De memo is vrijgegeven door president Trump, in weerwil van het uitzonderlijke verzoek van de FBI om dat niet te doen in verband met het vertrouwelijke karakter ervan. Het draait om het zogenaamde Steele-dossier van de Britse spion die zegt dat hij ‘wanhopig was dat Trump president werd en er gepassioneerd over was dat hij geen president was’. Dat is volgens de Republikeinen de kern ervan waarmee ze willen aantonen dat het onderzoek van de FBI gebaseerd was op anti-Trump sentimenten. Maar Steele was als Brit niet zozeer een partijpolitieke tegenstander van Trump. Hij had als Rusland-specialist het sterke vermoeden dat Donald Trump ‘gerund’ wordt door het Kremlin en het daarom vanwege de nationale veiligheid van de VS niet gewenst was dat hij president werd. Overigens was het Rusland-onderzoek al gestart voordat Steele via het FISA-verzoek in beeld kwam bij de FBI. Paragraaf 5 maakt dat duidelijk en ontkracht de Republikeinse claim dat het Rusland-onderzoek gekleurd is. Daarnaast zijn alle verantwoordelijke functionarissen Republikeins.
Democraten noemen de memo een nothingburger of dud dat niet het effect heeft dat Trump, Devin Nunes en Republikeinse hardliners in het Huis voor ogen hebben. Als het al een slimme actie was die door meer werd ingegeven dan wanhoop. Toch heeft Trump even verwarring weten te zaaien. Maar hij heeft ook de FBI en het ministerie van Justitie tegen de haren ingestreken en tegenkrachten gemobiliseerd. Dat is zonder precedent.
Het valt niet makkelijk in te zien dat de publicatie ervan Trump enig respijt geeft om zich te ontworstelen aan het onderzoek van speciale aanklager Robert Mueller. Zelfs als Mueller via een bijltjesdag op het ministerie van Justitie ontslagen wordt, dan wachten Trump en zijn omgeving aanklachten op staatsniveau. Bijvoorbeeld in de staat New York. De memo is een wanhoopsoffensief waarmee Trump zijn laatste reserves verbruikt.
Foto: Tweet van James Comey, 2 februari 2018.