Dadakademia profileert zich als eerste kunst en filosofie academie in Leiden. Wat zegt dat over de positie van het hoger onderwijs?

Studio Moio in Leiden kan niet verweten worden niet creatief met taal om te gaan. Het grossiert in termen die net naast bestaande termen van het reguliere onderwijs grijpen. Zoals de ‘MBO UniverCity’ of ‘Dadakademia’. Het is geen onderwijsinstituut maar een sociale onderneming. Het pretendeert veel, maar zou uiteindelijk best helemaal niets kunnen zijn. Veel vorm, weinig inhoud. Zeker weten doen we echter niet. Dat geeft er de spanning aan. Studio Moio rekt de eigen gravitas op door zich geaccepteerde termen aan te meten. En vangt zo losjes subsidie van de gemeente Leiden. Die bewuste begripsvervaging is grappig en verwarrend tegelijk.

Studio Moio presenteert de Dadakademia als ‘Kunstacademie’ op mbo en vmbo niveau. In dit project komen verschillende maatschappelijke en educatieve ontwikkelingen samen: afgenomen prestige en macht van de universiteiten, anti-intellectualisme, animositeit tegenover deskundigheid en wetenschap, vervlakking en afgenomen kwaliteit van het onderwijssysteem, commercialisering en versnippering van het onderwijs, oneigenlijk gebruik van de kunsten dat in strijd is met de elementaire functies ervan en de emancipatie van het middelbaar beroepsonderwijs dat omgekeerd evenredig is met de deëmancipatie van het hoger onderwijs.

Foto: Schermafbeelding van ‘Dadakademia, de eerste kunst&filosofie academie in Leiden…’ van Studio Moio, 24 mei 2020. 

Student, leerling of deelnemer? Taalverandering biedt geen oplossing voor problemen die MBO’ers voelen

Update 20 oktober 2018: Ik overweeg om bij de provinciale verkiezingen op GroenLinks te stemmen. Niet uit liefde, maar omdat andere partijen nog beroerder zijn. Maar een voorstel van kamerlid Zihni Ozdil brengt me sterk aan het twijfelen over de manier waarop er binnen GreonLinks politiek wordt bedreven. Hij stelt voor om MBO’ers een Engelstalige titel te geven bij hun ‘afstuderen’. Dat lijkt me een dom voorstel. Ozdil profileert zich ermee, maar naar mijn idee op een manier die negatief afstraalt op zijn partij. Is dit een electoraal opzetje om de steun voor de partij te verbreden door lageropgeleiden die nu op SP of PVV stemmen naar de mond te praten? Is dit een onderwerp waar deze partij zich mee wil profileren? Omdat MBO-ers ‘student’ worden genoemd moeten ze bij ‘afstuderen’ een titel krijgen. Bestudeert het kader van GroenLinks de logica van de domheid? Geef MBO’ers een goed loon, respect en niet extreem veel werkdruk. Een titel is bijzaak. 

Er is een debat ontstaan in reactie op de wens van MBO’ers om gebruik te kunnen maken van faciliteiten van studenten. Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB) wil dat mbo’ers in de wet voortaan ‘studenten’ worden genoemd volgens een bericht van de NOS. Roosmarijn van de JOB zegt ‘omdat MBO’ers niet als student worden gezien’ het volgende: ‘Het geeft mbo’ers het gevoel dat ze niet op het gelijke niveau zitten als andere studenten en dus geen aanspraak kunnen maken op dezelfde dingen.’ Een gevoel als argument dus.

Hiermee zijn we weer helemaal in 2018 aangeland. Roosmarijn voelt zich tekort gedaan. Nederland is een egalitaire samenleving, maar dat wil nog niet zeggen dat alle inwoners en alle opleidingen gelijk zijn. Want dat zijn ze niet. Hoewel er op universiteiten pretstudies zijn waarvan het een raadsel is dat ze vanuit een universiteit worden gegeven. Maar maatschappelijke verschillen bestaan. Door dat in de taal te ontkennen, gaan die verschillen nog niet weg. Integendeel, ze worden juist toegedekt. De oplossing zit hem dus niet in de taal, maar in het wijzigen van de gebruikmaking van faciliteiten voor allen die een opleiding volgen.

Door oorlog vrede te noemen is de oorlog niet verdwenen. Zinvoller is het om oorlog juist wel oorlog te noemen en eraan te werken dat die verandert in vrede. Zo is het ook met het woord ‘student’ voor MBO’ers. Niet doen. Want voor welke probleem is dat de oplossing? Mijn reactie op de FB-pagina NOSop3:

Geef MBO’ers de faciliteiten en de voordelen die studenten hebben, maar noem ze geen studenten. Want dat zijn ze niet. Evenmin als HBO’ers trouwens. Ook die zouden geen student genoemd moeten worden. Het oprekken van een benaming lost verschillen niet op. Zo wordt begripsverwarring de oplossing voor een probleem dat in de kern niet opgelost wordt. Maar omzeild wordt door een MBO’er of HBO’er ’student’ te noemen.

Ooit was de benaming student voorbehouden aan iemand die aan een universiteit studeert. Nu worden ook leerlingen op een middelbare school of MBO-opleiding student genoemd.

Overigens geldt eenzelfde soort ontwikkeling voor onderwijsgevenden. De benaming ‘docent’ was ooit voorbehouden aan de universiteit, maar de leraren aan een middelbare school worden nu ook docent genoemd.

Dat is niet ‘fout’, want een taal is continu in beweging en reflecteert op maatschappelijke veranderingen. Hoewel deze verandering ‘student/docent’ die van universiteit naar middelbare school is doorgesijpeld niet van onderop, maar vanuit de onderwijskoepels lijkt te zijn opgelegd. Dus men kan zich afvragen hoe organisch deze taalverandering is.

Wat resteert is het woord ‘student’ dat vele vlaggen dekt. Niet op voorhand is duidelijk naar wie en welke opleiding het verwijst. Dat is onhandig en valt op te vatten als taalverarming.

Foto: Schermafbeelding van FB-postingOp de universiteit krijg ik veel meer voordelen dan op het mbo’ van NOSop3, 11 mei 2018.

Award voor de sympathiekste beveiliger gaat naar …..

Het ROC Koning Willem I College in Den Bosch heeft iets met ‘Awards‘. Het YouTube-kanaal van het Koning Willem I College telt 21 maal een ‘Award genomineerde 2013‘. Er zijn drie categorieën: ‘Community‘, ‘Vakmanschap‘ en ‘Innovatie‘. En er is ‘de belangrijkste van alle awards: de Award voor de Student van het Jaar 2013.‘ Grappig is dat de school via een Award voor de eigen leerlingen zichzelf in het zonnetje zet. Het is niet de enige Award die om twijfelachtige redenen met een hoog WC-Eend gehalte aan zichzelf wordt geschonken.

De ontwapenend sympathieke Pieter van Wijnen heeft niet gewonnen. Opvallend leert-ie ons in het filmpje dat het bij particuliere beveiliging vooral draait om empathie en gevoel: ‘Binnen de beveiliging gaat het niet specifiek om de actie die je graag wilt. Het gaat erom dat je de mensen een veilig gevoel wilt geven en dat je mensen kunt helpen.’ Aangenomen dat Pieter verwoordt wat ‘m is geleerd zet dat het beroep van particuliere beveiliger in een opvallend daglicht. Het gaat niet om actie, maar om reactie. Met die lessen die ze van school meekrijgen moeten particuliere beveiligers het doen. Met die kennis kunt u op straat ook uw voordeel doen.

Pieter

Foto: Pieter van Wijnen (particuliere beveiliging) krijgt nominatie opgespeld. Koning Willem I College, Den Bosch. 2013.

Mauro Manuel is instrument van politieke strijd

Het CDA pleit ervoor om de 18-jarige mbo’er en uitgeprocedeerde asielzoeker Mauro Manuel een studievisum te geven. Politici van andere partijen vinden dat eerder een oplossing voor het CDA, dan voor Mauro. Want als-ie al een studievisum krijgt moet-ie over twee jaar alsnog weg. Terug naar zijn land van herkomst Angola.

Volgens de regels van de  Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) is de kans klein dat Mauro een studievisum krijgt omdat-ie niet aan de voorwaarden voldoet. Voor mbo’ers geldt dat een visum alleen afgegeven kan worden als Nederland het meest aangewezen land is voor de mbo-opleiding ICT die Mauro bij het ROC in Eindhoven volgt. Maar zo’n opleiding bestaat ook in Denemarken.

Door de interne problemen van het CDA dat met 11 zetels nog nooit zo laag in de peilingen heeft gestaan wordt Mauro Manuel gebruikt voor politieke doelen. En zelfs als-ie een studievisum krijgt heeft-ie zijn zorgen erover uitgesproken of-ie het volhoudt. Want een studiehoofd zegt-ie niet te zijn. Dat dwingt hem in een richting en een studie die zijn hele bestaan op het spel zet. Da’s een grote druk.

Een van de CDA-dissidenten Ad Koppejan houdt anderen zijn ethische spiegel voor zonder echt te beseffen wat-ie aanricht. Deze houding is terug te vinden in het stuk dat-ie vorige week in de NRC met Paul Schenderling over het failliet van de politieke partijen publiceerde. In aanzet en analyse goed, maar in de uitwerking halfslachtig en tegenstrijdig. Zo gijzelen goede bedoelingen de praktijk.

Hoe moet het nou verder met Mauro? Het verlenen van het studievisum lijkt de slechtst denkbare oplossing omdat-ie eerst twee jaar in de publiciteit gevolgd zal worden en daarna alsnog het land moet verlaten. Ook onder een nieuw kabinet. Schrijnend is dat de mate van integratie niet alles zegt over rechtmatig verblijf. Zodat welwillenden en goed geïntegreerden Nederland moeten verlaten en onwelwillende jongere Turken en Marokkanen die afstand tot Nederland nemen kunnen blijven. Dat lijkt op een weeffout die Mauro schaadt.

Foto: Minister Leers, samen met Mauro Manuel, vlak voor aanvang van het debat in de Tweede Kamer. Credits: NRC / Roel Rozenburg