Persfotograaf wordt met auto en al sloot ingekieperd. Hoe kan agressie tegen journalisten gestopt worden?

Gisteren werd de auto van persfotograaf Timothy waarin hij samen met zijn vriendin zat door een shovel ondersteboven een sloot ingewerkt. Dat gebeurde nadat ze werden bedreigd door een groep omstanders. De fotograaf was in het buitengebied van Lunteren afgekomen op een autobrand om daar foto’s van te maken. De politie heeft twee mensen aangehouden, onder wie de bestuurder van de shovel.

In een bericht van Omroep Gelderland vertelt Timothy dat hij overal pijn heeft: ‘Ik heb spierpijn, rugpijn. Mijn rug is beschadigd door glas van de autoruit. Ik kan dus ook nergens tegenaan zitten.’

Het Genootschap van Hoofdredacteuren is volgens een bericht in De Telegraaf geschokt door het gebeurde. Het zegt: ‘Bij die aanval werd de auto waarin zij zaten met een shovel een sloot in geduwd, waarbij beiden gewond raakten. Het gaat hier om een directe en levensbedreigende aanval op twee mensen maar het is ook een nieuwe aanslag op de journalistiek en de persvrijheid.

Deze gebeurtenis van een persfotograaf die wordt bedreigd en aangevallen en het werken onmogelijk wordt gemaakt kan niet los worden gezien van de rol van de journalistiek in het publieke debat. Die staat onder druk zoals een uitzending van Medialogica (HUMAN) duidelijk maakte. Is het niet zo dat extremistische geluiden steeds meer zendtijd in de gevestigde media krijgen en het ageren tegen journalisten steeds meer genormaliseerd wordt?

In een scherts zou je kunnen zeggen dat na het tijdperk Pim Fortuyn de gevestigde media de boze burger opzocht omdat die in de periode daarvoor over het hoofd gezien zou zijn en dat als emanciperend na-ijl-effect daarvan nu de boze burger de journalist opzoekt. Met knuppel of shovel.

De media waren kort na de eeuwwisseling bang de boot te missen en stuurden hun journalisten de straat op om de mening van de burger te horen. Sinds die tijd besteden media zoveel aandacht aan de boosheid, ontevredenheid en het misnoegen van de burger dat dit de norm lijkt te zijn geworden. Maar publieksonderzoeken concluderen dat deze nieuwe normaliteit helemaal niet standaard is. Ze wordt door de media oververtegenwoordigd. Politici als Baudet en Wilders, en allerlei complotdenkers krijgen overmatige aandacht.

Dat heeft tot gevolg dat de claim van vooral het rechts-radicale populisme dat journalisten het verlengde van de macht zijn (‘Staatsomroep’) door steeds meer mensen wordt geloofd. Overigens nog steeds een minderheid. Journalisten worden verjaagd, het werken onmogelijk gemaakt of met als nieuw dieptepunt de sloot in gekieperd. Terwijl het omgekeerde het geval is. Namelijk journalisten volgen kritisch de macht én de tegenmacht en doen daar verslag van.

Wat er moet gebeuren om de aversie of zelfs vijandschap van steeds meer mensen tegenover de media en journalisten af te zwakken is de vraag. Hoe dan ook lijken de afgelopen 20 jaar de media in eigen voet te hebben geschoten door veel te veel aandacht aan extremistische en anti-democratische denkbeelden te hebben gegeven. De agressie tegen journalisten hebben de media zelf gezaaid.

Het is de vraag of de gevestigde media nu nog met elkaar tot een strategie van de-escaleren, media educatie en versterking van de democratie kunnen komen. De fletse houding van hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff in de uitzending van Medialogica geeft weinig vertrouwen dat de Nederlandse journalistiek intellectueel en mentaal opgewassen is tegen het rechts-radicalisme en ambitie, bereidheid en durf in zich heeft om de urgentie onder ogen te zien om zich te wapenen tegen de rechts-radicalen en anti-democraten die journalisten aanvallen.

NOS verwijdert logo’s van auto’s vanwege intimidatie. Het is geen nederlaag voor de journalistiek, maar voor het overheidsgezag

Deze week hebben we een stap gezet waarvan we dachten dat we hem nooit zouden moeten zetten: we hebben de NOS-logo`s laten verwijderen van de auto`s waarmee we elke dag op pad zijn om verslaggevers een werkplek te bieden en om radio- en televisieverbindingen met Hilversum te leggen. Voortaan zijn deze auto`s, kleine vrachtwagens eigenlijk, niet meer herkenbaar als auto`s van de NOS.’ Aldus het begin van een verklaring van Marcel Gelauff, hoofdredacteur NOS Nieuws. Is dit een nederlaag voor de journalistiek?

Ja en nee. Ja, omdat het weghalen van het NOS-logo van auto’s een nederlaag voor de journalistiek is. Maar nee, omdat het ruimer is. Dit is deel van een groter probleem. Het is eerder een nederlaag voor de nationale veiligheid en de veiligheidsdiensten. Dus voor het gezag van de overheid. Waarom kunnen ze de veiligheid van het materiaal en personeel van de NOS niet garanderen? Dit tekent het failliet van de overheid. Het trefwoord dat dit samenvat is labbekakkerigheid. Onmacht uit een combinatie van angst en sulligheid.

Nodig is een veiligheidsbeleid dat past bij een volwassen rechtstaat en een weerbare democratie. Dat ontbreekt nu. Hoe is het mogelijk dat degenen die voor de samenleving gewoon hun werk verrichten worden gehinderd of zelfs nog zwaarder worden getroffen door degenen die het daar niet mee eens zeggen te zijn?

Of dat nou de politie, de zorg, de ambulancedienst, de brandweer, het openbaar bestuur, het parlement of de publieke omroep is. Met aan het hoofd een minister van Veiligheid die elke geloofwaardigheid verloren heeft en onlangs af had moeten treden vanwege de overtreding van de COVID-maatregelen, worden deze diensten aan hun lot overgelaten. Met mooie woorden van een minister die zegt op te treden, maar niks doet.

Nu krijgen de complotdenkers, onruststokers, onnozelaars en malcontenten alle ruimte van de overheid om anderen te intimideren zonder enig risico te lopen dat ze verantwoordelijk voor hun daden worden gesteld.

Nederland moet geen politiestaat worden. Verre van dat. Maar de anarchie en het gebrek aan optreden van de veiligheidsdiensten die of onvoldoende capaciteit of tekortschietende leiding en opdracht hebben om op te treden is schrijnend en past niet bij een volwassen rechtsstaat. Dit vraagt om aangepaste wetgeving.

Het gezegde zegt dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. Dat is nu aan de hand. Het gaat om een slecht georganiseerde politie die onderbemensd is en al jaren ondermaats presteert in vergelijking met andere landen en regio’s, veiligheidsdiensten die zo’n kleine tien jaar geleden uitgekleed werden en er daarna taken bij kregen, en zoals gezegd een ongeloofwaardige minister Grapperhaus over wie het hele land weet dat hij geen gezag meer heeft en op had moeten stappen. In dat vacuüm worden de logo’s van de NOS verwijderd.

Was het maar een nederlaag voor de journalistiek, dan viel het te repareren. Het is echter een gezagscrisis.

Foto: Schermafbeelding van deel verklaring ‘Nederlaag voor de journalistiek’ van Marcel Gelauff, 15 oktober 2020.

Nogmaals de affaire-Soros bij NOS Nieuws. Is er nu alles over gezegd of toch nog niet?

NBDeze verklaring staat vandaag 31 oktober 2018 op de voorpagina van NOS.nl, maar heeft als datum 23 oktober met een ‘AANGEPAST 09:07’ als toevoeging. Zo wordt de datum niet expliciet genoemd. Wat is het? Deze onduidelijkheid is ongelukkig, onhandig en onzorgvuldig. Bij de van oorsprong gedrukte media zoals The Guardian, The New York Times of The Washington Post wordt elke minieme aanvulling of correctie bij het betrokken artikel nauwgezet genoteerd, zodat de ontstaans- en correctiegeschiedenis transparant is voor de lezer. Hier is dat onduidelijk en blijft ongewis wat de datum van de verklaring is. Waarom de NOS dat nalaat en niet nadrukkelijk de datum 31 oktober 2018 gebruikt roept opnieuw vragen op over de journalistieke zorgvuldigheid volgens welke redactie, eindredactie en hoofdredactie van NOS Nieuws handelen.

Iedereen maakt fouten, maar sommige zijn erger dan andere fouten. Bepaalde fouten zijn onverschoonbaar en zouden ‘einde oefening’ moeten zijn. Het gaat om een controversieel artikel van NOS Nieuws dat veel stof heeft doen opwaaien en op 23 oktober werd ingetrokken zoals deze verklaring verduidelijkt. Het verwoordde een antisemitische gezindheid. Erin werd over de Joodse Hongaars-Amerikaanse weldoener en sponsor van progressieve projecten George Soros in de kop het volgende gezegd: ‘invloedrijke bemoeial met tentakels ver in de wereldpolitiek’ en in de tekst de omschrijving: ‘De jood Soros steunt organisaties die regeringen openlijk bekritiseren’. Dat werd snel ingetrokken en vervangen door een versie met andere bewoordingen over Soros die bijna even onzorgvuldig waren: ‘zelfbenoemd ‘staatsman zonder staat’. Dit lijkt hoe dan ook onzin omdat een staatsman boven de partijen dient te staan zoals afgelopen week bij het overlijden van oud-premier Wim Kok nog werd gememoreerd. In een artikel stipte NRC nog meer onnauwkeurigheden en onzorgvuldigheden aan zoals het feit dat Soros tijdens de Tweede Wereldoorlog niet in de VS, maar in Hongarije verbleef.

Nu is het een week later. Maar de kwestie-Soros bij het NOS Nieuws blijft knagen. Is nu de kous af met het intrekken van de verschillende versies van het artikel en is alles erover gezegd? Ik denk het niet. Het is mogelijk dat vanuit een idee van hypercorrectie de betreffende bureauredacteur te hard probeerde om het standpunt van de tegenstanders van Soros weer te geven. Die uit de hoek van extreem-rechts, alt-right en de Trumpianen komen. Dat roept de vraag op of een journalist een lege huls is die min of meer mechanisch aan de hand van procedures met feiten een artikel vult of dat een journalist verantwoordelijkheid heeft in het  bijeenbrengen en publiceren van nieuws, en vaart op een kompas met een innerlijk besef van goed en kwaad.

De toelichting van hoofdredacteur Marcel Gelauff die probeert te verklaren waarom het zo fout heeft kunnen lopen noemt abstracte termen als ‘interne werkwijze’ en ‘journalistieke scherpte en alertheid’. Dat is niet het hele verhaal. Het gaat erom dat zowel bureauredacteur als eindredacteur tekort hebben geschoten vanwege ‘mentaliteit’, gebrek aan ‘politiek en historisch besef’, ‘ontbrekend geweten’ en onbegrip voor de feiten en de waarheid die in het artikel uitmondde in een journalistiek vergrijp (laster, smaad, belediging en ongegronde beschuldigingen). Het lijkt erop dat een solide tweede lezing, factcheck of controle op berichten ontbreekt.

Het gaat om twee aspecten. De harde component betreft de systeemfout van een onvolledige structuur met onvoldoende toezicht. De zachte component gaat om de mentaliteit van medewerkers die leidde tot het opschrijven en klakkeloos overnemen van extreem-rechtse ‘talking points’ zonder relativering en context. Dit geeft te denken over de stabiliteit, koersvastheid en intellectuele verdieping van de redactie van NOS Nieuws.

Het enige voordeel van deze affaire is dat voor een groot publiek de argumenten zijn versterkt tegen de illusie dat media links zijn. Dat zijn ze niet omdat gevestigde media zoals de NOS per definitie aanleunen tegen de gevestigde orde en de bestaande machtsverdeling onderschrijven en niet fundamenteel ter discussie stellen. Als daar dan ook ‘per abuis’ de ‘talking points’ van alt-right aan toegevoegd worden, dan kan er geen twijfel over bestaan dat in de kern de gevestigde media de status quo helpen handhaven waar techgiganten, multinationals en financiële instellingen het voor het zeggen hebben, en niet de burger of zelfs de politiek.

Foto: Schermafbeelding van artikelArtikel George Soros ingetrokken’ van Hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff op NOS.nl, 23 oktober 2018.

NOS Journaal de fout in met alternatieve feiten over Oekraïne. Waarom gaat het mis?

nos

De hedendaagse nieuwsconsument kan breed georiënteerd zijn. Met wat talenkennis, historische kennis en een dosis nieuwsgierigheid kunnen de nationale nieuwsmedia voor veel internationaal nieuws overgeslagen worden. Want waarom de NRC, De Volkskrant, Trouw of de NOS geraadpleegd als ze verwijzen naar dezelfde media die in real time thuis online te raadplegen zijn? Met het nadeel dat ze daarmee 1 of 2 dagen en voor kranten in het weekend zelfs 3 dagen achterlopen op de primaire bron die rechtstreeks te raadplegen valt.

Wat een nationaal nieuwsmedium waarde geeft is verslaggeving over nationaal nieuws dat regio’s overstijgt, analyse van het belangrijkste internationale nieuws en de ontsluiting van kleine taalgebieden en moeilijk te bereiken regio’s. Om economische redenen bezuinigen Nederlandse media op hun correspondentennetwerk zodat dit voordeel steeds meer wegvalt. Wie iets wil weten over Mongolië, Groenland, Siberië of andere verre gebieden moet op zoek naar primaire bronnen of Engelstalige platforms die informatie over zo’n land geven.

Kortom, de uitgangspositie van een nationaal nieuwsmedium is lastig. Een deel van de goedgeïnformeerde nieuwsconsumenten laat het links liggen omdat het sneller en zonder selectie vooraf zelf feilloos online de bronnen van het nieuws weet te vinden. En daar duiding aan weet te geven. Maar een ander deel van de nieuwsconsumenten is door gebrek aan tijd, kennis, inzicht of interesse voor de informatievoorziening en de duiding van het nieuws wel afhankelijk van de nationale nieuwsmedia. Deze splitsing maakt het voor een nationaal nieuwsmedium lastig om de goede toonhoogte te vinden en een gemiddelde nieuwsconsument op de juiste manier aan te spreken. Want de ene nieuwsconsument weet veel te veel en de andere te weinig.

Feitelijk is dit het failliet van het idee van broadcasting dat steeds meer vervangen wordt door op specifieke doelgroepen gerichte informatie, narrowcasting. Technisch en economisch is dat bereik mogelijk geworden. Maar dat doelgroepenbeleid kent het nadeel van de isolatie die door de opgang van de sociale media steeds manifester wordt en als een bijna niet meer weg te poetsen nadeel wordt gezien. Op sociale media zijn in zichzelf gekeerde reservaten ontstaan waar nieuwsconsumenten gevoed worden door algoritmen die steeds weer de eigen voorkeur herhalen. Ze verkeren nog uitsluitend met gelijkgestemden. Nieuwsconsumenten die het eigen gelijk bevestigd willen zien worden niet meer uitgedaagd om verder te denken en dat gelijk ter discussie te stellen. Verbinding van groepen is de opdracht van actuele broadcasting. Nieuwsvoorziening is middel en doel, maar bevat ook een gratis cursus burgerschapskunde, integratie en staatsinrichting.  

Nationale nieuwsmedia hebben dus een verantwoordelijke taak die ook educatie omvat. Gisteren viel ik van mijn stoel van verbazing vanwege een item van 20 seconden over Oekraïne in het NOS Journaal van 20.00 uur dat presentator Rob Trip voorlas. Het begon zo: ‘Voor het eerst in maanden vechten Oekraïense militairen en pro-Russische separatisten weer tegen elkaar’. Deze zin zit er volledig naast en licht de nieuwsconsument foutief voor. Wie ook maar zijdelings de berichtgeving uit Oost-Oekraïne volgt weet dat het aantoonbaar onjuist is dat afgelopen maanden de oorlog heeft stilgelegen. Al sinds voorjaar 2014 is het het strijdtoneel van felle gevechten. Die zijn nooit geluwd, met elke dag doden of gewonden aan Oekraïense kant. En aan de andere kant evengoed. Dat valt door de redactie van het NOS Journaal met een eenvoudige check na te gaan.

Als er de afgelopen maanden op een buitenlandse missie type Uruzgan zoveel Nederlandse militairen zouden zijn gesneuveld als Oekraïense militairen in de oorlog met de Russische Federatie, dan zou de Nederlandse pers moord en brand schreeuwen. Het lijkt er sterk op dat de redactie van het NOS Journaal inzicht, detailkennis, journalistieke nieuwsgierigheid en gewoonweg belangstelling mist om een item van 20 seconden over Oekraïne anders dan plichtmatig af te handelen en van een tekst te voorzien die de lading dekt. Dit is een schandalig gebrek aan journalistiek vakmanschap van het NOS Journaal dat er met de pet naar gooit.

Het correspondentennetwerk van de NOS is ongelijk van kwaliteit en dat heeft zijn weerslag op de teksten die de presentator in de mond gelegd krijgt. De vaste Moskou-correspondent David Jan Godfroid covert sinds 2012 met incidentele uit Nederland ingevlogen reporters als Gert-Jan Dennekamp Oekraïne en blijft een zorgenkindje. Over Godfroid schreef ik in 2015: ‘De opstelling van David Jan Godfroid is een blamage voor de Nederlandse journalistiek en zijn reportages zijn ondermaats. Ze verklaren niet en voegen niets toe aan wat we al weten. (..)  Godfroid veronachtzaamt actuele bevindingen en lijkt geen stelling te durven nemen in deze oorlog. Vreest hij voor zijn hachje in Moskou of heeft hij zich in Moskou een Russische bril aangemeten waardoor hij niet helder ziet wat er in Oekraïne gebeurt? De NOS zou er verstandig aan doen Godfroid niet meer richting Oekraïne  te sturen en tijdelijk een geschikte correspondent in Kiev te stationeren.’ En in 2014 schreef ik over de twee journalisten: ‘Omdat NOS-journalisten David Jan Godroid en Gert Jan Dennekamp elk analytisch talent ontberen en weinig politiek inzicht hebben houden ze zich per definitie op de vlakte als het om duiding gaat. Ze verschuilen zich in nietszeggendheid achter hun in Hilversum bijgespijkerde valkuil van hoor en wederhoor wat hun als idee van evenwichtige journalistiek is bijgebracht.

Terwijl er kritiek is op president Trump die alternatieve feiten tot leidend begrip in zijn beleid maakt en media zich schrap zetten om dat te corrigeren gaat het NOS Journaal uit onbenulligheid, kwaadwilligheid of gewoon desinteresse de fout in. Zelfs voor de gemiddelde nieuwsconsument is het een ABC-tje dat de Oekraìens-Russische oorlog in de afgelopen maanden niet geluwd is en de zogenaamde pro-Russische separatisten in Donetsk en Loehansk al sinds zomer 2014 ‘opgeruimd’ of vervangen zijn door reguliere Russische militairen of lokale pionnen die als window dressing dienen en vanuit het Kremlin aangestuurd worden. Bij het Journaal woedt bij items over de Russische Federatie of Oekraïne de geest van Godfroid die relativeert als een filosoof, maar niet duidt als een journalist. Die filosofische nietszeggendheid dient om de waarheid te verhullen en onzin te verkopen. Waarom de hoofdredactie van het NOS Journaal genoegen neemt met de ondermaatse berichtgeving over het voor Nederland en de EU zo belangrijke Oekraïne is de terugkerende vraag geworden.

Foto: Schermafbeelding van item over Oekraïne in het NOS Journaal van 20.00 uur op 31 januari 2017.

Godfroid weet oorlog in Oekraïne nauwelijks te duiden

nos

Vanavond deed-ie het opnieuw, tijdens het acht uur-journaal de NOS-correspondent in Oekraïne David Jan Godfroid, spreken over de burgeroorlog: natuurlijk die burgeroorlog in het oosten van het land die gaat door. Welke burgeroorlog? Spreken over burgeroorlog negeert het feit dat het al sinds maart 2014 oorlog tussen Oekraïne en de Russische Federatie is met duizenden doden tot gevolg. Onder wie honderden, mogelijk duizenden Russsiche militairen. Hoe kunnen Russische militairen sneuvelen in een Oekraïense burgeroorlog?

De berichtgeving in Westerse media over Oekraïne raakt aan het absurde. Ik pieker er al maanden over waarom Amerikaanse progressieve online media als Democracy Now! dat zo voorbeeldig is in het bekritiseren van president Obama -en dat meen ik serieus- diezelfde kritiek niet op kunnen brengen als het om president Putin gaat. Wat doet het? Het geeft de proxy-Kremlin hoogleraar Stephen Cohen en regelmatig RT-gast alle ruimte om zijn desinformatie te geven. Het zogenaamd progressieve The Guardian en iemand als onderzoeksjournalist Glenn Greenwald lijken door hun terechte kritiek op Obama en de opbouw van de Amerikaanse controlestaat geen mentale ruimte meer om Putin kritisch te bejegenen. Op z’n best negeren ze zijn Oekraïne-beleid en op z’n slechtst praten ze het goed vanuit hun dualistische houding tegenover Obama.

Een en ander verklaart waarom de NOS zo vlak is over de oorlog in Oekraïne en het bij het verkeerde eind heeft. Doorgaans oriënteren NOS-verslaggevers zich op de NYT, WP, The Guardian of andere beeldbepalende westerse media om hun mening te vormen. Of: zich een mening aan te meten. Omdat NOS-journalisten David Jan Godroid en Gert Jan Dennekamp elk analytisch talent ontberen en weinig politiek inzicht hebben houden ze zich per definitie op de vlakte als het om duiding gaat. Ze verschuilen zich in nietszeggendheid achter hun in Hilversum bijgespijkerde valkuil van hoor en wederhoor wat hun als idee van evenwichtige journalistiek is bijgebracht. Omdat om genoemde redenen westerse media niet nuttig zijn om meningen aan te dragen missen ze richting en kunnen ze niks anders doen dan langs de problemen heen praten. Of onzin verkopen.

Als ik deze NOS-journalisten hoor, kan ik hun domheid niet aanhoren. Onbegrijpelijk is het waarom ze niet vervangen worden. Zo sluit bij gebrek aan talent, durf of ruggengraat het Nederlandse journaille meer de ogen voor de realiteit in het huidige Rusland dan wenselijk is en de nieuwsconsument verdient. Hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff, treedt eens op. Het is de hoogste tijd voor vervanging van Godfroid en Dennekamp.

Foto: Schermafbeelding van ‘NOS Journaal 27 oktober 2014 20:00u’ met David jan Godfroid, 27 oktober 2014.

NOS: geen evenwichtig programma over Europese verkiezingen

nos

Per tweet voegt oud-kamerlid voor D66 Boris van der Ham de hoofdredacteur van NOS Nieuws Marcel Gelauff toe dat de NOS naïef is. Er is tweeledige kritiek op het uitnodigingenbeleid voor het NOS-programma Nederland Kiest: De Stemming over de Europese verkiezingen dat vanavond op Nederland 2 uitgezonden wordt. De PvdA zou met minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem oververtegenwoordigd zijn en alleen politici worden uitgenodigd die al op het pluche zitten. De uitgenodigde premier Mark Rutte bedankte. 

Bedoeling was dat zowel de lijsttrekkers van de zes grootste partijen uit de Tweede Kamer als de lijsttrekkers van de partijen in het Europarlement zouden deelnemen. Maar verschillende Haagse lijsttrekkers laten weten dat ze niet komen: Wilders (PVV), Roemer (SP) en Pechtold (D66). Met Dijsselbloem -naast Diederik Samsom en Paul Tang- zou de PvdA onevenwichtig sterk vertegenwoordigd zijn. VVD’er Zijlstra had al eerder weten niet te willen komen. Zodat van de politieke leiders allen Samsom (PvdA) en Buma (CDA) resteren. 

In een toelichting zegt Gelauff: ‘De NOS wil een journalistiek programma maken en zijn publiek zo goed mogelijk en compleet informeren over alles wat er met betrekking tot de Europese verkiezingen aan de orde is. Het is erg jammer dat een aantal belangrijke politici daarbij ontbreken.’ Deze uitleg klinkt onwaarachtig en is vaag over het uitnodigingenbeleid. Waarom geen vertegenwoordiger van de Piratenpartij, de Groenen, de Anti EU(ro) Partij of de Liberaal Democratische Partij uitgenodigd en wel drie vertegenwoordigers van de PvdA?

Gelauff merkt terecht op dat er programmatisch een grens is, maar dat had opgelost kunnen worden door filmpjes van de lijsttrekkers van de kleine partijen uit te zenden. Programmatisch nog krommer is dat zowel de nationale als de Europese lijsttrekkers van de gevestigde partijen uitgenodigd werden. Dat bevestigt de status quo. Maar is het niet de functie van journalistiek deze te bevragen? Door de nationale lijsttrekkers weg te laten was er programmatisch ruimte gemaakt voor alle Europese lijsttrekkers. Ze worden nu in geen enkele programma gezamenlijk gepresenteerd. De NOS slaat met dit programma in dubbel opzicht de plank mis. 

Foto: Schermafbeelding van tweet Marcel Gelauff, 21 mei 2014.