Museum Oud Amelisweerd verliest exclusiviteit werk Armando. En krijgt financiële exploitatie nog steeds niet rond. Wat doet Utrecht?

Update 28 februari 2018: Vanaf 1 maart heeft het museum niet langer het beheer van de privécollectie van Armando. Peter van de Vusse zet voor het AD op een rijtje. Voorzitter van de Armando Stichting Coen Bruning zegt dat Armando de financiële problemen van MOA zat was. Het museum kent al sinds de oprichting in 2012 financiële problemen en heeft nog geen enkel jaar een positief saldo gehad. Het AD meldt dat de Armando Stichting in gesprek is met een aantal partijen over een nieuwe samenwerking. Dat kunnen bestaande musea of ‘vermogende particulieren die een museum willen stichten’ zijn. Dat zou betekenen dat Armando na Amersfoort (1998-2007) en Bunnik (2014-2018) binnen 20 jaar een derde bestemming vindt. Nomadisch. 

Bestuursvoorzitter Stichting MOA Ari Doeser spreekt vergoelijkend in een poging te redden wat er te redden valt. Opmerkelijk is zijn uitlating in een artikel van Thomas van Huut in NRC van 4 mei 2017: ‘MOA heeft inmiddels een bijzondere band met het werk van Armando. Die band blijft.’ Maar een bijzondere band is wat anders dan een museum dat volgens het beleidsplan van Stichting MOA ‘opvolger van het in 2007 afgebrande Armando Museum’ is en als doel heeft ‘het werk van de kunstenaar Armando, schilderwerk, beeldhouwwerk, literatuur, film, te verzamelen, te beheren, te documenteren, te onderzoeken en te presenteren’.

De positie van de huidige exploitant van landhuis Oud Amelisweerd Stichting MOA is onzeker. Dat blijkt onder meer uit alle nieuwsberichten waarin het steevast ‘noodlijdend’ wordt genoemd. Aan de hand van een advies van Gert-Jan van der Vossen gaat de Utrechtse raad zich deze maand beraden over de toekomst van landhuis en huidige exploitant. Wat Van Huut zegt over een structurele subsidie van 75.000 euro per jaar is trouwens onvolledig. Het gemeentebestuur benadrukte bij de beantwoording van raadsvragen in 2015, (zie vraag 8) het standpunt dat het geen exploitatiesubsidie verleent: ‘Wij houden vast aan het bestuurlijke standpunt dat bij de informatie aan de gemeenteraad in 2011 en vervolgens bij de kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd (juni 2012) is geformuleerd: de gemeente Utrecht is niet verantwoordelijk voor de exploitatie. Wanneer op termijn blijkt dat Museum Oud Amelisweerd qua financiële exploitatie niet haalbaar is zal de gemeente een nieuwe bestemming kiezen.’ Het is van tweeën één: of de huidige exploitant is verantwoordelijk voor de financiële exploitatie of de gemeente Utrecht kiest een nieuwe exploitant als de Stichting MOA financieel in gebreke blijft. Van Huut zit er ook naast wat de hoogte van het tekort betreft, die is jaarlijks meer dan 75.000 euro. Het jaarlijkse exploitatietekort van het MOA bevindt zich al sinds de opening in 2014 boven de 200.000 euro.

Van Huut toont tegengestelde belangen door bestuursvoorzitter van de Stichting MOA Doeser tegenover bestuursvoorzitter van de Armando Stichting Coen Bruning te zetten. Doeser praat over bruiklenen en dus die ‘bijzondere band’ van het MOA met het werk van Armando. Maar Bruning zegt dat MOA geen exclusiviteit meer heeft als het om welke reden dan ook de opslagkosten van zo’n 50.000 euro niet meer wil betalen. Hoe dan ook wordt de bruikleenovereenkomst van ruim 1000 werken per maart 2018 door Armando beëindigd.

Precies die exclusiviteit raakt aan de kern van het MOA dat ook in de marketing het werk van Armando als onmiskenbaar onderdeel van het museum presenteerde. Naast het Chinees behang en het ensemble van landhuis en landgoed. In lijn met het beleidsplan is sinds 2011 door bestuur en directie voortdurend het belang van de drieslag Armando – behang – ensemble benadrukt dat elkaar zou versterken in een synergie. Een mening trouwens die door museaal en kunsthistorisch Nederland vanuit het perspectief van de hedendaagse kunst alsook bij historische tuinarchitecten slechts mondjesmaat gedeeld is, sterk werd betwijfeld en afgedaan als een gelegenheidsargument. Rini Dippel en Lucia Albers spraken zich erover uit.

Als het MOA de exclusiviteit van Armando verliest wat is dan nog het bestaansrecht en het onderscheidend vermogen ervan? Zelfs als de raad de Stichting MOA een herformulering van de doelstelling gunt -waarin het werk van Armando naar de achtergrond verdwijnt- is de vervolgvraag of een organisatie die voortkomt uit het Armando Bureau en Armando Museum de logische exploitant van het Chinees behang en ensemble kan zijn. Deze vraag zal aan de orde komen in de discussies in de Utrechtse raad en het college over de toekomstige bestemming van Oud Amelisweerd. Bestuurlijk is het mogelijk dat zo’n inhoudelijk debat over het belang van exclusiviteit, doelstelling en profiel van de huidige exploitant nooit gevoerd wordt omdat de slechte financiële situatie en vooruitzichten van het noodlijdende MOA dat al vier jaar in reservetijd speelt de doorslag geven.

Foto: Schermafbeelding van deel pagina ANBI van het MOA.

Advertentie

Debat in Utrechtse coalitie over Oud Amelisweerd gaat voorbij aan de realiteit en de echte problemen van de huidige exploitant

resolve

Het AD plaatste gisteren een stuk over Museum Oud Amelisweerd (MOA) met opinies van raadsleden vol onnauwkeurigheden, misverstanden en foute aannames. Aanleiding is een advies van een Adviescommissie Cultuur uit mei 2016 voor een jaarlijkse cultuursubsidie van 75.000 euro dat door het Utrechtse college niet wordt overgenomen. Reden hiervoor is dat in de raad is vastgelegd dat er geen geld voor de exploitatie naar de exploitant gaat. Op 31 mei 2011 stelde het college als voorwaarde voor openstelling van een museale bestemming van het landhuiseen investering die financieel gedekt is, een exploitant met een sluitende exploitatie begroting en dat er kan worden voldaan aan de gestelde monumentale randvoorwaarden’. De gemeente Utrecht stelde in 2012 een krediet van 1,6 miljoen euro beschikbaar voor het landhuis.

Vooral D66 lijkt te worstelen met de afspraken waaraan het zich bestuurlijk wil houden, maar er tegelijk geen gat in ziet om die oneigenlijk op te rekken. In hedendaagse taal, de grootste partij in de Utrechtse raad zoekt naar een geitenpaadje. De suggestie van D66-fractievoorzitter Klaas Verschuure dat het uitblijven van de subsidie van 75.000 euro leidt tot het failliet van de Stichting Museum Oud Amelisweerd is te simpel gedacht. Het gaat voorbij aan de realiteit en de voorgeschiedenis van de huidige exploitant. In 2014 had het museum volgens het jaarverslag een tekort van 136.000 euro. In debatten vanaf 2010 in zowel gemeenteraad van Amersfoort als Utrecht hadden raadsleden en cultuurwethouders twijfels over de financiële positie en plannen voor de exploitatie van deze exploitant. Nog op 21 september 2016 stelde de PvdA Amersfoort raadsvragen om te weten te komen of de Amersfoortse bruidsschat eraan meehelpt om MOA een gezonde financiële basis te geven. Het vermoeden dat uit de vragen rijst is dat het geld in een bodemloze put verdwijnt.

Het geitenpaadje dat D66 suggereert is dat de gemeente Bunnik via een vestzak-broekzakoperatie met de gemeente Utrecht financiële steun geeft aan de Stichting Museum Oud Amelisweerd. Op een ander beleidsterrein kan dan Utrecht kosten van Bunnik voor haar rekening nemen. Waarom de coalitiepartijen hier pas in 2016 mee komen en dat niet in 2012 als voorwaarde hebben gesteld is de vraag. Feitelijk leidt deze uitruil tot het verbreken van de in de Utrechtse raad gemaakte principe afspraak uit 2011 om van de exploitant een sluitende begroting te eisen en de gemeente Utrecht door subsidie of lastenverlichting niet bij te laten dragen aan de exploitatie. Een politieke partij die zich bestuurlijk zuiver opstelt en de besluiten respecteert van de bestuurslaag waarin het opereert zou dit geitenpaadje niet moeten willen bewandelen.

Andere coalitiepartijen (GroenLinks, VVD en SP) maken een slag in de lucht als ze zeggen dat een faillissement van de huidige exploitant leidt tot ‘een leeg landhuis, dat vanwege het Chinese behang en de monumentale status moeilijk een andere bestemming kan krijgen’. Op welk onderzoek is dat gebaseerd en hoe komen ze aan deze kennis? Het is eerder andersom. Namelijk dat er een weeffout hersteld dient te worden. Vele critici hadden om kunsthistorische en commerciële redenen vanaf het begin geen vertrouwen in de drieslag Armando Collectie, antiek Chinees behang en ensemble van landhuis en landgoed. Zo wees al in 2011 oud-hoofdconservator van het Stedelijk Museum en vriend van Armando Rini Dippel de logica van de samenhang af : ‘Evenmin ziet ze iets in de combinatie van de 18de eeuwse Chinoiserieën van Oud-Amelisweerd en het werk van Armando. Ze vindt de aard van Oud-Amelisweerd niet passen bij het werk van Armando.’ De Raad voor Cultuur kwam in een advies in 2016 tot dezelfde conclusie: ‘De raad vindt de samenhang tussen het landhuis, het Chinese behang en de Armando Collectie gezocht en onvoldoende uitgewerkt. Naar de mening van de raad vormt het landhuis in combinatie met het landgoed en het behang een waardevol ensemble. De raad is echter niet overtuigd van de museale samenhang met de Armando Collectie die het museum beoogt.’ 

Het probleem dat het Utrechtse college vanaf 2011 voor zich uit schoof komt nu in de volle openbaarheid. De coalitiepartijen met D66 voorop geven er vervolgens bewust geen goede duiding aan omdat ze boter op het hoofd hebben. Het zoeken door D66 en andere coalitiepartijen naar een geitenpaadje heeft te maken met het maskeren van gemaakte fouten. Daarom moet de huidige exploitant gered worden ook als dat in strijd is met een collegebesluit. Uiteindelijk wreekt zich hier dat er over de exploitatie van landhuis Oud Amelisweerd nooit een openbare inschrijving, toetsing, pitch of open debat is gehouden. In de driehoek Utrecht, Amersfoort en de provincie Utrecht -met Bunnik als toehoorder- werden belangen vanwege partijpolitiek en coalitie uitgewisseld die resulteerden in een Amersfoorts museum in een Utrechtse landhuis op Bunniks grondgebied.

resolve-1

Wat is de oplossing voor de museale bestemming van landhuis Oud Amelisweerd? De financiële positie van de Stichting Museum Oud Amelisweerd die vanaf het begin slecht was zal naar verwachting niet structureel verbeteren. Een oplossing kan gevonden worden door alsnog te corrigeren wat vanaf 2010 is nagelaten. De procedure  van een open inschrijving moet opnieuw opgestart en gesimuleerd worden vanuit de positie van 2010. Vanwege het gezichtsverlies dat politieke partijen vrezen valt niet te verwachten dat ze hiertoe bereid zijn. Maar stel dat ze over hun eigen schaduw weten heen te springen dan kan er verder gewerkt worden vanuit drie uitgangspunten die in de geest van het Utrechtse collegebesluit van 31 mei 2011 zijn: 1) het vastgoed (het landhuis) is langdurig en de huidige exploitant is tijdelijk, ze staan los van elkaar; 2) een museum dient thematisch en (kunst)historisch aan te sluiten bij de eigenheid van de plek: het 18de eeuwse Chinese behang, de geschiedenis of het landgoed; 3) een exploitant dient een solide financiële basis te hebben die verwezenlijkt kan worden door samenwerking met partners (China, Rijksmuseum, hoofdsponsor).

Foto: Goochelsalon Oud-Amelisweerd, 1995. (Uit een interne notitie: Het was een ode aan het aloude ambacht van de goochelarij, en bestond uit voorstellingen, lezingen en een tentoonstelling van 19e eeuwse goochelattributen uit het depot van het museum, aangevuld met antieke goochelattributen uit de collectie van het Theatermuseum en stukken van diverse particulieren. De manifestatie was tevens de introductie van een semipermanente goochelsalon in het landhuis.)

Oud-Amelisweerd: staalkaart van bestuurlijke onzorgvuldigheid

Sinds 13 december 2010 is dit het 53ste stuk over de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. De toon was kritisch vanwege de onlogische keuze, de slechte voorbereiding door de beoogde exploitant en de onheldere besluitvorming. Wethouder Lintmeijer gaf zonder openbaar debat de exploitant het groene licht. Met als gevolg dat deze gemeenschapsgeld ging uitgeven dat niet formeel gedekt was en zo een machtspositie opbouwde. De exploitant kreeg toegang tot Oud-Amelisweerd zonder dat dit formeel besloten was. Dit bracht ambtenaren van gemeentelijke diensten in een lastige positie, dat soms tot ontslag leidde. Als symbool van bestuurlijke onzorgvuldigheid verdient wethouder Lintmeijer een motie van treurnis.

Op 12 juni beslist een commissie van de Utrechtse raad over de kredietaanvraag voor een nieuw museum. Voor degenen die zich voor het eerst in dit dossier willen verdiepen en voor anderen die details willen opzoeken verwijs ik naar onderstaande selectie. In chronologische volgorde zijn alle stukken hier te vinden.

Achtergrond en overzicht:
Verhuizing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd in 10 raadsels 28-10-11
Armando Museum past niet in Oud-Amelisweerd 11-04-11
Onderzoek Armando Museum roept vragen op 13-12-10

Samenhang museumsector in tijden van krimp
Utrechtse museumsector moet in samenhang gezien worden 24-05-12
Armando Museum en musea in tijden van krimp 01-11-11

Belangenverstrengeling Jacobs-Ploum
Wethouder Lintmeijer loopt risico door Oud-Amelisweerd 22-02-12
Belangenverstrengeling Oud-Amelisweerd in openbaarheid 17-02-12
Wethouder Lintmeijer wordt bij Oud-Amelisweerd niet aan goed bestuur gehouden 07-12-11

Amersfoort
Politiek wikt en BMC beschikt over Museum Oud-Amelisweerd 28-03-12
Terugvaloptie Armando Museum op kosten van Amersfoort? 16-01-12
Armando Museum en het bestuurlijk onvermogen 07-01-11

Kritiek in Utrechtse raad
Bezwaren Utrechtse D66 en VVD tegen Oud-Amelisweerd niet weggenomen 06-06-12
Vragen van de VVD over Oud-Amelisweerd 01-04-12
Utrechtse VVD heeft kritiek op Armando Museum in Oud-Amelisweerd 19-12-11

Beheer Centraal Museum sinds 1990 en Lintmeijer
Koewaarheden, melkkoeien en koehandel bij Oud-Amelisweerd 03-02-12
Amersfoort-in-C verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd 29-12-11
Wethouder Lintmeijer verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd 26-11-11

Exploitatie en onderbouwing
Museum Oud-Amelisweerd nog steeds zonder goed onderbouwde exploitatiebegroting 01-05-12
Bedrijfsmodel Museum Oud-Amelisweerd buigt door onder voorwaarden 20-02-12
Economische afweging voor Armando Museum gevraagd 13-10-11

Kritiek van buitenstaanders
Toon Gispen stelt kritische vragen over Oud-Amelisweerd 21-01-12
Huisvesting Armando Collectie in Oud-Amelisweerd krijgt kritiek 16-12-11
Rini Dippel vernietigend over Armando Museum in Oud-Amelisweerd 07-11-11

Alternatieve locatie
Armando Museum heeft kansen in voormalig Moluks Museum 29-05-12
Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum 09-01-12
Huisvesting Armando Museum in Fort Vechten biedt kansen 14-11-11

Alternatieve bestemming voor Oud-Amelisweerd
Antwoorden over Oud-Amelisweerd pleiten voor Chinahuis 11-04-12
Oud-Amelisweerd als Museum voor Chinoiserie 04-10-11

Alternatieve bestemming voor Armando Collectie
Amersfoort blijft problemen Armando Museum van zich afschuiven 11-10-11
Collectie Tony de Meijere en Armando naar Kröller-Müller Museum 22-08-11

Foto: Wegwijzer naar Armando Museum in Amersfoort, Klaas Mulder

Koewaarheden, melkkoeien en koehandel bij Oud-Amelisweerd

Op 31 januari stond in het Utrechtse raadshuis het beoogde Museum Oud-Amelisweerd op de agenda van een raadsinformatieavond. Er waren meepraters, raadsleden en betrokken burgers, waaronder veel medewerkers van het Centraal Museum. Eerder die avond stond de verzelfstandiging van dat museum op de agenda. En een borrel na. Voor velen veruit het belangrijkste agendapunt. Niet alleen vanuit alcoholisch oogpunt, maar ook om contacten te leggen en gedachten uit te wisselen. Al met al een voor velen tamelijk succesvolle formule.

Cultuurwethouder Lintmeijer hield een gedegen inleiding, maar gaf op een essentieel onderdeel opnieuw een verkeerde voorstelling van zaken. Namelijk over het verband tussen verwaarlozing, cascoherstel, restauratie, openstelling en bestemming. Of het moedwil of misverstand is dat-ie steeds opnieuw de waarheid verdraait is onduidelijk. Het lijkt er sterk op dat-ie zijn keuze voor de huisvesting van de Armando Collectie achteraf geloofwaardigheid probeert te geven. Alleen degenen die de restauratie van dichtbij volgden weten dat de wethouder het verkeerd voorstelt. Anderen die het evenmin op de voet volgden praten hem gewillig na.

Zomer 2010 waren cascoherstel en restauratie zover gevorderd dat het moment was gekomen om serieus na te denken over een bestemming. De bestuursopdracht die Lintmeijer in 2010 aan CM-directeur Edwin Jacobs gaf wijst erop dat de restauratie in een volgende fase was gekomen. Ofwel, het dak is dicht, en verf, vloeren, plafonds, deuren en ramen hersteld. Deze feiten weerspreken niet het idee dat zorgvuldig gebruik het beste behoud is. Maar de keuze voor de Armando Collectie volgt er niet direct uit, zoals Lintmeijer suggereert.

Typisch aan zo’n raadsinformatieavond is dat meepraters hun tekst voorlezen. Slechts bevlogen sprekers komen  verder. Bestuursvoorzitter van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd James van Lidth de Jeude gaf zijn optimisme diepte door te erkennen dat mislukking mogelijk is. Alleen met zijn verwijzing naar Chinese contacten leek het alsof-ie een Museum voor Chinoiserie aanprees. Kunsthistorica Lucia Albers deed iets wat tot nu toe geen enkele betrokkene deed. Zowel een behang-, buitenplaatsen-, Rococo-, Lodewijk Napoleon- of Chinoiseriemuseum vond ze een meer vanzelfsprekende ‘inwonende’ dan Armando. Ze sprak niet over een onsje meer of minder, maar plaatste kanttekeningen bij de combinatie Oud-Amelisweerd en Armando.

Meepraters Anneke Visscher (Buurtschap), Juliette Borggreve (Veldkeuken) en Yvonne Ploum (Armando Museum) behartigden goed hun belang. Jos Kloppenborg (Vrienden) stelde zich echter zo gouvernementeel op dat het leek alsof-ie in het overleg met de wethouder al tot afspraken was gekomen. Goede luisteraars konden trouwens opvangen dat Lintmeijer en Van Lidth de Jeude in dezelfde termen praatten (‘Horeca geen melkkoe’) en dezelfde accenten legden. Dat wijst op vooroverleg of bijzondere empathie tussen beide heren.

Hoe verder? In tegenstelling tot het debat in de Amersfoortse raad zijn Utrechtse raadsleden niet gebonden aan een akkoord. De besluitvorming is een vrije kwestie. Raadsleden mogen individueel beslissen, waardoor fracties verdeeld kunnen stemmen. Dat opent het perspectief op een zakelijke discussie. PvdA en D66 hoeven Lintmeijer niet te volgen. In Amersfoort leeft bij raadsleden van de collegepartijen D66 en Groen Links nog steeds ongenoegen omdat ze tegen hun zin in moesten stemmen met een bruidsschat van 1 miljoen euro en een slecht onderbouwd ondernemingsplan. Maar het college-akkoord telde daar zwaar. In Utrecht niet dus.

Foto: Zondagochtend in de herfst in Amelisweerd. Credits: L.W. Muller

Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum

Update 16 juni: Een reactie zegt over onderstaand artikel: ‘Mooi stuk, geeft heerlijk inzicht in de bestuurlijke gang van zaken, Je hoeft later niet te reconstrueren waar het mis is gegaan.’  

Naar aanleiding van aandacht op dit blog voor de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd en het alternatief Fort Vechten stelde het Utrechtse statenlid Elly Broere (PVV) op 21 december 2011 vragen aan de gedeputeerde Cultuur Mariëtte Pennarts. Dit is gerubriceerd onder de naam De Ridder, de naam waarmee deze blogger naar buiten treedt. In de Statencommissie WMC van 9 januari 2012 antwoordt mw. Pennarts. Ik geef eerst de vragen en antwoorden die niet openbaar zijn in te zien, daarna mijn commentaar.

Vragen

  1. Welke argumenten spelen er om per se Armando museum in Oud-Amelisweerd onder te brengen?
  2. Welke alternatieven zijn onderzocht? Hoe hebben de bezwaren van de inwoners van Amersfoort mee gewogen, zij willen de collectie graag in Amersfoort houden. Waarom komt Fort Vechten niet in aanmerking.
  3. Wat vindt de gedeputeerde van alle bezwaren die volgens de heer De Ridder kleven aan het onderbrengen in Oud Amelisweerd en de voordelen van het alternatief Fort Vechten?
  4. Wat vindt de gedeputeerde van de bestuurlijke onzorgvuldigheid die volgens de heer De Ridder heeft plaatsgevonden.

Antwoorden

  1. De Provincie heeft geen initiërende rol gehad in de gesprekken en onderhandelingen tussen Gemeente Utrecht (eigenaar van Oud-Amelisweerd), de Stichting Armando Museum  Collectie, Stichting Amersfoort-in-C en Gemeente Amersfoort. De argumenten voor en tegen zijn mij dus niet exact bekend. Voor mij staat het belang voorop dat Oud-Amelisweerd als bijzonder monument een duurzame bestemming krijgt en dat het uitzonderlijk waardevolle Chinese behangsel voor een breed publiek te bezichtigen is. De nu voorgestelde museale bestemming voldoet aan deze eis en rechtvaardigt een provinciale bijdrage aan de noodzakelijke restauratie van de behangsels.
  2. De Provincie is niet op de hoogte van de alternatieven die door de betrokken partijen zijn onderzocht. De Gemeente Amersfoort heeft besloten haar steun aan het Armando Museum los te laten, als gevolg van een forse bezuiniging op Amersfoort-in-C, het samenwerkingsorgaan van vier Amersfoortse musea (Kade, Flehite, Mondriaanhuis en Armando Museum). In de Amersfoortse gemeenteraad zijn de voor- en nadelen afgewogen van deze keuze. De gemeenteraad, als vertegenwoordiger van de inwoners van Amersfoort, heeft hiermee recentelijk ingestemd.                                                                                                                                           Voor de inrichting van Fort Vechten zijn al in 2009 afspraken gemaakt over de bestemming en inrichting van het fort met Gemeente Bunnik, Staatsbosbeheer als eigenaar en de provincie als initiator. In januari 2010 werd de gunning van de exploitatie toegekend aan Nieuwland Holding. Op het Fort zal een Nationaal Liniecentrum komen, naast nog vele andere publieksactiviteiten zoals bijvoorbeeld een vleermuizencentrum. (zie voor meer informatie http://www.liniecentrumfortvechten.nl/plan.php ) Al deze plannen zullen zorgen voor een aantrekkelijke publieke bestemming waar vele verhalen verteld kunnen worden.
  3. Wat betreft de bezwaren van de blogger George Knight zoals in zijn blog van 14 november geformuleerd:  Oud-Amelisweerd zal met grote zorg aangepast worden aan de nieuwe openstelling voor publiek. De aandacht zal gevraagd worden voor respectievelijk de geschiedenis van het Huys en de tuin, de geschiedenis van de (deels) Chinese behangsels en het werk van de kunstenaar, schrijver en dichter Armando.  Er zal geen aantasting van de cultuurhistorische waarden van Oud-Amelisweerd plaatsvinden. De openstelling van Oud-Amelisweerd zal  de rust van het landgoed niet aantasten.  De Provincie draagt bij aan de restauratie van de behangsels  onder meer omdat Oud-Amelisweerd een publiekbestemming krijgt.                                                                                       Voor de inrichting van Fort Vechten zijn 2 jaar geleden afspraken gemaakt met de geworven beheersorganisatie, Nieuwland Holding. De Provincie en Staatsbosbeheer hebben daarmee verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld exploitatie overgedragen aan private organisaties. Wij zien het voorstel van de heer De Ridder daarom niet als een reële optie.
  4. GS heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van bestuurlijke onzorgvuldigheden van de gemeente Utrecht of de gemeente Amersfoort. Wij zien niet in op welk moment wij zelf onzorgvuldig gehandeld zouden hebben. Vorige maand is PS akkoord gegaan met het verlenen van een restauratiesubsidie aan Oud Amelisweerd, juist onder de voorwaarde dat de nieuwe functies in dienst staan van het behoud van huis en interieur, Wij hebben van de Stichting en van de stad Utrecht begrepen dat het Armando Museum het gebouw Oud-Amelisweerd zal gebruiken met respect voor het gebouw en de behangsels. Ook zullen de aanpassingen aan het Huys  niet ten koste van de cultuurhistorische waarden gaan. Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. 

De antwoorden geven aan dat de provincie geen deelnemer was aan een inhoudelijk debat. Ze wijken niet af van die van de gemeente Utrecht zoals verwoord in een brief van 13 december 2011. De antwoorden komen erop neer dat er geen bezwaar bestaat tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd. Een opstelling met weinig enthousiasme. Er blijkt nergens dat de huisvesting en de combinatie Armando-Chinees antiek behang een verrijking betekent voor cultureel Utrecht en daarom noodzakelijk is. Rini Dippel is vernietigend over de combinatie Armando-Amelisweerd evenals Lucia Alberts. Talloze andere experts op het gebied van cultureel erfgoed en museologie zijn gehoord, maar houden zich angstvallig stil met hun kritiek.

In de Utrechtse Statencommissie Wonen, Maatschappij en Cultuur van 3 oktober 2011 is bij het onderwerp Parelfonds besloten om per 2012 het accent van industrieel erfgoed naar de historische buitenplaatsen te verleggen. Utrecht kent er 270 waarvan het rijksmonument Oud-Amelisweerd met eigenaar gemeente Utrecht er een is. In haar antwoord creeërt gedeputeerde Pennarts misverstanden als ze stelt ‘dat de vestiging van het Armando museum in Amelisweerd onderdeel zal zijn van de subsidievoorwaarden, zodat restauratie daadwerkelijk gepaard gaat met opening voor het publiek’. Hiermee passeert ze de eigenaar als eerst verantwoordelijke en koppelt ze de subsidie niet aan de buitenplaats, maar aan een museale bestemming. Ze suggereert tevens dat het landhuis Oud-Amelisweerd nu of in de toekomst niet geopend zou zijn voor het publiek. Beheerder Centraal Museum legt uit dat er onderhoud plaatsvindt en er daarom tijdelijk minder bezoeken mogelijk zijn, maar dat het boeken van groepsrondleidingen ook nu mogelijk is. Opvallend is dat de provincie bij Oud-Amelisweerd de uitzondering maakt niet rechtstreeks subsidie aan de eigenaar te geven.

De provincie Utrecht houdt zich van alle bestuurslagen het meest afzijdig. Het zegt te zijn aangeschoven en niet bekend te zijn met argumenten voor en tegen huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Als deelnemer aan de discussie zegt de provincie niet te weten of er alternatieven zijn onderzocht. Dit roept de vraag op hoe grondig de discussie was en hoe de besluitvorming tussen Amersfoort, Utrecht, Bunnik en de provincie is verlopen. Wanneer viel de politieke beslissing en waren bij het nemen van het besluit uitsluitend de politiek verantwoordelijken betrokken? Welke argumenten zijn er uitgewisseld?

Ook met betrekking tot Fort Vechten geeft de provincie aan dat haar rol bescheiden is. De provincie was initiator van een Liniecentrum, maar heeft de verantwoordelijkheid overgedragen en zegt nu geen invloed meer te hebben. Het oogt in mijn ogen ongerijmd om mijn voorstel om de huisvesting van de Armando Collectie in Fort Vechten te onderzoeken af te doen als niet reëel. De bestuurlijke gang van zaken impliceert namelijk niet dat huisvesting geen goed idee zou zijn. Met als ultiem argument dat er 20 miljoen in de projectorganisatie Fort Vechten beschikbaar is, 4 miljoen investeringen in Oud-Amelisweerd kunnen worden uitgespaard en ze kunnen worden samengevoegd. Voorwaarde is wel dat de provincie initiatieven neemt om de projectorganisaties open te breken. Die politieke wil ontbreekt overduidelijk. Overigens op 26 januari organiseert de Grontmij een fortensymposium in Fort Vechten over de herbestemming van militair erfgoed.

De antwoorden over de bezwaren tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd gaan in op de voorwaarden. Daarmee gaan ze voorbij aan de kern van mijn kritiek. Wat geldt voor het onderbrengen van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd geldt eveneens voor talloze andere museale collecties. Ik pleit voor de optie om collectie en landhuis goed op elkaar aan te laten sluiten. Zoals dat bijvoorbeeld zou gelden voor een museum voor Chinoiserie, buitenplaatsen of antiek behang. Precies de kritiek van Rini Dippel en Lucia Alberts op het Museum Oud-Amelisweerd. Verder berust de opinie dat de openstelling van een museum met in 2016 40.000 bezoekers het cultureel erfgoed van het landhuis en de rust van het landgoed niet zal aantasten op de aanname dat het beheer en de bedrijfsvoering optimaal zijn. Dat valt te betwijfelen bij een organisatie die van vele kanten kritiek ondervindt op de onderbouwing van de exploitatiebegroting.

De bestuurlijke onzorgvuldigheid spitst zich toe op de bestuursopdracht die cultuurwethouder Lintmeijer aan directeur Jacobs van beheerder Centraal Museum gaf om een bestemming voor Oud-Amelisweerd te onderzoeken. Jacobs kwam vervolgens ‘toevallig’ bij zijn partner Ploum uit die ‘toevallig’ hoofd van het Armando Museum Bureau is. Veelbetekenend lijkt dat de GroenLinks gedeputeerde Pennarts hierin geen onzorgvuldig bestuur ziet van de GroenLinks wethouder Frits Lintmeijer. Vanuit de ethiek zou je verwachten dat een wethouder niet mee kan gaan met deze schijn van belangenverstrengeling. En dit voorstel van Jacobs op gronden van goed bestuur afwijst. Maar ook binnen de Utrechtse gemeenteraad of statenraad heerst blijkbaar koudwatervrees om belangenverstrengeling in het openbaar aan te kaarten. Ook bij de oppositie.

Verder bestaat de onzorgvuldigheid eruit dat er is gewerkt met een rookgordijn aan intenties, haalbaarheid en plannen. Lang voordat een formeel besluit gevallen was werd het hoofd van het Armando Museum Ploum telkens door directeur Jacobs in de gelegenheid gesteld om met betrokken wethouders en raadsleden in Oud-Amelisweerd in gesprek te gaan. Dit was geen toegevoegd lobbyen van Ploum, maar liep feitelijk parellel aan de politieke besluitvorming. Terwijl Ploums status dit niet toeliet en raadsleden en wethouders vanwege de bestuurlijke zorgvuldigheid haar onder genoemde omstandigheden niet hadden mogen spreken. Tevens werd de Amersfoortse ambtenaar Ploum in ambtelijke overleggen van de gemeente Utrecht met derden toegelaten zonder dat haar rol voor gesprekspartners duidelijk was en ze meer ruimte kreeg dan advisering alleen.

De opstelling van gedeputeerde Pennarts past in een verkeerde voorstelling van zaken die ook terug te vinden is bij de Utrechtse cultuurwethouder Lintmeijer en Amersfoort-in-C directeur Van Vulpen. Ze verdraaien de waarheid. Aantoonbaar onjuist is dat de huisvesting van de Armando Collectie een noodzakelijke voorwaarde is voor Oud-Amelisweerd. Pennarts zegt: Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. Hiermee gaat mw. Pennarts voorbij aan de kritiek op de combinatie Armando-Chinees behang, op het bestuurlijke traject dat geen alternatieven onderzocht en op het ontbreken van een gezond investerings- en exploitatieplan.

Ofwel, het voortbestaan van rijksmonument Oud-Amelisweerd is niet aan de vestiging van een Museum Oud-Amelisweerd gebonden. Het landhuis wordt al sinds 1990 door de gemeente Utrecht en het Centraal Museum zorgvuldig gerestaureerd. Door de bestuursopdracht kwam toevallig het Armando Museum in beeld. Zo ontstond een bestemming die niet ontstond door inhoudelijke noodzaak, maar vanwege persoonlijke contacten. Alternatieve locaties voor de Armando Collectie zijn nooit onderzocht en andere bestemmingen voor Oud-Amelisweerd zijn evenmin serieus onderzocht. Mijn voorstel is slechts om een bestemming te zoeken die beter bij het karakter van Oud-Amelisweerd past dan de huisvesting van de Armando Collectie.

Hoewel er de afgelopen anderhalf jaar in mijn ogen niet breed en zorgvuldig genoeg is gekeken door de Utrechtse politiek, kan men zich op het standpunt stellen dat men dan maar voortgaat op de ingeslagen weg. Met als voordeel dat het Utrechtse college niet beschuldigd kan worden van stilstand en dat het landhuis vanaf 2016 mogelijk 40.000 bezoekers trekt. Is dit glas halfvol of halfleeg? De nadelen zijn groot. De combinatie van Oud-Amelisweerd en Armando is niet ideaal en het bedrijfsmodel van een Museum Oud-Amelisweerd moet om economische redenen zwaar opgetuigd worden en wordt zo een doel op zichzelf. Inclusief de werkgelegenheid van de staf van het Armando Museum Bureau waar het om draait. Een kleinschalige, flexibele museale bestemming past om redenen van infrastructuur en cultureel erfgoed beter bij Oud-Amelisweerd.

Foto: Trappenhuis provinciehuis Utrecht.

Huisvesting Armando Collectie in Oud-Amelisweerd krijgt kritiek

Van verschillende kanten komt er kritiek op de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Het Utrechtse college stuurde op 13 december een brief aan twee raadscommissies waarin het stelt dat Amersfoort-in-C aan de voorwaarden van exploitatie kan voorzien. Het college voert geen bezwaren aan tegen de oprichting van een Museum Oud-Amelisweerd rond de Armando Collectie, maar toont evenmin enthousiasme. De meerwaarde ervan wordt niet aangetoond. Het komt over als een ‘moetje’.

In de gemeenteraden van Amersfoort en Utrecht klinken geluiden dat het businessplan van het museum slecht onderbouwd is. Tevens zijn er investeringen van meer dan 4 miljoen euro nodig. Het Utrechtse college maakt die kritiek ondergeschikt aan de besluitvorming. Cultuurwethouder Lintmeijer wil scoren voor de Culturele Hoofdstad 2018 waarvoor Utrecht samen met Eindhoven en Maastricht een serieuze kandidaat is.

Kritiek komt van twee kanten. Bewoners van het Buurtschap Amelisweerd-Rhijnauwen zijn voor een museale bestemming maar pleiten voor geleidelijke groei. Ze ervaren de veranderingen in hun dagelijks leven. In het AD formuleert secretaris Anneke Visscher drie bezwaren. Ze voorziet dat het landgoed op drukke dragen de bezoekersstroom voor Museum Oud-Amelisweerd niet aankan en er verkeers- en parkeerproblemen ontstaan. Verder twijfelt ze aan de exploitatiebegroting die volgens haar vol onzekere aannames zit. En Visscher twijfelt aan de combinatie van het ‘zware’ werk van Armando en het ‘sierlijke’ 18de eeuwse landhuis.

De Utrechtse kunsthistorica Lucia Albers die gespecialiseerd is in historische parken en landgoederen vindt in het AD eveneens dat het werk van Armando niet te combineren valt met Oud-Amelisweerd. Ze wijst de huisvesting van de Armando Collectie daarom op inhoudelijke redenen af. Alberts beweert niet dat hedendaagse kunst nooit te combineren valt met oudere kunst, maar ziet geen synergie in de combinatie Armando en de 18de eeuwse omgeving. Tevens vermoedt ze dat de bijzondere geschiedenis van dit rijksmonument Oud-Amelisweerd met het zeldzame antieke Chinese behang onvoldoende verteld zal worden.

Of deze kritiek een discussie over de huisvesting van de Armando Collectie opent is de vraag. Het is aan de Utrechtse raad om specialisten op het gebied van museologie, cultureel erfgoed en landschapsarchitectuur te horen. Weliswaar zijn sommigen eerder gehoord bij de opstelling van het Ondernemings- en Huisvestingsplan voor Museum Oud-Amelisweerd, maar dat was gericht op het formuleren van voorwaarden en haalbaarheid. Een open en vrij debat over de wenselijkheid van de huisvesting van de Armando Collectie is nooit gevoerd.

Foto: AD, 15 december 2011