Opinie zonder feiten. Over Koen Vanmechelen in Enschede. De straat spreekt

Dit item is opinie zonder feiten. Er wordt niet duidelijk gemaakt wat de elementaire feiten zijn. Zeg maar, het klassieke wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe van de journalistiek. Kunstkenners kunnen vermoeden dat het om een tentoonstelling van Koen Vanmechelen in Enschede zal gaan. Dat blijkt zo te zijn, zijn doorgefokte kippen zijn te zien op de tentoonstelling ‘How on earth should this be art?’ van Tinkebell in Concordia. De toelichting van lokale zender TV Enschede FM geeft informatie die het item ontbeert. Dat is opiniërende journalistiek die ooit door communicatie-hoogleraar Anne van der Meiden ter discussie werd gesteld over de Tour de France. Urenlange beschouwingen over randverschijnselen en emoties, maar wie de rituitslag wilde vernemen kon die nergens vinden. De journalistiek gaf die niet meer. Opinie zonder feiten, journalistiek die niet eens toekomt aan ‘alternatieve feiten’. En de kunst van Koen Vanmechelen? Die is afgelopen jaren in Nederland al op vele plekken te zien geweest. Geen haan die er nog naar kraait. Op de journalisten van TV Enschede FM na die denken dat kippen op een kunsttentoonstelling iets bijzonders zijn en daarom de opinie van de vox populi in stelling brengen. Zo’n item wordt lekker makkelijk gevuld. Toch? Kwestie van kip of ei.

Waarom krijgen islamcritici als Boualem Sansal geen podium op de Nederlandse televisie?

Wie zoekt naar een interview van de Algerijnse schrijver, denker en islam-criticus Boualem Sansal op Nederlandse audiovisuele media komt van een koude kermis thuis. Geen Nieuwsuur, geen Buitenhof, geen Tegenlicht of andere opiniërende nieuwsrubrieken. Hoewel de Vlaamse islamcriticus Wim Van Rooy in 2016 naar eigen zeggen zijn verhaal in Buitenhof mocht doen en zich daarbij baseert op Boualem Sansal die volgens hem de islam een nazisme noemt. NRC geeft Sansal een plek in de bijlage Boeken en laat hem in Brussel interviewen door Margot Dijkgraaf die de Franse literatuur covert. Maatschappijkritiek teruggebracht tot literatuur. Aanleiding is zijn recent in het Nederlands vertaalde roman, 2084. Het einde van de wereld.

De koudwatervrees van gevestigde media als Nieuwsuur en Buitenhof is logisch. Ze willen de kerk in het midden houden, weliswaar voorzichtige maatschappijkritiek bieden, maar niet op een hoop gegooid worden met rechts-populisten of er zelfs van beticht worden deze in de kaart te spelen. Dezelfde rechts-populisten die de ‘gevestigde orde’ en de ‘establishment media’ verdacht proberen te maken en het idee van waarheid trachten te ondermijnen. Maar is zwijgen over Boualem Sansal dan de oplossing? Het won in Frankrijk de prestigieuze Prix Goncourt en de Grand Prix de l’Académie française en werd verkozen tot beste boek van het jaar, volgens RektoVerso. In Duitsland is Sansal een grootheid. Maar Nederland zwijgt zo goed als over hem.

In het NRC-interview zegt Sansal: ‘Eeuwenlang schreef niemand kritische teksten over de islam. Victor Hugo, Voltaire, Ernest Renan schreven erover, verder niemand. In de Arabische wereld hoefde ik niet te zoeken, daar stond kritiek op de islam gelijk aan geloofsafval, waar de doodstraf op staat.’ (..) ‘Je moet heel vastberaden en standvastig zijn in het bestrijden van het islamisme. Je moet streng zijn, stevig in je schoenen staan. Dus nee tegen de hoofddoek, nee tegen moskeeën, je woont in Frankrijk, daar geldt de laïcité, de scheiding van kerk en staat. Je moet demagogen bestrijden. Alles wat er gedaan wordt om het Front National te verzwakken, moet je ook inzetten tegen het islamisme. Ondersteun de oppositie, droog de financiële bronnen op.’

De Nederlandse overheid moet zowel het rechts-populisme als het islamisme bestrijden. De media kunnen in die bestrijding een rol spelen. Als de Nederlandse gevestigde media dat in hun oren knopen en beseffen dat een keuze voor islamcritici als Sansal niet vanzelfsprekend een keuze is voor Wilders, willen ze misschien islamcritici ruimte te geven in hun programma’s. Het zal tijd worden. Want in elke maatschappij behoort een machtige en machtvormende religie vergezeld te gaan van religiekritiek. Het één kan niet zonder het ander.

Tegen de barbaren

We vechten tegen de barbaren. Ieder heeft een andere barbaar in het vizier. Waar de een vecht tegen de baardman, vecht de ander tegen de kunstenaar die een profeet afbeeldt. Waar de een vecht tegen de multinational die het milieu vervuilt, vecht de ander tegen de dominee die jaagt op de antichrist.

Die constatering is een waarheid als een koe. Het netwerk van relaties maakt onze samenleving. Het ene stoot af en het andere trekt aan. In die tegenstellingen kunnen we onze positie bepalen en worden wat we zijn. We bestaan in de vergelijking door de afweging van afstand en toenadering.

Ons uitspreken tegen Shell is makkelijk. Of tegen Rutte. Of tegen troepen naar Afghanistan. Of tegen De Telegraaf.  Of tegen Wilders of Beatrix. Of tegen brallerige VVD-ers, aarzelende PvdA-ers of zalvende CDA-ers. Of tegen de hoge moskee of het lage water. Of tegen het grijze weer of grijsgedraaide praatjes.

De uitdaging is om verder te gaan. Verder dan de usual suspects. Prikkel is om dat te doorgronden. Daar begint de nuance. Daardoor kunnen we krachten en machten beter begrijpen. Zonder ze ooit te bevatten.

We kunnen stelling nemen. Ons vereenzelvigen met partij of gedachtengoed. Om vanuit onze uitkijkpost in te stemmen. We kunnen ook verkenner zijn. Zwerven en ons niet binden. Het gaat erom zowel het goede van de een als het goede van de ander te willen zien. Evenals het minder goed van beide.

Soms moeten we onverdeeld tegen zijn. Als het moment dat vraagt. Slechts zo blijft de samenleving in stand die we graag kritiseren. Om het daarna los te laten zo gauw het kan. Want ook zekerheden veranderen. In het gevecht tegen de barbaren die voortdurend van gedaante wisselen.

Foto: Western Desert After Axis Retreat van Bob Landry (1942)