Edy Korthals Altes verkondigt in NRC wereldvreemde opinie over Russische Federatie

02071r

NRC plaatste gisteren een opinie-artikel van oud-ambassadeur Edy Korthals Altes met de veelzeggende titel ‘Beter om de Russen niet zo uit te dagen’. In de analyse en zelfs in de weergave van de feiten is veel aan te merken op dit artikel. Het is een staalkaart van wensdenken. Korthals hanteert een neorealistische visie op de politiek zoals de neoconservatieve oud-minister Henry Kissinger die ook bezigt. Beide 90-plussers grossieren in malligheden en orakelen hun oplossingen de wereld in. Hun lichaam is in de 21ste eeuw gearriveerd maar hun geest zit nog midden in de Koude oorlog die in 1991 definitief eindigde. Maar het beginsel machtsevenwicht door afschrikking is niet meer van deze tijd. Dat heeft Korthals niet door.

Het begint met het al vele keren weerlegde misverstand dat er in de jaren 1990-91 afspraken zouden zijn gemaakt tussen de leiders van de beide machtsblokken over een stop op de uitbreiding van de Navo in Oost-Europa. Korthals: ‘Aan de andere kant voelen de Russen zich bedreigd door het steeds verder opdringen van de NAVO aan hun Westgrens. Ondanks de destijds aan Gorbatsjov gedane toezegging van de Amerikaanse minister Baker dat dit niet zou gebeuren.’ Maar die afspraken zijn alleen over de DDR gemaakt. Dat er zo’n afspraak is gemaakt is door Gorbatsjov zelf ontkend in een interview met Maxim Korshunov in 2014. Het is onderhand tijd dat NRC hier eens een historisch fact check op los laat, want Korthals is na Michiel Klinkhamer en Laurien Crumb de derde auteur die in NRC deze onwaarheid mag brengen. Zie hier en hier mijn kritiek op hun artikelen. En er zullen ongetwijfeld nog veel meer opinie-makers zijn die elkaar in NRC dit misverstand napraten. NRC zou geloofwaardigheid moeten nastreven in de opinie-artikelen die het plaatst.

Korthals vervolgt zijn wereldvreemdheid als hij stelt dat door Moskou ‘een harde garantie zou moeten worden gegeven dat op geen enkele wijze, direct of indirect, inbreuk zal worden gemaakt op de soevereiniteit van de aan Rusland grenzende Europese landen.’ Waaruit die Russische garantie zou moeten bestaan is onduidelijk. Verder slaat Korthals het Westen alle drukmiddelen uit handen door de sancties tegen de Russische Federatie op te willen heffen en de Krim eenzijdig aan het Kremlin over te leveren. Hij zet daar voor Oekraïne, Moldavië, Georgiē of de Baltische staten niets concreets tegenover. Het is even onwaarachtig als het apocriefe verhaal over de toezegging van James Baker. De slechte mensenrenrechtensituatie van de Krim-Tataren noemt Korthals niet. Hij levert ze over aan het Kremlin alsof ethiek in de buitenlandse politiek niet meer dan een ruilmiddel is. En zoals gezegd, Korthals is onevenwichtig in het voorstellen van een gelijkwaardige ruil.

Korthals’ wereldvreemdheid komt samen in de zin: ‘De de-escalatie van de huidige spanning zou bevorderd kunnen worden door wederzijds vertrouwenwekkende maatregelen.’ Hiermee gaat hij uit van redelijkheid aan beide kanten. Maar hij vergeet daarin te betrekken dat volgens Transparency International Oekraïne en de Russische Federatie de meest corrupte landen van Europa zijn en niet alleen met elkaar in oorlog zijn, maar in zekere zin ook met hun eigen bevolking. Gebrek aan vertrouwen in elkaar en in zichzelf is de reden dat de Minsk-akkoorden niet uitgevoerd worden. Dat valt vooral het Kremlin te verwijten dat Oekraïne mentaal niet wenst te erkennen als soevereine staat, zoals president Putin in 2008 in Boekarest tegen president Bush zei. Dat is de diepste reden voor het conflict dat Korthals met zijn schijnoplossingen niet dichterbij brengt.

Op eigenlijk alles wat Korthals zegt is wel wat aan te merken en kleeft het gebrek aan realisme. Daarbij is zijn taalgebruik verhullend. Hij heeft het over een ‘constructieve relatie’ terwijl dat in zijn uitwerking inhoudt dat het Westen inbindt en het Kremlin niet. En soms zet hij iets achter elkaar zonder te doorgronden wat hij nou precies zegt. Hoe rijmt hij ‘de traditionele Russische invloedssfeer’ met ‘de aspiraties van een groot deel van de bevolking in het westelijke Oekraïne’? Korthals blijft hameren op samenwerking, maar gaat voorbij aan de weerbarstige praktijk van de afgelopen drie jaar waardoor samenwerking nog verder uit beeld is geraakt.

Op een andere manier slaat Korthals ook de plank mis. Voor de EU-lidstaten bestaat het grootste belang van samenwerking met het Kremlin niet uit de actuele veiligheidspolitiek, maar uit het voorkomen van een implosie van een Russische Federatie die op de afgrond afkoerst. De ondergang ervan kan de ondergang van de EU worden. Het is die angst die het Duitse establishment gijzelt en paradoxaal een harde, maar duidelijke relatie blokkeert die juist dat voorkomt. Herbezinning van de Westerse relatie met de Russische Federatie is nodig. Maar niet omdat het Kremlin in de recente jaren door het Westen onredelijk en onverantwoord zou zijn bejegend, maar omdat het Kremlin zelf onredelijk en onverantwoord is. Dat heeft Korthals niet in de gaten.

Foto: ‘U.S.S.R., Moscow, temporary exhibit of Russian material’, 1959. Collectie: Library of Congress.

Oekraïne achterhaalt gestolen schilderijen uit Verona. Wat zegt dit positief nieuws?

Soms roept een bericht meer vragen op dan het beantwoordt. Neem nou de vangst van schilderijen op een Oekraïens eilandje in de Dnister rivier aan de grens met Moldavië. Ze werden op 19 november 2015 gestolen uit het Castelvecchio museum in het Italiaanse Verona. De schilderijen van onder meer Tintoretto, Rubens, Hans de Jode en Mantegna zouden een waarde van 15 miljoen euro vertegenwoordigen. De in plastic zakken verpakte schilderijen werden gevonden door de grenspolitie. Dat geeft de Oekraïense president Porosjenko de kans om te praten over een ‘briljante operatie’ en ‘de doelmatige aanpak van smokkel en corruptie’. De president meent dat Oekraïne hiermee haar prestige bevestigd zou hebben door de ‘doelmatige actie’.

Er is veel onduidelijk in de berichtgeving. Stuitte de grenspolitie toevallig op de schilderijen of ging er een uitgebreide operatie aan vooraf? Of werden de Oekraïense autoriteiten getipt? De opdrachtgevers zouden uit Tsjetsjenië afkomstig zijn, een door Ramzan Kadyrov op autoritaire wijze geregeerde autonome republiek in de Kaukasus die zich onder diens leiding steeds onafhankelijker van Moskou opstelt. En het Kremlin door de eigenzinnige koers steeds meer hoofdbrekens kost. Waren Kadyrov en mensen uit zijn entourage betrokken bij de opdracht? En wat is de rol van de Russische, Oekraïense en Moldavische maffia in de diefstal?

Het is goed nieuws dat de schilderijen zijn teruggevonden. Immers openbaar kunstbezit. Ongemerkt maken Nederlanders een vergelijking met de diefstal in 2005 in het Westfries Museum in Hoorn. Vier schilderijen werden op 14 april 2016 teruggevonden in Oekraïne, maar nog veel is onduidelijk. Wie de uitvoerders en opdrachtgevers van die diefstal waren is nog steeds in nevelen gehuld. Ondanks de onduidelijkheid over de details werd in de Nederlandse publiciteit in de aanloop naar het Oekraïne-referendum van 6 april 2016 de diefstal door sommige media en het NEE-kamp gebruikt als stok om de Oekraïense regering mee te slaan. Maar evenmin als toen de ondoelmatigheid -laat staan de betrokkenheid zoals gesuggereerd werd vanuit het Westfries Museum- van de Oekraïense overheid werd aangetoond is nu de doelmatigheid aangetoond.

8195DFC226585E8D040506800B3C7122

Kunstdiefstal lijkt lucratief en is door het grensoverschrijdend karakter ervan lastig aan te pakken. Landen geven geen prioriteit aan opsporing. Dat schilderijen opduiken in een land als Oekraïne is geen toeval omdat in dat redelijk open land met de hoogste corruptie van Europa de georganiseerde misdaad er veel ruimte heeft. Het is er dit soort landen dan ook alles aan gelegen om in de beeldvorming de indruk te wekken dat het de misdaad bestrijdt. Die trouwens in dit geval in Nederland en Italië begaan werd. In ‘beschaafd’ Europa dus. Oekraïne is afgelopen jaren druk bezig geweest om de politie te hervormen en op Westerse leest te schoeien. Dat is succesvol verlopen. Dat Porosjenko nu de vruchten plukt is de publicitaire wetmatigheid. Feit is dat Oekraïne onder druk van de publieke opinie positief heeft meegewerkt aan het oplossen van twee diefstallen.

Foto: Hans de Jode, Zeehaven, olieverf op doek. Op 19 november 2015 gestolen uit het Museo di Castelvecchio in Verona.

Wat te doen als het referendum kloof tussen politiek en burger vergroot?

3a36037r

In 2005 ging ik stemmen, op 6 april ga ik ook naar het stem-lokaal, maar inmiddels weet ik niet meer of ik wel voorstander ben van referenda. In plaats van bij te dragen aan het overbruggen van de kloof tussen burgers en politici lijken ze die kloof juist te accentueren: het referendum als middel om te laten zien hoe diep het volk de politiek wantrouwt. Ik vrees dat een gloedvol betoog van een politicus voor een ja tegen het associatieverdrag daar geen verandering in kan brengen. Dat is argument versus emotie. Het verdiept het wantrouwen.’ Aldus Aukje van Roessel in een artikel voor De Groene dat grenzen van de democratie verkent.

Uiteindelijk probleem van een referendum is de introductie van oneigenlijke argumenten. Zo gaat het de initiatiefnemers van GeenPeil zoals ze zelf meermalen hebben aangegeven helemaal niet om de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne, maar om de EU die ze een halt toe willen roepen. Partijen die in 2015 in de Tweede Kamer tegen de associatie stemden waren PVV, SP, GrBvK en Partij voor de Dieren. Deze rechts- en links-radicalen die in de Nederlandse politiek vertegenwoordigd zijn hebben hun eigen redenen om zich door een tegenstem tegen de associatie te positioneren. In politiek zijn alle middelen toegestaan, maar als dat leidt tot oneigenlijke argumenten dan verstoort dat zowel het politieke proces als het instrument referendum.

Net als Van Roessel zet ik vraagtekens bij de opstelling van Meer Democratie van Nescio Dubbelboer dat ooit zei te gaan voor de vernieuwing van het politieke bestel. Als voorstander van het referendum schaarde het zich achter het initiatief van Geen Peil voor een Oekraïne-referendum. Ik vond dat een inschattingsfout. Dit verweet ik Meer Democratie in een open brief van 18 augustus 2015: ‘In Meer Democratie  meende ik een nieuwe manier van democratie te hebben gevonden die onder meer de particratie en de Oerlemanse Eenpartijstaat probeert te corrigeren door het helpen verleggen van de grenzen van de politiek. Zodat burgers meer macht krijgen en de macht van de politieke partijen verminderd wordt. Ik meende dat Meer Democratie ver afstond van de partijpolitiek, maar ik vrees me vergist te hebben. Meer Democratie probeert nu zelfs m’n aandacht te vestigen op een politiek initiatief van GeenStijl dat haaks staat op het idee van democratie zoals ik dat voor me zie. En waarvan ik dacht dat Meer Democratie dat ook zo zag.

Meer Democratie trapte in de valkuil van het populisme, de roep om directe democratie en de vermomming van anti-politiek als politiek, zonder de gevolgen daarvan te overzien en de voor- en nadelen zorgvuldig af te wegen. Zoals Van Roessel formuleert over Dubbelboer: ‘Toen de Volkskrant hem vroeg of de initiatiefnemers van GeenPeil met hun referendum over het associatieverdrag met Oekraïne de democratie redden, zoals zijzelf beweren, zei hij de kreet weliswaar wat pathetisch te vinden, maar deze wel te onderschrijven. Referenda zetten aan tot gesprek, creëren volgens hem draagvlak. (..) Het is die achterliggende houding, schijt aan de politiek, die zorgen baart. En die komen boven op de zorgen over de gevolgen van een nee voor de invloed van de Russische president Poetin, op Oekraïne, de EU en het Midden-Oosten.

Hoe kan de kloof tussen de politiek en de burger dan wel overbrugd worden? Voorwaarde is om partijen en groeperingen die niet uitgaan van het algemeen belang en buiten de kaders van het parlement treden niet teveel macht te geven. De wetgeving en het politieke proces moeten zo ingericht worden dat dit onmogelijk is. Het is daarom merkwaardig dat de initiatiefnemers van de Referendumwet in de wetgeving niet hebben weten te voorkomen dat een referendum op oneigenlijke gronden gebruikt wordt, zoals nu bij het Oekraïne-referendum gebeurt door het initiatief van GeenPeil. De wetgevers zijn vergeten een noodrem in te bouwen.

De oplossing ligt niet in de richting van een herwaardering van de partijpolitiek, maar in een afwaardering ervan. De uitweg is de machtsdeling met de burger en het terugdringen van de macht van de politieke partijen die als nadeel hebben dat ze hun continuïteit dienen. Burgers zijn divers in verscheidenheid, hoogopgeleid en deskundig en staan wanneer ze serieus worden genomen niet haaks op het algemeen belang. Schoppen door GeenPeil tegen de politiek is hoe dan ook een schijnoplossing die de politiek ondermijnt en niet opwaardeert.

Foto: ‘Arizona. Grand Canyon, photographer suspended on climber’s rope’, 1908.

JA-stem bij Oekraïne-referendum als compromis tussen weglopen en militaire confrontatie

e987d9d5de6b31e9409c8661c4870954

Wie eerlijk naar de situatie kijkt zou moeten constateren dat de Oekraïeners niet de dupe worden van het gebrek aan steun van de EU, maar van de Russische agressie. Tot 2014 werden de Russen en Oekraïeners broedervolkeren genoemd. Een beetje een halve waarheid, maar wel een beeldvorming die wees op verbondheid. Door de Russische ondermijning van Oekraïne is dat nu weg.

De Oekraïners zijn niet zozeer door het Eastern Partnership (2009) van de EU of het aanbod om zich te associëren naar het westen gejaagd, maar door de Russische buitenlandse politiek tegenover Oekraïne. Die dateert van voor 2009. Wie het echt wil begrijpen moet teruggaan naar 1990/1991 toen de Sovjet-Unie implodeerde of naar 1994 toen de Russische Federatie samen met de VS en het Verenigd Koninkrijk in het Boedapester Memorandum de soeveriniteit en internationale grenzen van Oekraïne erkende. In ruil voor het opdoeken van het verouderde en problematische kernwapenarsenaal van Oekraïne.

Het was Oekraïne dat in 1991 de stekker uit de Sovjet-Unie trok met een referendum waarin 92,3% koos voor onafhankelijkheid. Het gaf president Jeltsin ook de ruimte zo’n stap te zetten. Zij die gaan voor Groot Rusland hebben dat nooit kunnen verkroppen. In april 2008 vertelde president Putin in de marge van een Navo-bijeenkomst in Boekarest tegen president Bush dat Oekraïne niet eens een staat was. Dat Russische sentiment ligt ten grondslag aan de huidige oorlog met Oekraïne en de continue ondermijning van het bestaansrecht.

Pragmatici en zogenaamde neo-realistische historici maken soms de vergelijking met Canada en Mexico als achtertuin van de VS. Of Cuba. Zo zou Oekraïne tot de Russische invloedssfeer behoren. Ze zien die invloedssfeer als argument om tegen de associatie-overeenkomst te pleiten. Dat gaat voorbij aan het feit dat die associatie geen militair verdrag is, maar een gemengd verdrag met economische, en juridische en politieke componenten. Evenmin sluit de associatie-overeenkomst van de EU economische samenwerking met de Russische Federatie uit. De EU heeft meermalen gezegd dat de associatie geen anti-Russische overeenkomst is en een driehoeksverhouding niet in de weg staat. De enige betrokkene die dat blokkeert is Rusland.

De associatie-overeenkomst is dus geen militair verdrag noch een EU-lidmaatschap. Het is het vleesgeworden compromis waar de EU zo in uitblinkt van een gemengd handels/politiek-juridisch verdrag tussen doen en nietsdoen in. Het zoekt toenadering tot Oekraïne, maar houdt dat land tegelijk behoorlijk op afstand. De associatie is niet exclusief en laat andere staten zoals China, Turkije of de Russische Federatie voldoende ruimte om politieke en economische betrekkingen met Oekraïne aan te gaan. De militaire component van de associatie gaat niet verder dan afspraken over conflictbeheersing en militair-technische standaarden.

Het is het halfslachtige karakter van de associatie-overeenkomst dat de noodzaak voor de militarisering van Oekraïne wegneemt. Want de kritiek op president Obama, premier Cameron en kanselier Merkel sinds februari 2014 is dat ze militair Oekraïne zeer terughoudend hebben ondersteund. Om niet te zeggen minimaal. Amerikanen en Britten hielden zich zelfs niet aan de garanties van het Boedapester Memorandum toen de Russen in maart 2014 de Krim bezetten. Op 27 maart 2014 breed veroordeeld in VN-resolutie 68/262.

Oekraïeners en Oekraïense regering voelen de halfslachtigheid van de EU en kijken steeds verwachtingsvoller over Europa heen naar Canada en de VS. Met de verwachting dat president Obama hoe dan ook opgevolgd zal worden door een president die Oekraïne militair en politiek veel sterker zal steunen dan Obama deed.

Als door een afwijzing in het Nederlandse referendum de wet over de associatie-overeenkomst met Oekraïne door de Tweede en Eerste Kamer ingetrokken wordt en er in de EU heronderhandelingen op gang komen die erin resulteren dat de associatie wordt ingetrokken, dan valt te voorzien wat het vervolg is. Niet het compromis van een halfslachtig associatie-overeenkomst van een schipperende EU, maar de keuze om Oekraïne op een andere wijze te borgen aan het Westen. En dat kan alleen door het versneld een NAVO-lidmaatschap aan te bieden. De Amerikaans conservatieven en wapenindustrie lopen zich al warm.

Wie eerlijk naar de situatie kijkt moet concluderen dat de militarisering van Oekraïne niet een gevolg is van het Eastern Partnership of de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne, maar juist een gevolg van het afwijzen van de associatie-overeenkomst. Iedereen die zich sterk wil maken voor een zo neutraal mogelijke positie van Oekraïne en militaire opbouw van dat land wil minimaliseren doet er dan ook verstandig aan om voor de associatie-overeenkomst te stemmen. Als typisch EU-compromis tussen weglopen en confrontatie in.

Foto: Keep Out.

Oekraïense corruptie moet benoemd worden bij campagne voor referendum

From left, then-Economy Minister Petro Poroshenko stands with officials including then-Prseident Victor Yanukovych (second from right) in Luhansk on Oct. 16, 2012. (UNIAN)

From left, then-Economy Minister Petro Poroshenko stands with officials including then-Prseident Victor Yanukovych (second from right) in Luhansk on Oct. 16, 2012. (UNIAN)

Corruptie in Oekraïne speelt een hoofdrol in de campagnes voor het referendum. Het JA- en het NEE-kamp zien er een reden in om respectievelijk voor of tegen de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne te stemmen. Allebei goed verdedigbare standpunten. De voorstanders zeggen dat de associatie met de EU de hervormers in Oekraïne de stok achter de deur geeft om te hervormen en dat dat het verschil maakt omdat het land dat niet zelf kan. De tegenstanders zeggen dat associatie de corruptie in de EU importeert en de EU aantast. Corruptie is een bedreiging voor economische groei en sociaal-maatschappelijke cohesie.

Corruptie is het grootste probleem van Oekraïne. Nog meer dan oorlog. Op de jaarlijkse index over 2015 van Transparency International staat het land op een gedeeld 130ste plaats (van de 168 landen) en scoort het het slechtst van alle Europese landen. Een minieme verbetering in vergelijking met 2014 (142 van de 175). De vertegenwoordiger van Transparency International in Oekraïne Andriy Marusov spreekt in een interview voor Ukraine Today zijn teleurstelling uit over de trage hervormingen en de slechte vooruitzichten op verbetering.

Op 3 februari kondigde de Litouws-Oekraïense minister van Economische Zaken Aivaras Abromavicius zijn ontslag aan en beschuldigde president Petro Porosjenko ervan de corruptie niet aan te pakken en de corrupte partijgenoot Ihor Kononenko de hand boven het hoofd te houden. Kyiv Post bericht. De ontslagbrief sloeg in als een bom en werd gezien als een slag voor de hervormingen. Het bracht 10 Westerse ambassadeurs tot het schrijven van een brief waarin ze het ontslag betreurden en hamerden op de noodzaak van hervormingen. In een redactioneel stelt hoofdredacteur Brian Bonner van Kyiv Post president Porosjenko gelijk met de in 2014 afgetreden president Viktor Janoekovitsj. De huidige president zou de oligarchen gaan bestrijden, maar heeft dit nagelaten. Porosjenko is volgens Bonner geen deel van de oplossing, maar van het probleem. Tenzij hij zijn beleid snel omgooit en de corruptie frontaal aanpakt. Anders komt de afrekening bij de verkiezingen.

Lachende derde is de Russische Federatie. Het heeft de geheime oorlog (2014-2016) die het ontkent te voeren tegen Oekraïne ondanks groot materieel overwicht niet kunnen winnen. Dat was te danken aan Oekraïense vrijwilligersbataljons die standhielden en niet aan het leger dat slecht presteerde. Dat laatste kwam deels door corruptie zoals verkoop van materiaal, jarenlange verwaarlozing, een ouderwetse commandostructuur die op Sovjet-leest geschoeid was en Russische mollen die op allerlei sleutelposten in de Oekraïense krijgsmacht exact wisten wat er in het Oekraïense leger gebeurde. Met funeste gevolgen en vele Oekraïense doden. Vanaf het begin was duidelijk dat het Kremlin in de politieke, militaire en economische elite van Oekraïne vertegenwoordigd was en die posities als een geheime verdedigingslinie had opgebouwd.

Het bovenstaande komt samen in een blogposting van Paul Goble die de Kievse journalist Sergey Kulida citeert die stelt dat ‘FSB mollen of hun agenten tot op de dag van vandaag doordringen in vele Oekraïense staatsstructuren’. De FSB is de Russische geheime dienst. Volgens Kulida is wat er op dit moment in de regering, het parlement of de krijgsmacht plaatsvindt niet te begrijpen zonder die Russische inmenging tot op het hoogste niveau erin te betrekken. Die Russische invloed is een middel dat het Kremlin de mogelijkheid tot continue ondermijning geeft van Oekraïense staatsstructuren. De enige redding voor Oekraïne is om dit niet omfloerst te benoemen en vervolgens rigoureus aan te pakken. Met behulp van partners. Zuivering (lustration) is een voorwaarde voor Oekraïne om het verleden achter zich te laten, zich definitief te bevrijden van haar rol als vazalstaat van Rusland en eindelijk de corruptie serieus te bestrijden en de maatschappij te hervormen.

Evenals in Oekraïne kan bij de campagne voor het referendum dat aspect van Oekraïense corruptie en trage voortgang van de hervormingen uitsluitend begrepen, verklaard en met overtuiging uitgelegd worden door die Russische invloed tot op het hoogste niveau uitdrukkelijk te benoemen. Zelfverrijking door corruptie is geen doel, maar een politiek middel van een buitenlandse staat dat dient om de Oekraïense staatsstructuren en economie te verzwakken. De campagne voor het referendum wint aan overtuigingskracht als dit aspect van corruptie onderwerp van gesprek wordt. Het ongewenst importeren van die Oekraïense corruptie Russische stijl is zeker een risico voor de EU zoals de tegenstanders zeggen, maar tevens een kans om het Kremlin terug te dringen tot op eigen grondgebied en Oekraïne te helpen haar eigen geschiedenis opnieuw zelf te beginnen.

Foto: Uit artikelBrian Bonner: Poroshenko becoming another Yanukovych’, 4 februari 2016. 

Mislukt debat bij Nieuwsuur tussen Van Bommel en Van Hulten over Oekraïne-referendum

In de aanloop naar het Nederlandse referendum over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne op 6 april 2016 hield Nieuwsuur op 2 februari een debat. Omdat de informatieverstrekking ondergeschikt was werd het een mislukking. Woordvoerder van de JA-campagne Michiel van Hulten (PvdA) kende de feiten onvoldoende en wist niet passend te reageren, en Harry van Bommel (SP) die in de ontregel-stand stond stelde de feiten verkeerd voor. De kijker die op zoek was naar de waarheid werd het slachtoffer van dit debat.

Harry van Bommel maakt het er het meest bont op. Het viel op dat hij zich zelfs in zijn taalgebruik (‘etnische Russen’) leek te vereenzelvigen met het perspectief van de Russische regering. Als een polder-Stalinist biedt Van Bommel een karikatuur van iemand die probeert de standpunten van het Kremlin zo nauwgezet mogelijk te verwoorden. Het is beschamend dat een Nederlandse volksvertegenwoordiger aanhaakt bij het Russische, en niet bij het Nederlandse standpunt. Al is dat in kritische zin. Van Hulten heeft geen weerwoord. Op zijn beurt lijkt hij ontregeld door de ontregelende uitspraken van Van Bommel. Opvallend is trouwens dat Van Hulten stelt dat het raadgevende referendum opgevat moet worden als bindend. Daarmee gaat hij op de stoel van de regering zetten en verwart hij de campagne met de staatsrechtelijke ruimte die het kabinet heeft.

Van Bommel bouwt zijn betoog op de aanname dat Oekraïne tot op het bot verdeeld is. Dat is juist, maar anders dan hij het voorstelt. Hij legt de breuklijn verkeerd. Die lijn volgt niet eenduidig etnische verschillen. Een meerderheid van meer dan 90% steunt de eenheidsstaat Oekraïne. Uit opinieonderzoeken, zoals PEW, 2015  blijkt dat minder dan 10% van de Oekraïeners zelfstandigheid voor de zogenaamde volksrepublieken Donetsk en Loehansk wil of aansluiting ervan bij de Russische Federatie. De echte breuklijn in Oekraïne loopt tussen degenen die de corruptie hard en doelmatig willen bestrijden en degenen die het als systeem in stand willen houden. Het is het verschil tussen de oude elite en degenen die hun lot in eigen hand willen nemen, onder wie de jongere generaties. De laatsten zien daarvoor de meeste kansen door associatie met de EU.

Uitgaande van die weergave van etnische verdeeldheid deelt Van Bommel ‘etnische Russen’ en ‘Russisch sprekenden’ automatisch in bij het pro-Kremlin kamp. Dat is onjuist omdat vele Russische-Oekraïeners om politieke en economische redenen afstand nemen van het Kremlin dat denkt in termen van Novorossiya of ‘Groot Rusland’. Ze steunen de eenheidsstaat Oekraïne. Van Bommel stelt de verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen te simpel voor. In het verlengde daarvan suggereert hij dat die zogenaamde etnische verdeeldheid de oorlog vanwege binnenlandse verschillen heeft aangejaagd. De klacht van de Russische oud-rebellenleider in Donetsk Igor Girkin in de zomer van 2014 duidde op het tegendeel. Girkin en andere door het Kremlin naar Oost-Oekraïne gestuurde rebellenleiders viel het op dat de lokale bevolking niet in beweging te brengen was voor een revolte tegen Kiev en zich ondanks alles vooral Oekraïens voelde. Het waren Russische vrijwilligers, huurlingen en militairen, en Oekraïense beroepsrevolutionairen die hun kansen roken die een idee van een burgeroorlog moesten suggereren wat feitelijk een oorlog tussen twee landen was.

Van Bommel pleidooi voor een pas op de plaats voor Oekraïne is niet anders dan een beloning van de huidige ondermijning en destabilisatie van Oekraïne door de Russische Federatie. De situatie waarin Oekraïne zich nu bevindt is geen natuurlijke situatie waarin het land zich door eigen toedoen bevindt. Bijzonder aan de huidige situatie van Oekraïne is de door de Algemene Vergadering van de VN in maart 2014 in een resolutie breed veroordeelde bezetting van de Krim en de continue aanwezigheid van tussen de 5.000 en 10.000 reguliere Russische militairen in Oost-Oekraïne. Zo’n pas op de plaats levert Oekraïne over aan de invloed van de Russische Federatie die er alle belang bij heeft dat het land zich niet ontwikkelt zoals het zou kunnen doen in associatie met de EU. Ondermijning en destabilisatie zijn doel van het Kremlin opdat Oekraïne niet kan normaliseren. Ontwikkeling in associatie met de EU verkleint de Russische invloed in Oekraïne en geeft Russen een voorbeeld op de eigen drempel van een Oost-Europees land dat succesvol voor burgers kan zijn.

Zo fabuleert Van Bommel verder over een afspraak in 1990 tussen de toenmalige Sovjet-Unie en het Westen over de uitbreiding van de NATO naar de Russische grens. Zo’n afspraak is nooit gemaakt en was zelfs in de gesprekken in die jaren tussen de Sovjet-Unie en het Westen geen onderwerp van gesprek, behalve over voormalig Oost-Duitsland zoals oud-president Gorbachov in een interview in 2014 op een rijtje zette. Het is gewenst dat Nieuwsuur de volgende keer een debat tussen historici met kennis van de recente geschiedenis van Oost-Europa organiseert. De misleidingen van Van Bommel informeren het publiek niet, evenmin het gebrek aan feitenkennis van Van Hulten. De Nieuwsuur-redactie had dit zorgvuldiger moeten voorbereiden.

Negen tips aan JA-campagne voor referendum over Oekraïne

pp

Huub Bellemakers schetst in een artikel voor TPO zes campagnetips voor het referendum op 6 april over de associatie-overeenkomst van Oekraïne met de EU. Bellemakers meent dat het NEE-kamp dat door GeenStijl is aangezwengeld inmiddels met 3-0 voorstaat. Wat moet het JA-kamp doen? Bellemakers geeft zes tips. In een reactie laat ik drie, meer inhoudelijke tips volgen. Ik voeg ze alle negen samen omdat ze op elkaar aansluiten.

Huub Bellemakers: ‘Maar niemand die misschien wel vóór is, zal echt heel warm worden van een in wezen technocratisch associatieakkoord.’ Daarin verschil ik met hem van mening. Want de associatie-overeenkomst is slechts een document zoals een huwelijksakte dat ook is. Maar dat maakt een huwelijk nog niet saai of technocratisch. Integendeel, het is een uitdaging voor de EU om mee te werken aan de hervorming van een op dit moment door en door corrupt land als Oekraïne. Dat maakt het spannend en voelbaar in het besef dat er een verschil gemaakt kan worden. Het is een voorbeeld van levende geschiedenis met de ons zelf opgelegde opdracht dat we over grenzen moeten denken om onze belangen te behartigen. Vooral: dat denken in termen van nationalisme en natiestaat daarbij de valkuil is. Feitelijk de tiende tip: kijk voorbij nationale identiteit.

1. Doe niet alsof Oekraïne een cool land is

Dat is het niet. Er is corruptie, dwepen met nazi’s en oorlog. Laat wel zien wat een associatieakkoord kan brengen. Het heeft namelijk een gidsfunctie. Gebruik Kroatië als voorbeeld: daar was 20 jaar geleden nog een burgeroorlog, nu is het, mede dankzij associatieverdragen, een veel beter land.

2. Houd Verhofstadt en Van Baalen, Schultz en Juncker weg uit je campagne

Zelfs echte eurofielen vinden ze om te kotsen. Brusselse arrogantie gecombineerd met ongelimiteerd vrije marktdenken; zulke namen verenigen alles wat iedereen van links tot rechts op de EU aan te merken heeft. Het geeft bovendien louter voer aan tegenstanders. Ja, dat is defensief, maar je wilt niet van 3-0 op 4-0 achter komen.

3. Omhels het referendum

Heb het niet over of dit de goeie vraag is. Ga niet klagen dat het verzonnen is door Geenstijl dus het is zou verkeerd zijn. Ga ook niet klagen dat mensen het eigenlijk over de hele EU hebben, of over een democratisch tekort in de Unie, of over het vorige referendum. Dat is nou eenmaal de realiteit. Sterker nog, dat is logisch. Debunk alle onzin, maar vertel vooral je eigen verhaal over het associatieverdrag.

4. Bevorder de opkomst

Sommige rare PvdA-ers hebben al aangekondigd dat ze weg willen blijven van het referendum, om zo de opkomst onder de 30 procent te houden. Dat mag natuurlijk, maar het is heel raar. Niet alleen maakt dat voor de politieke realiteit niet uit, het is dedain voor onze democratie. Een prachtig instrument als een referendum, daar moet je toch gebruik van willen maken.

5. Schets geen doembeelden

Verdedig de goede aspecten van de Europese Unie, die zijn er genoeg. Benoem ook de mindere aspecten. Doe vooral niet alsof het licht uitgaat bij een nee. Ga ook niet mee in gepraat over een nieuwe oorlog met Rusland bij een ja. Het is een verdrag, geen nieuwe wereldorde.

6.  Neem het initiatief

Voor zover het nog kan, ga er zelf eens iets over roepen. De fanatieke NEE-stemmers krijg je sowieso niet. Er zijn heus een heleboel mensen die geneigd zijn ja te stemmen, maar dan moet je niet af blijven wachten. Maar wees er wel snel bij: het referendum is over drie maanden.

7. Schets de voordelen van de associatie-overeenkomst

De EU-lidstaten verkeren in zwaar weer mede door de onrust aan de grenzen. In Syrië, Noord-Afrika en Oekraïne. Nederland en andere Europese landen hebben er baat dat er aan hun grenzen geen mislukte staten ontstaan. De EU kan als enige machtsblok voldoende druk op Oekraïne zetten om het te dwingen te hervormen. En het beste middel daartoe is de associatie-overeenkomst die de EU een plek aan tafel geeft om mee te praten over politieke, juridische en economische hervormingen van Oekraïne.

8. Een associatie-overeenkomst leidt niet automatisch tot lidmaatschap

De EU kent vele associatie-overeenkomsten met vele landen zonder dat ze de belofte van het lidmaatschap van de EU bevatten. Ook de tekst van de associatie-overeenkomst met Oekraïne bevat geen belofte op lidmaatschap. Dat lidmaatschap is een tweezijdig proces. Oekraïne moet aangeven lid te willen worden en de parlementen van de EU-lidstaten kunnen ieder afzonderlijk besluiten of ze Oekraïne accepteren als lid.

9. Een associatie-overeenkomst is meer in Nederlands belang dan geen associatie-overeenkomst

De associatie-overeenkomst met Oekraïne doet recht aan allerlei ontwikkelingen die goed op elkaar aansluiten. Het stabiliseert Oekraïne door hervormingen en bestrijding van corruptie onder impuls en controle van de EU. Deze associatie-overeenkomst staat de interne hervormingen van de EU die verdiept dient te worden door democratisering, machtsdeling met de burgers en betere coordinatie in vooral het buitenlandse beleid niet in de weg.

Foto: ‘Ukrainian President Petro Poroshenko shows a newly voted Ukrainian law about the ratification of the Ukraine-EU association agreement on Sept. 16, 2014 at the Ukrainian Parliament in Kyiv. © AFP’.

Schermutselingen in Oekraïense parlement dienen voorstanders associatie-overeenkomst

Het grootste volledig in Europa gelegen land is Oekraïne. Een bananenrepubliek. Volgens jaaroverzicht 2014 van Transparency International het meest corrupte land van Europa. Dat vertaalt zich in onfrisse taferelen in het parlement. Een parlementariër van het blok van de president pakt de premier tussen de benen en sleept hem weg van het spreekgestoelte. Waarna anderen de premier te hulp schieten en weer anderen daar weer op reageren. Het is beschamend, laat de hervormers in de kou staan en speelt de tegenstanders van Oekraïne in de kaart. Hoewel ze de kaarten zelf gestoken hebben. Het wachten is op een tweede Maidan-opstand die politici en oligarchen oude Sovjet-stijl aan de kant zet. Vooralsnog hebben ze het nog voor het zeggen.

Zoals The Washington Post in een artikel zegt ondermijnen deze schermutselingen in het parlement de inspanningen voor echte democratie. De EU en VS doen hun uiterste best om de Oekraïense regering op het goede spoor te krijgen omdat ze geen mislukte staat aan de oostgrens van de EU wensen, maar als de president en premier zo eigengereid voortgaan met het vooropstellen van hun eigenbelang boven dat van het land en de bevolking, dan wordt het een lange, moeizame strijd. Nog steeds heeft een politieke en economische elite Oekraïne gekaapt en volgt het land een zwalkende koers. Keer op keer maken Amerikanen en Europeanen duidelijk dat het zo niet langer kan. Maar de oude machten laten zich nog niet vervangen.

Nederland heeft een bijzondere verantwoordelijkheid gekregen door het referendum over de associatie-overeenkomst van Oekraïne met de EU dat op 6 april 2016 wordt gehouden. Omdat het niet bindend is het kabinet niet verplicht een geldige uitspraak te volgen. Het referendum gaat over de integratie van Oekraïne in de EU, maar de feiten daarover worden verschillend uitgelegd. In hoofdlijnen zijn er twee soorten reacties die min of meer gelijk oplopen met steun voor de EU en die niets met Oekraïne of Oost-Europa te maken hebben. Tegenstanders beweren dat een associatie-overeenkomst van Oekraïne automatisch leidt tot lidmaatschap van dat land van de EU. Voorstanders koppelen associatie en lidmaatschap los en beweren dat er geen enkele formele grond is om te veronderstellen dat een associatie-overeenkomst meer is dan dat.

Geven de schermutselingen in het parlement en de voortgaande corruptie op hoog niveau nou de voor-of de tegenstanders de sterkste argumenten in handen bij de campagne voor het referendum? Het lijkt erop dat dit de tegenstanders dient, maar bij een verdieping van de Nederlandse publieke opinie door een herwaardering van de feiten waaronder de tekst van de associatie-overeenkomst zou het gebrek aan democratie zoals zich dat nu in Oekraïne aftekent wel eens de voorstanders wind in de zeilen kunnen geven. Want wat zich nu afspeelt in het Oekraïense parlement en in het openbaar bestuur maakt duidelijk dat dit land nog lang niet voldoet aan de normen voor EU-lidmaatschap. Degenen die het smalle pad bewandelen dat zegt dat een associatie-overeenkomst niet tot lidmaatschap leidt, maar de EU wel een stok achter de deur geeft om Oekraïne hervormingen af te dwingen krijgen door de schermutselingen de sterkste argumenten in handen.

Referendum over associatie-overeenkomst met Oekraïne op zoek naar nuance

rp

Gisteren werd de Oekraïense president Petro Porosjenko op staatsbezoek ontvangen in Den Haag door premier Mark Rutte. Van de weeromstuit sprong Rutte in de campagne-stand. Zijn eerdere afstandelijkheid over het raadgevend referendum dat Nederland wacht op 6 april 2016 wisselde hij in voor een pleidooi voor associatie met Oekraïne. Het Nederlandse kabinet dat de overeenkomst al geratificeerd heeft en af heeft laten kondigen in het Staatsblad benadrukte bij monde van buitenlandminister Bert Koenders dat het zich het recht voorbehoudt de uitslag naast zich neer te leggen. Het is immers een niet-bindend, raadgevend referendum.

Porosjenko meent dat het referendum over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne koren op de molen van president Putin is. Zoals bekend voert het Kremlin een beleid dat er alles aan doet om de EU te verzwakken en steun geeft aan organisaties die daaraan dienstbaar zijn. Zoals extreem-linkse en -rechtse politieke partijen zoals Front National of Jobbik die als zand in de machine van de EU opereren en daartoe geld van het Kremlin krijgen. De nieuwssite GeenStijl dat deelnam aan de campagne GeenPeil en graag tegen gevestigde machten aanschopt werd er door sommigen ook van beschuldigd Putin te dienen. Op het artikel ‘Porosjenko: GeenPeil ‘koren op molen Poetin’’ antwoordde ik met volgende reactie (27-11-15 | 11:19):

President Porosjenko heeft gelijk. Of het nou wel of niet zo bedoeld is door de initiatiefnemers, het referendum speelt president Putin in de kaart. Ik vermoed trouwens dat ze het niet zo bedoelden, maar wel de strekking van hun actie onvoldoende overzien hebben. Of het mogelijk wel overzien hebben, maar als razende reporters vol bravoure het risico nemen dat ze meer overhoop halen dan ze zelf beseften.

Er past trouwens een onderscheid tussen GeenStijl en Thierry Baudet. De laatste heeft de eerste op dit spoor gezet. GS hobbelt mee.

Want GeenStijl moet als poot van TMG (De Telegraaf) constant aan de weg blijven timmeren om zich commercieel waar te maken. Net winstgevend of zelfs net verliesgevend -daarover verschillen de verklaringen van TMG- moet GS de vlucht naar voren nemen om zichzelf waar te maken. Ten koste van alles wat zich voordoet. Thierry Baudet probeert zich te profileren als conservatieve denker. Beide grepen het referendum aan ter eigen profilering. Daar is niets mis mee, maar het is jammer dat GeenStijl en Baudet dat niet gewoon toe willen geven en met ingewikkelde verhalen over democratie, invloedssferen en Rusland hun ware bedoelingen verhullen. Echte mannen zijn oprecht en komen eerlijk voor hun motivatie uit.

Inhoudelijk was de campagne van GeenPeil gebaseerd op verkeerde aannames waarvan het vanaf het begin duidelijk was dat ze niet klopten. Zoals het idee van een Russische invloedssfeer waarin Oekraïne zou liggen en waaraan het niet zou mogen of kunnen tornen. Klinkklare onzin. Een land van meer dan 40 miljoen inwoners wordt op deze manier mentaal aan een ander land overgeleverd. Wat zouden Nederlanders ervan vinden als andere landen zeiden dat ze zich in een Duitse invloedssfeer bevinden en dat Den Haag maar moet doen wat Berlijn over Nederland beslist? Net als de Oekraïners zouden Nederlanders een dikke middelvinger laten zien.

En een associatie-overeenkomst is geen lidmaatschap. De EU heeft vele associatie-overeenkomsten met vele landen, maar dat leidt niet automatisch tot een lidmaatschap van de EU zoals GeenPeil suggereerde. Zo’n houding van wantrouwen toont ook weinig zelfvertrouwen. Want Oekraïne kan nooit lid worden van de EU als de Nederlanders daar niet mee instemmen. En als ze het een slecht idee vinden dan blokkeren ze een aanvraag voor lidmaatschap. Maar met een associatie-overeenkomst heeft dat niks te maken.

Ik ben trouwens -zoals de kaarten nu liggen- voor een associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne, maar fel tegen een EU-lidmaatschap van Oekraïne. Want ik ben van mening dat de EU zich eerst moet hervormen door verdieping, dan naar verbreding te streven.

Foto: ‘Dutch Prime Minister Mark Rutte (R) receives Ukrainian President Petro Poroshenko at his official residence Catshuis in The Hague, the Netherlands, on November 26, 2015. AFP PHOTO / ANP / JERRY LAMPEN’

EU biedt autocratische landen schijn van democratie. Verstandig?

Meest fascinerend aan de huidige leiders van EU-lidstaten en de EU is waarom ze samenwerking zoeken met autocratische leiders terwijl ze de mond vol hebben van Europese waarden en beseffen dat deze leiders haaks op die waarden staan. Dan gaat kanselier Merkel naar Turkije of zoekt president Hollande toenadering tot Rusland vanwege samenwerking in de Syrische oorlog. Uiteindelijk overtreden ze daarmee een onzichtbare lijn en worden ze teruggefloten door de VS/Navo of door hun eigen publieke opinie die de hand op de knip wil houden. Kern is dat ze blijkbaar zo in paniek zijn dat ze het op de koop toe nemen om zaken te doen met autocraten die ze verachten. Balkan Devlen, hoofddocent aan de Universiteit van Izmir legt uit dat het ook andersom werkt. Autocratische en corrupte landen als Turkije, Oekraïne, Georgië of de Russische Federatie hebben geen voordeel bij verregaande associatie met Europese democratieën omdat dit transparantie en verantwoording vraagt die ze niet willen geven. Ze hebben meer te winnen met de schijn van democratie.