Hof oordeelt dat Verschuur beledigde in informele sfeer. Tegen het OM in

De argumenten van advocaat-generaal P. van Zeben namens het Openbaar Ministerie heeft het gerechtshof Den Haag niet gevolgd. Een advocaat-generaal bij een gerechtshof is vergelijkbaar met een Officier van Justitie bij een rechtbank. Het OM pleitte ervoor dat de fractievoorzitter van Beter Alphen Wil Verschuur werd vrijgesproken van belediging van het Boskoopse collega-raadslid Pauline Heijkoop die in november 2014 uit de fractie van D66 werd gezet en nu een eenmansfractie vormt. Advocaat-generaal Van Zeben vindt dat raadsleden politiek onschendbaar zijn tijdens politieke vergaderingen. Maar in een uitspraak oordeelde het hof dat Verschuur geen immuniteit geniet en veroordeelde haar voor ‘eenvoudige belediging’ tot een boete van 150 euro met een strafblad van 5 jaar. In november 2014 veroordeelde de rechtbank Den Haag Verschuur tot dezelfde boete waartegen ze in beroep ging. Ook toen werd zij vrijgesproken van bedreiging. Mogelijk gaan Wil Verschuur en/of OM in cassatie. Het is te hopen, want dit gaat om een principiële kwestie.

De zaak draait om de context waarin de belediging gedaan werd. Gebeurde dat in een politieke of informele sfeer? Verschuur wordt ten laste gelegd dat zij ‘op of omstreeks 16 juli 2014 te Alphen aan den Rijn opzettelijk beledigend [slachtoffer], in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden “vuile leugenaar en/of klerewijf en/of tyfuswijf”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.’ Het hof meent uit de getuigenverklaringen op te kunnen maken dat ‘het overleg van 16 juli 2014 een informeel karakter had’ en dat daarom ‘betreffende vergadering niet aan te merken [valt] als een vergadering van een bestuurscommissie’. Met de gevolgtrekking van de raadsheren L.A.J.M. van Dijk, M.C.R. Derkx en G.J.W. van Oven dat Verschuur tijdens betreffend overleg geen immuniteit had.

Houdt die afweging in cassatie stand? Het ging wel om een besloten vergadering op het stadskantoor met als onderwerp de werkwijze van een commissie, met raadsleden waarbij Heijkoop optrad als voorzitter van de werkgeverscommissie. Is dat echt geen vergadering van een bestuurscommissie volgens artikel 83, lid 1 van de Gemeentewet? Zie hier verdere overwegingen. Volgens sommigen speelt op de achtergrond ook de D66-achtige gezindheid van de rechterlijke macht en het netwerk van Heijkoop dat haar zou beschermen. Zij was van september 2010 tot februari 2015 ambtelijk secretaris van de Tweede Kamerfractie van D66.

Ter aanvulling: Marije van der Laan was in juli 2014 de Officier van Justitie van het Haagse parket die de aangifte van Heijkoop opnam. Zij is kaderlid en fractiemedewerker van D66 in Leidschendam-Voorburg.

Rare raadszaak in Alphen van Wil Verschuur en Pauline Heijkoop

Joke Mizée (tankgirl) wees in een reactie op de veroordeling van een raadslid uit Alphen ‘omdat ze iemand uitschold, tijdens een vergadering nota bene, en dat gebeurde ook door de politierechter.’ Dat betreft dus een strafzaak voor de enkelvoudige kamer waarin de overheid zich mengt. Het raadslid werd afgelopen vrijdag 14 november door de politierechter in Den Haag wegens belediging (= scheldwoord) een geldboete van 150 euro opgelegd. Op basis van artikel 266 Sr. De eis van het OM was 400 euro. Da’s niet niks. Dan moet er iets aan de hand zijn dat onomstotelijk is bewezen, maatschappelijk belang heeft, binnen de reikwijdte van artikel 266 Sr valt en buiten de vrijheid van meningsuiting (EVRM artikel 10). Is dat aan de orde? Het lijkt er niet op.

Het gaat om Wil Verschuur die collega-raadslid Pauline Heijkoop (D66) bedreigd en beledigd zou hebben tijdens een overleg tussen vier fractievoorzitters op 16 juli 2014. Heijkoops aangifte werd opgepakt door het OM. De politierechter ziet geen bewijs voor bedreiging, maar wel voor belediging. Verschuur blijft de belediging echter ontkennen. Op FB schrijft ze: ‘Ik lees vandaag het AD. De scheldwoorden die daar genoemd worden, heb ik NOOIT gezegd. Dat heeft Heijkoop verzonnen om mij pootje te lichten. Het enige wat ik heb gezegd is “leugenachtig Rotwijf”. Ik ben veroordeeld op een feit wat door haar gepleegd is! Schande.

Volgens deze politierechter in Den Haag mag het ene het andere raadslid tijdens een besloten overleg dat als openbaar wordt beschouwd niet de kwalificatie ‘leugenachtig Rotwijf’ (of: ‘gemeen leugenachtig rotwijf’) toevoegen. Verschuur ontkent Heijkoop een ‘klerewijf’, ‘kutwijf’ of ‘teringwijf’ genoemd te hebben. De getuigen zijn volgens de uitspraak niet eensluidend in hun herinnering. Toch acht de politierechter bewezen dat Verschuur aangeefster Heijkoop heeft toegevoegd: ‘ “vuile leugenaar en/of klerewijf en/of tyfuswijf”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking’. Wat is er eigenlijk onomstotelijk vastgesteld? 

De uitspraak wordt des te opmerkelijker als politierechter Elianne van Rens verwijst naar fatsoensnormen: ‘Ook binnen de setting van het politieke debat – en misschien juist wel daar – dienen door personen met een publieke functie zoals verdachte fatsoensnormen in acht genomen te worden. Door de wijze waarop verdachte zich in woord en gedrag tegenover aangeefster heeft opgesteld, heeft zij die normen overschreden.’ Maar artikel 266 Sr. verwijst niet naar fatsoensnormen. De politierechter concludeert door de strafoplegging dat de beledigingen van Verschuur ‘onnodig grievend zijn en Heijkoop aantasten in haar waardigheid’.

Onduidelijk aan de uitspraak blijft hoe belediging en beledigde bij elkaar komen. De politierechter meent van de ene kant dat Verschuur ‘het (?) opzet had om aangeefster te beledigen’, maar het tevens niet ging om een ‘kritische uiting als onderdeel van een politiek debat maar om iemand die woedend is en al scheldend op haar opponent wegloopt uit dat debat’. Daarom blijft het in het midden hangen of Verschuur zichzelf verloor en de opzet had om Heijkoop te beledigen en opzettelijk minachting toonde jegens Heijkoop. Maar bovenal is het onbegrijpelijk waarom bij oplopende capaciteitsproblemen het strafrecht voor een uit de hand gelopen woordenwisseling binnen een semi-gesloten overleg tussen lokale politici wordt ingezet. Daarmee geeft het OM aan Pauline Heijkoop een strafrechtelijke bescherming die door alle publiciteit uitpakt in haar nadeel.