Goede bedoelingen van Duitse ontwikkelingsbank KFW staan de realisering van gelijkheid in de weg omdat het ongelijkheid verhult

KFW of ‘Kreditanstalt für Wiederaufbau‘ is een Förderbank of publieke ontwikkelingsbank. Op landelijk niveau kanaliseert deze gespecialiseerde bank in Duitsland publieke middelen via speciale kredietprogramma’s. De bedoelingen zijn goed, maar het lijkt er toch op dat de werkelijkheid van samenleving en arbeidsmarkt in deze video niet evenwichtig wordt voorgesteld. De marketing en de goede bedoelingen gaan met KFW op de loop.

Uiteraard is het een prima initiatief om gehandicapten ‘in te sluiten’. Dat is de kritiek niet. Maar hoe naïef is het niet om een spreker te laten zeggen dat ‘men in het leven alles kan bereiken, met of zonder handicap’? De manager personeelszaken vindt het allemaal zeer indrukwekkend. Het idee van een meritocratie ligt aan deze uitspraak ten grondslag. Dat is een maatschappij waarin afkomst en achtergrond niet van belang zijn voor iemands sociaal-economische positie. Willen wordt kunnen, en kunnen wordt bereiken. KFW claimt dat gelijkheid nu al bereikt is. Dat wil zeggen dat er volgens KWF een maatschappij zonder ‘glazen plafonds’ voor vrouwen, homoseksuelen, gehandicapten, 50-plussers, mensen met een donkere huidkleur of een Arabische naam bestaat. Het ‘old boys’-netwerk zou zijn opgeruimd zodat iedereen dezelfde uitgangspositie heeft.

Het is prima om te streven naar gelijkheid van werknemers. Maar het risico is dat als men claimt dat die gelijkheid bereikt is zonder dat die echt bereikt is, men als opinieleider aan wensdenken en verhulling van de werkelijkheid doet. Zodat de urgentie wordt afgezwakt om onrecht en ongelijkheid aan te pakken. Die foute beeldvorming staat de realisering van gelijkheid in de weg omdat het de huidige ongelijkheid verhult. KFW trapt in de valkuil van goede bedoelingen en bereikt het omgekeerde van waar het naar zegt te streven.

Foto: Still uit de videoInklusionstag Bonn 2019 – Die Kunst der Vielfalt’ van KFW met een tekst van Dhr. Kahawatte, geplaatst op het YouTube-kanaal van KFW op 4 november 2019. 

Het gbb-model kan helpen om te bepalen of iemand Nederlander is: geboorte, belasting, bijdrage. Het gaat niet om kleur of etniciteit

Laten we kort en duidelijk zijn. Er zijn slechts drie factoren belangrijk om te bepalen of iemand Nederlands is: 1) geboren zijn in Nederland; 2) belasting betalend in Nederland en 3) bijdragend aan de Nederlandse samenleving. The Guardian verwijst naar een vervolg van het This Sceptred Isle onderzoek uit 2012 naar identiteit, insluiting en immigratie dat uitwijst dat 70% van de Engelse bevolking deze uitgangspunten voor eigen land hanteert. Het onderzoek zelf is op dit moment nog niet via internet op te roepen en na te lezen, zodat een slag om de arm over de uitkomsten geboden blijft. Zo is het onduidelijk bij aspect 3 in hoeverre ‘contributing’ moet worden opgevat als ‘meebetalend’. Dit model is een stap in de richting van een modern Nederland dat het spreekwoordelijke Nederlandse egalitarisme corrigeert en uitbreidt naar de hele bevolking.

Uit deze drieslag valt ondanks alle historische en demografische verschillen tussen het VK en Nederland van alles af te leiden voor een afvinklijst die kan bepalen of iemand een Nederlander genoemd kan worden. En aanspraak kan maken op de rechten die daarbij horen. Te denken valt aan de volgende aspecten: iemands huidskleur, etniciteit, levensovertuiging of godsdienst is niet van belang; het belang van godsdienst en etniciteit wordt door de samenleving minder belangrijk geacht dan door de politici die bij herhaling de verschillen benadrukken (deze constatering is in lijn met het recente SCP-onderzoekDenkend aan Nederland’); geboren Nederlanders die via juridisch-fiscale routes belasting ontwijken (vermogenden, medewerkers van Nederlandse dependances van internationale bedrijven) kunnen niet langer als Nederlander worden beschouwd; in Nederland woonachtige burgers die zich niet constructief opstellen, maar het bestaan van Nederland ontkennen of verregaand relativeren kunnen geen aanspraak maken op het Nederlanderschap.

Dit gbb-model dat uitgaat van drie factoren geboorte, belasting en bijdrage biedt vele voordelen. Het kan het kaf van het koren scheiden binnen migratiegemeenschappen. Het kan de leden ervan helpen zich te bevrijden uit de sociale dwang van etniciteit, godsdienst en culturele tradities. Het kan goedwillenden insluiten en kwaadwillenden uitsluiten. Het ruimt oneigenlijke en oneerlijke maatschappelijke barrières op, maar pakt vervolgens voorrechten af van degenen die zich misdragen. Dat kunnen belastingontwijkende miljonairs zijn, criminelen of de spreekwoordelijke allochtone etterjochies die zich niet met Nederland verbonden voelen. Deze invalshoek gaat uit van een meritocratisch model waarin verdiensten ertoe doen, en niet de afkomst. Op dat aspect van de geboorte na dat een bodem van continuïteit en verhechting legt onder dit model.

Omdat er geen onderzoek naar gedaan is, is het onduidelijk welk deel van de Nederlandse bevolking dit gbb-model steunt. Het zal naar verwachting niet sterk afwijken van de Engelse cijfers van meer dan 70% acceptatie. Interessant is om te beredeneren hoe de zwakke regionale verbondenheid van Nederlanders, zoals bleek uit het SCP-onderzoek ‘Denkend aan Nederland’, van invloed is op de acceptatie van het gbb-model. Met wat nattevingerwerk lijkt het erop dat dit de acceptatie zal vergroten. Zo resteert mogelijk een acceptatie van 75-80%. We moeten oppassen om dat direct te vertalen naar de steun voor rechts-, en links-radicale partijen omdat zoals gezegd de bevolking meer eensgezind is dan politici het voorstellen. Voor de duidelijkheid: alle politici, ook die van de middenpartijen. De steun bij de laatste twee verkiezingen voor Provincie en EU voor de radicale partijen SP, FvD en PVV was gemiddeld 22,5% en dat past evenwel perfect binnen deze bandbreedte.

Foto 1: ‘Benno Tempel, Remy Jungerman en Iris Kensmil voor het Nederlands paviljoen (foto Gerrit Schreurs)’. [Kensmil en Jungerman zijn beeldende kunstenaars van de Nederlandse inzending aan de Biënnale van Venetië 2019; Tempel is de curator].

Foto 2: ‘Liza van der Most (C) of the Netherlands celebrates victory with team mates during the UEFA Women’s Euro 2017 Quarter Final match between Netherlands and Sweden at Stadion De Vijverberg on July 29, 2017 in Doetinchem, Netherlands.

Halberstadt herdenkt Friso. Telt afkomst in de dood niet?

Oranjepropaganda laat ik graag aan me voorbijgaan. Dat gaat vanzelf. In een pluriforme samenleving heeft iedereen de gelegenheid om zich op een positieve en opbouwende wijze te verbinden met gelijkgezinden. Sorry dat dit wat klef klinkt. Toch is het af en toe wel verkwikkend om te bijten, te schamperen of te spotten. Is afzetten tegen de ander van die andere groep immers niet een onlosmakelijk onderdeel van positieve discriminatie? Dat doen we allen op onze tijd. Uiteraard met mate. Als dat afzetten een gewoonte wordt, dan verkeert het in rancune en haat. Het moet wel aangename spot blijven om er zelf niet in verstrikt te raken.

Familievriend van de Oranjes Victor Halberstadt is het ideale doelwit voor spot. Eric Smit schreef gisteren een kostelijk commentaar onder de titel ‘Het geval Victor Halberstadt‘ op FTM. Hij beschrijft een omhooggevallen koekenbakker die vaardig als geen ander in dienst van de elite achter de schermen weet te ritselen. Daarom kan-ie ‘familievriend’ van de Oranjes zijn. Ook nog eens om ondoorgrondelijke redenen sociaal-democraat.

De dienst voor prins Friso heb ik gemist. Of beter gezegd, het was niet eens tot me doorgedrongen dat er zo’n dienst was totdat ik het stuk van Smit las. Dat bracht me op het spoor van het fragment. Ik meen dat niet ongemerkt kan blijven hoe onthullend het is. Niet alleen vanwege de bijzondere uitspraak van het Engels -‘taken for grented’- van familievriend Halberstadt, maar vooral om wat-ie zegt over Friso. Want deze prins geloofde sterk in het idee van meritocratie, zo zegt Halberstadt. Da’s dus een samenleving waarin afkomst en status van je familie geen rol spelen. Begrijpt u het? Nou ik niet. En volgens mij familievriend Halberstadt evenmin. Maar deze welsprekende ritselaar en regelaar van de elites praat zoals-ie denkt dat-ie van die elites moet praten. En da’s ongewild komisch. Zo komisch dat het aan de menselijke zwakte en de tragiek grenst.