Nick & Simon presenteren hun album ‘Open’ in Museum de Fundatie

In Museum de Fundatie in Zwolle is de tentoonstelling ‘Open’ te zien. Uitgangspunt is het album ‘Open’ van het Volendamse zangduo Nick & Simon. Ze zetten deze tentoonstelling op poten. Het eerste exemplaar van hun nieuwe studio-album ‘Open’ werd bij de opening op 18 september uitgereikt aan museumdirecteur Ralph Keuning.

OPEN is vanaf vandaag zowel fysiek als digitaal verkrijgbaar via o.a. iTunes, Spotify, Bol.com en That’s Entertainment’, aldus de informatie op de site van Nick & Simon. En: ‘Op vrijdag 2 oktober vindt de live albumpresentatie plaats in de intieme setting van Rock- en Poptempel Paradiso Amsterdam. Begin deze maand bracht uitgeverij New Skool Media ook een unieke eenmalige editie uit van dé ‘Nick & Simon’, een glossy magazine.’ Nick & Simon stellen: ‘Open’ maakt de verbinding tussen muziek en beeldende kunst.’

Wat moeten we hier van vinden? Niets. We moeten hier niks van denken. De museumsector is precies zo krachtig en autonoom als het zelf wil zijn. David Bade/Tirzo Martha/IBB, Ard Doko, Lidy Jacobs, Joseph Klibansky, Danielle Kwaaitaal, Ans Markus, Ruud de Wild en Niels Smits van Burgst gingen ieder met één of meerdere songs uit het album ‘Open‘ van Nick & Simon aan de slag.

Is dit het begin van een nieuwe ontwikkeling, de albumisering van de museumsector? Naast de popup-musea en bedrijfsmarketing en bekende ondeskundige Nederlanders als curator -zoals Lotte Haagsma het in Metropolis noemde- kunnen Nick & Simon er nog wel bij met de presentatie van hun nieuwe studio-album ‘Open’ in Museum de Fundatie.

Bert Kreuk en de kunsthandel. Museum kan collectie helpen opwaarderen

1623776_577188122367369_935961249_n

Update 24 juni 2015: De Deens-Vietnamese kunstenaar Danh Vo moet binnen een jaar een nieuw kunstwerk leveren aan verzamelaar Bert Kreuk. Dat besliste de rechtbank in Rotterdam vandaag. Zie De Telegraaf

Update 3 september 2014: Bert Kreuk eist bijna 900.000 euro van kunstenaar Danh Vo, aldus RTLNieuws. Vo zou een werk niet geleverd hebben voor de tentoonstelling in het Haagse Gemeentemuseum in zomer 2013 wat volgens Kreuk wel had gemoeten. Waarom de zaak zo lang aansleept is onduidelijk. Kreuk zou het werk voor 350.000 euro hebben gekocht en meent dat hij imagoschade opgelopen heeft en winst miste omdat Vo het werk niet leverde. De rechter zoekt de zaak uit, maar vooralsnog lijken er nog vele onduidelijkheden over de ware toedracht te zijn. Kreuk werd vorig jaar verweten dat hij kunst en commercie vermengt. 

Eind oktober 2013 merkte Jeroen Bosch van Trendbeheer kritisch op dat verzamelaar Bert Kreuk van ‘Gemeentemuseum naar Sotheby’s‘ gaat. Feit is dat de ‘geslaagde ondernemer’ Kreuk (1964) ‘zich al vijftien jaar toelegt op het verzamelen van hedendaagse kunst’ en ‘het Gemeentemuseum Den Haag in de zomer van 2013 een staalkaart van de collectie Bert Kreuk toonde’. Aldus de toelichting van het Gemeentemuseum op de tentoonstelling ‘Grensverleggend’; werken uit de collectie Bert Kreuk‘ (Engelstalig: ‘Transforming the Known‘). Door Kreuk zelf samengesteld. Boschs kritiek werd gevoed door het bericht dat een aantal werken dat in Den Haag te zien was bij Sotheby’s in New York op 14 november onder de hamer kwam.

Don Thompson stelt in ‘Shock Art over ‘handel en hebzucht in de hedendaagse kunst’ de vraag of de manier waarop tentoonstellingen in musea tot stand komen wel eens uitgebuit worden door kunstenaars of verzamelaars. Hij geeft het voorbeeld van een werk dat op een tentoonstelling te zien was en vervolgens op een veiling ingebracht werd. The Doomsday van Huang Yong Ping. De veilingcatalogus vermeldde dat het in het Walker Arts Museum tentoongesteld was. Thompson veronderstelt dat de praktijk van tentoonstellen in een museum en aansluitende verkoop op een veiling een opdrijvend effect op de prijs kan hebben.

Nu is er in Londen de veiling ‘Just Now; Curated by Bert Kreuk van werken uit de collectie Kreuk. Niet zomaar een veiling, maar een verkooptentoonstelling (selling exhibition). Opvallend overeenkomstig gebruiken zowel het Gemeentemuseum als Sotheby’s de naam ‘Bert Kreuk‘ als ondertitel. In de publiciteit wordt de verzamelaar ‘Bert Kreuk‘ als merk gepresenteerd. In gesprek met Sotheby’s Abigail Esman ontkent Kreuk dat ‘Transforming the Known‘ iets met verkoop en handel te maken had. Het ging over zijn persoonlijke reis met hedendaagse kunst. Die reis gaat samen met refining en updating om de collectie niet aan focus te laten verliezen, aldus Kreuk. Ofwel, aankoop en verkoop. In verkooptaal van Sotheby’s: ‘For Kreuk, collecting art is part of an educational journey and his faith in the on-going relevance of conceptual art underpins this exhibition.’

In de pers klonk naar aanleiding van de veiling van 14 november in New York kritiek. Op Villa Repubblica was Bertus Pieters teleurgesteld: ‘(..) nu blijkt dat de tentoonstelling deels als uitstalkast fungeerde voor werk dat weinig maanden later ter veiling aangeboden zou worden. Het is daarmee pijnlijk te moeten constateren dat de marktwaarde van op zijn minst een aantal van de getoonde werken belangrijker is dan de eerder door Kreuk zo benadrukte ideële en esthetische waarde van de werken.’ Naast het kritische Trendbeheer gaf Domeniek Ruyters op 29 oktober 2013 in Metropolis M zijn opinie: ‘(..) het Gemeentemuseum Den Haag zich bewust of onbewust heeft laten gebruiken voor de persoonlijke belangen van zo’n nieuwe rijkaard (..)’ en ‘Het gemak waarmee vermogend Nederland bezit neemt van publieke instellingen, begint in het oog te springen.’

Eind oktober 2013 reageerde Kreuk in bijna identieke bewoordingen op Trendbeheer en Metropolis. Maar hij geeft z’n critici onbewust munitie in handen: ‘Feit is dat verzamelen een heel bevredigend, maar ook een zeer persoonlijk proces is, waarbij ik financieel regelmatig grote risico’s nam door al mijn geld in kunst te steken.‘ Hieruit blijkt het directe verband tussen verzamelen en handel. Kreuk ontkent dat werken die op een veiling in New York (of Londen) worden ingebracht ‘plotseling meer waard zijn geworden‘, dit ‘is op z’n minst een zeer naïeve gedachte en een erg aandoenlijke visie.’ Een stil verwijt aan z’n critici dat ze de wereld niet kennen.

Wat is de slotsom? Kreuk kan wel beweren dat het voor de waarde van de werken niets uitmaakt of ze eerst in een museum zijn tentoongesteld, maar hij heeft de schijn tegen als Sotheby’s dat in de publiciteit benadrukt. Het had ongenoemd kunnen blijven. Sotheby’s had ook na kunnen laten om de verzamelaar ‘Bert Kreuk‘ als merk centraal te zetten bij de verkooptentoonstelling ‘Just Now‘ om zich uitsluitend te richten op de werken en de kunstenaars. Maar zo werkt de kunsthandel niet. Het is naïef om dat te ontkennen, maar even naïef is het om verband tussen tentoonstellen en verkoop te ontkennen, zoals Kreuk doet. Er bestaat verband tussen de tentoonstelling ‘Grensverleggend’; werken uit de collectie Bert Kreuk‘ in het Gemeentemuseum en ‘Just Now; Curated by Bert Kreuk‘ bij Sotheby’s. Dat verband kunnen Nederlandse musea zich maar beter vooraf realiseren als ze hun afweging maken over het aanbod van een verzamelaar die dolgraag een collectie toont.

Foto: Danh Vo, Alphabet B, 2011. Just Now curated by Bert Kreuk, Sotheby’s London, 2014.

Zwarte-kousen-liberalisme

Lang geleden zagen we ze ’s zondags lopen. In dat Zeeuwse havenstadje. Achteraf zie ik er de massa uit Metropolis van Fritz Lang in. Niet op weg naar de fabriek, maar naar de kerk. Er werd geen woord gesproken, de hoofden gebogen. Groepen van meer dan tien personen, met dezelfde onderlinge lengteverschillen als de Daltons. Wij kinderen uit een liberaal milieu vonden het fascinerend en angstaanjagend. We noemden ze de zwarte kousen.

Het beeld van stappende families draag ik al jaren met me mee. Daaronder ook mensen die mijn ouders goed kenden, maar ons op zondag niet mochten groeten als we ze op straat tegenkwamen. Sommigen boden er door de week hun excuus voor aan. Natuurlijk begrepen we dat. Religie. Contact werd onmogelijk door groepsdwang. Zoals het nu heet. Ooit gingen de kerkdeuren op slot en wachtte de zondaar een donderpreek. Of werd na zijn leven het levenloze lichaam de Waarheid gezegd. Vrouwen telden zelfs als afvallige niet mee.

In november 2010 sprak D66-voorman Alexander Pechtold op een congres van zijn partij zijn vrees uit dat de VVD op weg was naar het zwarte-kousen-liberalisme. SGP-er Kees van der Staaij vatte dat op als een belediging. SGP-voorlichter en spindoctor Menno de Bruyne betichtte de vrezende Pechtold er zelfs van ‘eigenlijk een hondsbrutale opmerking’ te maken. De SGP-ers lijken geraakt in hun ziel. Waarom eigenlijk?

Pechtold zei: Maar vergeet ook niet, naast gedoger eerste klasse staan buiten beeld de gedogers tweede klasse: de mannenbroeders van de SGP. Daarmee is de VVD op weg naar het ‘zwarte-kousen-liberalisme’. In de jacht op de macht heeft deze partij zich in 2010 uitgeleverd: én aan een partij die de vrijheid van godsdienst betwist én aan een partij die de gelijkheid van man en vrouw betwist. In 2010…

Doorgaans ben ik het oneens met Pechtold. Maar deze keer niet. Hij veinst weliswaar verontwaardiging door te zeggen dat-ie zich zorgen maakt de liberale bondgenoot VVD te verliezen, maar heeft onmiskenbaar beet. Pechtolds observatie is het gevolg van de afslag die Mark Rutte onder druk van zijn partij heeft genomen. Niet naar het midden, maar naar rechts. Niet naar Groen, maar naar Oranje. Niet naar liberalisme, maar naar conservatisme. Nu zit Rutte klem in de onmacht van de macht.

Binnen de SGP zijn meerdere stromingen. Verzuilers tegenover Van Rulerianen. Theoloog Arnold van Ruler was tegen isolatie. Hij zag niets in de oprichting van christelijke organisaties en ging voor godsdienstige en nationale eenheid. Kerk en staat behoren van twee kanten nauw samen te hangen, tot en met overheidssubsidie voor de kerk. Dat idee van theocratie is nog steeds leidend binnen de SGP en staat in het beginselprogramma. Hoewel de partij adviseert het woord theocratie niet te gebruiken. Met de gedoogpositie tweede klasse zoekt de SGP steun voor het handhaven van de uitzonderingspositie.

De huidige VVD oogt verloren. Law and order is het enige authentieke wat rest uit de onderbuik van de partij. PVV en SGP blokkeren elke hervorming. Behalve het PVV-voorstel het koningshuis te moderniseren. Het CDA is zielloos. Met tegenzin stemde ik voor de kleine ramp om met Job Cohen geen grote ramp te krijgen. Maar nu neemt de kleine ramp de vorm aan van zwarte-kousen-liberalisme. David Cameron gaat niet mee in de rancune tegen kunst. Mark Rutte duikt en zwijgt. Zwarte kousen sloffen de VVD binnen. Zelfs door de week.

Foto: Kerkgangers in Staphorster streekdracht, ansichtkaart, circa 1905

Metropolis: suiker of vergif?

Metropolis is een half gelukte stomme film. Waar moeten we beginnen iets over een icoon uit 1927 te zeggen? Door Lotte Eisner, Luis Buñuel, Stephen Jenkins en regisseur Fritz Lang is al zoveel gezegd. François Truffaut pakt in een van zijn films -was het La nuit Américaine?- een stapeltje boeken uit bruin knisperend pakpapier. Waaronder een monografie over Fritz Lang. Was dat rond 1967 toen Fritz Lang een regisseur speelde in Le Mépris van Jean-Luc Godard?

I. Metropolis ging in januari 1927 in première in het Berlijnse UFA Palast am Zoo. De versie van 2 uur werd vlak daarna ingekort. De ontvangst was niet positief en bracht de UFA-studio op de rand van de afgrond. In het kader van het Berlijnse Filmfestival, de Berlinale, werd op vrijdag 12 februari 2010 in Frankfurt een nieuwe versie van Metropolis vertoond met live orkestmuziek. Metropolis is van Fritz Lang. Metropolis is van Thea von Harbou. Metropolis is van de UFA-studio. Metropolis is van de Weimarrepubliek. Metropolis is van Duitsland. Metropolis is van de cinefiele filmwereld. In elk geval is Metropolis twee films.

II. In Argentinië was filmmateriaal uit de oorspronkelijke versie gevonden dat jaren ontbrak. De oplossing van de filmhistorische puzzel werd aanleiding voor een feestje. De Duitse Bundesminister van kunst verleende prestige aan de avond. Of gaf Metropolis prestige aan de bestuurders, waaronder de Oostenrijkse minister van kunst? Want Fritz Lang was immers van geboorte Oostenrijks.

Opmerkelijk wat hedendaagse bestuurders op Metropolis projecteren. Alsof het een geslaagde film is. Alsof het een radicaal meesterwerk is. Da’s het maar voor de helft. Is Metropolis de bom die nooit een bom is, maar wordt aangekleed als bom om vervolgens gedemonteerd te worden als heldenstuk? Kunst op afstand is het perfecte vehikel voor bestuurders. Een hedendaags radicaal kunstwerk komt te dichtbij en valt moeilijker te sturen.

III. De sentimentaliteit van Hoofd (kapitaal) en Handen (arbeid) dat door het Hart (plan) verzoend wordt door een Bemiddelaar. Dat klinkt symbolistisch. Dramaturgie die ook in 1927 ongeloofwaardig was. Metropolis eindigt als naïef verhaal dat ver afstaat van de realiteit. Later herinnerde Lang zich dat iedereen in die dagen sentimenteel en uitbundig van emotie was. Deze sentimentele symboliek wordt aan Thea von Harbou, Langs toenmalige echtgenote en scenariste toegeschreven. Het maakt de film voor een hedendaags publiek zwaar verteerbaar.

Het verhaal gaat als volgt. Uitvinder Rothwang en de leider John Frederson begeerden ooit dezelfde vrouw. De overleden moeder van Freder. Rothwang heeft dat nooit kunnen verkroppen en zweert wraak op John. Als deze bij hem aanklopt om help om de arbeiders in de benedenstad te controleren ziet Rothwang zijn kans schoon. Hij boetseert het beeld van de religieus aandoende Maria over de robot die hij ontwikkelt. Zo ontstaat de Maschinen-Maria die de arbeiders misleidt en ze opzet tot opstand. Rothwang raakt John Frederson doordat dankzij de Maschinen-Maria en de opstandige arbeiders diens stad vernietigd wordt. In wezen wordt slechts de kernmachine vernietigd en loopt de benedenstad onder water. De echte, charismatische Maria loopt in allerlei opzichten achter de feiten aan.

In Freders ogen wordt de kernmachine die de benedenstad aandrijft getransformeerd tot een Moloch, de afgod aan wie de arbeiders worden geofferd. Als machines sjokken de arbeiders in het gelid met gebogen hoofd de afgrond in. De arbeiders zijn geen menselijke individuen, maar machines.

De opstand breekt uit door een keten van gebeurtenissen met als motivatie de persoonlijke relatie tussen mensen. Het sentimentele aan het verhaal werkt op verschillende niveau’s: karakterisering, stijl en verhaallijn. Men kan nog verder gaan: Metropolis is kitsch. Acteurs acteren uitbundig en vol emotie en de karakters zijn uitvergroot. Maria is niet goed, maar is Het Goede. Het zijn stereotiepen zonder menselijkheid. Dit past bij dat naoorlogse tijdperk.

Het einde is onwaarachtig omdat de wereld niet symbolisch in elkaar zit. Wie denkt dat in het Duitsland van 1926 of in een toekomstvisie een bemiddelaar het kapitaal kan verzoenen met de arbeid spiegelt het publiek een schijnwereld voor. Da’s geen realiteit, maar escapisme dat uitgaat van een motto, dat niets met de verbeelding van de echte wereld te maken heeft. Dat laatste hoeft geen bezwaar te zijn. Het is toch een kunstwerk met een eigen werkelijkheid?

IV. Een kunstwerk als Metropolis moet allereerst op eigen interne logica beoordeeld worden. Dat gaat om vragen hoe onderdelen samenhangen, hoe overtuigend en geloofwaardig een en ander wordt getoond en wat de diepere intentie van het kunstwerk is om op de wereld te reflecteren. Metropolis is ook techniek en overrompelende visualisering. Metropolis is een blik in de toekomst in de stijl van de jaren ’20 (vdve). Verdiende Fritz Lang in Parijs in 1914 niet de kost als beeldend kunstenaar, de man met de artistieke flair van de Wener? Luis Buñuel vond het verhaal triviaal en romantisch, maar ook een film met prachtige fotografie. Twee tegengestelde elementen onder een dak, zuivere lyriek en irritante anecdotiek.

Metropolis is al met al een belangrijke film in de filmgeschiedenis. Het heeft de weg geopend voor een heel genre van science fiction films, evenals de city-symphonies. Metropolis heeft kwaliteiten, maar ook gebreken. Het feit dat de film geen eenheid wordt valt te herleiden tot de verschillen in inzicht van betrokkenen, de angst te veel van het publiek te vervreemden en de productieomstandigheden van een dure studioproductie met complex teamwork en technische hoogstandjes. Metropolis verdient lof, maar het begrip voor de film is ermee gediend dat haar zwakke kanten worden genoemd.

Foto: Brigitte Helm in Metropolis