Toezichthouder CTIVD dient onafhankelijk te zijn. Voorzitter Van Delden moet opstappen

30051002809553

Ot van Daalen van de digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom vindt dat Bert van Delden als voorzitter van de toezichthouder op de veiligheidsdiensten CTIVD moet opstappen. Volgens Van Daalen verdedigt Van Delden de plannen om Nederland massaal af te luisteren. Dat past niet bij een onafhankelijke toezichthouder, meent-ie. De CTIVD heeft volgens de wet een beperkte taakomschrijving waaraan het zich te houden heeft. Van Daalen: ‘De Commissie hoort toezicht te houden op de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.‘ Het is niet aan de CTIVD om beleid te maken of de grenzen van het toelaatbare op te rekken. Het dient toezicht te houden door het handelen van de veiligheidsdiensten aan de wet te toetsen.

Eerder was de CTIVD in het toezichtsrapport over 2013 opvallend flexibel met het billijken van uitzonderingen op de notificatieplicht. Dat houdt in dat iedereen die door de veiligheidsdiensten afgeluisterd wordt hierover na verloop van tijd moet worden geïnformeerd. De inzet van bijzondere bevoegdheden, zoals het aftappen van een telefoon en het binnendringen in een woning is gebonden aan een wettelijke notificatieplicht. Uit de onderzoeksperiode 6 april 2010 tot 1 juli 2012 bleek dat niemand die afgeluisterd werd door de AIVD werd genotificeerd. In 2013 trad een lichte verbetering op. Maar de CTIVD billijkt te vaak de uitzonderingen.

Van Daalen merkt op dat Van Delden afgelopen weekend in De Volkskrant in een interview verklaarde dat de AIVD de wet overtreedt om te voorkomen dat er ‘iets’ gebeurt. De CTIVD-voorzitter keurt aanschaf van een Israëlisch spionagesysteem Argo 2 goed, hoewel met het gebruik ervan de AIVD buiten de wet komt. Hij schat in dat eind december 2013 een adviescommissie voorstelt om de wet te verruimen. Zodat de AIVD massaal Nederlanders kan afluisteren zonder notificatieplicht. Zoals de NSA en GCHQ nu al doen. Maar de verwachting van een advies en een mogelijke wetswijziging is niet iets waarop Van Delden vooruit kan lopen. Bestuurlijk heeft-ie de wet te volgen die zijn dienst dient te volgen. Het is trouwens onzeker of een wetswijziging er werkelijk komt. Zo gooit Van Delden zijn eigen geloofwaardigheid en die van de CTIVD te grabbel.

Een deel van de politiek en journalistiek viel afgelopen week over Van Delden heen. Met z’n afhankelijke opstelling maakt-ie zich tot woordvoerder van de AIVD, niet tot een onafhankelijke toezichthouder. De SP’er Ronald van Raak is ongerust over de onafhankelijkheid van de CTIVD en is kritisch: ‘De CTIVD zegt dat de diensten hun gang kunnen gaan, omdat de wet toch wel zal worden aangepast. Dat is de omgekeerde wereld. De Tweede Kamer moet eerst de kaders stellen en aangeven hoe ver de diensten mogen gaan.’

Het probleem wie het toezicht houdt op de toezichthouder en waardoor de NSA zo kon ontsporen geldt ook voor Nederland. Met een juridische schijnwereld van FISA-rechtbanken werd in de VS jarenlang het parlement buiten het toezicht gehouden. De wettelijke toetsing was een ‘rubber stamp‘ die automatisch alle verzoeken tot spionage goedkeurde. De tragiek van het kabinet Rutte is dat het nu technische middelen aanschaft die elders politiek niet meer aanvaardbaar worden geacht. Terwijl in de VS langzaam, maar gestaag het inzicht doorbreekt dat echt toezicht op de veiligheidsdiensten nodig is voor een werkbare democratie spannen minister Plasterk en CTIVD-voorzitter Van Delden het paard achter de wagen. Het zou Van Delden die aan geloofwaardigheid verloren heeft sieren als-ie de eer aan zichzelf houdt en opstapt. Zodat Nederland een nieuwe start kan maken door de CTIVD tot een onafhankelijke toezichthouder te maken zoals het bedoeld is.

Foto: Eppo Doeve, Spionage. 1965. Ontwerp omslag. Credits: IISH.

Advertentie

Spin PRISM probeert waarheid te verdraaien

Hoe reageren Europese politici op het nieuws dat president Barack Obama de spionage van miljoenen burgers goedkeurt? En goedpraat. Met grensoverschrijdende effecten voor Europese burgers. Hoe werken Amerikaanse en Europese geheime diensten samen? In Duitsland waar grondrechten worden getoetst in tegenstelling tot Nederland roept de liberale politicus Jörg-Uwe Hahn uit Hessen op tot een boycot van de internetbedrijven die hun gegevens aan de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA geven. Maar hoe praktisch is dat voor gebruikers? Directeur Ot van Daalen van Bits of Freedom vindt dat niet de burgers, maar overheden aan het werk moeten.

In hun verdediging voeren bedrijven aan dat de Amerikaanse overheid  geen ‘direct access‘ had. Maar deze ICT-term verwijst naar een specifiek soort toegang die alleen eigen technici hebben. Chris Soghoian legt het uit. De baas van Google Larry Page zegt zelfs nooit van PRISM gehoord te hebben. Dit zijn geen ontkenningen van een samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, maar het leggen van een rookgordijn om dat te verhullen. Of is het de bedrijven door de overheid verboden om te erkennen dat ze kennis van PRISM hadden?

Zoals vaker gaat de prijs voor de slechtste timing, het minste politieke besef en de grootste ongevoeligheid naar minister Opstelten die op de dag met onthullingen over de aantasting van de privacy zegt het zorgelijk te vinden dat het beschermen van persoonsgegevens het Nederlandse bedrijfsleven 1,1 miljard euro gaat kosten: ‘Databescherming mag niet ten koste gaan van het bedrijfsleven’. Nattevingerwerk van Veiligheid en Justitie.

Naschrift: In een nieuwe onthulling komt The Guardian vandaag met informatie over Boundless Information. Een globaal datamaning-programma waarmee de NSA land voor land kan doorzoeken op gegevens. 

boundless heatmap

Foto: Overzicht van de resultaten van programma Boundless Information. De kleur varieert van groen (minst onderhevig aan toezicht) via geel tot oranje en rood (meeste toezicht). The Guardian. 8 juni 2013.

NRC-journalist maakt privacy ondergeschikt aan veiligheid

Vaste medewerker van de NRC Steven de Jong spreekt zich in z’n krant uit over zaak-Vaatstra. Aan de hand van een grootschalig DNA-onderzoek is nu een verdachte in beeld van deze moordzaak die al sinds 1999 onopgelost is. Als-ie bekent is de zaak rond. DNA alleen kan niet het bewijs zijn. De Jong spreekt zich ferm uit en ik vraag me af of-ie provoceert, voor zichzelf of voor de NRC spreekt. Als dat laatste het geval is, dan maak ik me ernstige zorgen over de geestelijke gezondheid en het rechtstatelijk karakter van de NRC.

De Jong spreekt over ‘geradicaliseerde privaybeschermers (..) die zetelen in het College Bescherming Persoonsgegevens en zich drukker maken om de privacy van criminelen dan om die van onschuldige burgers’. Hij meent het echt, want De Jong trekt behoorlijk van leer tegen het CBP zoals de citaten verduidelijken: ‘Een instituut dat zich altijd heeft verzet tegen de wet die nu tot een doorbraak in de zaak-Vaatstra heeft geleid‘ of  ‘Gruwelt het CBP misschien van een samenleving waarin misdrijven voorkomen kunnen worden?

Het CBP lijkt het bij niemand goed te kunnen doen. Vanuit de politiek krijgt het onvoldoende  middelen en steun om haar taken serieus op zich te nemen. Burgers die gaan voor de burgerrechten vinden dat het CBP te lauw en afwachtend reageert op maatregelen die de privacy inperken. Voor burgers zoals Steven de Jong die vinden dat veiligheid boven burgerrechten gaat is het CBP blijkbaar een sta in de weg die geradicaliseerd is.

Dat een journalist in een ‘kwaliteitskrant die de nuance zoekt’ tot dit soort uitspraken komt is een teken aan de wand over het belang dat overheid, media en burgers in Nederland nog aan privacy hechten. De Jong gaat er akkoord mee dat burgers hun identiteit afstaan in het transport, op straat of in de supermarkt. Hij is zo geconditioneerd op veiligheid dat-ie dat als standaard ziet. We zijn volgens hem zelfs verplicht om met een ID-bewijs op zak te lopen. Correct, maar De Jong vertelt er niet bij dat er een directe aanleiding voor opsporingsdiensten moet zijn om de burger er naar te mogen vragen. De waarborgen die de burger rest zijn sterker dan De Jong suggereert. Het werkterrein van het CBP. Zijn nuance is dan ook de verkeerde nuancering.

De Jong pleit voor een wet die het mogelijk maakt iedereen in een DNA-databank op te nemen. Bescherming van privacy beperkt-ie tot de persoonlijke levenssfeer. Zelfs voor fietsendiefstallen of nog lichtere delicten wil De Jong de burgers op laten nemen in een DNA-databank. De openbare ruimte geeft-ie zo weg aan de opsporingsdiensten. Dat legt onbeperkte macht bij overheden en overheidsdiensten. Willekeur maakt burgers machteloos. Als-ie daarbij ook nog eens het toezichtsorgaan CBP dat door de politiek halfslachtig wordt gesteund afdoet als ‘geradicaliseerde privacybeschermers’, dan ontneemt-ie de burger alle bescherming.

Foto: Deathgrunt, n.a.w.d.n.a; De overheid wil het DNA van alle burgers opslaan in een database

Panopticon, een onheilspellende documentaire over privacy

Gisteravond is op internet ‘Panopticon – De online docu over jouw privacy‘ van Peter Vlemmix in première gegaan. Hier te zien. De maker vraagt zich af waarom Nederlanders voor de bescherming van hun privacy zo vertrouwen op hun overheid. Privacy wordt in snel tempo ingeperkt. Op straat, de snelweg, het internet, het patiëntendossier, de wietpas en het openbaar vervoer. Zelfs door kleding die digitaal gevolgd wordt.

In Duitsland neemt de bevolking door de geschiedenis met de Nazi- en Stasi-dictatuur een veel kritischer houding aan als het om de individuele levenssfeer gaat. Gezagsgetrouwe Nederlanders vertrouwen op de geruststellende woorden van hun regenten. Burgers nemen het techno-optimisme van hun bestuurders over. Veelzeggend is dat Vlemmix geen Nederlandse politieke oppositie raadpleegt. Piratenpartij en GroenLinks die het meest opkomen voor de privacy van de burger hebben het slecht gedaan bij de verkiezingen. Op enkele wetenschappers en journalisten als Brenno de Winter na is kritiek op inperking van de privacy non-existent.

Vlemmix schetst een schrikwekkend beeld van onze toekomst. In zekere zin haalt-ie op het einde zijn eigen onheilsscenario onderuit door te stellen dat regeren altijd het in bezit nemen door de overheid is van ruimte die haar niet toebehoort. Ten koste van burger en samenleving. Ook is het de vraag of privacy door de macht van het bedrijfsleven al niet lang dood is. Hoe dan ook is het idee ontluisterend dat Nederland geen openbaar debat kent over privacy en (digitale) burgerrechten. Dat zou anders moeten. Bewustwording is de eerste voorwaarde voor verandering. Aan het bedrijfsleven en de overheid kan de burger het niet langer overlaten.

Terughacken door overheid beperkt privacy en cybersecurity

Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie wil dat de overheid terug gaat hacken. Daartoe wil hij meer opsporingsbevoegdheden. Hij licht zijn voorstellen toe in een brief aan de Tweede Kamer. Ze moeten begin 2013 leiden tot een conceptwetsvoorstel. ‘Er is een inhaalslag nodig om de opsporing en vervolging van cybercrime te versterken.’ Een en ander betekent dat de overheid computers, maar ook mobiele telefoons binnendringt en er zelfs spyware plaatst. De voorstellen kunnen nog bijgesteld worden door de politiek.

Ze zijn in lijn met wat Ronald Prins van Fox-IT zegt. Webwereld noemde het al in 2010 zijn stokpaardje: De overheid moet terug kunnen hacken. Omdat het nu over het randje van het toelaatbare gebeurt doordat het in strijd met de mensenrechten is, dient blijkbaar de wet aangepast te worden. De overheid is de grootste opdrachtgever van Fox-IT zodat dit bedrijf belang heeft bij de uitbreiding van de opsporingsbevoegdheden.

Directeur Ot van Daalen van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom noemt in De Volkskrant de voorstellen schokkend. Hij ziet in terughacken door de overheid geen oplossing, maar juist een risico voor de cybersecurity. Want een lek dat de politie gebruikt wordt niet gerepareerd, maar biedt cybercriminelen of China de mogelijkheid om in te breken. Terughacken maakt systemen kwetsbaar, is lastig binnen de perken te houden, heeft een internationale dimensie met onvoorziene gevolgen, kan tot misbruik in de opsporing leiden en raakt ook aan de privacy van burgers die deel van een onderzoek worden. Het voorstel is slecht doordacht.

Foto: Sworup Nhasiju