Plannen voor museum van feministische, controversiële kunstenaar Judy Chicago in Belen, New Mexico zonder haar controversiële werk

Het is even zoeken wat de controverse in dit item is over de controversiële kunstenaar Judy Chicago (1939). Het gaat om de voorgenomen opening van een museum in Belen, New Mexico, VS met haar werk. De gemeenteraad strubbelt tegen vanwege haar oudere werk. De aap komt uit de mouw in de toelichting van KRQE: ‘Some of Chicago’s well-known pieces have been considered controversial. She’s known to showcase intimate female body parts to advocate for feminist social causes.’ Daar gaat het dus om, het tonen van werk met ‘intieme vrouwelijke lichaamsdelen’. Maar wie de fotogalerij op haar website bekijkt vindt nauwelijks (nog) dit soort controversieel werk dat storend expliciet of niet-gestileerd is terug. Het past niet in de selectie. Het museum dat in de kunstruimte van Chicago en haar partner Donald Woodman ingericht wordt zal geen controversieel werk van Chicago tonen. De vrijheid van expressie is gegarandeerd tot aan de hoek. Netjes. 

Foto: ‘Judy Chicago, Cock and Cunt Play from Womanhouse, 1972, written by Judy Chicago, performed by Faith Wilding and Jan Lester. Photo courtesy of Through the Flower archives housed at the Penn State University Archives.’

Advertentie

Controversiële kunst van Glen Strock

Wat te denken van controversiële kunst? Is er goeie en slechte controversiële kunst? Doet het ertoe wat het verbeeldt? Neem nou de muurschildering van Glen Strock op een overheidsgebouw in Sante Fe, New Mexico. Gemaakt als onderdeel van het Teen Court programma dat jongeren (12-17 jaar) een alternatieve straf geeft en probeert te resocialiseren. Maaar critici beweren dat Strock kolonialisme en de onderdrukking van de inheemse bevolking verheerlijkt, aldus een bericht van KRQE News. Toen de overheidsdienst die opdracht voor de schildering had gegeven kwam om een deel ervan wit te wassen verhinderde Strock dat. Het wordt er nog raadselachtiger op door een video waaruit blijkt dat Strock een tamelijk fundamentalistische pastoor van de Pecos Valley Cowboy Church is. KRQE News laat die kant van Strock ongenoemd. Wie is nou de echte vandaal?

Trouw legt Amerikaanse voorverkiezingen langs religieuze meetlat

Dagblad Trouw is als het over religie gaat nooit te beroerd om lekker uit te pakken met details. Zelfs als het de waarheid niet dichterbij brengt. Laten we eens kijken. Trouw begint: Bij voorverkiezing in de Amerikaanse staten Alabama en Mississippi maakten evangelicalen dinsdag de dienst uit. Misschien komt dat omdat er in die staten voornamelijk evangelicalen wonen? Trouw gaat voorbij aan het feit dat Romney er 25 van de 90 gedelegeerden wint. Santorum wint er 32. Da’s 7 gedelegeerden meer. Maakten evangelicalen de dienst uit?

Volgens Trouw haalt Santorum ‘ruim’ een derde van de stemmen. In Alabama 34,5% en in Mississippi 32,8%. Hoezo ruim? Romney blijft rond de 30% steken. Een verschil van nog geen 4%. De volgende passage is grappig: De staten vallen niet alleen op vanwege hun religiositeit, meldt persbureau AP. Nergens in het land ligt het aantal hoogopgeleiden zo laag. Raken we aan een diepere waarheid? Gaat religiositeit samen met een lage opleiding? Of is een lage opleiding wellicht een voorwaarde voor religiositeit? Trouw suggereert veel.

Maar Trouw moet nog op stoom komen: Romney scoort slecht in staten met een overwegend christelijk electoraat. Conservatieve christenen hebben weinig op met zijn mormoonse geloofsovertuiging. Velen zien het mormonisme als een vreemd en onbekend geloof, sommigen noemen het een theologische dwaalleer. Oei. Trouw suggereert dat het mormonisme slecht scoort bij christenen. Inclusief de miljoenen mormonen die in Utah, Colorado, Nevada, New Mexico en andere staten het verschil maken door op Romney te stemmen?

Trouw zegt dat supporters van Romneys tegenstanders zich negatief uitlaten over het mormonisme. Tweederde van de protestanten ziet mormonen als christenen. Onder evangelicalen is dat één derde. Wat verklaart het en welk verschil maakt het in de verkiezingen? Maakt het iets uit dat Santorum in de staten op de dunbevolkte prairies en in het zuiden wint waar Romney nauwelijks campagne voert? Trouw geeft geen idee.

Foto: Mitt Romney spreekt op campagne in Liberty, Missouri, 13 maart 2012. Missouri gelooft

John Pilger bekritiseert Obama en wordt gecensureerd

De Britse filmmaker en journalist John Pilger heeft het helemaal gehad met de subtiele en verborgen censuur van de liberale democratie. Zonder uitleg werd door de Lannan Foundation in Santa Fe, New Mexico afgelopen juni zijn gesprek met journalist David Bersamian afgelast, evenals de presentatie en Amerikaanse distributie van zijn documentaire The War You Don’t See. De film is kritisch op president Obama. De open samenleving staat op het spel. Met een rol voor onafhankelijke journalistiek. Kortom, volop ruimte voor complotdenken.

De Lannan Foundation is gewijd aan culturele vrijheid, diversiteit en creativiteit door de steun aan projecten van uitzonderlijke hedendaagse kunstenaars en schrijvers, evenals inheemse activisten. De multimiljonair Patrick Lannan (1905-1983) maakte via een schenking de stichting mogelijk gemaakt. De Lannan Foundation geeft ook beurzen aan liberale media in de VS. In 2008 steunde het Barack Obama’s campagne voor het presidentschap. Voorzitter zoon Patrick is naar verluidt devoted to Obama.

Pilger suggereert dat zijn aanval op president Obama door de Lannan Foundation de reden van de afzegging was. Ik parafraseer Pilger: ‘Obama de zwarte liberaal, het politiek correcte  voorbeeld, de marketing droom is net zo goed een oorlogsstoker als George W. Bush. Zijn score tot nu toe is zes oorlogen. Nog nooit in de presidentiële geschiedenis van de VS heeft het Witte Huis zoveel klokkenluiders vervolgd (..). Grootste prestatie van Obama is dat-ie de anti-oorlogsbeweging en de liberale opinie in de VS heeft verleid, tot samenwerking en uiteindelijk tot zwijgen heeft gebracht.’

Het steekt John Pilger dat Patrick Lannan zonder opgave van redenen het gesprek met David Bersamian en de vertoning en distributie van zijn film zes dagen van tevoren afgelastte. Naar zijn idee het voorrecht van een rijke elite die zich niet wenst te verantwoorden. De Lannan Foundation verklaarde later dat er slechts 152 kaartjes voor de het gesprek met Bersamian waren verkocht en dat dat de reden was. Maar da’s onzin omdat de publiciteit nog in volle gang was voor de afgelasting. En Pilger beweert dat de film al uitverkocht was. Ook hier is het aantoonbaar onjuist dat een gebrek aan belangstelling de reden voor de afgelasting was.

De censuur ondermijnt de geloofwaardigheid van de Lannan Foundation die zich als liberaal profileert. Zoals de Santa Fe- New Mexican in een commentaar zegt: It has been great – but is no longer. Hetzelfde kan onderhand van president Obama worden gezegd. En van de onafhankelijke journalistiek die niet langer kritisch de macht volgt. Dat censuur plaatsvindt met verwijzing naar culturele vrijheid en diversiteit is nog het meest onverteerbaar. Zo worden vrienden tot vijand en vijand tot vriend. Het is niet eens meer subtiel.

Foto: Affiche van John Pilger’s The War You Don’t See