Iedereen is een vijand van de kunst. Dit vijanddenken loont niet

995587_10203006748079259_19253204_n

Wie is de grootste vijand van de kunst? Een lastig te beantwoorden vraag omdat er talrijke kandidaten zijn. Laten we eens kijken. Is het ‘Halbe Zijlstra’, niet de persoon van vlees en bloed, maar de mentaliteit van de Haagse politiek die valt samen te vatten in twee woorden: minachting en onbegrip voor kunst? Dus inclusief minister Jet Bussemaker. Of is het insider Melle Daamen die onder het mom van rationalisering voorrang geeft aan topinstellingen en zich als outsider profileert? Of is het de Raad voor Cultuur met de burgemeester in oorlogstijd Joop Daalmeijer die net doet alsof zijn adviezen er iets toe doen? Of is het het grote publiek dat niks geeft om kunst en per definitie alles wat anders is als ongewenst en onnodig bestempelt? Of zijn het de organisaties in de kunstsector die doorgaans zwak bestuurd worden en samen geen vuist maken? Of zijn het zwakke kunstenaars die door gebrek aan scherpte en verbeeldingskracht kunst een verkeerde naam geven?

Van die laatste categorie geeft Tinkebell een veelzeggend en nietszeggend verslag in Trouw onder de titel ‘Soms zijn kunstenaars grote uilskuikens, net als gewone mensen‘. Het gaat om de expositie Bliksemeditie, een tijdelijke culturele programmering door Stadsdeel West in de Amsterdamse St. Josephkerk, de Vluchtkerk waarvan een kunstenaar en curator niet echt blijken te weten wat ze aan het doen zijn. Tinkebell is vaag over de achtergronden en concludeert: ‘(..) ik geloof echt oprecht in de enórme potentiele kracht van de kunsten. Maar niet altijd.‘ Ware woorden van de impressionistische denker. Tinkebells stuk werd op sociale media geretweet zonder dat de feiten centraal stonden. Zodat onduidelijk bleef dat het tweedaagse Bliksemeditie anders gewogen moet worden dan een tentoonstelling van zes weken in een gevestigde presentatie-instelling.

Het antwoord over de grootste vijand van de kunst is simpel. De huidige politici hebben van huisuit niet meer meegekregen dat kunst er toe doet. Sowieso dat iets er nog toe doet, op de christelijke politici na die zich op hun bijbel verlaten. Deze postmodernistische dorknopers zijn de verwondering voorbij, zonder dat te willen verbergen. Ze zijn zelfs trots op hun botheid. De Daamens en Daalmeijers voegen zich uit berekening in die mentaliteit. Het grote publiek valt het niet kwalijk te nemen dat het niks van kunst wil weten omdat kunst niets van het publiek wil weten. En de kunstsector waar zo hard gewerkt en gezwoegd wordt -maar allerlei amateurs dat beeld verstoren- is te verdeeld om krachtig te zijn en mist geloofwaardige woordvoerders. Nederlandse kunst is als de verwikkeling van de thriller ‘Murder on the Orient Express. Iedereen is de vijand.

_ons003198401ill31

Foto 1: Neon ‘There is place‘ in Bolo-K Bliksemeditie 7&8 December, credits Naomi Souwen.

Foto 2: Batavus Dorknoper, de muggeziftende ambtenaar in de Bommelstrip van Maarten Toonder.

Cultuurbezuinigingen moeten eerlijker verdeeld worden

Bezuinigen moet. Ook in de kunst. Dat betwijfelen weinigen. Jammer is alleen dat de politiek met misnoegen over kunst praat. Alsof niet de bankiers, maar de kunstenaars de crisis hebben helpen veroorzaken. Maar kunstenaars worden extra gekort en bankiers gaan door met potverteren van overheidssubsidies op kosten van de gemeenschap. Cultureel ondernemer Ernst Veen merkt op dat de toon waarop met name door de rechtse politiek in Den Haag over kunstenaars wordt gesproken een schande is. De VVD en in haar spoor de PVV zijn verantwoordelijk voor deze afleiding waarin kunst en kunstenaars als zetstuk voor het onrecht van de financiële crisis worden geschoven. Burgers zien dit niet en volgen in hun onbegrip voor kunst de misleiding.

Uiteindelijk zal de neerbuigendheid van de politiek jegens de kunst zich tegen de politiek keren. Zelfs burgers beseffen maar al te goed wat waardevol is. Zeker is dat politici als uiterste vorm van opportunisme in hun onbetrouwbaarheid als het tegenovergestelde van authentiek worden beschouwd. De finale kwijting wacht. Voor de tussentijd wacht de vraag of de cultuurbezuinigingen eerlijk verdeeld zijn binnen de sector. Lezing van een stukje van Simon Jenkins in de Evening Standard zet aan het denken over de verdeling in Nederland tussen de reguliere cultuurbegroting en de extra potjes die relatief goed gevuld worden. Hoe eerlijk is dat?

Jenkens mijmert over het welwarende Londen dat zojuist de Olympische Spelen achter de rug heeft. Er was een culturele Olympiade en festival aan gekoppeld waar 97 miljoen pond aan werd besteed, zo’n 120 miljoen euro. De controle op de besteding blijft volgens Jenkins duister. In een stad die grotendeels was ontdaan van toeristen claimen de organisatoren meer dan 19 miljoen bezoekers voor hun culturele evenementen. Volgens The Art Newspaper, aldus Jenkins zijn deze getallen verzonnen om het hoge budget te verantwoorden.

Dezelfde schijnbewegingen als in Londen zijn waar te nemen in ons land rond de promotie van de Culturele Hoofdstad 2018. Op plekken waar project – en evenementenbureau’s hun stempel op de cultuur zetten gaat dit ten koste van het reguliere budget. Huub Mous memoreert dat voor het bidbook van Leeuwarden alleen al 850.000 euro is uitgetrokken. Aan drukwerk, vergaderruimtes, hapjes, drankjes, reiskosten, adviseurs en alles meer. En zegt Mous: ‘Het wordt steeds duidelijker dat het vorig jaar een zootje is geweest bij CH 2018, niet alleen organisatorisch, maar ook financieel.’ Zo wordt elke Culturele Hoofdstad een klap voor Cultuur.

Ook in Eindhoven, Den Haag, Maastricht en Utrecht wordt apart het wiel uitgevonden. In tijden van schaarste is het pervers dat een sector die toch al zo onder druk staat door de schoffering van de rechtse politiek extra wordt gekort vanwege dat idee van Culturele Hoofdstad. Dat zo een excuus wordt om aparte potjes te vullen en aan de reguliere cultuurbegroting te onttrekken. Bijdragen van sponsors en stadspromotie compenseren dat niet. Waarom regering en parlement niet gewoon een ranglijst van steden opstellen en daar het geld concentreren is een raadsel. Zoals de voorbeelden van de Londense Olympiade en Leeuwarden leren komt een normale verantwoording van uitgaven er nooit. Cultureel hobbyisme van bestuurders is een dure hobby.

Foto: Promotie 2018 Eindhoven Culturele Hoofdstad