Greenwald stapt op bij The Intercept vanwege censuur in artikel over Biden. Tekenend voor de grens aan activistische journalistiek?

De radicalisering van de gelauwerde in Brazilië wonende Amerikaanse journalist Glenn Greenwald eindigt voorlopig in meningsverschil tussen hem en nieuwsblog The Intercept waarvan hij in 2013 een van de oprichters was na zijn vertrek bij The Guardian. Hij en eigenaar Pierre Omidyar zijn leeftijdsgenoten. Greenwald stapt op omdat hij zich beperkt voelt omdat een kritisch stuk over Joe Biden niet integraal gepubliceerd werd. In antwoord daarop dient The Intercept hem in een redactioneel (zie boven) van repliek.

Het is lastig om het geschil op waarde te schatten. Ondanks verschillen doet het denken aan 2016 toen Wikileaks-oprichter Julian Assange in Russisch vaarwater terechtkwam en Hillary Clinton frontaal aanviel. Hij probeerde aan de linkerkant stemmen weg te snoepen van Clinton. Assange wordt ervan verdacht dat hij door geldnood gedreven gekocht werd door het Kremlin. Dat promootte ook Bernie Sanders en de linkse Jill Stein van de Groene partij met de opzet om verdeeldheid te zaaien en Democratische stemmers weg te houden bij de stembus. Dat was een succesvolle strategie die tot Trumps verkiezing leidde. Pikant is dat het eind 2010 Pierre Omidyar was die als eigenaar van eBay en dochterbedrijf PayPal zich er niet tegen verzette dat er geen geld meer kon worden overgemaakt naar WikiLeaks. Dat dreef Assange in de armen van het Kremlin.

Greenwald treedt wel eens op als gast bij het door het Kremlin gecontroleerde RT (Russia Today) dat het er vooral om te doen is om de verdeeldheid in en zwakte van het Westen te benadrukken en de verdeeldheid in en de zwakte van de Russische Federatie te verzwijgen. Het verwijt aan gasten van RT is dat ze weliswaar de vrijheid nemen om terechte kritiek te uiten op het Westen, maar tegelijk in het frame van het Kremlin stappen en zich bewust de vrijheid laten ontnemen om kritiek op de Russische Federatie en de ondermijnende acties tegen het Westen te uiten. Dat wordt niet als evenwichtig gezien en het wordt hun aangerekend dat ze ermee het recht van spreken verspelen. Wie kan geloofwaardig zijn onder acceptatie van zo’n dubbele standaard?

Toch zou men Greenwald een ethische journalist kunnen noemen die net als Matt Taibbi en Jeremy Scahill geen concessies wil doen aan de eigen integriteit. Ze zijn het geweten van de progressieve journalistiek en houden niet op om zich als zodanig te profileren. Dat roept trouwens misnoegen op bij collega-journalisten die vinden dat bij het professionalisme van hun vak samenwerking, teamgeest en geen egotripperij past.

Journalisten als Greenwald passen eerder bij kleinere nieuwsmedia als The Young Turks van Cenk Uygur of Democracy Now! van Amy Goodman, dan bij het grote MSNBC dat hoewel het zich in de meeste programma’s verzet tegen Trump een centristische koers vaart die afstand houdt tot de progressieve vleugel van de Democratische partij. Een journalist met radicale meningen en een hoogstaand idee van ethiek is slecht in te passen in een breed nieuwsmedium dat rekening heeft te houden met de eigen economische positie.

Bij die koers past geen frontale aanval op Biden. De ontmanteling van de democratische instituties en het steeds verder oprekken van de interpretatie van de grondwet door Trump vraagt alle hens aan dek. Het is toch al zo verbazingwekkend dat een minderheid van tussen de 40 en 45%  Trump ondanks alles wat God en de Founders van de Amerikaanse Republiek hebben verboden trouw blijft. Aan Greenwald blijft het verwijt kleven dat hij niet goed kan weerleggen dat hij de campagne van Trump dient door dubieuze claims van Trumps politieke campagne over te nemen en dat als onafhankelijke journalistiek te presenteren. Vooral de timing is opmerkelijk. Als het Greenwald om de waarheid en het principe van onafhankelijke journalistiek ging, dan had hij ook met publicatie kunnen wachten na de beslissing over de verkiezing van de volgende president. Tegelijk heeft Greenwald een punt dat delen van de Amerikaanse journalistiek zich mee hebben laten trekken in de politieke stammenstrijd. Maar hij lijkt niet langer de meest geloofwaardige journalist om die kritiek te uiten.

Foto: Schermafbeelding van deel redactioneelGLENN GREENWALD RESIGNS FROM THE INTERCEPT; A note from the editors’ in The Intercept, 29 oktober 2020.

Advertentie

Matt Taibbi: banken geven crimineel gedrag toe, maar moeten opnieuw niet de gevangenis in

Democracy Now! spreekt met financieel journalist Matt Taibbi van Rolling Stone over de macht van financiële instellingen. Vijf banken, namelijk Citigroup, JPMorgan Chase, Barclays, Royal Bank of Scotland en UBS pleitten schuldig in een zaak over het manipuleren van vreemde valuta en rentepercentages. In een schikking betalen de banken meer dan 5 miljard dollar boete. Maar het opvallende aan de schikking is dat geen enkele medewerker van deze instellingen persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld. Matt Taibbi legt uit hoe dat komt.

Matt Taibbi ziet in VS journalistieke onafhankelijkheid bedreigd

Journalist Matt Taibbi stapt van Rolling Stone over naar First Look Media (FLM) waarvoor-ie een digitaal magazine gaat coördineren dat gericht is op ‘financiële en politieke corruptie’. Kortom, over de corruptie van Wall Street en de verstrengeling van politiek en bankensector. Naast The Intercept dat zich richt op politiek en veiligheid. Naar verwachting wordt dit tweede digitale magazine van FLM binnen enkele maanden gelanceerd.

Taibbi schetst een klimaat in de VS waarin kritische journalisten naar het buitenland moeten vluchten omdat ze zich in eigen land niet meer veilig voelen. Leden van de regering-Obama en politici schilderen deze journalisten af als medeplichtigen van klokkenluiders die documenten lekken. Taibbi merkt op dat het 30 jaar geleden ondenkbaar was dat er zo over journalistiek gedacht werd. Let op: dit gaat over president Reagan die tegenover de media toleranter was dan president Obama nu is. Degenen die hun nek uitsteken worden in de steek gelaten door andere media en journalisten. Toen sloten de rijen zich. Nu worden journalisten uit jaloezie of onwil aan hun lot overgelaten. Er is dus nogal wat mis met de  Amerikaanse (en ook Britse) journalistiek. Er ontstaan nieuwe initiatieven waar kritische journalistiek een plek vindt. Wellicht komen media zo tot inzicht.

screeningRoom_SweetSmellSuccess1 jpg.ashx

Foto: Sweet Smell of Success (1957): ‘NEW YORK, NEW YORK (..) James Mangold: In the opening scene, Falco buys an early edition to check Hunsecker’s column.