Van Middelaar mist kans om verstandig te praten over Biden en MAGA-Republikeinen

Schermafbeelding van deel columnBiden mist kans om polarisatie te overbruggen’ van Luuk van Middelaar in NRC, 7 september 2022.

Met NRC-columnist Luuk van Middelaar ben ik het vaker oneens. Zoals toen hij in 2018 de levering door de VS van Javelin-antitankwapens aan Oekraïne als escalatie zag. Ik zag in de levering juist het omgekeerde: deëscalatie. Ik meen dat de grootschalige fase in de Russisch-Oekraïense oorlog van februari 2022 Van Middelaars ongelijk heeft bevestigd. Tijdige levering van westers geavanceerd militair materiaal aan Oekraïne had Poetin van de invasie kunnen weerhouden.

In mijn commentaarDe kruisstelling van Luuk van Middelaar over Oekraïne‘ van 18 januari 2018 zei ik: ‘Niet de Sovjet-Unie of de Russische Federatie zijn bedrogen door het Westen, maar opinie-leiders als Luuk van Middelaar laten zich om de tuin leiden door Russische retoriek die het verleden verkeerd voorstelt. Hun mening weerklinkt zelfs met een valse echo tot in Washington en op het slagveld in Oost-Oekraïne.

Luuk van Middelaar is ingevoerd in het Brusselse circuit en heeft daar een belangrijke rol als formele of informele adviseur. Juist daarom moet zijn mening serieus worden genomen bij de formulering van de buitenlandse politiek van de EU. Als zoiets al bestaat. Maar tegelijkertijd moet er voor gewaarschuwd worden als hij over de schreef gaat. Want zijn mening klinkt door in Brussel. Zijn expertise is Europese politiek en niet Amerikaanse of Russische politiek.

Noch op de FB-pagina van NRC, noch op Van Middelaars twitter account kan men reageren op zijn column ‘Biden mist kans om polarisatie te overbruggen‘ van 7 september 2022. Vandaar deze reactie.

Schermafbeelding van deel columnBiden mist kans om polarisatie te overbruggen’ van Luuk van Middelaar in NRC, 7 september 2022.

Ik vind het gevaarlijke onzin wat Van Middelaar zegt. Hij verwijt president Joe Biden partijpolitiek te hebben bedreven met zijn speech van 1 september 2022 in Pennsylvania.

Wat kan Biden anders in een sterk gepolariseerd klimaat waar de Republikeinse partij door vele onafhankelijke critici als de grootste bedreiging van de Amerikaanse democratie wordt gezien? Gevaarlijker nog voor de nationale veiligheid dan China, de Russische Federatie, Noord-Korea of Iran.

Het is begrijpelijk en het getuigt van strategische slimheid waarom Biden zich tamelijk neutraal opstelde en expliciet geen partij koos voor Cheney of Kinzinger en andere Never Trump Republikeinen. Maar hij noemde wel de MAGA-Republikeinen als bedreiging voor de VS.

Bidens doel was tweeledig. Hij hield oud-president Trump aas voor waar deze met zijn bekende pompeuze verongelijktheid in een speech op 3 september 2022 in Pennsylvania in hapte. Trump noemde Biden een vijand van de staat. Biden scherpte indirect de verschillen binnen de GOP aan. Dat had optimaal effect door juist geen namen te noemen en ogenschijnlijk geen stelling te nemen.

Ik ben het daarom oneens met Van Middelaar dat Biden een kans miste om een brug te slaan naar gematigde Republikeinen (en onafhankelijken). Dat deed Biden wel degelijk. Maar zo subtiel dat Van Middelaar en de journalist waar hij zich op baseert het niet merkten.

Het is merkwaardig en in strijd met de Republikeinse pogingen om verkiezingen te manipuleren dat Van Middelaar een bron die hij instemmend citeert meent dat de Democraten ‘in hun hart‘ [menen] dat het ‘gezien Trumps incompetentie‘ niet zo’n vaart zal lopen en met een sisser zal aflopen.

Dat is een inschatting die in strijd is met het sentiment in Democratische kringen. Een tweede termijn van Trump is nog steeds mogelijk en de vrees is dat hij dan zijn karwei af zal maken. Met radicalisering en de uitvoering van een ultra-rechtse agenda met behulp van bevriende rechters, parlementariërs en bestuurders. Nu weet Trump beter dan in 2017 aan welke touwtjes hij moet trekken en welke MAGA-Republikeinen hij op sleutelposten kan plaatsen.

Biden had weinig manoeuvreerruimte en heeft die optimaal benut in zijn speech. Die vooral bedoeld was om de Republikeinen te verdelen. Biden heeft in een gepolariseerd klimaat niet de luxe om partijpolitiek niet centraal te stellen. Breder opgevat, het land heeft die luxe niet. De Democratische partij is nog de enige mogelijkheid om de MAGA-Republikeinen te stoppen. De partij is de enige voorvechter van de democratie en tegen de dictatuur van de minderheid.

Daarom getuigt Van Middelaars uitspraak dat Biden een kans mist door geen partijpolitiek te bedrijven van weinig begrip voor de dreiging die Trump, Ron DeSantis of welke huidige of toekomstige Republikeinse partijleider voor de VS vormen. Met het wegvallen van Trump is de dreiging van de MAGA-Republikeinen niet geweken. Wie dat licht opvat laat zich kennen als naïef, onbezonnen en zelfs wars van politieke realiteitszin. Het is eerder andersom. Waarom valt Biden pas nu Trump en de MAGA-Republikeinen met partijpolitiek frontaal aan?

Een reactie bij het ‘Journalistiek Jaarverslag NRC 2017’

De abonnee’s van NRC kregen afgelopen week een e-mail van hoofdredacteur Peter Vandermeersch. Hij merkt daarin op dat NRC zoals elk bedrijf jaarlijks een financieel jaarverslag publiceert. Maar ook een journalistiek jaarverslag omdat het uiteindelijk om de journalistiek gaat: ‘Wij drukken ons succes dus niet zozeer uit in euro’s als wel in een valuta die minder helder maar veel interessanter is: in welke mate slagen wij erin om u, onze lezer, uw mening te laten vormen?

De hoofdredacteur stelt zich procesmatig op en beschrijft de omgeving waarin NRC moet opereren. Dat is een beschrijving die echter voor alle media geldt en niet specifiek is voor NRC. Dat is tevens het ongemak van Vandermeerschs overkoepelende opstelling die voorbijgaat aan de politieke keuzes van NRC. Heeft de krant net als D66 op immateriële onderwerpen een progressief hart en op materiële onderwerpen een naar rechts leunende portemonnee? Is dat gewenst of dient dat bijgesteld te worden? Of is het niet (meer) van belang? Vandermeersch stipt het niet aan en we komen niets te weten over de  koers van NRC. In de voorstelling van de hoofdredacteur lijkt het alsof NRC in een politiek vacuüm opereert waarin nergens druk ontstaat en het uitsluitend te maken heeft met problemen die iedere burger tegenwoordig ontmoet: culture wars, de bubbel waarin mensen zich geïsoleerd terugtrekken en de fragmentering en devaluatie van het begrip ‘waarheid’. Vandermeersch zegt onderaan deze e-mail uit te kijken naar reacties. Dit heb ik hem op 4 januari gestuurd:

Met veel genoegen lees ik sinds lang NRC. Als jong volwassene kreeg ik het Algemeen Handelsblad dagelijks aan de leestafel bij mijn grootvader onder ogen. Die voorganger van voor de fusie. Toen ik in de jaren ’70 ging studeren was de keuze voor NRC snel gemaakt.

De krant heeft me mede gevormd. Eerst vanuit de hoek van de literatuur door medewerkers als Rudy Kousbroek of K.L. Poll. Later vanuit de film en nog later vanuit de politiek. Met de onvolprezen analisten J. L. Heldring en H.J.A. Hofland.

Maar het is geen 1970 meer. De scheidslijnen in de maatschappij en de politiek zijn onder druk van de ontwikkelingen in de VS veranderd. Het is de vraag of NRC daar voldoende op reflecteert. De grootste tegenstelling lijkt niet meer die tussen links en rechts, maar tussen de gevestigde politiek en het nihilisme dat het systeem wil kraken. Hoewel sociaal-economische onderwerpen over belastingontwijking, belastingdruk en inkomensverschillen hiermee niet minder belangrijk zijn geworden. Maar de urgentie ligt nu even elders, zo lijkt het.

Hoe moet een medium als NRC dat ook wel geschaard wordt onder de ‘establishment media’ hier op reageren? Met die vraag in het achterhoofd lees ik NRC de laatste jaren. Ik ben van mening dat het kansen laat liggen en zich meer rechtsstatelijk zou kunnen opstellen. Zo beredeneerd staat het bestaan van NRC in zijn huidige vorm op het spel omdat het verbonden is met de maatschappij waarin het functioneert. Dat is nooit vrijblijvend, maar nog minder vrijblijvend dan het 50 of zelfs 15 jaar geleden was. Of die urgentie over de eindigheid van de gevestigde orde in NRC voldoende is ingedaald is de vraag.

Voor een lezer die op afstand staat en niet aanzit aan de vergadertafels en daarom niet in de zwarte doos kan kijken, is het lastig om in te schatten of NRC de goede keuzes maakt. Wat de lezer wel kan zien zijn de prioriteiten die NRC in zijn kolommen geeft aan onderzoek, berichtgeving en plaatsing van bijdragen van gasten. Dan moet me van het hart dat ik vind dat NRC het afgelopen jaar kansen heeft laten liggen om scherper te opereren.

Laat ik een voorbeeld geven. In 2017 heeft NRC meermalen tamelijk kritiekloos aandacht besteed aan Thierry Baudet en zijn partij Forum voor Democratie. In de berichtgeving en via interviews. Het is prima om de lezer te informeren. Maar ik vind het onbegrijpelijk en getuigen van luie journalistiek dat NRC in een diepgravend artikel nooit aandacht heeft besteed aan de extreem- of radicaal-rechtse contacten van Baudet. Juist omdat politici als Baudet die als destructieve kracht gezien kunnen worden van alles een grapje proberen te maken is het belangrijk dat de bekende feiten goed en scherp op een rijtje gezet worden. Dat geldt nog meer als daaruit een beeld oprijst dat contrasteert met Baudets huidige profilering. Waarom heb ik in NRC nooit gelezen over zijn aanwezigheid op een door het Front National geleide conferentie in februari 2016 in een zoutmijn in het Poolse Wieliczka? Het kan toch niet zo zijn dat NRC dit overlaat aan De Correspondent dat minder middelen heeft?  

Het zal wel een klacht zijn die u vaker ziet, maar de kwantitatieve groei van de columns zie ik als een negatieve ontwikkeling. Bas Heijne en Luuk Middelaar lees ik nog, de rest van de columns sla ik over. Ik voel meer voor kwalitatieve groei van de columns. Het gemis van de mediacolumn van Hans Beerekamp voel ik nog dagelijks. Wat er sinds die tijd in NRC aan televisie- en mediakritiek verschijnt vind ik ondermaats, saai en zonder enig interessant idee.

Ik heb begrip voor de koers van NRC die volgt uit een lastige afweging om een divers publiek te bereiken. De grootste concurrenten zijn immers niet meer Het Parool, Trouw, De Volkskrant, het NOS Journaal of Nieuwsuur, maar het internet. De geïnformeerde lezer kan het nieuws op gerenommeerde Engelstalige sites 1,5 dag lezen voordat het in de krant gepubliceerd wordt. Om die reden wordt NRC automatisch naar de kant van de achtergrondinformatie, de binnenlandse berichtgeving of de onderzoeksjournalistiek gedrongen. En de bladvulling. Berichtgeving over veel onderwerpen wordt zo minder belangrijk omdat die elders sneller en beter te vinden is. Het risico is dat het percentage trivialiteit in de krant daardoor een kritische grens overschrijdt. Daar moet de hoofdredactie voor waken. Een nog scherpere keuze voor kwaliteitsjournalistiek is de beste waarborg dat NRC de lezer bereikt. Mits de gevestigde orde in stand blijft uiteraard.

Ik wens u en NRC veel sterkte in 2018.

Foto: Schermafbeelding van voorkant Journalistiek Jaarverslag 2017 van NRC, 18 december 2017.

Luuk van Middelaar erkent deconstructie van status quo door Sanders niet als constructief. En neemt Clinton in bescherming

lm

Het valt me tegen van commentatoren in Nederlandse gevestigde media dat ze Bernie Sanders op een hoop gooien met Donald Trump en afficheren als een kandidaat die de partij kaapt of bestormt. Zoals Luuk van Middelaar in zijn column in NRC. Van Middelaar ziet dat verkeerd. Het is exact andersom. Hillary Clinton heeft de Democratische partij bestormd. Op zo’n manier dat elke kans van een ‘redelijke’ kandidaat bij voorbaat smoorde in haar almacht. Die bestond eruit dat ze haar pionnen op centraal en lokaal niveau parachuteerde. In het landelijk partijbestuur waren dat types als Debbie Wasserman Schultz of Donna Brazile die hadden gewerkt voor de Clinton-machine. Op lokaal niveau gebeurde dat door de benoeming van aan Clinton loyale partijmensen. Dat werd zichtbaar door de rol van de supergelegeerden bij de Democratische voorverkiezingen die al maanden voordat Sanders zich kandideerde in overgrote meerderheid hun steun uitspraken voor Hillary Clinton. Het is tekenend dat Van Middelaar niet over zijn lippen krijgt dat Clinton de partij heeft gekaapt.

Hillary Clinton is een in de ogen van velen verwerpelijke kandidaat van Wall Street, de veiligheidsindustrie en de neoconservatieven die de belangen van het establishment vertegenwoordigt. Dat houdt niet in dat Sanders een anti-establishment kandidaat is die buiten het politieke bestel en de grondwet treedt. Dat is een te simpel idee van dualisme. Sanders valt eerder te omschrijven als een anti-uitwassen kandidaat. Wat hij beoogt is het grote geld uit de politiek bannen om het politieke bestel te democratiseren en de samenleving rechtvaardiger en minder ongelijk te maken. Dat is een in Europa tamelijk gangbare positie die in de Amerikaanse politiek als exotisch wordt bestempeld. Zelfs door politieke opponenten het etiket ‘communistisch’ of ‘socialistisch’ krijgt opgeplakt. Dat zegt vooral iets over een Amerikaanse perspectief van wereldvreemdheid. Het is absurd als Nederlandse commentatoren dat etiket overnemen of stilzwijgend meegaan in redeneringen die de beleidsplannen van Sanders afdoen als radicaal. Hij is een sociaal-democraat van het Scandinavische type. Met nog een extra pluspunt. In tegenstelling tot de overgebleven kandidaten van de grotere partijen (Trump, Clinton, Johnson, Stein) heeft hij geen enkele relatie met de Kremlin die hem in diskrediet kan brengen.

Sanders is niet meer een ontwrichtende kracht of tegenkracht dan Clinton. Zolang opinieleiders in de media door framing blijven beweren dat de gedeeltelijke deconstructie van de status quo door types als Sanders niet constructief kan zijn en de constructie van Clinton niet deconstructief is, dan blijven ze een vooringenomen voorstelling van zaken geven. Van Middelaar en zijn collega’s moeten dan niet gek opkijken als ze door steeds meer burgers ook als een ontwrichtende kracht worden gezien die het allemaal niet echt helder voorstelt.

Foto: Schermafbeelding van slotalinea columnHet Waalse verzet is een Brexit van links’ van Luuk van Middelaar in NRC, 27 oktober 2016.

In NRC vallen columnisten Teulings en Kuitenbrouwer Paul Scheffer aan. Waarom?

EP-140929545.jpg&MaxW=960&imageVersion=default

Gastcolumnisten, de plaag die dagbladen teistert als een sprinkhanenplaag. Of ik recht van spreken heb weet ik niet, maar ik geef mijn mening onbezoldigd, ongebonden en zonder bijbedoelingen zoals het vereffenen van rekeningen. Columns vullen dagbladen lekker op en zijn bakens van herkenbaarheid voor de lezer. Van een koers richting niemandsland. Columns bieden de schijn van zekerheid en continuïteit. Een column is goedkoper dan onderzoeksjournalistiek en maakt het dagblad persoonlijk en smeuïg. Een column is de meest relevante irrelevantie in een dagblad. Ze kunnen goed gemist worden, maar werken lekker als bladvulling.

Uiteraard zijn er columnisten die de moeite waard zijn en iets te vertellen hebben. Zoals Jérôme Heldring die decennialang een politiek-filosofische column in NRC had en daarmee de politiek beïnvloedde. Elk tijdperk kent belangrijke opiniemakers voor wie een krantencolumn een uitstekend middel is. In NRC is Luuk van Middelaar een columnist die door zijn onthechtheid, kennis, inzicht en originele ideeën Heldrings positie over zou kunnen nemen. Zo reageren columnisten binnen dezelfde krant op elkaar. Ze zijn van waarde en niet te vergelijken met de columns die niet meer zijn dan niemendalletjes en haastig in elkaar gegooide stukjes.

In NRC plaatste PvdA’er Paul Scheffer op 24 oktober het artikelDe exodus en ons geweten’ dat een overzicht van en antwoord gaf op de vluchtelingencrisis. Hij weerlegde vier argumenten om de grenzen niet te sluiten en eindigde met een oproep: ‘Wat is dat toch voor een onvermogen in weldenkende kring om over de morele betekenis van grenzen na te denken, welke verlegenheid is hier zichtbaar?’. Scheffer heeft het geweten, twee weldenkende NRC-columnisten kwamen in actie door niet zijn argumenten, maar zijn persoon aan te vallen.

Econoom en PvdA’er Coen Teulings gaat op 28 oktober volledig los in zijn column en verwijt op een indirecte manier Scheffer met zijn artikel ‘Het Multiculturele Drama‘ uit 2000 door zijn deelname aan het debat het nationalisme en chauvinisme in Nederland salonfähig te hebben gemaakt. Zonder onderbouwing schuift hij Scheffer ontwikkelingen in de schoenen, zoals het populisme van de middenpartijen die meegaan in het radicalisme van een minderheid om grenzen te sluiten. Alsof Scheffer daarvoor in z’n eentje verantwoordelijk zou kunnen zijn. Teulings wordt op geen enkel moment concreet of gaat direct in op Scheffers argumenten.

Nog bonter maakt op 31 oktober Jan Kuitenbrouwer het in een columnAchter de schermen adviseert hij de SP. In zijn aanval op Scheffer gaan alle remmen los: ‘In zijn spraakmakende essay het Multiculturele Drama, vijftien jaar geleden, ontwikkelde Scheffer geen alternatieve visie met duwkracht naar links, maar loodste hij weldenkend Nederland als een zorgzame schaapherder naar rechts’. En met een reactie naar zowel Teulings als Scheffer: ‘Coen Teulings’ aanval op Scheffer, afgelopen woensdag in deze krant, was schril, warrig en totaal onverdiend, maar dat Scheffer ook nu weer met aplomb aan de verkeerde kant van het Overton-window trekt, valt niet te ontkennen.’ Kuitenbrouwer denkt dat de stijlfiguur van de afleiding hem onkwetsbaar maakt.

Wat moeten we als krantenlezer met deze onderonsjes en onderlinge afrekeningen van columnisten die actief bij politieke partijen betrokken zijn, maar in hun column net doen alsof ze onpartijdig en ongebonden zijn? En door het ruimtegebrek van een column niet toekomen aan het zorgvuldig uitwerken van argumenten, maar het bij suggesties laten. Maar het ergste is dat hun columns geen inzicht geven over de waarheid achter de dingen en zelfs niet amuseren als niemendalletje. De verbittering en grimmigheid die uit de columns van Teulings en Kuitenbrouwer opstijgt maakt ze onverteerbaar. De hoofdredacteur van NRC zou er goed aan doen om het aantal gastcolumnisten behoorlijk in te perken. Het komt de kwaliteit van de krant ten goede.

Foto: ‘Syrian refugees wait behind barbed wire near the Turkish-Syrian border after fleeing Syria, near Sanliurfa, Turkey. Sedan Suna / EPA’. 23 september 2015.