Russische krijgsmacht plundert op grote schaal in Oekraïne. Wat zegt dat over moraal, discipline, ethiek en commandovoering van de Russen?

Tja, wellicht bestaat er in de optiek van de leiders van de Russische Federatie een cultuuroorlog met Oekraïne. Dat zou de diefstal van kunst- en erfgoedobjecten verklaren. Maar niet legitimeren. Want plunderen is plunderen.

Het is geen wonder dat de gewone Russische soldaten het voorbeeld van hun politieke en militaire leiding volgen. Ze roven wasmachines, auto’s. geld, juwelen, televisie, computers en alles wat ze in handen krijgen. Tot toiletpotten toe.

Dat plunderen van hoog en laag komt voort uit frustratie, jaloezie en hebzucht van Russische militairen. Dat soort plunderen is een teken van hun lage moraal, tekortschietende discipline, gebrekkige commandovoering en ontbrekende ethiek. En wellicht ook van de frustratie over beloofde, maar niet betaalde soldij. Kyiv werd niet in drie dagen veroverd. De Russische krijgsmacht heeft geen enkele van haar strategische doelen behaald na acht maanden oorlog.

Eigen tweet van 22 november 2022,

Hoe doelmatig kan een krijgsmacht zijn die het op een plunderen zet tijdens de strijd? Een krijgsmacht die toch al met grote logistieke problemen kampt? Hoe passen daar al die geroofde wasmachines in? Historisch is plunderen geen uitzondering. Maar dat was voorbehouden aan de overwinnaar die het voor het zeggen had nadat de strijd gewonnen was.

Het merkwaardige is dat de krijgsmacht van de Russische Federatie tot nu toe de verliezer in de Oekraïens-Russische oorlog is en de strijd nog niet beslist is. Alleen op het gebied van plunderen staan de Russen op voorsprong. Met hun gedrag verzorgen ze hun anti-Russische propaganda,

Advertentie

De Grauwe Eeuw kondigt lawaaidemonstratie tijdens dodenherdenking aan. De ideale excuustruus van de macht 

‘Reacties zijn uitgeschakeld voor dit bericht’ staat bij een aangekondigd evenement op Facebook. Een echt debat stellen de opstellers blijkbaar niet op prijs. Het gaat om een lawaaidemonstratie tijdens de Nationale dodenherdenking op 4 mei om 20.00 uur.  De radicaal-linkse actiegroep ‘De Grauwe Eeuw’ verschuilt zich achter de actiegroep ‘Geen 4 mei voor mij’ volgens een bericht van de NOS. Daarom plaats ik mijn reactie hier:

Actiegroep De Grauwe Eeuw heeft het recht om op 4 mei lawaai te maken. Maar jammergenoeg maakt het een janboel van feiten en analyse die de actie moeten toelichten. Dat is jammer, want zo bereikt het het omgekeerde. Niet het creëren van steun, maar van weerstand. Het onderwerp is interessant genoeg voor een breed maatschappelijk debat.

Zo is het zo aantoonbaar onjuist dat de 22.000 slachtoffers die tijdens WOII vielen allen wit waren dat het pijn doet aan de ogen. Wie dat zegt geeft zelfs aan weinig van de recente Nederlandse politiek en maatschappij te begrijpen. En volgens het oorlogsrecht had het Japanse Keizerrijk dat vanaf 1942 het toenmalige Nederlands-Indië de verantwoordelijkheid voor de bevolking. Niet Nederland. De Grauwe Eeuw husselt van alles door elkaar, gooit het op een grote hoop en snijdt er vervolgens grove brokken geschiedenis van die aan elkaar hangen als los zand.

Ja, er zijn in Nederlands-Indië oorlogsmisdaden door Nederlandse militairen gepleegd. Raymond Wesseling is een bekende naam in dit verband. En ja, zij verdienen het niet om herdacht te worden samen met ‘echte’ slachtoffers van het oorlogsgeweld. Maar zeg dat dan en niet iets anders. Want nee, dat gebeurde niet binnen de structuur van een dictatuur als die van het Nazisme zoals gesuggereerd wordt. Dat blokkeert het zicht op een duidelijk standpunt als startpunt van het debat.

Identiteitspolitiek die het onrecht van de geschiedenis uitsluitend verklaart vanuit huidskleur schiet overigens tekort omdat het andere aspecten buiten schot laat. Is het niet interessanter om het economische belang van De Bataafsche Petroleum Maatschappij erbij te betrekken of de geopolitiek van het toenmalige Nederland tijdens het interbellum?

Toegegeven, spreken over witte hegemonie is tegenwoordig populair bij zowel radicaal-links als radicaal-rechts. Om niet te zeggen modieus, denk aan Charlottesville.

Identiteitspolitiek is makkelijk en het naar voren brengen als verschijnsel vergt weinig kennis over geschiedenis, economie of maatschappij. Identiteitspolitiek is vakantie van de echte politiek. Praten over identiteitspolitiek is gemakzucht. Identiteitspolitiek is een afleiding van sociaal-economische aspecten als machtsdeling, eigendomsverhoudingen, belastingontwijking en inkomensongelijkheid. Praten over identiteitspolitiek valt de gevestigde orde niet aan, maar onderschrijft die juist. Via een omweg, die blijkbaar de activisten van De Grauwe Eeuw niet doorzien.

Door zich over identiteit een moralistisch oordeel toe te eigenen en dat tegelijk de anderen te ontzeggen menen radicalen vanaf beide flanken straffeloos het centrum onder vuur te kunnen nemen. Zelf leggen ze geen verantwoording af. Aan wie zouden ze dat moeten doen? Aan hun eigen geweten? Leden van De Grauwe Eeuw opereren anoniem als vrijschutters van de publieke opinie. Projectie van standpunten van anderen voor wie ze zeggen op te komen is hun focus. Het is dus ook nog eens oncontroleerbaar hoe gemeend en vrij van bijbedoelingen hun standpunten zijn.

Radicalen wanen zich in hun zelfbeeld de helden die alles mogen zeggen en kunnen doen vanwege de omstandigheden die de uitzonderingstoestand zouden rechtvaardigen. Dat wil zeggen, voor henzelf, niet voor de vertegenwoordigers van de staat. Die moeten zich aan de regels van de rechtsstaat houden. Radicalen niet. Een open debat wordt vermeden omdat dat burgerlijk en achterhaald zou zijn. Zo werkt de bunkermentaliteit van radicalen die geen tegenspraak veelt.

Net als alt-right voorman Stephen Bannon willen radicalen als rechtgeaarde Leninisten de staat ontmantelen. Daar passen alle middelen bij. Uitleg om de eigen daden te rechtvaardigen is daarbij geen hoofdzaak, maar eerder een halfslachtige beeldvorming tussen werving, propaganda en de schijn van argumentatie in.

De framing door te spreken over witte hegemonie dient ongetwijfeld ter motivatie en opwaardering van de achterban zodat het eigen vuistje uiteindelijk tot een krachtige vuist wordt. Wat wil een politieke actiegroep nog meer dan aandacht en perspectief op de macht?

De weerbare democratie laat zich alles aanleunen en heeft een hoge tolerantiedrempel. De anonieme leden van De Grauwe Eeuw weten toch dat hun rechten gewaarborgd zijn en ze in de rechtsstaat zonder risico of gevaar voor eigen leven alles kunnen zeggen.

Zo dollen de radicalen verder in hun domein dat ook een speeltuin van nietszeggendheid is. Er staat niks op het spel. De gevestigde orde tolereert het en calculeert in dat het roepen vanaf de marge er nu eenmaal bij hoort. Vanuit het perspectief van de zittende macht is het zelfs beter dat het lawaai blijft klinken vanaf de marge. Dat lawaai versterkt automatisch het eigen tegengeluid.

Actiegroep De Grauwe Eeuw is de ideale excuustruus van de macht.

Foto: Schermafbeelding van FB-pagina van actiegroep  ‘Geen 4 mei voor mij’ met aankondiging van demonstratie tijdens de Nationale dodenherdenking op 4 mei 2018.

Bradley Manning pleit schuldig: hij wilde een debat starten

Bradley Manning kon in zijn proces voor het eerst een betoog houden en naar buiten treden. Dat deed-ie op een evenwichtige en samenhangende manier volgens aanwezigen. Zijn beweegredenen legde hij in zijn verklaring uit. De reden om te lekken was het willen beginnen van een nationaal debat over de overzeese oorlogen. Hij bekende ‘mindere’ beschuldigingen, maar de ‘ernstige’ niet. De rechter accepteerde die uitleg.

Manning vertelde de informatie die hij uiteindelijk naar WikiLeaks doorspeelde eerst elders aangeboden te hebben. Aan onder andere de New York Times en de Washington Post. Maar die vertrouwden het niet. Dit laat uitkomen dat WikiLeaks hem niet onder druk heeft gezet. Bob Woodward van de Washington Post ligt onder vuur van links omdat-ie meer gevoelige informatie naar buiten bracht dan Manning. In een opinieartikel van afgelopen weekend antwoordde hij er indirect en verdedigend op door te verklappen dat vertegenwoordigers van de regering-Obama hem onder druk zetten om bepaalde informatie niet te publiceren.

Progressieve critici van de regering-Obama zoals Daniel Ellsberg of Glenn Greenwald zien Manning als een held die vanuit zijn burgerplicht deed wat-ie moest doen. De reactie van Obama zien ze als onacceptabel. Des te meer omdat ze evenals Manning stellen dat-ie de Amerikaanse  overheid in verlegenheid heeft gebracht door de gelekte informatie, maar de nationale veiligheid er op geen enkel moment door in gevaar kwam.

Protestdag tegen harde aanpak Bradley Manning. Ook in Den Haag

BM

Vandaag 23 februari is het Bradley Manning protestdag. Wereldwijd vinden demonstraties plaats. De Amerikaanse soldaat eerste klasse van Welshe afkomst zit al 1000 dagen in detentie. Zonder rechtszaak. Hij stelde oorlogsmisdaden en corruptie aan de kaak. Niet de veroorzakers, maar de klokkenluider is vastgezet. De waarschijnlijk door Manning naar WikiLeaks gelekte informatie heeft de Amerikaanse militaire, politieke en bestuurlijke autoriteiten in verlegenheid gebracht. Uit wraak wordt iedereen die gelieerd is aan WikiLeaks door de regering-Obama hard aangepakt: Julian Assange, Jeremy Hammond, overloper Hector Xavier Monsegur (Sabu)Aaron Swartz en dus ook Bradley Manning. Critici spreken van een heksenjacht zonder weerga.

Nederland spreekt pas komende maandag 25 februari een woordje mee. ’s Ochtends voor het ministerie van Defensie in Den Haag van half 8 tot kwart over 9 wordt personeel van het ministerie voorzien van folders. Slechts acht demonstranten mogen van Defensie deelnemen. De rest moet toekijken. De opzet van het protest is het vergroten van de bewustwording over de oorlogsmisdaden van de regering-Obama en de harde aanpak van klokkenluiders. De uiteindelijke vraag is waarom Nederland en de Nederlandse krijgsmacht kunnen samenwerken of zich zelfs vereenzelvigen met dit Amerikaanse beleid. Contactpersoon is emirjame via twitter.

Foto: Schermafbeelding van aankondiging protestactie voor Bradley Manning bij het ministerie van Defensie, Plein 4 in Den Haag op maandag 25 februari 2013.