Oostenrijkse coalitie met Groenen biedt de conservatieve ÖVP de mogelijkheid om te vechten voor het goede gevecht

Zoals verwacht komt er in Oostenrijk een coalitieregering van rechts met links. Van de conservatieve Oostenrijkse Volkspartij ÖVP met de progressieve Die Grünen. Deze partijen hebben samen 97 van de 183 zetels in het lagerhuis, de Nationalrat. Bondspresident Alexander Van der Bellen is lid van De Groenen.

De ideologie van de ÖVP wordt afwisselend omschreven als christen-democratisch, liberaal, conservatief of zelfs als een soort sociaal-democratie vanwege de economische interventie van de regering. Deze ‘zwart-groene’ coalitie wordt als voorbeeld gesteld voor regeringen in andere landen. Zoals Duitsland waar de CDU/CSU en Die Grünen op elkaar aangewezen lijken te worden door de implosie en radicalisering van de SPD en in Nederland waar GroenLinks al enkele jaren naar het centrum beweegt en aansluiting zoekt bij Rutte III. Hoewel de in de tijd en mentaliteit terugtrekkende bewegingen van het CDA en de VVD op het stikstofdossier het erg lastig maakt om een realistische politiek te voeren. De paradox is dat het op dit moment niet de linkse partijen, maar gematigd rechtse partijen zijn die zich op het klimaatdossier onrealistisch opstellen. Hoe dan ook geeft het Oostenrijkse voorbeeld focus en inspiratie voor politieke partijen in andere Europese landen.

Er bestaat zowel bij links als bij rechts misverstand over wat conservatisme is. Trumpisme, Forum voor Democratie of alt-right met ondergangsfantasieën, racisme en een stop op migratie passen niet binnen de hoofdstroom van het conservatisme en staan er in politiek-filosofisch oogpunt mijlenver vanaf. Daarom is de coalitie van ÖVP en Die Grünen in Oostenrijks een belangrijke ontwikkeling omdat het eraan mee kan helpen dit hardnekkige misverstand uit de weg te ruimen. Want het combineert behoudende met vooruitstrevende politiek binnen de lijnen van de democratie en de rechtsstaat. De intellectuele acrobatiek van opinieleiders op radicaal-links én radicaal-rechts die verkondigen dat het conservatisme in de kern een belangrijke revolutionaire component heeft is onwaarachtig, leugenachtig en zelfs bewust misleidend omdat het het conservatisme tot buiten de eigen bedding oprekt. Dat is conservatisme dat geen conservatisme meer is.

Columnist Tim Carney brak in september 2019 in een belangrijke column in de rechtse Washington Examiner een lans voor herwaardering van het conservatisme. De titel ‘It’s time to create a conservative ecosystem that doesn’t welcome racists’ gaf de opzet en de afbakening goed aan. Carney: ‘Conservatieven zouden er een prioriteit van moeten maken om te vechten voor de fundamentele waardigheid en gelijkheid van raciale minderheden aan wie die waardigheid en gelijkheid is ontzegd. Het zal decennia van onrechtvaardigheid vereisen om dat te overwinnen en zal dus niet snel gebeuren. We zullen links niet ontnuchteren met betrekking tot hun zelfvoldane laster en verwaandheid, maar daar gaat het niet om. Conservatieven zullen troost kunnen vinden in het feit dat we vechten voor het goede gevecht en de racisten opjagen.’ De samenwerking met realistische Groene politiek kan vanwege de veilige politiek omgeving die het biedt eraan helpen meewerken om de conservatieven naar zichzelf te laten terugkeren. Weg van het racisme, weg van een harde migratiepolitiek en weg van het oprekken van rechtsstaat en democratie. Zoals Trump in de VS, Johnson in het VK en Centraal-Europese regeringsleiders in Hongarije en Polen afgelopen jaren deden.

Hopelijk is de samenwerking van traditionele conservatisme met progressief links een wekroep voor Nederlandse opinieleiders om conservatisme en alt-right niet langer gelijk te stellen en het begin van de ontmaskering van radicaal-rechtse columnisten van het type Wierd Duk of Leon de Winter die zich losjes met het conservatisme associeren om zo aan legitimiteit te winnen. Als ze niet begrijpen dat conservatisme het racisme niet oogluikend toestaat of kritiek op migratie billijkt, dan begrijpen ze niet alleen niet wat conservatisme is, maar begrijpen ze evenmin waar ze zelf voor staan. Hopelijk geeft het Nederlandse conservatieven zelfvertrouwen en ambitie om afstand te nemen van Baudet, Wilders en radicaal-rechtse organisaties en opinieleiders die het conservatisme de laatste jaren zo’n slechte naam hebben bezorgd.

Want types als Baudet gebruiken de term conservatisme of leunen daar stilzwijgend tegenaan om hun eigen racisme en witte hegemonie-denken te verhullen. Maar ze vallen eerder te omschrijven als anti-conservatief. Conservatieve principes als behoud van democratische normen, waarden en instellingen en voorlichting van het publiek over conservatieve principes zoals rechtsstaat, vrijhandel en uitbreiding van legale immigratie delen ze niet. Laten we ze daarom geen conservatieven noemen. Overigens hebben universele waarden in wisselende combinaties verschillende kinderen. Iedereen die beweert dat ze exclusief aan één politieke stroming toebehoren zit ernaast. Juist dat geeft conservatieven en Groenen een basis voor samenwerking.

Het conservatisme als ideologie bevat samenhang met min of meer vaste, gemeenschappelijke posities en denkwijzen over de natie, de familie, grondrechten, politieke besluitvorming, verandering en continuïteit. Het politieke verschil met progressieve Groenen is daarom groot, maar overbrugbaar in tegenstelling tot de kloof met partijen als PVV of FvD. In Oostenrijk wordt dat opgelost door uitruil van thema’s. Partijen mogen hun stokpaardjes berijden, zodat de ÖVP op kan komen voor de familie en traditionele verhoudingen, een fiscaal behoudende politiek of een strenge, maar rechtvaardige migratiepolitiek en de Groenen voor natuur, klimaat en sociale rechtvaardigheid. Het is een interessant experiment dat het sentiment van radicaal-rechts buiten de deur houdt en tegelijk het meest prangende probleem van dit tijdperk aanpakt: de klimaatverandering.

Nogmaals Nord Stream II: waarom is er geen open debat over een pijplijn die de EU afhankelijker maakt van de Russische Federatie?

De Belgische oud-ambassadeur Theo Lansloot zet de ontwikkelingen over de aanleg van de gaspijplijn Nord Stream II in een artikel voor Doorbraak op een rijtje. De actuele situatie is dat landen aan de Oostzee waarvan de pijplijn door hun territoriale wateren loopt voor de beslissing staan wat ze ermee aan moeten. Als ze dat politiek al zelf mogen beslissen en ze volgens internationaal recht juridisch iets te zeggen hebben over het onderzeese deel van Nord Stream II tussen de Russische Federatie en Duitsland. Finland en Duitsland hebben het groene licht gegeven. Denemarken houdt de kaarten nog tegen de borst en wordt onder druk gezet door voor- en tegenstanders. De vraag is of Nord Stream II Europa over-afhankelijk van Russisch gas maakt.

Rondom Nord Stream II tekenen zich twee kampen af. Tegenstanders lijken de overhand te hebben met de VS, het Verenigd Koninkrijk, landen als Polen, Oekraïne en de Baltische landen die de Russische chantage met energie vrezen, maar ook milieuactivisten die een einde aan fossiele brandstof willen. Zo stelden kamerleden van de PvdD en de SP die doorgaans welwillend staan tegenover de Russische Federatie in 2017 kritische kamervragen over Nord Stream II. Omdat de energieafhankelijkheid van de EU-lidstaten van Russisch gas door import vergroot wordt en dit in strijd is met het energiebeleid van de EU (Third Energy Package) zijn degenen die pleiten voor correcte uitvoering van dit beleid ook tegen. Ze wijzen op diversificatie en onafhankelijkheid. Overigens wordt in een rapport van de juridische dienst Raad van de Europese Unie dit formeel ontkend, zodat de ministers kunnen handelen in strijd met hun eigen beleid. Verder zijn Zuid-Europese landen ook kritisch over Nord Stream nadat de EU South Stream afschoot door harde voorwaarden aan het Kremlin te stellen. De Italiaanse oud-premier Renzi definieerde het opleggen van sancties aan de Russische Federatie plus het afketsen van South Stream door het stellen van harde voorwaarden aan het Kremlin, maar tegelijk het doorgaan van Nord Stream zonder die voorwaarden en het als economisch project te betitelen als hypocrisie.

Voorstanders zijn vooral te vinden in de landen waarvan bedrijven betrokken zijn: Duitsland, Nederland en Frankrijk. En omdat Duitsland een beslissende vinger in de pap van de EU heeft en de tandem Duitsland-Frankrijk de as van de EU vormt, volgt de Raad van ministers. De tactiek van de voorstanders is niet om een open debat te voeren, maar dat uit de weg te gaan. De dooddoener van het Duitse politieke en economische establishment is dat Nord Stream geen politiek, maar een economisch project is. Uit alles blijkt dat Nord Stream een politiek project is. Gazprom koopt Europese politici om door ze in te huren als ‘consultant’, zoals de Oostenrijkse ex-minister Hans Jörg Schelling die lid is van de ÖVP, de partij van kanselier Sebastian Kurz. Zoals Lansloot opmerkt staat de Duitse oud-kanselier Gerhard Schröder op de loonlijst van Gazprom. Zijn opportunisme is berucht en bezoedelt de Duitse politiek en de SPD. Maar het lijkt te eenvoudig om het Duitse belang te reduceren tot het omkopen van SPD’ers als Schröder of president Frank-Walter Steinmeier. Een argument van de voorstanders is dat het een wederzijdse afhankelijkheid betreft en de aanleg het Kremlin ook afhankelijker van Europa maakt. Maar dat gaat opnieuw voorbij aan de onafhankelijkheid van Europa.

De tegenstrijdigheden zijn groot en het is onbegrijpelijk dat ze niet genoemd worden in het publieke en politieke debat. Sancties die in 2014 ingesteld werden vanwege de annexatie van de Krim door de Russische Federatie en de militaire inmenging in Oost-Oekraïne worden verlengd, maar tegelijk worden de economische banden met het Kremlin via Nord Stream aangehaald en wordt Oekraïne dat Russisch gas via pijpleidingen aan de EU levert in de steek gelaten. Dat is dubbelzinnig en hypocriet, maar vooral kortzichtig. De EU weet dat het zich door de aanleg van Nord Stream II afhankelijker maakt van het Kremlin, maar ontkent dat dat zo is. De leiding van de Russische Federatie heeft er immers een handje van om gas als geopolitiek wapen in te zetten. Door de verslechterende situatie tussen het Westen en de Russische Federatie dat zich ook nog eens steeds meer opstelt als kat in het nauw, wordt de kans dat dat wapen ingezet wordt er eerder groter dan kleiner op. Levering van Russisch gas aan de EU-lidstaten is de olifant in de kamer waarover West-Europese politici en bedrijven al jaren doen alsof ze die niet zien. Zo gaat kortzichtigheid over in bijziendheid omdat Duitsland en Nederland verslaafd zijn aan goedkoop Russisch gas. De geloofwaardigheid van de EU wordt ondermijnd.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelRusland en de EU: energie-onafhankelijk of Nord Stream 2 pijplijn?; Regering Merkel verkiest Russische gaspijplijn boven EU –Energie Unie’ van Theo Lansloot in Doorbraak, 4 april 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelEuropese Raad geeft groen licht Nord Stream 2’ in Geotrendlines van 2 oktober 2017 onder verwijzing naar Euobserver.

Oostenrijkse etikettenzwendel met Norbert Hofer. Hij claimt God aan zijn kant te hebben. Wie gaat daar over?

1376514_1_csm_entscheiden_e372cd2d23

Op 4 december wordt de Oostenrijkse president gekozen. Wegens onregelmatigheden werd een eerdere uitslag door interventie van het Hooggerechtshof ongeldig verklaard. Het gaat tussen de linkse kandidaat Alexander van der Bellen (Grünen, officieel onafhankelijk) en de rechtse Norbert Hofer (FPÖ). De stemmen lijken in evenwicht en een voorspelling is ‘too close to call’. Conservatieven van de christen-democratische ÖVP gaven vandaag in een manifest een stemverklaring voor Van der Bellen. Hoe dat uitpakt is de vraag in de golven van sentiment die zich tegen ‘het establishment’ of ‘de elite’ keren. Het is maar net de vraag hoe groot dat potentieel aan ontevredenen in Oostenrijk is. Maar het is een veelzeggende ontwikkeling dat gematigde conservatieven zich eerder uitspreken voor een linkse dan voor een rechts-populistische kandidaat.

Hofer heeft een groot voordeel. Zo denkt hij. Hij meent God aan zijn kant te hebben, zoals uit de affiche blijkt. Daarmee kun je de strijd winnen, zoals de geschiedenis leert. Maar met de zuiveringseed kwam Hofer niet makkelijk weg. Stel je voor, iedereen kan wel God aan zijn kant claimen. Dan is het einde zoek. Want stel dat Van der Bellen hetzelfde beroep deed, hoe moet God dan weten wie in deze strijd geholpen moet worden?

Er kwam van evangelische bisschoppen kritiek op. Hofer die overigens evangelisch is zou God om politieke redenen voor zijn karretje spannen. En volgens het tweede gebod dat Christenen aanhangen mag de naam van God niet ijdel gebruikt worden. Ook de Oostenrijkse katholieke kerk kwam met kritiek op deze verwijzing naar God. Een dagbladcommentaar noemde het beroep op God Etikettenschwindel. Ofwel, een schijnvertoning en etikettenzwendel. Dat is het. Zoals dat beroep op Gods bijstand al 20 eeuwen zwendel is in de christelijke wereld. Opmerkelijk is dat het een rechts-populist moet zijn die het bedrog van de kerken doet uitkomen. Ongewild. Het is de vraag of God Hofer nog wel wil helpen. Zijn of Haar wegen zijn immers ondoorgrondelijk.

Foto: Affiche van de Oostenrijks presidentskandidaat Norbert Hofer met ‘So wahr mir Gotte helfe’ (‘zo waarlijk helpe mij God almachtig’).

Religiekritiek in Oostenrijk onacceptabel. Niko Alm teruggefloten

388411_m1w456q75v13330_3001_0809_Alm1_Picturedesk-1

De Oostenrijkse liberale NEOS-partij zegt werk te maken van transparantie: ‘Transparanz, wir haben nichts zu verstecken heet het op de site. Niets te verbergen? Hoe diep gaat dit, is transparantie een principe of slechts politieke marketing? Een voorbeeld maakt duidelijk hoe dit in de praktijk werkt en hoe diep principes gaan. Niko Alm richtte in 2011 de nieuwe religie van het Pastafarianismus op onder het mom ‘hoe meer religie, hoe beter’. Aanleiding was de staatssubsidie voor kerken in zijn land. Niet echt iets wat past bij de scheiding van kerk en staat. Later sloot Alm zich aan bij de liberale NEOS en werd daar woordvoerder religie.

Tot vandaag. Partijleider Matthias Strolz heeft Alm vervangen als woordvoerder religie, zo bericht de Wiener Zeitung. Strolz ontkent dat partijpolitieke overwegingen er iets mee te maken hebben. De conservatieve ÖVP had tijdens de campagne voor de Europese verkiezingen kritiek op NEOS omdat het met Alm en diens steun voor het Pastafarianismus religie belachelijk zou maken. Strolz kruipt door het stof, laat Alm vallen en zegt dat z’n benoeming fout was. Maar tevens beweren Strolz en Alm zelf dat de vervanging van Alm gepland was. Daarbij wordt als argument aangevoerd dat religie en kerk geen kernthema’s van NEOS zijn. Wat dat ermee te maken heeft is onduidelijk. NEOS pleit in het partijprogramma op p.7 tegen discriminatie door religie. 

Secretaris-generaal van de ÖVP Gernot Blümel ziet wel een verband, zelfs een knieval van Strolz. Hij stookt het vuurtje op. Volgens hem zouden ‘geschrokken gelovigen’ binnen de NEOS Strolz onder druk gezet hebben om Alm te vervangen. Onduidelijk is of dat klopt. Blümel ziet spotten met religie als onaanvaardbaar. Alles wijst erop dat het liberale NEOS in het conservatieve Oostenrijk buigt voor kritiek op religiekritiek. Met zulke vrienden als de liberale NEOS hebben gelovigen geen vijand nodig. Waarom religie niet belachelijk gemaakt kan worden is de vraag. Alm is terug bij af. NEOS zwalkt, houdt de rug niet recht en is verre van transparant.

Foto: Niko Alm uitgezeefd door partijleider Matthias Strolz van NEOS. Credits: Picturedesk.