Gedachten bij foto [Gepensioneerd (sinds 2 jaar) gemeente-ontvanger van Terneuzen J.C.J. (Jan) Olijslager maakt op verzoek van het gemeentebestuur een maquette van “Terneuzen tot Sluiskil, de toestand over 5 of 6 jaar”], 1962

Gepensioneerd (sinds 2 jaar) gemeente-ontvanger van Terneuzen J.C.J. (Jan) Olijslager maakt op verzoek van het gemeentebestuur een maquette van “Terneuzen tot Sluiskil, de toestand over 5 of 6 jaar”, schaal 1:1000, 9 x 6 m. Met een “uitheems” eigengemaakt instrument meet hij de hoogten van de huizen op.’ 1962. Collectie: Beeldbank Zeeland.

Deze man met sigaar staat in 1962 op de markt van Terneuzen. Het is de gepensioneerde gemeente-ontvanger Jan Olijslager. Op de achtergrond zijn de bovenkant van de Grote Kerk aan de Noordstraat, de breiwinkel Van de Bruele, links daarnaast kantoorboekhandel Van Aken en achter hem Hotel Centraal (nu Café Ter Nose) zichtbaar.

Het bijzondere aan deze foto is dat die op geen enkele manier bijzonder is. Jan Olijslager houdt een houten of kunststoffen winkelhaak op armlengte voor zijn gezicht. Volgens de omschrijving van de foto is hij bezig met het maken van een maquette. Bij een artikel van de Stem van 28 juli 1962 wordt deze foto geplaatst met een begeleidende tekst.

Opmerkelijk is in het project de vermenging van realiteit en fantasie die uit een artikel in de PZC van 15 oktober 1964 blijkt. Enerzijds werkt Olijslager ‘tot in detail‘ en ‘op de millimeter nauwkeurig‘, maar anderzijds wijkt de bouwer daarvan af door op ontwikkelingen vooruit te lopen waarvan het nog maar de vraag is of die ooit plaatsvinden. Hij voegt nog te bouwen woonblokken in de Serlippenspolder toe en laat de 195 meter lange de Statendam door het nieuwe sluizencomplex varen waar het nooit zal varen. Overigens wordt het sluizencomplex bij Terneuzen op dit moment opnieuw vergroot. Hier te zien op een livestream.

Schermafbeelding van deel artikelOlijslager bouwt “zijn” Terneuzen nauwkeurig na in reuzen-maquette‘. PZC, 15 oktober 1964.

De bouwer van de maquette deed aan utopisch realisme dat blijkbaar in die tijd zo in zwang was bij beleidsmakers. Zijn maquette had als doel om het verleden met de toekomst te verbinden en die nieuwe mix zichtbaar te maken. De verbeelding was niet alleen bij de jongeren aan de macht, die daar overigens wat anders mee bedoelden, maar vooral bij ouderen en bestuurders. Hun visie stond haaks op het uitgangspunt om het klein te houden. De bomen moesten tot in de hemel groeien. Kleinschaligheid werd gezien als ongewenst en iets van het verleden.

Terneuzen was in de jaren 1960 door de rijksoverheid aangewezen als groeigemeente. Een artikel van ‘Oud Terneuzen’ dat de toenmalige veranderingen schetst zegt daarover het volgende en leest als een aangekondigde ramp voor de hedendaagse verloedering: ‘Het college B&W stelde vast dat Terneuzen eindelijk was veranderd van een slapend provinciestadje tot in een moderne, bedrijvige stad. En daar past een modern centrum bij met een overdekt winkelcentrum en ruime parkeergelegenheid, “het centrum van Terneuzen moest vernieuwen” klonk in raadzaal van Terneuzen‘.

Rond die tijd toen welvaart en bedrijvigheid in Nederland toenamen gingen steden op de schop. Als een Rupsje Nooitgenoeg van projectontwikkelaars, aannemers, investeerders, politici en futurologen werd de moderniteit als lichtend voorbeeld binnengehaald. Nadelen van de snelle verandering werden genegeerd. Het land veranderde razendsnel van een agrarische in een industriële- en handelsnatie. Het schaalmodel van de tekentafel werd opgeschaald. Met realisme én fantasie.

Bij een foto in de Nieuwstraat te Terneuzen (1900-1910)

Dit is niet een oude foto van een stadje in Oostenrijk-Hongarije voor de Eerste Wereldoorlog. In de stilte voor de storm nog ongewis over het geweld dat spoedig zal losbreken. Dit is een afbeelding van de Nieuwstraat in het Zeeuws-Vlaamse Terneuzen in het eerste decennium van de 20ste eeuw. De straat ziet er inderdaad nieuw uit. Mogelijk is deze later ingekleurde zwart-wit foto genomen door een ver familielid van me. Rechts het estaminet ofwel de drankgelegenheid ‘Het Wapen van Zeeland’ van B. Heijens dat ook hier wordt genoemd.

Wat opvalt zijn de vlaggenstokken. Het kan niets anders of dat moet met de inhuldiging in 1898 van Koningin Wilhelmina te maken hebben. Door het koninkrijk werd het feest gevierd. Met de nationale driekleur en drank in het plaatselijke estaminet. Welke willekeurige straat in een klein stadje kent nou zoveel vlaggenstokken? Dit is een straat waar iets te vieren valt en men dat graag laat weten ook. In de verte loopt de straat uit op de binnenhaven, met rechts de toegang naar de Westerschelde en links naar het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Buiten beeld ligt rechts onder de bomen de bomvrije kazerne waar het plaatselijke detachement is gehuisvest.

Twee fietsers staan in een onhandige pose midden op straat. Met hun gezicht in de richting van de fotograaf. Is hun rit over de kasseien onderbroken door de fotograaf die met zijn glasplaten in de weer is gegaan en de aandacht trekt? Of zijn ze door hem besteld om dynamiek aan de straat te geven? Om de doodse stilte die uit de gesloten huizenrijen opklinkt te doorbreken met hun levendigheid. Ogenschijnlijk heeft het niet geholpen.

Foto: Nieuwstraat, Terneuzen.