Hoe verwaand is het voor mensen om de eigen identiteit centraal te zetten? Hoe verstandig is het voor mensen om de eigen identiteit centraal te zetten? Dat zijn vragen die het publieke debat rond de coronacrisis oproepen. Ineens zien allerlei (onheils)profeten de kans schoon om een tegenstelling te creëeren tussen geloof en wetenschap, feiten en leugen, waarheid en onwaarheid of individu en gemeenschap.
Identiteit heeft een mens als sociaal wezen nodig. Simpelweg om zich tegenover anderen een houding te geven. Maar identiteit is daarbij geen einddoel, maar een middel. Ofwel, het is onverstandig om identiteit te scherp en te vaststaand te definiëren. Dan wordt identiteit een blok aan het been dat niet ruimte geeft, maar ruimte inperkt. Dan is identiteit een gevangenis. Een zelfgegraven valkuil waaruit men niet kan ontsnappen.
Mensen hebben meerdere identiteiten. Dat kan te maken hebben met de plaats van herkomst, de levensovertuiging of de religie van herkomst, de woonplaats, het beroep, de sekse, de interesses, en dat alles in wisselwerking en combinatie met elkaar. Identiteit verandert voortdurend, naargelang de mens verandert.
Het is verstandig om een omlijning te zoeken. Dat geeft de eigen identiteit ruimte. Een contour waarbinnen men kan functioneren. Zo beschouw ik mezelf als aanhanger van het secularisme. Dat kiest niet voor of tegen een specifieke religie of levensovertuiging, maar kiest voor de omlijning daarvan die alle godsdiensten en levensovertuigingen gelijkwaardig waardeert. Daarnaast heb ik nog wel een individuele overtuiging, maar die hoef ik niet voorop te zetten in het publieke debat. Ik promoot de contouren van het secularisme.
Zo kan men ook een politieke identiteit zoeken. In mijn geval het links-liberalisme dat een grote bandbreedte heeft en in theorie verschillende politieke partijen en stromingen omvat. Op dit moment ben ik politiek dakloos omdat er geen enkele Nederlandse politiek partij is bij wie ik me thuisvoel. Maar dat is geen beletsel omdat ik in grote lijnen weet wat het links-liberalisme inhoudt en ik mijn politiek identiteit altijd tijdelijk bij een partij kan onderbrengen zonder de flexibiliteit te verspelen om vervolgens een andere keuze te maken.
Is er geen nadeel aan een laconieke opstelling die de eigen identiteit ruim opvat? Het antwoord daarop heeft te maken met de groepsimmuniteit. Als iedereen gaat voor een ruim gedefinieerde identiteit, dan kan ik daar ook voor gaan. Het wordt anders als ik de uitzondering ben omdat iedereen een scherp gedefinieerde in praktijk gebrachte identiteit heeft. Als secularist ben ik machteloos tegenover horden religieuze hardliners. Als links-liberaal ben ik machteloos tegenover horden rechts- of links-radicalen die geen tolerantie voor andersdenkenden hebben. Dan ben ik verplicht om als tegenwicht mijn identiteit aan te passen. Niet eerder.
Zo kan iedereen voor zichzelf beredeneren dat het hoogmoedig is om de eigen identiteit het alpha en omega van ons leven te laten zijn. Slim is om ontspannen door het leven te gaan door identiteit ruim te formuleren, zonder daar trouwens maatschappelijke betrokkenheid mee te verliezen. De omlijning zorgt ervoor dat men gerust positie kan blijven kiezen binnen de gekozen contouren. Als neveneffect levert dat de winst op dat men flexibel kan bewegen. De verbinding met de ander wordt er makkelijker op omdat er meer overlapping is.
Foto: Expo 58: le pavillon du Congo. Credits: © Le Soir.