Woord ‘krimp’ van hogerhand verboden in Zeeland. Tegen beter weten in

ZB

Conny van Gremberghe zet me op het spoor met een column over ‘De verboden woorden in Zeeland’: ‘We verbieden vanaf heden het gebruik van woorden en begrippen als expulsiegebied, krimp, ontgroening, vergrijzing, negatief migratiesaldo, ontkerkelijking, ontpoldering, ontheemden, oud en minder en Delta, zodat al die negatieve connaties tot het verleden behoren.’ In variatie op Ockhams scheermes is dit het Zeeuwse scheermes. Wegscheren van negatieve connotaties om bij de politiek correcte verklaring uit te komen.

Aanleiding is een bericht in de PZC over ZB-directeur Perry Moree die door Gedeputeerde Staten op het matje is geroepen over het item ‘Krimp in Zeeland: de ouderen blijven over’ in Nieuwsuur van 14 augustus 2015. Daarin voorspelt Dick van der Wouw van Planbureau Zeeland dat Zeeland tot ‘zeker 2040’ verder zal krimpen en de bevolking met 20.000 tot 360.000 zal afnemen. PZC citeert Moree: ‘Het verleidde Moree tot deze ‘anekdote’. “Na een uitzending van Nieuwsuur (..) moest ik op gesprek komen bij twee gedeputeerden. Zij hadden zich gestoord aan de toonzetting. Ik heb daarna bij ons het woord krimp verboden. Dat is nu het K-woord. Wie het nog gebruikt, krijgt met mij te maken.” Dat laatste klinkt akelig dreigend van Moree.

Maar door een term te verbieden is het verschijnsel nog niet weg. Moree reageert bij het bericht in de PZC en krijgt hoon over zich heen van onder meer journalist Bob Lagaaij die zegt: ‘In wolken van mist – en dito taalgebruik – verdwijnt de heer Moree uit het zicht. ,,Krimp hoeft niet perse een negatieve connotatie te hebben”. Nou dan: gebruik het woord gewoon.’ Moree maakt het ook wel onnodig pijnlijk door zowel zijn taalgebruik als zijn manier van redeneren: ‘Na een goed gesprek met diverse Gedeputeerden naar aanleiding van het programma Nieuwsuur (onderwerp: Krimp in Zeeland) heb ik zelf intern in ZB de lijn ingezet dat krimp niet per se een negatieve connotatie hoeft te hebben. De onafwendbare demografische verandering (minder jeugd, meer senioren), die in Zeeland heftiger plaatsvindt dan op andere plaatsen, biedt juist ook veel kansen op de verdere ontwikkeling van de kwaliteitsprovincie Zeeland, waar het goed wonen, studeren en werken is.

Verklaring voor deze woordenstrijd en het verbieden van het woord krimp is het karakter van ZB waarvan Moree directeur is. ZB dat staat voor Planbureau en Bibliotheek van Zeeland afficheert zichzelf als ‘de grootste culturele instelling in de provincie Zeeland en is één van de toonaangevende bibliotheken in Nederland.’ Dus Planbureau Zeeland is onderdeel van een culturele instelling. In Zeeland is planologie en demografie geen wetenschappelijke reflectie op de ruimtelijke planning of de samenstelling van de bevolking, maar afgeleide van menselijk handelen. In dit geval door wat Gedeputeerde Staten verordonneert en de ZB-directeur opvolgt.

Foto: Schermafbeelding van ‘Over ZB’.

Over krimpregio’s en leegstaande kerken. Minister van Krimp?

Wat moet er met de kerken in Groningen gebeuren? Leegstand neemt toe door ontkerkelijking en ontvolking, het onderhoud wordt duurder en dan is er nog de schade als gevolg van de aardbevingen door gaswinning. Door het kabinet tot 1 juli op een lager pitje gezet. Om het karakter van de dorpen te behouden is het vanzelfsprekend dat overheid en NAM de schade herstellen. Maar wat moet er vervolgens met de kerken gebeuren? Want hun oorspronkelijk functie komt niet meer terug. In elk geval niet in dezelfde mate.

D66-leider Alexander Pechtold pleitte vandaag in Gelderland voor een minister van Krimp, aldus Omroep Gelderland. Zo’n programmaminister kan inwonend bij een minister van Ruimtelijke Ordening door focussen, bundelen en coördineren aan de slag met problemen die de dalende bevolking in krimpregio’s zoals de Achterhoek, Zeeuws-Vlaanderen, Oost-, en Noord-West-Groningen en Zuid-Limburg met zich meebrengt. Krimp tast de leefbaarheid in deze regio’s aan. Dus inclusief de aanpak van leegstaande kerken, verdwijnende winkels of scholen. In analogie met het grote steden beleid dat vanaf 1998 werd beheerd door een minister zonder portefeuille. Pechtold meent dat het platteland meer is dan landbouw. Door de electorale aanval te openen op het CDA geeft hij aan dat D66 zich buiten de Randstad sterk genoeg voelt om zich er te profileren.