Rotterdamse raad stemt in met Collectiegebouw in Museumpark

De Rotterdamse gemeenteraad stemde afgelopen donderdagavond in meerderheid (33 van de 45 raadsleden) in met de herziene voorstellen over het Collectiegebouw. De financiering is geprivatiseerd. De Stichting De Verre Bergen is gelieerd aan HAL Investments, een investeringsmaatschappij van de Rotterdamse familie Van der Vorm. Zie ook hier. Wethouder Adriaan Visser (D66) die vanwege persoonlijke omstandigheden eerder dit jaar afstand nam van de portefeuille cultuur bleek tot op het eind een steunpilaar voor de plannen.

De bouw kan nog vertraging oplopen als het Erasmus MC bezwaar aantekent. Zo komt een lastig dossier met vele soorten tegenstand in rustiger vaarwater. Die tegenstand varieerde van musea die concurrentie vreesden, tot de adviserende Kunstraad (RRKC) die op de stoel van de politiek ging zitten, omwonenden die zich zorgen zeiden te maken om hun leefomgeving, landschapsarchitecten en milieu-activisten die de aantasting van het Museumpark vreesden, calculerende raadsleden die het risico wilden uitsluiten dat de gemeente met een strop werd opgescheept en allerlei opinieleiders die graag hun zegje wilden doen om in de stad gehoord te worden.

Het is goed dat het Collectiegebouw er komt. Want in de museumsector die snel internationaliseert is stilstand achteruitgang. Een groot museum met een grote collectie en grote ambities als Boijmans van Beuningen moet in beweging blijven om relevant te zijn. Nederlanders zijn dol op hun musea zoals stijgende bezoekcijfers uitwijzen. Dat botst op pleidooien voor kleinschaligheid. Opvallend is dat de tegenstanders nauwelijks de achtergrond van HAL Investments en de familie Van der Vorm in hun kritiek hebben betrokken. Dat tekent het opportunisme aan beide kanten en de vermenging van publiek en privaat geld dat blijkbaar onmisbaar is om grote projecten te realiseren. De terugtredende overheid en haar vertegenwoordigers hebben het nakijken.

Advertentie

Rotterdamse raad omarmt langzaam collectiegebouw van Boijmans

De Rotterdamse gemeenteraad bestaat uit 45 leden. De vermoedelijke voorstanders D66, VVD, CDA en CU/SGP hebben samen 13 zetels. Om het plan door te laten gaan zijn 23 stemmen nodig. Die zijn te vinden bij de strategische twijfelaars Leefbaar Rotterdam (14 zetels), PvdA (8), GroenLinks en Nida Rotterdam (elk 2). Het is opvallend dat coalitiepartij Leefbaar en oppositiepartij PvdA die geconditioneerd zijn om zich tegenover elkaar op te stellen nu schijnbaar in hetzelfde kamp te vinden zijn. Maar hun invalshoek is verschillend.

Leefbaar gebruikt steun voor het collectiegebouw waarschijnlijk als wisselgeld binnen de coalitie. Plat gezegd om een D66-standpunt elders in het programma weg te onderhandelen. Van de PvdA dat zich graag uitspreekt als kunstvriendelijk valt niet te verwachten dat het het collectiegebouw principieel afwijst. Daartoe opereert woordvoerder cultuur Co Engberts te genuanceerd. Hij wil de garantie dat bij financiële tegenslag de cultuurbegroting niet wordt geschaad.  In maart 2014 voerde kunsthandelaar Klaas de Geus voor de PvdA een solocampagne met de leus ‘Kies Kunst Kies Klaas‘. In de gelederen van de tegenstanders is trouwens bij de PvdD kunsthandelaar Ruud van der Velden te vinden. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat PvdA en Leefbaar niet te lang moeten wachten met het geven van steun omdat anders de ander er met de deal vandoor gaat.

Tendentieus opiniestuk van Friso de Zeeuw over Collectiegebouw

resolve

Moet Friso de Zeeuw gestopt worden? Velen zullen zijn naam niet kennen. Indicatie: directeur Nieuwe Markten bij BPD, de grootste projectontwikkelaar van Nederland en ooit gedeputeerde in Noord-Holland voor de PvdA. Met Agnes Franzen auteur van een opiniestuk in NRC over het Collectiegebouw dat Museum Boijmans van Beuningen samen met de gemeente Rotterdam en Stichting Verre Bergen in het museumpark wil realiseren. Opvallende zin over Boijmans-directeur Sjarel Ex: ‘Deze man moet gestopt worden en dat kan nog.’

Waarom maken De Zeeuw en Franzen het persoonlijk alsof hier de Wilders van de kunstwereld afgestopt moet worden? Weten ze niet wat argumenteren is of hebben ze onvoldoende argumenten? Hun opiniestuk dat in de editie Rotterdam van de NRC verscheen is een raadselachtig onvolwassen betoog dat drijft op suggesties en aannames. Vraag is waarom deze gebiedsontwikkelaars die geen specifieke expertise hebben op het gebied van cultuur of museologie zich menen over het Collectiegebouw met gezag te kunnen uitspreken.

De auteurs scheppen gelijk in het begin al verwarring door te verwijzen naar ‘de recente ellende met het Wereldmuseum’ waaruit lessen te trekken zijn. Hiermee suggereren ze of laten ze op z’n best in het midden dat Boijmans op dezelfde lijn zat met de vorige directeur van het Wereldmuseum Bremer, terwijl Boijmans juist een van de culturele instellingen was die zich in een vroeg stadium uitsprak tegen diens beleid. Dat blijkt onder meer uit de ingezonden brief van Ex die hij in december 2012 in de NRC plaatste omdat Bremer volgens hem de museumsector beschadigde, niet in het minst betreffende bruiklenen, schenkingen en legaten.

De suggestie die de auteurs doen kan kwaadwillend opgevat worden als de RRKC erbij betrokken wordt dat in adviezen jarenlang welwillend stond jegens het Wereldmuseum, en zich in adviezen tot tweemaal toe tegen het Collectiegebouw uitgesproken heeft. De RRKC stemde niet tegen de vergroting van de horecafunctie van het Wereldmuseum en stemde in met de afstoting van delen van de collectie. Nieuwsbrief nr. 8 uit 2012 van het Wereldmuseum laat geen twijfel over de opstelling van de RRKC: ‘Het Wereldmuseum krijgt dus aanzienlijk minder subsidie, maar de RRKC keert zich niet tegen de afstoting van de Afrika en Amerika collectie.’

De auteurs trekken opnieuw flink van leer in een zin die stemmingmakerij en suggestie combineert: ‘Waarom publiek en privaat geld investeren in een elitair gebouw met een exploitatie die op drijfzand rust?Verre Bergen wil onder meer 20 miljoen euro in het Collectiegebouw stoppen omdat het kabinet van VVD en PvdA de cultuur voor een groot deel in de steek heeft gelaten en beide kabinetten Rutte het sentiment jegens de kunst fundamenteel hebben aangetast. Museum Boijmans springt als cultureel ondernemer in dat gat van de terughoudende overheid door een private partij erbij te halen. Maar de auteurs wijzen dat af. Doorrekening en toetsing van de exploitatie door Cor Wijn van BMC Advies laat zien dat het Collectiegebouw haalbaar is.

Wat Friso de Zeeuw en Agnes Franzen bezielt en wat hun belang is om deze opinie te geven is de vraag die na lezing blijft hangen. Ze zijn tegen het Collectiegebouw en beredeneren dat volgens het principe ‘schuldig door associatie’ en haken daartoe aan bij de mislukking van het Wereldmuseum. Waar zowel toenmalig directeur Stanley Bremer als opeenvolgende cultuurwethouders en gemeenteraden fout op fout stapelden. Met Boijmans heeft dat echter niets te maken omdat de plannen van het Collectiegebouw door externe partijen worden doorgerekend en in samenspraak met gemeentelijke diensten tot stand komen en de financiering voor 1/3 uit de markt wordt gehaald, terwijl de basis onder de plannen van Bremer het ontzamelen van deelcollecties was dat in tegenspraak met alle regels en afspraken was. De argumenten van Friso de Zeeuw zijn door te prikken.

Foto: Bouw van de Euromast, Rotterdam (1959). Credits: Dolf Kruger.

Advies van de RRKC over Boijmans’ Collectiegebouw is onbruikbaar

boij

Nogmaals het advies van de RRKC over het Collectiegebouw. Op 15 april wordt het in de Commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte behandeld, op 28 mei valt de beslissing. Sleutelzin is wat het op p. 16 zegt over het Museumpark: ‘De wijze waarop de projectorganisatie het plan heeft ontwikkeld – geïsoleerd en zonder consultatie van de omgeving of andere belanghebbende partijen –, heeft veel onbegrip en weerstand opgeroepen bij zowel omliggende instellingen en buurtbewoners als bij andere instellingen in de stad.’ De zin vat in toon en inhoud het advies samen. Niet ‘onbegrip’ maar ‘veel onbegrip’, niet ‘kritiek’ maar ‘weerstand’.

Inhoudelijk kiest het advies ervoor om kansen klein te maken en risico’s te vergroten. Zonder dat voldoende te onderbouwen. Opvallend is dat de RRKC beweert niet over relevante documenten te beschikken (p. 7) om vervolgens uitspraken te doen over de financiële onderbouwing, in het bijzonder de investeringskosten. Nog bevreemdender wordt het als het eerst schetst (p. 9) dat het concept van ’n multifunctioneel Collectiegebouw vernieuwend is om te constateren: ‘Het is niet te voorspellen hoe lang deze tendens aanhoudt en door welke nieuwe inzichten deze mogelijk al weer snel wordt ingehaald.’ Dat is geen open, onpartijdige houding die vergelijkt en afweegt, maar wordt een executie met voorbedachte rade. Dit zegt vooral iets over het handelen en de kleuring van leden van de RRKC. En weinig over de argumentatie en kansen van het Collectiegebouw.

Op de geciteerde zin op p.16 volgt: ‘Wil het Collectiegebouw echt een katalyserende functie krijgen voor het Museumpark, dan zullen alle betrokkenen veel meer in gemeenschappelijke doelen en ambities moeten gaan denken. Nu prevaleert het eigenbelang nog te veel. Deze omslag maken zal, gezien de op scherp gestelde verhoudingen, geen eenvoudige opgave zijn.’ Iedereen die zich bouwoverleggen, vergaderingen met wethouders, raadscommissies en gemeenteraad van een 9 jaar lopend project voorstelt zal de constatering over het eigenbelang onwaarachtig vinden. In alle opzichten drukken omgevingsfactoren een stempel op de opstelling van Boijmans. In Nederland poldert iedereen zijn ondanks mee. Daarbij is het een denkfout dat een van de grootste Nederlandse musea om een project van 50 miljoen euro te realiseren het eigenbelang niet zou mogen dienen. Het is niet Museum Boijmans, maar de politiek die het algemeen belang bewaakt en afweegt.

Wat moet de Rotterdamse raad met dit advies? De RRKC kan niet op voorhand serieus genomen worden zoals haar opstelling over het Wereldmuseum duidelijk maakte. De RRKC tracht op de stoel van de politiek te gaan zitten en vergeet daarbij gedegen voorwerk af te leveren om de politiek te dienen. Bestuurlijk en procedureel een merkwaardige situatie. Zo is de entreeprijs van 23,50 euro niet terug te vinden in de documenten en het is de vraag of het de RRKC als hard feit is gepresenteerd. Op dit advies kunnen raadsleden niet blindvaren om hun mening over de haalbaarheid van de exploitatie te bepalen. Dit zal toch een doorslaggevend aspect zijn.

Rotterdam moet laveren tussen ambitie en realisme, tussen verbeelding en het scheppen van voorwaarden, tussen beweging en stilstand. Laat die keuze niet door een valse voorstelling van zaken bepaald worden.

Foto: ‘Museum Boymans van Beuningen aan de Mathenesserlaan’, 28 september 1935. Collectie: Stadsarchief Rotterdam.

Twijfels Collectiegebouw Boijmans aangescherpt door advies RRKC

In een advies aan wethouder Visser over het Collectiegebouw van Museum Boijmans is de RRKC vooralsnog negatief. Het vindt concept en financiële exploitatie niet voldoende uitgewerkt. De RRKC vindt dat Boijmans kosten en financiële risico’s van een nieuw multifunctioneel Collectiegebouw met uitgebreide publieksfunctie en bewaarfaciliteiten te weinig afzet tegen het scenario dat de depotfunctie centraal zet. Opmerkelijk spreekt de RRKC onverbloemd haar verbazing uit over de haast waarmee het advies tot stand moest komen door druk van het gemeentebestuur. Dat Boijmans niet alle gevraagde documenten over het Collectiegebouw overlegde onderschrijft het beeld dat de RRKC door gemeente en museum niet serieus genomen wordt. Of het advies in de raad een grote rol kan spelen is dan ook ongewis. De investeringsbeslissing zou voor de zomer vallen.