berichten opvangt. Dit journalistieke project dat met 50 miljoen dollar gesteund wordt door eBay oprichter en multimiljardair Pierre Omidyar werd half oktober 2013 wereldkundig toen onderzoeksjournalist Glenn Greenwald zijn overstap van The Guardian naar Omidyars First Look Media aankondigde. Greenwald is een van de vertrouwelingen van Edward Snowden. De afgelopen maanden werden allerlei gelouterde journalisten binnenboord gehaald, zoals Jeremy Scahill, Laura Poitras en Peter Maass.

In de publiciteit werd steeds gesteld dat dit project van First Look Media programmatisch weliswaar de focus op zware onderzoeksjournalistiek had, maar verder de gewone rubrieken van nieuwsmedia (binnenland, sport, entertainment) zou brengen. In de verklaring van de missie wordt die verscheidenheid nu ietwat naar de lange baan geschoven. Als korte termijn doel wordt de voortzetting van publicaties aan de hand van de Snowden-documenten omschreven. Met naast de onthulling -als tegenstem- ook een commentaar van buitenstaanders op de onthulling. Het lange termijn doel is ‘het realiseren van onbevreesde, hoor en wederhoor journalistiek over een breed scala van onderwerpen’. Met redactionele onafhankelijkheid voor de journalisten.

De focus van ‘The//Intercept’ ligt voorlopig dus nog op de NSA. Een noodzaak omdat zoals Glenn Greenwald in een commentaar uitlegt kritische onderzoeksjournalisten in de VS en het Verenigd Koninkrijk onder vuur liggen en door politici (Mike Rogers, Peter King) worden geïntimideerd en als medeplichtigen (accomplices) worden aangemerkt. Deze intimidatie vanuit de politiek, de veiligheidsindustrie en de gevestigde media is de afgelopen weken toegenomen en wordt volgens Greenwald steeds beter en vaker georkestreerd.

Het project van First Look Media gaat feitelijk over de positie en het bestaansrecht van onafhankelijke journalistiek in de Angelsaksische landen. Is deze in de mainstream nog levensvatbaar buiten enkele enclaves zoals The Guardian, The Washington Post of The New York Times? De reactie van het establishment op de onthullingen aan de hand van de Snowden-documenten is na een fase van paniek, onzekerheid en aarzeling steeds zelfbewuster geworden. De NSA-affaire is daarom steeds meer een verhaal over de rol van de journalistiek geworden. ‘The//Intercept’ bundelt de meest onafhankelijke geesten en biedt ze een platform om met minimale overheidsdruk te publiceren. Dat laatste deed Snowden bijvoorbeeld besluiten niet The New York Times te benaderen dat op directieniveau hechte banden met de regering-Obama onderhoudt.

De lakmoesproef is of The//Intercept de weg naar de mainstream weet te vinden. En bij het grote publiek ‘landt’. De urgentie om nu alle aandacht aan de NSA te blijven besteden is dat journalisten als Scahill, Greenwald of Poitras geïntimideerd worden en een beroepsverbod of zelfs gevangenisstraf wacht als ze hun krachten niet bundelen en niet blijven komen met onthullingen die het illegale karakter van de NSA-operaties aantonen. Er is geen weg meer terug. Scahill en Greenwald openen met een artikel over de geheime rol van de NSA in het drone-programma. En Trevor Paglen toont met z’n foto’s de industriële schaal waarop de NSA werkt. Zie hier de toespraak van Paglen eind december 2013 op een Duits hackerscongres.

Foto: Schermafbeelding van The//Intercept, About, 10 februari 2014.

Plan ‘Circle Line’ symboliseert conservatieve museumsector

De Nederlandse museumsector is conservatief. Hier beredeneer ik hoe dat komt. Het hangt ermee samen dat leidinggevenden in de sector ingekapseld zijn en hun frisse blik verloren hebben. Als ze die al ooit bezaten. Ze missen de wil, het vermogen, de durf en de politieke vorming om door grenzen te gaan. De energie gaat zitten in het draaiend houden van de eigen organisatie. Gevoegd bij de minachtende houding van de politiek jegens de kunst, de teruglopende economie en de bovengemiddelde bezuinigingen op kunst is de vertrossing en atomisering van de museumwereld een feit. Dat wordt in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart bekrachtigd door ontbrekend protest. In de museumsector heerst de stilte van het kerkhof.

Buiten Nederland gaat dat anders. Deels omdat de besparingen extremer zijn, deels omdat directeuren zich activistischer opstellen. Neem directeur en kunstenaar Antonio Manfredi van het museum voor hedendaagse kunst CAM in Casoria. Hij verklaarde zijn museum in oorlog en verbrandde uit protest kunstwerken. Manfredi doet iets waar de Nederlandse instellingen niet aan toekomen. Hij treedt zowel buiten het kunsthistorisch debat als de museummuren die conserveren en isoleren. Onverhuld duidt-ie kunst als politiek. Nederland kent in onder meer het Van Abbemuseum of BAK uitzonderingen, maar dat speelt zich hoofdzakelijk binnen het eigen domein af. Doorgaans in de vorm van een onnodig hermetisch-theoretisch discours. Zonder dat ze het doordenken zijn in Nederland de musea echter ook politiek omdat ze de status quo onderschrijven. Dat valt niet op omdat ze met de stroom meedrijven en hun eigen positie niet ter discussie stellen.

De defensieve museumsector lijkt nu zelfs nog meer dan voorheen elk zicht op het eigen functioneren te hebben verloren. En in arren moede dan maar een zijpad in te slaan. Dat tonen de positieve reacties op het plan ‘Circle Line‘ van de Amsterdamse kunsthandelaar Jaap Polak aan. Een voorstel dat om marketing, bereik, nut en faciliteren draait. Het benadert de bezoeker als consument, niet als burger met wie de samenleving wordt gevormd. Het plan gaat voorbij aan de maatschappelijke en politieke functie van kunst, kunstenaars en musea. Het laatste woord is aan Antonio Manfredi: ‘Nothing can rise from the bottom, everything is Merchandising, Benefit, Marketing, entire generations of artists are just figureheads with no future‘.

545x355-images-stories-large-Sarkis_1991-Le-Moulin-Albigeois-2

Foto: Sarkis, Les douze rues des chambres brulées (la cité Leidschatz)1991, Moulins Albigeois (Cimaise et Portique), Albi, ‘De dag is verbrand‘. Credits: Sarkis.

Paglen praat over geheimzinnigheid. En decodeert met z’n kunst

Kunstenaar en de Amerikaanse burgerrechtenactivist Trevor Paglen is good fun. Hij is vergelijkbaar met kunstenaars als Jonas Staal, de Zwitserse Mediengruppe Bitnik! of het Tsjechische Ztohoven die vol kritiek op vanzelfsprekendheden en met gezonde nieuwsgierigheid naar systemen en structuren op het raakvlak van beeldende kunst, onderzoeksjournalistiek, maatschappij- en mediakritiek, activisme en politiek opereren.

Trevor Paglen verbeeldt in een toespraak op de onlangs in Hamburg gehouden ‘hackers’-conferentie 30C3 de opbouw van de controlestaat door overheden en plaatst kritische noten bij geheime programma’s die voor burgers verborgen moeten blijven. Hij tracht aan de hand van niet-geclassificeerde gegevens de tegenstrijdigheden van geheime diensten aan te tonen en aan het licht te brengen. Z’n opzet is om er met z’n kunst voor te zorgen dat burgers ‘als nieuw’ en fris tegen de geheimzinnigheid van overheden aankijken.

In het Van Abbemuseum is nog tot 6 januari de presentatie Code Names van Paglen te zien. De Frankfurter Allgemeine besteedde vorige week in een artikel dat schetst hoe 1000 ogen naar ons kijken aandacht aan z’n foto’s van NSA-afluisterstations. Trevor Paglen toont aan hoe relevant en onmisbaar beeldende kunst kan zijn.

2500082314
Foto: Afluisterstation van de NSA in West-Virginia. Credits: Courtesy Metro Pictures, Siegel.