Directeur Kees Wieringa van Museum Kranenburgh stapt alsnog op

kw

Ik heb opstappen wel overwogen’, zei directeur Kees Wieringa van Museum Kranenburgh in Bergen in een interview onder de titel ‘Kranenburgh is geen buurthuis meer’ dat op 24 oktober verscheen in het Noordholland Dagblad. Maar hij dacht niet aan opstappen. Nu wel. Wieringa heeft zijn afscheid aangekondigd, aldus bovenstaand berichtje in NRC. Tot de site van het museum is het nieuws nog niet doorgedrongen.

Zijn positie was onhoudbaar geworden na het interview waarin hij zich onhandig opstelde en forse uitspraken deed over het museum, zichzelf en de rol van de Raad van Toezicht van het museum. Hij eiste een alleenrecht op: ‘Het is zelfs zo dat ik verantwoordelijk ben als de boel instort en niet de raad van toezicht’. Daarmee overspeelde Wieringa bestuurlijk zijn hand. De pianist Wieringa was de verkeerde man op de verkeerde plaats. Achteraf kan alleen maar verbaasd afgevraagd worden waarom hij ooit benoemd werd als museumdirecteur.

Bestuurlijk veel mis bij Museum Kranenburgh. Wie grijpt er echt in?

deel001alsi01ill23

Het Noordhollands Dagblad plaatste op 24 oktober een interview met directeur Kees Wieringa van Museum Kranenburgh in Bergen onder de titel ‘Kranenburgh is geen buurthuis meer’ met opzienbarende uitspraken. Wieringa benadrukt dat hij een ‘puinhoopsituatie‘ aantrof toen hij drie jaar geleden aantrad en dat hij daar een sterke organisatie van gemaakt heeft: ‘Een sfeer van achterklap heerste: de toenmalige raad van toezicht, gemeente en directie waren in conflict.’ Hij meent de juiste man te zijn: ‘Ik ben ondernemend, eigengereid en eigenwijs, dat moet je ook zijn. Het museum moet niet door een saaie zakelijke manager geleid worden.’

Wieringa heeft bestuurlijk een bijzondere kijk en vond dat hij de situatie juist inschatte en de RvT niet: ‘Het zijn mensen die weten waar ze het over hebben in de cultuurwereld, maar niet wat Kranenburgh betreft.’ En: ‘Het is zelfs zo dat ik verantwoordelijk ben als de boel instort en niet de raad van toezicht’. Met als klap op de vuurpijl de RvT die niet tegen het ‘krachtenveld’ op kon: ‘Ik snap dat het bizar is dat de werkgever moet opstappen, maar Kranenburgh heeft geen traditionele constructie. Je moet bouwen op die sponsoren’.

Henkoo geeft in een column in de wekelijkse Flessenpost uit Bergen zijn visie op de zaak: ‘Een raad van toezicht ontslaat een directeur. Die directeur verzet zich daartegen en vervolgens ontslaat die raad van toezicht zichzelf waarna een machtsvacuüm ontstaat. Een moment waarop de gemeente, statutair, had kunnen ingrijpen. Maar nee, de directeur zette zijn netwerken in om zijn positie te kunnen behouden.’ En: ‘De directeur gaat onverdroten door op de ingeslagen weg. Niks museum, dat moet, in zijn visie, een culturele onderneming worden. En wie kan dat beter doen dan hij? Hij heeft immers de wijsheid in pacht! Zonder hem dondert heel Kranenburgh in elkaar. En, pas op, kom niet aan hem want dan mobiliseert hij zijn stakeholder.’

Henkoo verwijst in z’n column naar een betoog van PvdA’er Haye van der Werf die breed kijkt naar de juiste aanpak voor Bergen als kunstenaarsgemeente: ‘Kranenburgh dreigt ten onder te gaan aan amateuristisch bestuur, ego’s, beperkte middelen en bemoeizucht van de gemeente.’ Het gaat ook om het prestige van het gemeentebestuur: ‘Maar er moet wel een oplossing komen voor “Kranenburg”. Want de gemeente heeft er 5 miljoen in gestoken plus nog eens 500.000 per jaar en we dreigen de risee van cultureel Nederland te worden.’ Haye van der Werf pleit voor een integraal cultuurbeleid: ‘Dat doe je ook niet door een als ‘museumdirecteur’ het alleenrecht op te eisen. Daar zijn andere kwaliteiten voor nodig: cultureel, financieel maar vooral menselijk en qua communicatie. Dat moet je regelen door facilitering, afstemming en creativiteit. Niet door rigide regie, vooropgezette ideeën en een gesloten front ten opzichte van opposanten.

Uit het interview en beide uitingen van Henkoo en Haye van der Werf rijst een beeld op van de verkeerde man op de verkeerde plaats. Het functioneren van directeur Kees Wieringa kan samengevat worden met de steekwoorden: zelfoverschatting, destructief, dominant, manipulatief en lak aan bestuurlijke verhoudingen. Gevoegd bij een gemeentebestuur dat geïnvesteerd heeft in Kranenburgh en bevreesd is om in de ogen van anderen af te gaan ontstaat een situatie waarin de directeur te veel ruimte kan nemen, de bestuurlijke verhoudingen op hun kop worden gezet en informele relaties en netwerken de directeur in het zadel houden.

Zie voor eerdere ontwikkelingen: ‘College Bergen loog over rol Kranenburgh. RvT gepasseerd en opgestapt’.

Foto: Lucebert, Tekening. Uit: Raster 30, 1984.

College Bergen loog over rol Kranenburgh. RvT gepasseerd en opgestapt

berg

De Raad van Toezicht (RvT) van Museum Kranenburgh in Bergen is in augustus 2015 vrijwillig opgestapt. Deze bestond uit voorzitter Els Swaab (advocaat en oud-voorzitter van de Mondriaan Stichting en oud-voorzitter van de Raad voor Cultuur), Edwin Jacobs (directeur Centraal Museum Utrecht), Hans van de Leygraaf (Leygraaf Makelaars Alkmaar), Hans Schoo (programmadirecteur Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam) en Jan Sebel (registeraccountant en partner PwC Amsterdam). Reden zou de inmenging door ‘sponsors’ zijn in de relatie met de directeur/bestuurder Kees Wieringa, waarvan de gemeente Bergen er ook één is. De RvT had tijdig aangekondigd Wieringa per 30 september te ontslaan, waarop de sponsors en andere betrokkenen dit zouden hebben tegengehouden. De RvT is werkgever van de directeur en is vanwege alle inmenging afgetreden, ook om het museum niet verder te beschadigen. Daarom is het tot nu toe buiten de landelijke publiciteit gebleven.

In het interpellatiedebat dat op initiatief van oppositiepartijen VVD en Gemeentebelangen op 1 oktober werd gehouden en waarin VVD’er Cees Roem het voortouw neemt wordt door wethouder Odile Rasch (D66) ontkend dat de gemeente heeft geïntervenieerd met als doel Wieringa in functie te houden. Rasch doet berichtgeving in het Noordhollands Dagblad af als onjuist. Maar bovenstaand bericht in hetzelfde dagblad van 17 oktober doet anders vermoeden: ‘Uit notulen blijkt dat de burgemeester en wethouder eerder samen met door Wieringa ingeschakelde advocaat Lucas van Eeghen en jurist Ger Brusche hebben geïntervenieerd.’ Opvallend is dat deze Ger Brusche als ‘slapend’ lid van de oude RvT een nieuwe RvT heeft gerealiseerd zoals wethouder Rasche in het interpellatiedebat uitlegde. Zonder dat Brusche trouwens lid is geworden van deze nieuwe RvT.

In het interpellatiedebat wijst David Jan Zeiler van Gemeentebelangen op het geprivatiseerde Wereldmuseum waar het Rotterdamse college ingreep. Mede omdat het subsidie verleent en eigenaar van de collectie is. Bij Kranenburgh bestaat een soortgelijke situatie, daar is de gemeente voor 90% eigenaar van de collectie. Deze verwijzing van Zeiler geeft aan dat er ook voor een gemeente op afstand mogelijkheden zijn om zich te mengen in de bedrijfsvoering van een culturele instelling die dreigt te ontsporen. Op voorwaarde dat dat via de koninklijke weg van openheid en overleg met de raad gaat. In Bergen lijkt het omgekeerde gebeurd. Het college heeft achter de rug van de RvT om en buiten het overleg met de voltallige raad zich met zaken bemoeid waarover het formeel geen zeggenschap had. Dat zegt alles over de bestuurscultuur van Bergen.

bergennh

Foto 1: Bericht ‘College Bergen loog over rol Kranenburgh’ in het Noordhollands Dagblad, 17 oktober 2015.

Foto 2: Schermafbeelding van ‘VVD Bergen blijft met vraagtekens over situatie Kranenburgh zitten’ op VVD Bergen NH. Zie hier voor de raadsvragen van VVD en Gemeentebelangen (zie Vergaderstukken bij agendapunt).