Warenhuis EPA (1930-1940)

Gunner Dan, ‘Bildsvit från varuhuset EPA på Tingvallagatan 19 tagen 1940. Verksamheten flyttades 1962 till det som nu kallas 15-huset‘, 1940. Collectie: Värmlands Museum.

Links damestassen, rechts de huisapotheek. Deze foto geeft onmiskenbaar een beeld van een warenhuis. Buiten sluitingsuren. Het is 1940 in Karlstad Zweden. Europa zakt weg in duisternis, Zweden baadt in het licht. Zweden blijft met veel geschipper neutraal.

Varehuset Enhetsprisaktiebolaget was vanaf 1930 een warenhuisketen met vestigingen in Zweden, Denemarken en Noorwegen. Vergelijkbaar met de Nederlandse HEMA, met lage prijzen en producten van eenvoudigere kwaliteit.

Het valt niet direct op, maar het personeel staat achter de toonbanken. Sommigen als een schim omdat ze blijkbaar bewogen toen de foto werd genomen. Opvallend is het lange pad. Daar is voor een bezoeker geen ontkomen aan.

Opvallend op de onderste foto van Malmö zijn de hakenkruizen op de schutting. Wat moeten ze voorstellen? Dat kan waarschijnlijk niet anders verklaard worden dan dat de eigenaren van EPA Josef Sachs en Herman Gustaf Turitz joods waren. De hakenkruizen zijn dan een protest tegen de afbraak. Daarnaast bestond er altijd spanning tussen nering en warenhuizen. De laatsten zouden de kleinhandel aan de bedelstaf brengen.

Als de datering 1930/1931 klopt, dan duidt dat op een vroeg protest met nazisymboliek tegen de afbraak, twee of drie jaar voor de machtsovername van de nazi’s in Duitsland in januari 1933. Geen toegang, onbevoegd, zegt het bord achter de schutting: Obehöriga.

Nazi Symbols in Malmo, Sweden, 1930/1931 during demolition for the construction of the EPA’s Department Store.

Wat zeggen deze foto’s ons meer dat 80 jaar later? Dat het vroeger anders was en dat de vanzelfsprekendheden van toen niet de vanzelfsprekendheden van nu zijn. En andersom. Goed om dat weer eens op te frissen. Ach, gooi die wijsheden maar over de schutting. Wat is geweest is geweest. Klaar.

Buurtsupers in krimpregio’s hebben de toekomst van het verleden

Krimp is niet zomaar een kwestie die makkelijk te overzien valt en de krimpcoach het antwoord op heeft. Hij meent dat het voor inwoners van kleine dorpen belangrijk is om elkaar te ontmoeten, maar dat dat niet per se in de buurtsuper hoeft te zijn. Dat lijkt op de aan Marie-Antoinette toegeschreven onbedoelde kwinkslag ‘Als ze geen brood hebben, dan eten ze toch cake!’. De zwarte humor in Drenthe wordt door de geschiedenis gekleurd. Ook burgers in krimpgebieden hebben een meervoudige identiteit. Ze willen voorzieningen houden en zien liever geen sociale functies uit hun dorp verdwijnen, maar ze denken ook aan hun portemonnee. De buurtsuper in het Drentse Gasselte gaat dicht, terwijl die in Gasselternijveen weer open gaat. Groeikrimp.

Winkelleegstand in Drenthe én plannen voor 45.000 m2 winkelnieuwbouw. Krom?

Leegstand van winkels in Drenthe en elders kan bestreden worden door herschikken en indikken. Zo menen Mark Strolenberg en Myriam Jansen van de denktank winkelleegstand. Niet opgelost, want de perspectieven voor winkels in stads- en dorpscentra zijn slecht. Wat ook helpt is dat er niet meer wordt gebouwd voor de leegstand. In Drente staat ondanks de leegstand nog 45.000 m2 winkelvloeroppervlakte gepland. Het lijkt zo simpel: bij winkelleegstand niet meer bijbouwen. Maar tot bestuurlijk Drenthe is deze logica blijkbaar nog niet doorgedrongen. En blijven de projectontwikkelaars met hun achterhaalde plannen de politiek bestoken.

Leegstand in Noordhollandse winkelstraten. Tijd voor een plan!

Gemeenten kampen met leegstand van winkels. Wat te doen? Klanten winkelen nu eenmaal anders, en het gedrag van het winkelend publiek valt slecht te sturen. Winkelstraten worden opnieuw ingericht en winkels worden op een kluitje geconcentreerd. Het is de vraag of de ontwikkeling van al die plannen onderhand niet ook onderdeel van het probleem is. Ze vertragen de neergang, maar bieden geen oplossing. Waar blijven de starters met nering anno 2016? Waar blijft het plan om beeldbepalende winkels tot cultureel erfgoed te bestemmen? Waar blijft het Deltaplan voor de middenstand die het water tot aan de lippen gestegen is?

Gemeenten zoeken oplossing voor problemen van winkelcentra. Hoogeveen

Winkelcentra in middelgrote steden zouden te klein voor een tafellaken en te groot voor een servet zijn. Dat waren ze vroeger niet, dus de vraag is waarom het komt dat dat dat nu wel zo is. Centrummanager Kees Raven ziet voor Hoogeveen in concentreren en indikken een oplossing voor de winkelleegstand en de dalende bezoekersaantallen. Hoogeveen doet mee aan het Europees kennisuitwisselingsproject RetaiLink dat een looptijd van twee jaar heeft. Een gemankeerde naam omdat Retail Link een merk van Wal-Mart is. Winkeliers en gemeente doen volgens een bericht van de gemeente ook mee aan het platform De Nieuwe Winkelstraat, een kennis- en netwerkcentrum dat werd opgericht naar aanleiding van het onderzoeksprogramma Shopping 2020. Urgentie van winkelleegstand en teruglopende bezoekersaantallen wordt beseft. Als de deelname van gemeenten aan dit soort programma’s illustratief is, dan komt het wel goed. In 2020 of in een verre toekomst.

Waarheen met de binnensteden? Leegstand en horecaïsering. Ziet het openbaar bestuur de urgentie?

Leegstand in de binnensteden. Het is al een kleine 10 jaar aan de gang. Zoals in Groningen en andere steden. Wellicht op Utrecht, Amsterdam en een enkele stad na. Wat doen de lokale overheden om winkels die soms al tientallen jaren bestaan te helpen? Uiteraard kan het openbaar bestuur de bedrijfsvoering niet overnemen. Die kennis heeft het niet en het is geen kerntaak. Maar wel kunnen gemeenten bijsturen met het parkeerbeleid, openbaar vervoer, het verlagen van gemeentelijke belastingen of het aantrekkelijk maken van de binnenstad.

De voorkeur van de consument is veranderd en door de crisis heeft die sinds 2008 minder uit te geven. De webwinkels zijn in opkomst. Beseffen lokale overheden voldoende wat een verarming het is als goed geleide en gediversificieerde winkels hun deuren moeten sluiten? Winkels zijn net als kerken, industriële gebouwen, voetbalstations of publieke omroepen cultureel erfgoed. Niet alles hoeft bewaard te blijven om doorgegeven te worden aan de volgende generatie, maar nu lijken steden door winkelsluitingen door de bodem te zakken.

Horecaïsering van de detailhandel is hetzelfde spookbeeld als leegstand. Dat laatste is minder verhullend dan de ontelbare espressobars, broodjeszaken, cafés, kroegen, fastfoodzaken, kiosken en koffiehoeken in elke gevestigde detailzaak die steden overspoelen met voedsel en drank. Wat nu ontbreekt is dat de steden de urgentie inzien en constateren dat horecaïsering en leegstand twee aspecten van hetzelfde probleem zijn.

Colleges en gemeenteraden dienen te beseffen dat zowel het evenwicht tussen soorten detailzaken als het tegengaan van leegstand essentieel is om de binnensteden leefbaar te houden. Als de lokale politiek zegt dit serieus te nemen, dan dient het te handelen. Niet door nieuwbouw of grootse vastgoedprojecten, maar door gunstiger voorwaarden te creëren voor de traditionele detailhandel. Dit beleid dient ook niet door een wethouder Economie, Vastgoed of Woningbouw, maar door een wethouder Cultuur gecoördineerd te worden.

Bepaal een bovengrens voor het aantal horecazaken en verzin een list die de ondernemingszin van de VVD combineert met het sociale gezicht van de PvdA en de culturele belangstelling van D66. Maak afspraken met verhuurders en nodig kunstenaars, designers, allochtone of jonge ondernemers uit om horecaïsering en leegstand van binnensteden niet verder te laten toenemen. Ontwikkel een langetermijnstrategie van generieke maatregelen om die voor de toekomst terug te dringen. Consumeren en vreten is een lege, hoewel intens populaire bezigheid, maar hier gaat het om het kopen van primaire levensbehoeften. Ook dat is cultuur.

Sluiting boekhandel Schiedam. Binnensteden ‘ontwinkelen’. Dus?

In Schiedam wordt boekhandel Van Leeuwen gesloten die 99 jaar bestaan heeft. Reden? In de eerste plaats de economische crisis waardoor mensen minder te besteden hebben, de internetwinkels die steeds meer marktaandeel voor hun rekening nemen en de binnenstad van Schiedam die niet meer aantrekkelijk zou zijn om er te winkelen. ‘Straks is het ongezellig in de binnensteden omdat alle winkels vertrokken zijn‘, zegt eigenaar Jenske van der Linden-Dijkerman. Mogelijk geldt dat niet de binnenstad van steden als Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag die juist aan aantrekkelijkheid winnen, maar wel de kleinere steden. En in dorpen verdwijnt vaak de laatste kruidenier. Bedrijvigheid is altijd in beweging, maar het is opvallend dat de landelijke en lokale overheden het verdwijnen van winkels tamelijk schouderophalend laten passeren. Dom? 

Dagelijks brood niet op zondag in Goes. Zo beslist minderheid

Naamloos

Opnieuw onrust over winkels op zondag. Deze keer in Goes. Laatst verdedigde wethouder Bob Duindam (D66) van Woerden de zondagsrust. ‘Dichtzijn op zondag is van deze tijd, zo meende hij in pragmatische wijsheid. Gedwongen sluiting is vooral symboolpolitiek omdat benzinestations en supermarkten of winkels in naburige gemeenten wel open zijn. Zondagsluiting is een illusie waarvan iedereen weet dat die niet te realiseren is.

Nu is er een andere stad in de Bijbelgordel waar dit onderwerp de lokale politiek bezighoudt. Zo niet gijzelt. Merkwaardig is dat het opnieuw om een kleine minderheid gaat die een meerderheid haar wil oplegt. Of moeten we zeggen een meerderheid die zich de wil laat opleggen door een minderheid? Hoe kan deze zo beslissend zijn? In Woerden behaalden de partijen die een speerpunt maken van de zondagsrust, SGP en ChristenUnie bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 samen 11,6% en in Goes 13,7% van de stemmen. Hoelang laten partijen als D66 of VVD zich nog lenen voor dit soort achterhoedegevechten?

bakk

Foto 1: Schermafbeelding van petitie ‘Zondagsopening voor ‘In de Bakkerij’’. Tekenen kan hier.

Foto 2: Schermafbeelding van FB-pagina van In de Bakkerij Goes met aankondiging: ‘Omdat we iets te vieren hebben, zijn zaterdag & ZONDAG de kleine Spelt-, Ciabatta- en Meerzadenbroodjes in de aanbieding!

Zondagsrust in Woerden zorgt voor ongenoegen en dichte winkels

Vanwege de zondagsrust is wethouder Cor van Tuijl (ChristenUnie/SGP) van Woerden opgestapt. Hij bezocht op zondag 19 oktober als wethouder handhaving de winkel Bont & Blauw die open was. Dus in overtreding. Van Tuijl schold bij het verlaten de winkelier de boete kwijt. Dit zorgde binnen de coalitie en zijn fractie tot discussie. Met als uitkomst zijn aftreden omdat-ie het handhavingsbeleid doorkruist zou hebben. Maximaal drie supermarkten mogen in Woerden ’s zondags vanaf 12.00 uur gediende vier uur open zijn. Dat wordt door segmentering en loting bepaald. Handhaving valt niet mee. Zo is de verswinkel van Stadshotel Woerden zeven dagen per week open. Dichtzijn op zondag is van deze tijd, zo meent wethouder Bob Duindam (D66). SGP en ChristenUnie behaalden bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 3 van de 31 raadszetels (= 11,6%).

Boekhandel in Leek failliet. Economie zit tegen

Boekhandel Bronsema-Bosman in Leek heeft het niet gered. Grote klanten vielen weg. Het is afkicken voor eigenaar Gerard Bosman. Zoals voor alle middenstanders bij wie die de economische ontwikkeling tegenzit.